Drama
Tableau Vivant
Drama Werkvorm
|
Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling
|
Deze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.
|
Activiteit
|
Groepsfoto
|
Doelgroep
|
Vanaf 4 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
niets
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.
|
Uitvoering
|
De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
|
Variatie
|
- Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
- Geef langer voorbereidingstijd.
- Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
- Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.
|
Uitbeeldspel
Drama Werkvorm
|
Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime
|
Deze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.
De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.
|
Activiteit
|
Twee stoelen
|
Doelgroep
|
Vanaf 6 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Inzicht in non verbale communicatie vergroten
|
Benodigdheden
|
Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.
|
Uitvoering
|
De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
|
Variatie
|
- Stoelen staan tegenover elkaar
- Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
- Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.
|
Schimmenspel
Drama Werkvorm
|
(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.
|
Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.
|
Activiteit
|
De handeling
|
Doelgroep
|
Vanaf 8 jaar
|
Doel
|
- (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
- Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
- Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen
|
Benodigdheden
|
Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek
|
Plaats
|
Binnen of buiten m.b.v. de zon
|
Voorbereiding
|
Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.
|
Uitvoering
|
De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
|
Variatie
|
- Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
- Speel handschimmenspel.
- Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
|
Afspraakspel
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.
|
Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Verweggiestan
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
|
Benodigdheden
|
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Op veel plekken mogelijk
|
Voorbereiding
|
Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.
|
Uitvoering
|
Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Zelf bedachte Afspraakspel
Drama Werkvorm
|
Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.
|
Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer afbeelding
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.
|
Activiteit
|
Plaatsen raaden
|
Doelgroep
|
Vanaf 10 jaar
|
Doel
|
- Zich aan (spel)afspraken houden
- Samenspel
- Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
- Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
- Durf
- Verdiepen in het thema …
|
Benodigdheden
|
Verkleed kleren
|
Plaats
|
Drama ruimte
|
Voorbereiding
|
De groep worden verdeeld in groepen van 3. Samen gaan ze overleggen. Ze moeten met hulp van verkleedkleren en voorwerpen kunnen uitbeelden in welke stad hun zijn.
|
Uitvoering
|
De kinderen gaan als ze een stad hebben bedacht mogen ze voorwerpen en kleren uitzoeken. Samen met hun groepje moeten ze proberen uit te beelden waar ze zijn. De andere gropen moeten raaden waar ze zijn.
|
Variatie
|
- Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.
|
Improvisatiespel
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Aanbelspel
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.
|
Uitvoering
|
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
|
Variatie
|
- De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
- Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.
|
Zelf bedachte Improvisatie spel
Drama Werkvorm
|
Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.
|
Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje afbeelding
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.
|
Activiteit
|
Wat zeg je nu?
|
Doelgroep
|
Vanaf 7 jaar
|
Doel
|
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Fouten durven maken
|
Benodigdheden
|
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren
|
Plaats
|
Drama lokaal
|
Voorbereiding
|
De groepen worden verdeeld in groepen van 3 persoonen. 1 van het groepje mag beginnen.
|
Uitvoering
|
Zonder overleg komt diegene die gaat beginnen bij mij. Ik zeg een zinnetje die ze in het begin moeten zeggen. bijv. Wat was dat leuk hea?, Was jij ook op de toneelstuk van piet?, Heb jij dat ook gezien?, Vond je dat ook zo zielig voor greeta?, Aan het groepje de taak om in te vallen en er een leuk toneelstukje van te maken.
|
Variatie
|
|
Zelf bedachte Inspring spel
Drama Werkvorm
|
Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.
|
Deze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het overzichtelijk.
|
Activiteit
|
In de wachtkamer
|
Doelgroep
|
vanaf 10 jaar
|
Doel
|
- In spel durven stappen
- In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
- Elkaar verrassen
- Fouten durven maken
- Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven)
|
Benodigdheden
|
kaartjes met tekst
|
Plaats
|
Speelvlak
|
Voorbereiding
|
We zijn in de wachtkamer van het ziekenhuis de hele klas doet mee
|
Uitvoering
|
Als ze denken dat het stuk bij hun kaartje is moet je inspringen en meespelen
|
Bijlage
Opdrachtkaartjes
|
Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de arts die de 1ste pacient gaat verzorgen
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de 1ste pacient en je bent net op tijd
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de ongeduldige pacient en begint het spel
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de persoon die je ergert aan de ongeduldige pacient
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de persoon die met spoet naar de arts moet
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de arts die word ingeschakeld voor de spoetgeval
|
Opdrachtkaartjes
|
Je bent de sekateresse die de arts inschakeld als er een spoetgeval langs komt
|
Opdrachtkaartjes
|
|
Baby
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de baby
Activiteit
|
Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map
(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).
|
Doelgroep
|
Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).
|
Doel
|
Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Op latere leeftijd:
Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.
|
Uitvoering
|
Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.
|
Variatie
|
Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.
Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.
|
In de maaneschijn
In de maneschijn, in de maneschijn
Klom ik op een trapje door het raamkozijn
Maar je waagt het niet, nee je waagt het niet
Zo doet een vogel en zo doet een vis
En zo doet een duizendpoot, die schoenenpoetser is
En dat is één en dat is twee
En dat is dikke, dikke, dikke tante Kee
En dat is recht en dat is krom
En zo draaien wij het wieleke nog eens om
Rom-bom
'k zag twee vliegen
'k Zag twee vliegen een kindje wiegen
O, dat was een wonder
't Was een wonder, boven wonder
Dat die vliegen, wiegen konden
Hi, hi, hi! Ha, ha, ha
'k Stond erbij en ik keek ernaar
De wielen van de bus
De wielen van de bus die draaien rond
Draaien rond, draaien rond
De wielen van de bus die draaien rond
Als de bus gaat rijden
De deuren van de bus gaan open en dicht
Open en dicht, open en dicht
De deuren van de bus gaan open en dicht
Als de bus gaat rijden
De wissers van de bus gaan heen en weer
Heen en weer, heen en weer
De wissers van de bus gaan heen en weer
Als de bus gaat rijden
Visje, visje
Visje, visje, in het water
Visje, visje, in de kom
Visje, visje, kan niet praten
Visje, visje, draai je om
Op een grote paddestoel
Op een grote paddestoel
Rood met witte stippen
Zat kabouter Spillebeen
Heen en weer te wippen
Krak, zei toen de paddestoel
Met een diepe zucht
Allebei de beentjes
Hoepla in de lucht
Maar kabouter Spillebeen
Ging toch door met wippen
Op die grote paddestoel
Rood met witte stippen
Daar kwam Vader Langbaard aan
En die zei toen luid:
"Moet dat stoeltje ook kapot?
Spillebeen, schei uit!"
Beeldend
Activiteit

