Baby
Beeldend
vingeverven
Activiteit

|
Vingerverven
Kuikens maken
|
Doelgroep
|
Baby vanaf 6 maand
|
Doel
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Benodigdheden
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier. Minimaal A3 formaat
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.
|
Uitvoering
|
Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Variatie
|
Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.
|
Drama
Muziek
Liedjes, opzegversjes.
Activiteit
|
Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map
(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).
|
Doelgroep
|
Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).
|
Doel
|
Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Op latere leeftijd:
Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.
|
Uitvoering
|
Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.
|
Variatie
|
Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.
Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.
|
https://www.youtube.com/watch?v=HC7hyPCJfyQ&list=PLiqObl2WAhNSodpJdGBBzyNPClh1beWDR - slaap kindje slaap
https://www.youtube.com/watch?v=RNvHD2fjgxY&index=2&list=PLiqObl2WAhNSodpJdGBBzyNPClh1beWDR - poesje miauw
https://www.youtube.com/watch?v=TzfdN_7KLSc&index=4&list=PLiqObl2WAhNSodpJdGBBzyNPClh1beWDR - wielen van de bus
https://www.youtube.com/watch?v=ahb114jBF6A&list=PLiqObl2WAhNSodpJdGBBzyNPClh1beWDR&index=6 - in de manenschijn
https://www.youtube.com/watch?v=1Z385cJc_QQ&index=16&list=PLiqObl2WAhNSodpJdGBBzyNPClh1beWDR - klap eens in je handjes
Spel
Kleuter
Beeldend
Drama
Muziek
Hoorspel
Activiteit
|
Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters
|
Doelgroep
|
Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.
|
Uitvoering
|
Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.
Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.
Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.
|
Er was eens een muisje met de naam Tom( wat voor geluidje maakt Muisje Tom). Hij had een grote grijze vriend genaamd Bas dit was een olifant. (Welk geluid maakt olifant Bas? ) Op een dag hadden ze heel erg dorst en besloten om naar de rivier te gaan. Olifant bas liep met grote passen naar de rivier (stampen) Muisje tom liep met hele kleine pasjes mee (tikken met vingers ) .Toen ze aankwamen bij de rivier kwamen ze de boze krokodil max tegen. Hij had zulke grote tanden(uitbeelden ) En zoon grote bek (uitbeelden )Krokodil max zij: DIT IS MIJN RIVIER . Muisje Tom zij: We hebben heel erg dorst mogen wij wat uit de rivier drinken…. . Olifant bas zij als wij niet van het water mogen dan mag jij dat ook niet. En hij gooide zijn slurf in het water en hij dronk de rivier helemaal leeg (ssssshhhhhllllllll) door zijn grote slurf. En zijn slurf werd dikker en dikker en nog dikker. krokodil Max was heel verdrietig want nu had hij geen water meer. Olifant bas voelde zich schuldig en besloot al het water terug de rivier in te spuiten. Het leek op een hele grote Fontijn. Krokdil max vond het heel aardig, en wou wel vriendjes worden met Tom en Bas. max besloot dat dat het muisje tom en de grote grijze olifant Bas van de rivier mochten drinken.
End of story
Spel
Ouderen
Beeldend
Drama
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere
Activiteit
|
Lied zingen uit de tijd van de oudere
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.
Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.
Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.
1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).
|
Doelgroep
|
Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
|
Doel
|
Vermaak, herinneringen ophalen
|
Benodigdheden
|
Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.
Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.
|
Uitvoering
|
Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.
|
Variatie
|
Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).
|
1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
In de jaren 50 kwam de eerste rock ’n roll op, dat wordt gezien als de eerste popmuziek. Er zijn 2 soorten rock ’n roll. De ‘originele’ werd veel door de jeugd geluisterd was erg druk en hard. De tweede ontstond daarna, dit kwam van de wat ouderen die de muziek wel mooi vond maar te hard . Deze soort is rutiger en minder luid.
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
– Elvis Presley kwam op, hij was de eerste die de tv gebruikte om zijn muziek te verspreiden.
