De Baby
Beeldend
Zand erover!

Leeftijd
|
Baby v.a. 8 maanden
|
Activiteit
|
Tekenzand
|
Nodig
|
Per kind 1 dienblad met opstaande rand
Aardappelmeel; maïzena
Lepel
Zout
Schoon zand, engels duinzand, vogelzand
|
Voorbereiding
|
Maak een papje van maïzena. Het papje moet slijmerig zijn en van een lepel afdruipen. Meng dit papje door het zand om er ‘pakzand’ van te maken. Als je een hand ‘pakzand’ samenknijpt, staan de afdrukken van je vinger in het zand en blijft de samengedrukte vorm op je hand liggen. Evt. beetje zout toevoegen. Leg op ieder dienblad een laagje zand, laat de kinderen daarin tekenen met hun vinger of stokje.
Evt. zet rustige muziek op.
( paar week bewaren in dichte emmer, ivm maïzena is bederfelijk)
|
Waar
|
Binnen / Buiten
|
Doel, visie
|
Stimuleert spelen met zand, door grijpen, prikken, voelen kinderen de structuur en kunnen opgaan in deze beleving
|
Spaghetti grijpen!

Leeftijd
|
Baby v.a. 6 maanden
Peuter
|
Activiteit
|
Spaghetti grijpen
|
Nodig
|
Afwasteil
Nog stevige, gekookte spaghetti ( evt. gekleurd met vingerverf)
Voor een dreumes: bakje
Voor een peuter: bakje en pollepel
|
Voorbereiding
|
Dit is lekker graaien voor alle leeftijden. De glibberige zachte gladde en veerkrachtige structuur van gekookte, lange, spaghettislierten is uniek! Spelen met voedsel kan bezwaren oproepen. Om daaraan tegemoet te komen kan je de spaghetti een onappetijtelijke kleur geven door er een eetlepel vingerverf doorheen te roeren. Vingerverf is gifvrij. Laat de kinderen graaien in de spaghetti. Daag dreumesen uit om de glibberige slierten in een bakje te doen, waarbij niets over de rand mag hangen. Laat ze sliert voor sliert pakken. Peuters kunnen met een pollepen roeren, om een vork draaien.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Voelen hoort bij ervaren. In spaghetti graaien stimuleert het bewust voelen met handen en vingers. Doordoor zijn de kinderen bewust bezig met fijne spierbewegingen, kracht en gerichtheid. Om een sliertje te kunnen pakken gebruikten ze de pengreep. Dit is een goed voorbereidende schrijfoefening. Extra spannend door de veerkracht in de spaghetti. Werken met een bakje stimuleert de oog-hand coördinatie. Dit past bij de interesse van kleine peuters. De pollepen daagt uit tot ingewikkelde bewegingen met gedoseerde kracht, vanuit de schouder, elle boog en de pols. De draaiende beweging is de alle moeilijkste, maar nodig voor schroeven vastdraaien, schrijven en netjes eten.
|
Kuikens maken

Leeftijd
|
Baby v.a. 6 maanden
peuter
|
Activiteit
|
Kuikens maken
|
Nodig
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier.
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes. Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bep. Plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Watertekenen!

Leeftijd
|
Dreumes v.a. 1 jaar
Peuter
|
Activiteit
|
Watertekening maken
|
Nodig
|
Schoon drinkwater in een emmer
Spuitflessen met grote spuitmond, goed schoongemaakt
Kleinere spuitmond is meer geschikt voor peuter
|
Voorbereiding
|
Spuitflessen vullen met water.
Laat kinderen de fles met 2 handen vasthouden, met spuitmond naar beneden. Drukken en krach zetten is dan nauwelijks nodig. Kleine kinderen kunnen dit al. Op deze manier kunnen ze sporen maken door lopend te spuiten of door spuitend te tekenen. Gericht spuiten stimuleren door met krijt cirkels te trekken waarop ze kunnen mikken.
|
Waar
|
Buiten
|
Doel, visie
|
Spuiten is 1 van de verrassende mogelijkheden van water. Voor kinderen houdt spuiten met water de ontdekking in dat ze door iets te doen met hun handen, iets kunnen veroorzaken buiten hun bereik. Dar is veel oog- hand coördinatie voor nodig.
|
Enge spinnen maken