|
Vingerverven
Kuikens maken
|
Doelgroep
|
Baby vanaf 6 maand
|
Doel
|
Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning.
|
Benodigdheden
|
Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.
Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!
Gele, rode en zwarte vingerverf.
Vellen papier. Minimaal A3 formaat
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.
|
Uitvoering
|
Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!
|
Variatie
|
Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.
|
Peuter
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de peuter
Activiteit
|
Een hoorspel maken voor/met peuters
|
Doelgroep
|
Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
|
Uitvoering
|
Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)
Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.
|
Beeldend
Activiteit
|
Vingerverf in zakjes
|
Doelgroep
|
Peuter
Kleuter
|
Doel
|
Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)
Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)
|
Benodigdheden
|
Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken
|
Plaats
|
Binnen / Buiten
|
Voorbereiding
|
in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.
|
Uitvoering
|
je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!
|
Variatie
|
- witte verf met glitters voor kerst
- een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)
- een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken
- haargel of shampoo er in…
je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.
|
Activiteit
|
Stempelen met verf
|
Doelgroep
|
Peuter
|
Doel
|
Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.
|
Benodigdheden

|
papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.
Denk aan:
achterkant van plastic fles
wc rol
ballon beetje opgeblazen
doormidden gesneden groente en fruit
aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider
sponsjes
proppen kranten
bladeren etc.
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden
Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.
|
Uitvoering
|
Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.
Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes
Of schort aan doen.
|
Variatie
|
Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.
De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.
|
Kleuter
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de kleuter
Activiteit
|
Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters
Gekregen opdracht tijdens muziek:
Uiteindelijk zit er in je online activiteitenmap het verhaal voor kleuters wat je tijdens de muziekles gemaakt hebt.
Dit verhaal heb je uitgetypt (minimaal een halve A4). Bij het verhaal staat steeds tussen haakjes wat je zou moeten horen.
Voorbeeld:
Het meisje liep op straat (maak met djembe trommel geluiden als voetstappen).
|
Doelgroep
|
Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.
Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.
Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.
Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.
|
Uitvoering
|
Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.
Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.
Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.
|
Variatie
|
Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.
|
Tandenfee
Er was eens een lieve goeie fee (kleie klokkenspel), die graag de kindjes hielp. Snachts haalde de lieve fee alle tandjes van de kinderen onder de kussens vandaan en legde er een euro voor terug.
Op een avond kwam er een gemene heks die jaloers was op de lieve fee omdat iedereen haar mooi en lief vond. De heks klopt aan de deur van de fee… (kloppen op de trommel)
Toen gebeurde het… (triangel)
De heks betoverde de fee in een slang (sssssssh zeggen).
De kindjes waren bang omdat de lieve fee niet meer kwam voor de tandjes en de kinderen begonnen hun geloof in de lieve fee te verliezen.
Een groepje kinderen die nog wel geloofden in de lieve fee (kleine klokkenspel) gingen haar opzoeken… (schuivelen over de trommel)
Ze vonden haar als een slang de kinderen vroegen de slang wat de vloek was… de slang vertelde de kinderen dat ze allemaal een tandje moesten meebrengen en aan de slang moesten geven… de vloek zal dan verdwijnen en de slang zal weer veranderen in de lieve fee. De kindjes deden wat de lieve fee zei. (kleine klokkenspel).
De fee leefde nog lang en gelukkig!
Beeldend
Activiteit
|
Ecoline met wasco
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel

