Muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere
Activiteit |
Lied zingen uit de tijd van de oudere Gekregen opdracht tijdens de les muziek: Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen: |
Doelgroep |
Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen). |
Doel |
Vermaak, herinneringen ophalen |
Benodigdheden |
Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig. |
Plaats |
- |
Voorbereiding |
Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.
|
Uitvoering |
Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet). |
Variatie |
Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor). |
Muziek jaren 50 en 60
Vraag 1,2,4 & 5
In de jaren 50 kwam de rock 'n roll op, wat wordt gezien als de eerste popmuziek. De grote popidool uit deze tijd was Elvis Presley, die uiteindelijk de bijnaam ‘the king' kreeg. Verder braken de beatles ook door in deze periode. De beatles worden gezien als 1 van de meest populaire en invloedrijke groepen die pop- en rockmuziek sinds de jaren 50 heeft gekend. Aan het eind van de jaren 50 begonnen ze muziekstijlen te mixen. Zo ontstond er een nieuwe muziekstijl (bleus). In de jaren 60 ontstond er een mengvorm van rock 'n roll en blues met een eigen stijl, dit heette beatmuziek. The beach boys zijn erg bekend uit de jaren 60.
Vraag 3 & 6
Jaren 50:
Beatles Umbruella
Elvis Presley love me tender
The Everly Brothers Summertime
Cliff Richard Love letters in the sand
Billie Holliday My truly truly fair
Jaren 60:
Mark Lindsay I’m your puppet
Zager & Evands Dance to the music
The Bryds light my life
Ohio Experss To love somebody
Georgie Fame Oh happy day
Activiteit |
Ritmes tikken. Ritmes tikken op woorden Ritmes mee tikken met zinnen/rijmpjes/versjes/liedjes.
we gaan met een schutei een ritme tikken met demente ouderen. Met de ei gaan we in de maat op en neer. Voor de mensen die het wat moeilijker wil doen we 1 keer o en neer en 2 keer op en neer en dat heralen.
|
Doelgroep |
Peuter/kleuter/schoolkind/jongere/volwassene/oudere |
Doel |
Peuter/kleuter/jonge schoolkind: Eventueel: taalontwikkeling.
Oudere schoolkind/jongere/volwassene/oudere: |
Benodigdheden |
Het kan beginnen met klappen en uitgebreid worden met allerlei ritme instrumenten (zoals kleine percussie instrumenten: een rasp, sambabal, woodblocks, claves, traingel, tamboerijn, belletjes enz. of grotere zoals: djembe’s, conga’s bongo’s of een drumstel). |
Plaats |
Een ruimte waar lawaai gemaakt mag worden, waar genoeg plek is. |
Voorbereiding |
Zorg dat er een stilte-teken wordt afgesproken. Zorg dat de materialen zo opgesteld zijn dat er veilig mee gewerkt kan worden (voor de doelgroep en de instrumenten zelf). Zorg voor voorbeelden in schema’s en beeld (bijvoorbeeld pictogrammen). |
Uitvoering |
Je zet de materialen klaar. Je spreekt met de doelgroep af wat je gaat doen, hoe lang en welke regels er zijn.
Je legt de doelgroep iets uit over het begrip ‘ritme’ aan de hand van voorbeelden, voordoen. |
Variatie |
Je kunt de doelgroep scheiden in groepjes met verschillende ritme instrumenten die bijvoorbeeld hetzelfde ritme tikken, of dezelfde instrumenten die verschillende ritmes tikken, door elkaar, maar wat wel bij elkaar past/elkaar aanvult. Of dit alles combineren. |