Leeftijd
|
Dreumes v.a. 1 jaar
Peuter
|
Activiteit
|
Enge spinnen maken
|
Nodig
|
Grote aardappelen
Cocktailprikkers of afgebrande lucifers
Handborsteltje
Water
|
Voorbereiding
|
Geef alle kinderen een aardappel. Goed schoon laten borstelen. Controleren. De kinderen prikken stokjes in de aardappel om een enge spin te maken.
|
Waar
|
Binnen
|
Doel, visie
|
Aardappelprikken past bij kinderen die graat gaatjes maken en gaatjes vullen. Een spin maken behoort tot de eerste constructies. Zodra kinderen kunnen zitten en beide handen beschikbaar hebben, kunnen ze prikken. Om een stokje in een aardappel te prikken moeten ze deze vastpakken met de pengreep; Duim en wijsvinger en gericht kracht zetten. Het stimuleert de fijne motoriek. Het resultaat kan bewaard blijven, maar minsten zo leuk is om later die dag alle stokjes eruit te halen en in een doosje te doen voor de volgende x. de aardappelen zijn te verwerken tot chips, salade of patat!
|
Activiteit

|
Vingerverven
Kuikens maken
|
Doelgroep
|
Baby vanaf 6 maand
|
Doel
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Benodigdheden
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier. Minimaal A3 formaat
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.
|
Uitvoering
|
Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Variatie
|
Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.
|
Spel
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de baby
Activiteit
|
Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map
(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).
|
Doelgroep
|
Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).
|
Doel
|
Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Op latere leeftijd:
Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.
|
Uitvoering
|
Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.
|
Variatie
|
Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.
Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.
|
Twee handjes op tafel:
Twee handjes op de tafel
Twee handjes in je zij
Twee handjes op je schouders
Op je hoofdje allebei
Nu maken we twee vuisten
Zo stevig als maar kan
Daar gaan we fijn mee trommelen
Van je rommeldebommeldebom
Je duimen zijn de dikste
Je pinkjes zijn maar klein
Nu moeten alle handjes
Vlug op het ruggetje zijn
Vlug op het ruggetje zijn
Ik heb ze aan mijn ruggetje gegeven
Van je 1 2... 3
Daar zijn ze weer!!!
Slaap kindje slaap
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met witte voetjes
Dat drinkt zijn melk zo zoetjes
Slaap, kindje, slaap
Daar buiten loopt een schaap
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met witte voetjes
Drinkt er de melk zo zoetjes
Schaapje met zijn witte wol
Kindje drinkt zijn buikje vol
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met witte voetjes
Dat drinkt zijn melk zo zoetjes
Sterretjes aan de hemel staan
Kindje jij moet slapen gaan
Slaap kindje, slaap
Je moeder is een aap
Je vader is een baviaan
Kindje jij moet slapen gaan
Slaap kindje, slaap
Je moeder is een aap
Slaap kindje, slaap
Je moeder is een aap
Je vader is een krokodil
Die bijt je zomaar in je bil
Slaap kindje slaap
Je moeder is een aap
Klap eens in je handjes
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Poesje miauw
Poesje mauw, kom eens gauw,
ik heb lekkere melk voor jou!
En voor mij, rijstebrij.
O, wat heerlijk smullen wij!
Hondje blaf, waf, waf, waf,
blijf jij van mijn lekkers af.
Deze koek is van mij.
En voor jou is er ook wat bij.
Kipje tok, tok, tok, tok,
kom eens in mijn kippenhok.
Leg voor mij, ’n lekker ei.
O, wat heerlijk smullen wij!
In de maneschijn
In de maneschijn, in de maneschijn,
klom ik op een trapje door het raamkozijn.
Maar je raadt het niet, nee je raadt het niet.
Zo doet een vogel en zo doet een vis
en zo doet een duizendpoot, die schoenenpoetser is.
en dat is één en dat is twee
en dat is dikke, dikke, dikke tante Kee.
En dat is recht en dat is krom,
en zo draaien wij het wieleke nog eens om.
Rom-bom!
Drama
De Peuter
Beeldend
Activiteit
|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Peuter
Kleuter
|
Doel
|
Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)
Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)
|
Benodigdheden
|
Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!
|
Variatie
|
- witte verf met glitters voor kerst
- een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
- een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
- haargel of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
Activiteit
|
Stempelen met verf
|
Doelgroep
|
Peuter
|
Doel
|
Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.
|
Benodigdheden