|
De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit
|
Benodigdheden
|
Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.
Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.
|
Variatie

|
Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!
|
Schoolkind (Jong)
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind
Activiteit
|
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.
Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)
|
Uitvoering
|
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.
|
Variatie
|
Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).
|
Muziek schoolkind (jong)
Uit artis is een beer ontsnapt
Uit Artis is een beer ontsnapt
Een beer ontsnapt? Ja, een beer ontsnapt
Hij heeft bij Albert Heijn gegapt
Tjonge wat een boef!
Een honingpot en een krentencake
En zuurtjes voor een hele week
Een groot pak sprits voor bij de thee
Dat nam-ie allemaal mee
Nu ligt hij languit op zijn rug
Op zijn rug? Ja, op zijn rug
Hij wil nooit meer naar Artis terug
Tjonge wat een boef!
Ik ben zo zenuwachtig
Ik ben zo zenuwachtig
Ik voel me zo nerveus
Ik trommel op de tafel
En kriebel aan mijn neus
Ik kan niet blijven zitten
En schuifel op mijn stoel
De zenuwen, de zenuwen
O wat een rot gevoel
Oma zit te breien
Papa leest een boek
En Bello ligt te slapen
In zijn eigen hoek.
Maar....
Ik ben zo zenuwachtig
Ik voel me zo nerveus
Ik trommel op de tafel
En kriebel aan mijn neus
Ik kan niet blijven zitten
En schuifel op mijn stoel
De zenuwen, de zenuwen
O wat een rot gevoel
ijskoud
Ijskoud, bloemen op de ruiten
Ijskoud, pegels aan 't kozijn
Wit en stil is alles buiten
wachtend op de zonneschijn.
Ijskoud, bloemen op de ruiten
Ijskoud, pegels aan 't kozijn
Activiteit
|
Muziek maken
|
Doelgroep
|
Schoolkind jong
|
Doel
|
De kinderen in de ritme leren spelen
|
Benodigdheden
|
Trommel, triangel, rammelaars, enz allemaal instrumenten
|
Plaats
|
klas lokaal
|
Voorbereiding
|
De instrumenten alvast in de klas neerleggen
|
Uitvoering
|
de kinderen een instrument laten uitzoeken. Dan een liedje uitzoeken en gaan zingen en de kinderen laten weten wanneer ze in de ritme spelen
|
Variatie
|
De instrumenten omwisselen zodat de kinderen niet 1 instrument speelt maar meerdere
|
Muziek schoolkind (middenbouw)
Alle kleuren
Van Afrika tot in Amerika.
Van op de Himalaya tot in de woestijn.
Van Afrika tot in Amerika.
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.
Strek je hand naar me uit, leg ze in de mijne.
En laat ons dromen van betere tijden
Is je huid donkerder of bleker dan de mijne.
Laat ons proberen elkaar niet te vermijden!
Niemand op straat spreekt je aan, ziet je staan.
Waarom doen mensen elkaar toch zo`n pijn.
Zou het niet beter zijn als wij voortaan.
Verdraagzaam zijn, verdraagzaam zijn.
Van Afrika tot in Amerika.
Van op de Himalaya tot in de woestijn.
Van Afrika tot in Amerika
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
De planeet, waar je woont,
als ze soms te grauw is.
Laat ons beloven samen te gaan leven.
Waar het niks uitmaakt of men purper,
groen of blauw is.
Want voor ons drietjes is het om het even.
Niemand op straat spreekt je aan, ziet je staan.
Waarom doen mensen elkaar toch zo`n pijn.
Zou het niet beter zijn als wij voortaan.
Verdraagzaam zijn, verdraagzaam zijn.
Van Afrika tot in Amerika.
Van op de Himalaya tot in de woestijn.
Van Afrika tot in Amerika.
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog
Als wij nu hand in hand samen gaan staan.
Kinderen onder de zon, één voor één.
Dan is de hemel op aarde voortaan.
Van iedereen, van iedereen.
Van Afrika tot in Amerika.
Van om de Himalaya tot in de woestijn.
Van Afrika tot in Amerika.
Ja, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Hand in hand! Oog in oog!
Alle kleuren van de regenboog!
Alle kleuren van de regenboog
Wakker met een wijsje
Als ik door de stad loop vraag ik me vaak af
Waarom zijn alle mensen zo nors en zo kortaf
Steeds maar chagerijnig en nooit eens in hun schik
Waarom zijn er zo weinig figuren zoals ik