- Wordt vooral gebruik gemaakt van (meerstemmig) zang.
- vaak gebruikte instrumenten: elektrische gitaar, saxofoon en drumstel
- Sterke afterbeat, op de 2e en 4e tel van 4/4 maat.
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Alvis presley- jailhause rock
Bill haily - blueberryhill
Cliff richard - rock around the clock
Doris day - Singin' in the rain
Roca corita -Koffie koffie lekker bakkie koffie
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
Rock,
Pop,
Rytm and blues.
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen)
- Rock en roll, blues en folk muziek
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. . Luister deze nummers.
- Beatles – let it be.
- Elvis Presley – Surrender
- Beach Boys - Surfin Usa
- Procol Harum- A Whiter Shade of Pale
- Searchers – goodbye my love.
Spel
Peuter
Muziek
Hoorspel.
Activiteit
|
Een hoorspel maken voor/met peuters
|
Doelgroep
|
Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
|
Uitvoering
|
Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)
Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.
|
Puber
Rappen.
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Puber/adolescent
Herfst rap
Rap rap, komt de regen,
De blaadjes komen op de wegen,
De padden stoelen komen uit de grond,
We steken de kaarsjes aan de lont !
Deze tijd staat voor gezelligheid,
Met sinterklaas die ons verblijd.
We zitten met z`n allen binnen,
Dus laat het feest maar beginnen!!!
beat: https://www.youtube.com/watch?v=IK-p7EFRs2w
Adolescent
Puber/adolescent
Herfst rap
Rap rap, komt de regen,
De blaadjes komen op de wegen,
De padden stoelen komen uit de grond,
We steken de kaarsjes aan de lont !
Deze tijd staat voor gezelligheid,
Met sinterklaas die ons verblijd.
We zitten met z`n allen binnen,
Dus laat het feest maar beginnen!!!
beat: https://www.youtube.com/watch?v=IK-p7EFRs2w
Schoolkind
'muziek
Liedjes.
Activiteit
|
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.
Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)
|
Uitvoering
|
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.
|
Variatie
|
Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).
|
Opdracht schoolkind.
Onderbouw:
1: dikkertje Dap
2: Het regent
3: Hoofd, schouders, knie en teen
Activiteit:
Activiteit
|
Hoofd, schouders, knie, en teen
|
Doelgroep
|
onderbouw
|
Doel
|
Motorische ontwikkeling
|
Benodigdheden
|
Groep kinderen. Evt. muziekspeler
|
Plaats
|
Klas gymzaal of buiten
|
Voorbereiding
|
Leert de kinderen het versje en het dansje
|
Uitvoering
|
Met de kinderen het versje zingen en dansen.
|
Variatie
|
Langzamer of sneller gaan
|
Middenbouw:
1: vader Jacob (in canon)
2: de droomboom
3: ik voel mij o zo heppie
Activiteit:
Activiteit
|
De cupsong
|
Doelgroep
|
Middenbouw
|
Doel
|
Motorische ontwikkeling
|
Benodigdheden
|
Per persoon 1 beker en tafel
|
Plaats
|
Klaslokaal. Daar zijn al tafels
|
Voorbereiding
|
leert de klas de cupsong bewegingen
|
Uitvoering
|
Gaat gezamenlijk met de klas op de muziek van de cupsong de bewegingen met de beker uitvoeren
|
Variatie
|
Dingentjes bijverzinnen
|
1: i like the flowers
2: singin in the rain
3: drunken sailor
Activiteit:
Activiteit
|
`Een potje met vet` zingen tijdens avond-4-daagse
|
Doelgroep
|
bovenbouw
|
Doel
|
Motorische ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling
|
Benodigdheden
|
|
Plaats
|
Tijdens de avond-4-daagse
|
Voorbereiding
|
Leer de klas het liedje en zing met hen het liedje tijdens de 4-daagse
|
Uitvoering
|
Op de maat van het lopen het liedje zingen
|
Variatie
|
Zinnetjes bij verzinnen. terugtellen
|
Volwassene