|
papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.
Denk aan:
achterkant van plastic fles
wc rol
ballon beetje opgeblazen
doormidden gesneden groente en fruit
aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider
sponsjes
proppen kranten
bladeren etc.
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden
Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.
|
Uitvoering
|
Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.
Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes
Of schort aan doen.
|
Variatie
|
Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.
De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.
|
Spel
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de peuter
Activiteit
|
Een hoorspel maken voor/met peuters
|
Doelgroep
|
Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
|
Uitvoering
|
Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)
Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.
|
Drama
De Kleuter
Beeldend
Activiteit
|
Ecoline met wasco
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel

|
De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit
|
Benodigdheden
|
Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.
Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.
|
Variatie

|
Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!
|
Activiteit
|
Ecoline blazen
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel

|
Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.
De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline
|
Benodigdheden
|
A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten
Schaar, Lijm, Schaar
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken
Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen.
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.
|
Variatie
|
Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op
|
Activiteit
|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Peuter
Kleuter
|
Doel
|
Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)
Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)
|
Benodigdheden
|
Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!
|
Variatie
|
- witte verf met glitters voor kerst
- een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
- een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
- haargel of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
Spel
Muziek
Drama
Muziek
Ontwikkelingsfase: de kleuter
Activiteit
|
Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters
|
Doelgroep
|
Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.
|
Uitvoering
|
Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.
Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.
Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.
|
Echo
Vader en zoon lopen in het bos. Plotseling struikelt (iemand stampt op de grond) de jongen en omdat hij pijn voelt roept hij: “Ahhhh”. Verrast hoort hij een stem vanuit de bergen die “Ahhhh” (iemand herhaalt de aaah) roept. Vol nieuwsgierigheid roept hij: “Wie ben jij?” en hij krijgt als antwoord: “Wie ben jij?” (iemand herhaalt de wie ben jij). Hij wordt kwaad en roept: (hard praten en boos klinkn) “Je bent een lafaard” waarop de stem antwoordt: “Je bent een lafaard” (herhaling met een boze toon)
Vragend kijkt de jongen zijn vader aan. De man zegt: “Zoon, let op” en roept: “Ik bewonder jou”. De stem antwoordt: “Ik bewonder jou” (herhaling ik bewonder jou)
Vader: “Jij bent prachtig” en de stem: “Jij bent prachtig” (herhaling jij bent prachtig) De jongen is verbaasd, maar begrijpt het nog steeds niet (schouders ophalen)
Daarop legt de vader uit: “De mensen noemen dit echo, maar in feite is dit het leven… Het leven geeft je altijd terug wat jij er zelf in brengt. Het leven is een spiegel van jouw handelingen. Als je meer liefde wilt, geef dan meer liefde! (hartje maken met je handen) Wil je meer vriendelijkheid, geef dan meer vriendelijkheid!”
Drama
Het schoolkind
Beeldend
Activiteit
|
Patronen tekenen met fineliner en stift
|
Doelgroep
|
Het schoolkind
|
Doel

|
Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.
Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)
Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn
|
Benodigdheden
|
wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.
|
Uitvoering

|
De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.
Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.
|
Variatie