Ik ben iemand die nooit moppert en nooit gromt
En ik zal je eens vertellen hoe dat komt:
Ik word altijd wakker met een wijsje in mijn hoofd
Loop de heel dag te zingen en te fluiten
Elke morgen wakker met een wijsje in mijn hoofd
Als ik binnenkom dan rinkelen de ruiten
Het is gewoon een wonder
Het is gewoon geluk
Wakker met een wijsje, en mijn dag kan niet meer stuk
Fietst ik langs een file dan valt het me vaak op
Hoe deftiger de wagen hoe knorriger de kop
Je ziet nooit iemand blij zijn, je hoort alleen gezeur
Nee dat zou niets voor mij zijn, zo’n donderend humeur
Zelfs als het buiten regent dat het giet
Zing ik opgewekt het allerhoogste lied
Ik word altijd wakker met een wijsje in mijn hoofd
Loop de heel dag te zingen en te fluiten
Elke morgen wakker met een wijsje in mijn hoofd
Als ik binnenkom dan rinkelen de ruiten
Het is gewoon een wonder
Het is gewoon geluk
Wakker met een wijsje en mijn dag kan niet meer stuk
en mijn dag kan niet meer stuk
Ik stap altijd met mijn beste been uit bed
En voor de spiegel doe ik samen een duet
pas als ik slapen ga vind ik het wel genoeg
maar dan verheug ik mijn alweer op morgen vroeg
Ik word altijd wakker met een wijsje in mijn hoofd
Loop de heel dag te zingen en te fluiten
Elke morgen wakker met een wijsje in mijn hoofd
Als ik binnenkom dan rinkelen de ruiten
Het is gewoon een wonder
Het is gewoon geluk
Wakker met een wijsje en mijn dag kan niet meer stuk
en mijn dag kan niet meer stuk
Ik word altijd wakker met een wijsje in mijn hoofd
Loop de heel dag te zingen en te fluiten
Elke morgen wakker met een wijsje in mijn hoofd
Als ik binnenkom dan rinkelen de ruiten
Het is gewoon een wonder
Het is gewoon geluk
Wakker met een wijsje en mijn dag kan niet meer stuk
en mijn dag kan niet meer stuk
Ik ben mega mindy
Liefste dagboek,
ik draag veel geheimen met me mee,
ik ben verliefd op Toby,
daarvan heeft hij geen idee.
Opa is een uitvinder,
de beste die ik ken,
dat weet niemand,
en niemand weet dat ik mega mindy ben.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
ben een echte superheld,
die elke boef op aarde velt.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
tegen onrecht, tegen kwaad,
mega mindy staat paraat.
Mijn allerliefste oma heeft een winkeltje met snoep.
Migraine dat is mijn baas,
door hem draait alles in de soep.
Hij is de commissaris, vindt zichzelf een top agent,
maar hij is de allergrootste kluns, die ik ooit heb gekend.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
ben een echte superheld,
die elke boef op aarde velt.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
tegen onrecht, tegen kwaad,
mega mindy staat paraat.
Liefste dagboek, komt er ooit een dag dat Toby weet,
dat ik niet alleen mieke, maar ook mega mindy heet.
Dan pas weet ik zeker, dat hij voor mij wil gaan,
Wat heb ik aan een droomprins, die mij niet eens ziet staan.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
ben een echte superheld,
die elke boef op aarde velt.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
tegen onrecht, tegen kwaad,
mega mindy staat paraat.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
ben een echte superheld,
die elke boef op aarde velt.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
tegen onrecht, tegen kwaad,
mega mindy staat...
Ik ben mega mindy, mega mindy,
ben een echte superheld,
die elke boef op aarde velt.
Ik ben mega mindy, mega mindy,
tegen onrecht, tegen kwaad,
mega mindy staat paraat.
Activiteit
|
Kanon zingen
|
Doelgroep
|
Middenbouw schoolkind
|
Doel
|
De muziek les anders dan anders maken
|
Benodigdheden
|
Niks
|
Plaats
|
Klas lokaal
|
Voorbereiding
|
De klas in 2 of meer groepen verdelen
|
Uitvoering
|
De eerste groep begint met zingen. Ergens halverwege begint groep 2 ook met zingen. Ze beginnen allemaal aan het begin van het liedje alleen groep 2 begint later met zingen zodat het door elkaar heen komt
|
Variatie
|
De klas in meer dan 2 groepen verdelen
|
Beeldend
Activiteit
|
Ecoline blazen
|
Doelgroep
|
Kleuter
|
Doel

|
Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.
De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline
|
Benodigdheden
|
A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten
Schaar, Lijm, Schaar
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben
|
Uitvoering
|
Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken
Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen.
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.
|
Variatie
|
Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op
|
Activiteit
|
Patronen tekenen met fineliner en stift
|
Doelgroep
|
Het schoolkind
|
Doel

|
Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.
Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)
Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn
|
Benodigdheden
|
wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.
|
Uitvoering

|
De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.
Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.
|
Variatie

|
Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/
|
Schoolkind (oud)
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind
Activiteit
|
Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).
|
Doelgroep
|
Schoolkinderen
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).
|
Benodigdheden
|
Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.
Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.
Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)
|
Uitvoering
|
Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.
Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.
|
Variatie
|
Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).
|
Muziek schoolkind (oud)
Ik neem je mee
ze denkt dat ik niet bezig ben met haar
denkt dat ik geen gevoelens heb voor haar
terwijl ik nu alleen maar denk aan haar
want zij is heel m'n wereld
zeg me wat je wil dan wil dan, wil dan
staren word ik stil van stil van, stil van
zeg me wat je wil dan wil dan, wil dan
staren word ik stil van
we waren pas acht
zat in de klas
naast thomas en willem, voor mark en bas
jij zat voorin, keek achterom
ik stuurde je briefjes en vroeg je waarom
je stuurde me terug
ik vind je lief, ik zit op een wolk en ik ben verliefd
10 jaren later waren we samen, ik was een jongetje jij al een dame
wist het wel zeker jij bent de ware
niemand waar ik nou zo lang naar kon staren
soms is het erg maar dit is mijn werk
voor jou ben ik gerwin en gers is het merk
ik neem je mee, ik neem je mee op reis
ik neem je mee, naar Rome of Parijs
ik lijk misschien wel cool doordat je weet wat ik nu voel
jij klinkt als muziek dus laat je zien wat ik bedoel
ik neem je mee ee-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eh-eeee
ik denk aan haar en zij denkt aan mij
jij bent te druk is wat ze me zei
ze wil met me shoppen en samen uit eten
wil naar de bios en wil met me daten
maar ik wil muziek en geld op de bank
al m'n fans die wachten al lang
ik wil een toekomst opbouwen met haar
2 kids een huis met een tuin aan het water
hond of kater wat jij wil
maar blijf nou niet staren want dan word ik stil
doe dit voor ons en werk dus hard
want ik hou van jou met heel m'n hart
ik neem je mee, ik neem je mee op reis
ik neem je mee, naar Rome of Parijs
ik lijk misschien wel cool doordat je weet wat ik nu voel
jij klinkt als muziek dus laat je zien wat ik bedoel
ik neem je mee ee-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eh-eeee
ze denkt dat ik niet bezig ben met haar
denkt dat ik geen gevoelens heb voor haar
terwijl ik nu alleen maar denk aan haar
want zij is heel m'n wereld
zeg me wat je wilt dan wilt dan, wilt dan
staren word ik stil van stil van, stil van
zeg me wat je wilt dan wilt dan, wilt dan
staren word ik stil van
ik neem je mee, ik neem je mee op reis
ik neem je mee, naar Rome of Parijs
ik lijk misschien wel cool doordat je weet wat ik nu voel
jij klinkt als muziek dus laat je zien wat ik bedoel
ik neem je mee ee-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eeee
ik neem je mee ee-eh-eh-eh-eeee
Helemaal
oh yeah yeah yeah
oh yeah
Want jij,jij bent 't he-le-maal
Doe nou niet zo stoer baby hey hey hey
koste wat het kost jij gaat mee mee mee
nee ik laat je zien wat ik voel voel voel
vandaag ben je met mij dus doe cool cool cool
Want jij,jij bent 't he-le-maal
jij jij bent 't he-le-maal
jij jij bent 't he-le-maal
want jij,jij bent 't he-le-maal
Zij zegt hey hey
en ik zeg hey girl
schat hoe gaat het?
ik wil met je praten
wat ga je doen..en..wat
houd je bezig?
ben je druk?
heb je tijd?
laat me weten.
En als je ooit van mij zal worden, mij zal worden
dan kan alles me gestolen worden
waar jij ook bent, ik zal je blijven volgen en ooit zal je de mijne worden.
Doe nou niet zo stoer baby hey hey hey
koste wat het kost jij gaat mee mee mee
nee ik laat je zien wat ik voel voel voel
vandaag ben jij met mij dus doe cool cool cool
Want jij,jij bent 't he-le-maal
jij jij bent 't he-le-maal