|
Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/
|
Spel
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind
Activiteit
|
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.
Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)
|
Uitvoering
|
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.
|
Variatie
|
Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).
|
Onderbouw:
- Snappie - De Kleine Krokodil
- Theo Theo
- k3 - handjes draaien
- dansen, je kan bijvoorbeeld een dansje instuderen met de kinderen en dan op een avond laten zien voor de ouders
Middenbouw:
- k3 - alle kleuren van de regenboog
- bob de bouwer - kunnen wij het maken
- dora
- trommelen, je kan les geven in trommelen om de kinderen zo een goed ritme niveau aan te leren
Bovenbouw:
- chipz - 101 arabian nights
- djumbo - boya boya bay
- kinderen voor kinderen
- gitaar spelen, kinderen van deze leeftijd vinden het leuk om ergens een uitdaging in te zien. Dit kan bijvoorbeeld zijn om een liedje te oefenen waar ze een cijfer op krijgen.
Activiteit
|
Een dansje doen
|
Doelgroep
|
Schoolkind onderbouw
|
Doel
|
Motorische ontwikkeling verbeteren
|
Benodigdheden
|
-
|
Plaats
|
Een grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Een dansje voorbereiden op een liedje die makkelijk te leren is aan jonge kinderen
|
Uitvoering
|
Een dansje die de kinderen leren in een aantal lessen. Uiteindelijk kennen de kinderen het dansje en kan het getoond worden aan de ouders
|
Variatie
|
De kinderen kunnen een muziek instrument bij het dansen gebruiken
|
Activiteit
|
Trommelen
|
Doelgroep
|
Schoolkind middenbouw
|
Doel
|
Een ritme gevoel aanleren
|
Benodigdheden
|
Trommels of djembé’s
|
Plaats
|
Een grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Een aantal trommels klaar zetten en stoelen in een kring
|
Uitvoering
|
Kinderen zitten in een kring en leren met trommels voor zich een liedje aan die ze later kunnen laten zien aan menen (bijvoorbeeld ouders)
|
Variatie
|
De kinderen kunnen bij het trommelen zingen
|
Activiteit
|
Gitaar spelen
|
Doelgroep
|
Schoolkind bovenbouw
|
Doel
|
Een ritme gevoel aanleren
|
Benodigdheden
|
Gitaren en stoelen
|
Plaats
|
Een grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Gitaren klaar zetten en stoelen in een kring zetten
|
Uitvoering
|
Kinderen zitten in een kring en leren met gitaren voor zich een liedje aan die ze later kunnen laten zien aan menen (bijvoorbeeld ouders)
|
Variatie
|
De kinderen kunnen bij het gitaar spelen zingen
|
Drama
Puber
Muziek
Beeldend
Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Dit is mijn rap en het is te gek,
ik zit op school en ik ben gek.
Kaas vind ik lekker op brood,
maar niet uit de goot.
https://soundcloud.com/rap-beats/dj-mustard-style-beat-time
Activiteit
|
Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)
Kijk eens anders naar de dingen om je heen
|
Doelgroep
|
Puber/adolescent
|
Doel

|
Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.
|
Benodigdheden
|
Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei
|
Plaats
|
Binnen en buiten
|
Voorbereiding
|
Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.
|
Uitvoering
|
Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.
bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.
print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften
voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)
maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas
|
Variatie