jij jij bent 't he-le-maal
want jij,jij bent 't he-le-maal
Ze is een beetje bijdehand,
maar het maakt me niet uit wat ze doet nee nee
want weet je,deze dame
laat me voelen wat ik droom
en het wordt steeds meer,steeds meer,
als ik bij d'r in de buurt ben,
voel ik dat mijn hart zo gaat van boem boem boem,
en ik praat wel stoer,ja ik doe wel tof,
maar wat moet ik doen doen doen
ik zit er in, in...kom, en wil d'r niet meer uit (uit)
baby neem je rust, en luister want ik leg je uit
niemand die het diet,niemand die me raakt,
want jij,jij bent 't he-he-he-lemaal
Doe nou niet zo stoer baby hey hey hey
koste wat het kost jij gaat mee mee mee
nee ik laat je zien wat ik voel voel voel
vandaag ben jij met mij dus doe cool cool cool
Want jij, jij bent 't he-le-maal
jij jij bent 't he-le-maal
jij jij bent 't he-le-maal
want jij, jij bent 't he-le-maal
lippglos, hair done zij is het helemaal
outfit strak want zij is het helemaal
iedereen die kijkt want
zij is het helemaal
zij is het helemaal
zij is het helemaal
lippglos, hair done zij is het helemaal
outfit strak want zij is het helemaal
iedereen die kijkt want
zij is het helemaal
zij is het helemaal
zij is het helemaal
Doe nou niet zo stoer baby hey hey hey
koste wat het kost jij gaat mee mee mee
nee ik laat je zien wat ik voel voel voel
vandaag ben je met mij dus doe cool cool cool
Want jij,jij bent 't helemaal
jij jij bent 't helemaal
jij jij bent 't helemaal
want jij,jij bent 't helemaal
Gangnam Style
Oppa gangnam style
Gangnam-style
Naje-neun ttasaroun inkanjeo-gin yeoja
Keopi hanjanye yeoyureuraneun pumkyeok i-nneun yeoja
Bami omyeon shimjangi tteugeowojineun yeoja
Keureon banjeon i-nneun yeoja
Naneun sana-i
Naje-neun neomankeum ttasaroun geureon sana-i
Keopi shikgido jeone wonsyas ttaerineun sana-i
Bami omyeon shimjangi teojyeobeorineun sana-i
Keureon sana-i
Areumdawo sarangseureowo
Keurae neo hey keurae baro neo hey
Areumdawo sarangseureowo
Keurae neo hey keurae baro neo hey
Chigeumbu-teo kal dekkaji kabol-kka
Oppan gang-namseutayil
Kang-namseutayil
Oppan gang-namseutayil
Kang-namseutayil
Oppan gang-namseutayil
Eh- sexy lady
Oppan gang-namseutayil
Eh- sexy lady
O-oo-o
Jeongsu-khae boijiman nol ttaen noneun yeoja
Ittaeda shipeumyeon mukkeot-deon meori puneun yeoja
Karyeot-jiman wen-manhan nochulboda yahan yeoja
Keureon gamkakjeo-gin yeoja
Naneun sana-i
Jeomjanha boijiman nol ttaen noneun sana-i
Ttae-ga dwehmyeon wahnjeon michyeobeorineun sana-i
Keunyukboda sasangi ul-tungbul-tung-han sana-i
Keureon sana-i
Areumdawo sarangseureowo
Keurae neo hey keurae baro neo hey
Areumdawo sarangseureowo
Keurae neo hey keurae baro neo hey
Chigeumbu-teo kal dekkaji kabol-kka
Oppan gang-namseutayil
Kang-namseutayil
Oppan gang-namseutayil
Kang-namseutayil
Oppan gang-namseutayil
Eh- sexy lady
Oppa gang-namseutayil
Eh- sexy lady
O-oo-o
Ttwiineun nom keu wiie naneun nom
Baby baby
Naneun mwol jom aneun nom
Ttwiineun nom keu wiie naneun nom
Baby baby
Naneun mwol jom aneun nom
You know what i’m saying
Oppa gang-namseutayil
Eh- sexy lady
Oppan gang-namseutayil
Eh- sexy lady
Oppan gang-namseutayil
Activiteit
|
Musical
|
Doelgroep
|
Oud schoolkind
|
Doel
|
Een leuke draai geven aan de muziekles
|
Benodigdheden
|
Een vel papier met daarop de tekst en de liedjes
|
Plaats
|
Klas lokaal
|
Voorbereiding
|
Samen met de klas een leuke verhaal verzinnen, en de klas in groepen verdelen en gelijk bespreken welk groepje welk liedje zingt.
|
Uitvoering
|
De groepen gaan de musical doen. Om de beurt gaan de groepen hun liedje zingen en de docent die leest het verhaaltje voor
|
Variatie
|
n.v.t
|
Activiteit
|
Een melodie of liedje spelen op een melodie instrument.
We gaan vader jacop spelen op de piano met kinderen met een leerachterstand
|
Doelgroep
|
schoolkind
|
Doel
|
Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Motorische ontwikkeling, kennis maken met verschillende melodie instrumenten.
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere:
Motorische ontwikkeling, kennis maken met verschillende melodie instrumenten. Eventueel: noten leren spelen (en lezen/schrijven), akkoorden leren lezen en spelen.
|
Benodigdheden
|
Een piano/keyboard, gitaar.
|
Plaats
|
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is.
|
Voorbereiding
|
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen).
|
Uitvoering
|
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het instrument en hoe deze te bespelen. Je doet voor en laat de doelgroep zelf proberen.
Je laat de doelgroep eventueel noten spelen, akkoorden spelen, meespelen met een liedje enz.
|
Variatie
|
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende melodie instrumenten die bijvoorbeeld dezelfde melodie spelen, of dezelfde instrumenten die verschillende melodieën spelen, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren.
|
Beeldend
Activiteit
|
Patronen tekenen met fineliner en stift
|
Doelgroep
|
Het schoolkind
|
Doel

|
Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.
Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)
Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn
|
Benodigdheden
|
wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen
|
Plaats
|
Binnen
|
Voorbereiding
|
Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.
|
Uitvoering

|
De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.
Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.
|
Variatie

|
Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/
|
Puber
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent/volwassene
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Rijmpje
Dagen gingen voorbij
Nogsteeds geen lijstje voor mij
Geen lijstje? Dat vond ik niet fijn
Dus begin ik nu maar met mijn rijm
Ik hou mijn rijm heel kort
Anders word er teveel gestord
Ik ben al bijna klaar
Mijn lijstje is geheim
Blauwe tekst is van Amber
Groene tekst is van Patricia
https://youtu.be/um4bN3KhlqE
Beeldend
Activiteit
|
Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)
Kijk eens anders naar de dingen om je heen
|
Doelgroep
|
Puber/adolescent
|
Doel

|
Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.
|
Benodigdheden
|
Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei
|
Plaats
|
Binnen en buiten
|
Voorbereiding
|
Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.
|
Uitvoering
|
Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.
bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.
print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften
voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)
maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas
|
Variatie

|
Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)
|
Adolecent
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent/volwassene
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Rijmpje
Dagen gingen voorbij
Nogsteeds geen lijstje voor mij
Geen lijstje? Dat vond ik niet fijn
Dus begin ik nu maar met mijn rijm
Ik hou mijn rijm heel kort
Anders word er teveel gestord
Ik ben al bijna klaar
Mijn lijstje is geheim
Blauwe tekst is van Amber
Groene tekst is van Patricia
https://youtu.be/um4bN3KhlqE
Beeldend
Activiteit
|
Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)
Kijk eens anders naar de dingen om je heen
|
Doelgroep
|
Puber/adolescent
|
Doel

|
Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.
|
Benodigdheden
|
Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei
|
Plaats
|
Binnen en buiten
|
Voorbereiding
|
Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.
|
Uitvoering
|
Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.
bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.
print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften
voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)
maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas
|
Variatie