|
Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)
|
Ouderen
Drama
Beeldend
Spel
Muziek
Ouderen
-
In de jaren 50 kwam de rock’n roll op, wat wordt gezien als de eerste popmuziek. De grote popidool uit deze tijd was Elvis Presley, die uiteindelijk de bijnaam ‘the king’ kreeg. Elvis was de eerste die de tv gebruikte om mensen zijn muziek te laten horen.
De Beatles worden gezien als een van de meest populaire en invloedrijke groepen die pop-en rockmuziek sinds de jaren 50 heeft gekend. Er is bijna geen enkel nummer wat geen klassieker is geworden en nog steeds zijn de Beatles een voorbeeld voor veel beginnende groepen.
-
Als muziekstijl is het een stijl in de popmuziek waarin vooral gebruik wordt gemaakt van zang (vaak meerstemmig), elektrische gitaren, saxofoon (in de beginjaren) en drumstel.
-
Elvis Presley – Jailhouse rock
The Beatles – Let it be
Cliff Richard – Living doll
Fats Domino – Blueberry hill
Buddy Holly – Peggy sue
-
Elvis Presley,
Beatles,
Beach boys,
Procol Harum
-
Er was beatmuziek. Er werd voor het eerst gebruik gemaakt met verschillende instrumenten. Jongeren gingen zich afzetten tegen ouderen in deze maatschappij. Beatmuziek werd over de hele wereld gemaakt.
-
Blue Diamonds – Ramona
Chris Barber – Lonesome
Elvis Presley – It’s now or never
Dick Flood – The three bells
Lloyd Price – Personality
Drama Werkvorm
|
(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.
|
Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.
|
Activiteit
|
De handeling
|
Doelgroep
|
Vanaf 8 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen
|
Benodigdheden
|
Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek
|
Plaats
|
Binnen of buiten m.b.v. de zon
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.
|
Uitvoering
|
De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
|
Variatie
|
- Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
- Speel handschimmenspel.
- Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
|
Drama verst. bep
Drama Werkvorm
|
(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.
|
Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.
|
Activiteit
|
De handeling
|
Doelgroep
|
Vanaf 8 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen
|
Benodigdheden
|
Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek
|
Plaats
|
Binnen of buiten m.b.v. de zon
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.
|
Uitvoering
|
De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
|
Variatie
|
- Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
- Speel handschimmenspel.
- Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
|
Drama Werkvorm
|
Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime
|
Deze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.
De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.
|
Activiteit
|
Twee stoelen
|
Doelgroep
|
Vanaf 6 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.
|
Uitvoering
|
De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
|
Variatie
|
- Stoelen staan tegenover elkaar
- Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
- Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.
|
Drama Werkvorm
|
Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.
|
Activiteit
|
Groepsfoto
|
Doelgroep
|
Vanaf 4 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
niets
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.
|
Uitvoering
|
De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
|
Variatie
|
- Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
- Geef langer voorbereidingstijd.
- Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
- Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.
|
Bedenk een inspringspel met de titel ‘In de wachtkamer’ en vul het onderstaand format in.
Drama Werkvorm
|
Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.
|
Deze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het overzichtelijk.
|
Activiteit
|
In de wachtkamer
|
Doelgroep
|
|
Doel
|
- In spel durven stappen
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Elkaar verrassen
- Fouten durven maken
- Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven)
|
Benodigdheden
|
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Wat is de beginsituatie van het inspringspel, wat zijn de spelregels en hoe verdeel je de opdrachtkaartjes? PS de opdrachtkaartjes noteer je in de bijlage!
|
Uitvoering
|
Hoe spelen de spelers hun inspringspel en hoe bespreek je het na?
|
Bijlage
Opdrachtkaartjes
|
Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit in de wachtkamer van de tandarts en je hebt last van je kies
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit in de wachtkamer van de dierenarts en je kat is ziek.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit in de wachtkamer bij de dokter en je hebt buikpijn.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit in de wachtkamer van het ziekenhuis. Je hebt koffie maar laat het over je heen vallen.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit in de wachtkamer. Je hebt heel erg last van je arm en je bent erg in paniek.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit bij de dierenarts, je bent gebeten door je konijn en je hond is heel erg boos.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je zit bij de tandarts. Je bent misselijk en moet overgeven in de tandarts stoel.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent in de wachtkamer van het ziekenhuis. Je komt maar niet aan de beurt en je word daar erg agressief van.
|
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Aanbelspel
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.
|
Uitvoering
|
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
|
Variatie
|
- De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
- Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.
|
Bedenk nu zelf een improvisatiespel met typetjes en vul het onderstaand format in.
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje afbeelding
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Op het bankje in het park
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Zet twee stoelen klaar. Twee personen krijgen twee verschillende kaartjes die ze samen moeten proberen te combineren
Voorbeeld: Een persoon zit op een bankje, de tweede persoon komt eraan en ze gaan samen eendjes voeren
|
Uitvoering
|
Er wordt niet gesproken in het spel, er wordt alleen uitgebeeld.
Er zit iemand op het bankje in een park en er komt een persoon aangelopen. De persoon die aankomt lopen bedenkt een vervolg om een verhaallijn op te bouwen.
|
Variatie
|
|
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.
|
Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Verweggiestan
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.
|
Uitvoering
|
Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Bedenk nu zelf een afspraakspel voor een zelfgekozen doelgroep en vul onderstaand format aan.
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.
|
Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer afbeelding
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Picknicken in het bos
|
Doelgroep
|
Kinderen, volwassenen en ouderen
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
- Verdiepen in het thema …
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Een podium of grote ruimte
|
Voorbereiding
|
Maak groepjes en vertel ze dat ze gaan picknicken in het bos omdat ze geslaagd zijn voor hun rijbewijs.
Er komt een overvaller aan die hun beroofd.
|
Uitvoering
|
Wat: Een picknick in het bos
Wie: De mensen die gaan picknicken
Waar: Het bos
Waarom: Ze vieren dat ze geslaagd zijn voor hun rijbewijs.
Wanneer: Om 16:00 uur
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|