|
Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)
|
Volwassen
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent/volwassene
Activiteit
|
Rappen
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.
|
Doelgroep
|
Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”
|
Doel
|
Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.
Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).
De teksten stimuleren de fantasie.
|
Benodigdheden
|
Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).
Tekst (bestaand of zelfgemaakt).
Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).
Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).
|
Uitvoering
|
Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.
Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.
|
Variatie
|
Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.
Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.
|
Rijmpje
Dagen gingen voorbij
Nogsteeds geen lijstje voor mij
Geen lijstje? Dat vond ik niet fijn
Dus begin ik nu maar met mijn rijm
Ik hou mijn rijm heel kort
Anders word er teveel gestord
Ik ben al bijna klaar
Mijn lijstje is geheim
Blauwe tekst is van Amber
Groene tekst is van Patricia
https://youtu.be/um4bN3KhlqE
Beeldend
Ouderen
Muziek
Muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere
Activiteit
|
Lied zingen uit de tijd van de oudere
Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.
Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.
Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.
1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).
|
Doelgroep
|
Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
|
Doel
|
Vermaak, herinneringen ophalen
|
Benodigdheden
|
Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.
|
Plaats
|
-
|
Voorbereiding
|
Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.
Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.
|
Uitvoering
|
Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.
|
Variatie
|
Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).
|
Muziek jaren 50 en 60
Vraag 1,2,4 & 5
In de jaren 50 kwam de rock 'n roll op, wat wordt gezien als de eerste popmuziek. De grote popidool uit deze tijd was Elvis Presley, die uiteindelijk de bijnaam ‘the king' kreeg. Verder braken de beatles ook door in deze periode. De beatles worden gezien als 1 van de meest populaire en invloedrijke groepen die pop- en rockmuziek sinds de jaren 50 heeft gekend. Aan het eind van de jaren 50 begonnen ze muziekstijlen te mixen. Zo ontstond er een nieuwe muziekstijl (bleus). In de jaren 60 ontstond er een mengvorm van rock 'n roll en blues met een eigen stijl, dit heette beatmuziek. The beach boys zijn erg bekend uit de jaren 60.
Vraag 3 & 6
Jaren 50:
Beatles Umbruella
Elvis Presley love me tender
The Everly Brothers Summertime
Cliff Richard Love letters in the sand
Billie Holliday My truly truly fair
Jaren 60:
Mark Lindsay I’m your puppet
Zager & Evands Dance to the music
The Bryds light my life
Ohio Experss To love somebody
Georgie Fame Oh happy day
Activiteit
|
Ritmes tikken.
Ritmes tikken op woorden
Ritmes mee tikken met zinnen/rijmpjes/versjes/liedjes.
we gaan met een schutei een ritme tikken met demente ouderen. Met de ei gaan we in de maat op en neer. Voor de mensen die het wat moeilijker wil doen we 1 keer o en neer en 2 keer op en neer en dat heralen.
|
Doelgroep
|
Peuter/kleuter/schoolkind/jongere/volwassene/oudere
|
Doel
|
Peuter/kleuter/jonge schoolkind:
Motorische ontwikkeling, ritme gevoel ontwikkelen, het begrip ‘maat’ en ‘in de maat mee tikken’ uitleggen. Kennis maken met verschillende ritmes en ritme-instrumenten.
Eventueel: taalontwikkeling.
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere:
Ritme gevoel ontwikkelen, het begrip ‘maat’ en ‘in de maat mee tikken’ uitleggen. Kennis maken met verschillende ritmes en ritme-instrumenten.
|
Benodigdheden
|
Het kan beginnen met klappen en uitgebreid worden met allerlei ritme instrumenten (zoals kleine percussie instrumenten: een rasp, sambabal, woodblocks, claves, traingel, tamboerijn, belletjes enz. of grotere zoals: djembe’s, conga’s bongo’s of een drumstel).
|
Plaats
|
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is.
|
Voorbereiding
|
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen).
|
Uitvoering
|
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het begrip ‘ritme’ aan de hand van voorbeelden, voordoen.
Je laat de doelgroep ritmes mee klappen, tikken, trommelen (enz.). Ritmes kunnen mee getikt worden op woorden en lettergrepen van woorden, op zinnen, op de maat in een liedje enz.
|
Variatie
|
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende ritme instrumenten die bijvoorbeeld hetzelfde ritme tikken, of dezelfde instrumenten die verschillende ritmes tikken, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren.
|
Beeldend