Activiteitenmap Ilse

Activiteitenmap Ilse

baby

beeldende vormen

Activiteit

Vingerverven

Kuikens maken

Doelgroep

Baby vanaf 6 maand

Doel

Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning. 

Benodigdheden

 

Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.

Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!

Gele, rode en zwarte vingerverf.

Vellen papier. Minimaal A3 formaat

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.

Uitvoering

Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!

Variatie

Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.

spel

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de baby

Activiteit

Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
 

Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map

(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.


Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).


Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Op latere leeftijd:

Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

 

 

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.

Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.

 

 

 

 

 

 

Activiteit

 

Olifantje in het bos; versje

Doelgroep

Baby’s

Doel van de activiteit

De baby vermaken, taalontwikkeling stimuleren

Benodigdheden

 Olifant knuffel

Plaats

 Overal

Voorbereiding

De tekst uit je hoofd leren

Uitvoering

 Zingen, eventueel met gebaren

Variatie

Tekstvariatie

 

Origineel:

Olifantje in het bos,

Laat je mama toch niet los.

Anders raak je de weg nog kwijt,

En dan heb je straks nog spijt.

Olifantje in het bos,

Laat je mama toch niet los.

 

Variatie:

Olifantje op het strand,

Geef je papa toch een hand.

Anders raak je de weg nog kwijt

En dan heb je straks nog spijt.

Olifantje op het strand,

Geef je papa toch een hand. 

Activiteit

 

Een kusje hier, een kusje daar; versje 

Doelgroep

Baby’s

Doel van de activiteit

De baby vermaken, taalontwikkeling stimuleren

Benodigdheden

 

Plaats

 Overal

Voorbereiding

De tekst uit je hoofd leren

Uitvoering

 Zingen, eventueel met gebaren

Variatie

Tekstvariatie

 

Origineel:

Een kusje hier,

Een kusje daar,

Op je wang, op je oor,

In je nek, in je haar,

Hey wacht eens even!

Ik ben nog niet klaar,

Ik vind je zo lief,

Op je neus ook een paar.

 

Variatie:

Een zoentje hier,

Een zoentje daar,

Op je wang, op je oor,

In je nek, in je haar,

Hey wacht eens even!

Ik ben nog niet klaar,

Ik vind je zo lief,

Op je neus ook een paar

Activiteit

 

Wist je dat de zon al slaapt; versje

Doelgroep

Baby’s

Doel van de activiteit

De baby vermaken, taalontwikkeling stimuleren, slaap liedje

Benodigdheden

 Een zonnetje en maan

Plaats

 Overal

Voorbereiding

De tekst uit je hoofd leren

Uitvoering

 Zingen, eventueel met gebaren

Variatie

Variatie van namen 

 

 

Origineel:

Wist je dat de zon al slaapt?

Hij was van de dag zo moe.

Net als jij van alles meegemaakt,

Deed hij blij zijn oogjes toe.

Maar vlak voordat het licht uitging

Vroeg hij zachtjes aan de maan:

“Wil jij op Ilse passen?

Dan kan ik slapen gaan”

 

Variatie:

Wist je dat de zon al slaapt?

Hij was van de dag zo moe.

Net als jij van alles meegemaakt,

Deed hij blij zijn oogjes toe.

Maar vlak voordat het licht uitging

Vroeg hij zachtjes aan de maan:

“Wil jij op Maikie passen?

Dan kan ik slapen gaan” 

Activiteit

 

Welkom kindje; versje

Doelgroep

Baby’s

Doel van de activiteit

De baby vermaken en taalontwikkeling stimuleren

Benodigdheden

 Niets

Plaats

 Overal

Voorbereiding

De tekst uit je hoofd leren

Uitvoering

 Zingen, eventueel met gebaren

Variatie

In plaats van kindje een naam.

 

Origineel:

Welkom kindje op de wereld.

Welkom kindje, kom er bij.

Want op deze grote aarde

Is voor jou een plekje vrij.

 

Welkom kindje op de wereld.

Welkom kindje kom er bij.

Als je groot ben kan je spelen.

Kom dan ook een keer bij mij

 

Welkom kindje op de wereld.

Welkom kindje, wij zijn blij.

Welkom kindje in ons midden.

Welkom kindje kom er bij.

 

Variatie:

Welkom Ilse op de wereld.

Welkom Ilse, kom er bij.

Want op deze grote aarde

Is voor jou een plekje vrij.

 

Welkom Ilse op de wereld.

Welkom Ilse kom er bij.

Als je groot ben kan je spelen.

Kom dan ook een keer bij mij

 

Welkom Ilse op de wereld.

Welkom Ilse, wij zijn blij.

Welkom Ilse in ons midden.

Welkom Ilse kom er bij. 

Activiteit

 

Begin de dag met een dansje; versje

Doelgroep

Baby’s

Doel van de activiteit

De baby vermaken en taalontwikkeling stimuleren

Benodigdheden

 Niets

Plaats

 Overal

Voorbereiding

De tekst uit je hoofd leren

Uitvoering

 Zingen, eventueel met gebaren

Variatie

Andere volgorde

 

Origineel:

Begin de dag met een dansje

Begin de dag met een lach,

Wie vrolijk kijkt in de morgen,

Die lacht de hele dag.

 

Variatie:

Begin de dag met een lach,

Begin de dag met een dansje

Wie vrolijk kijkt in de morgen,

Die lacht de hele dag. 

drama

extra informatie

Ik heb samen met 3 klasgenootjes een ontwikkelingskrant gemaakt. hierin staan veel leuke weetjes, leuke verhalen en eigen ervaringen over de baby. 

 

veel leesplezier

ontwikkelingskrant baby

peuter

beeldende vormen

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Peuter

Kleuter

Doel

Wij werken met deze zakjes aan de fijne motoriek (voorbereidend schrijven)

Maar met voelzakjes werk je ook aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit (op een veilige manier, want wat je niet ‘mooi’ vindt kun je zo weer wegvegen) en kleurenkennis (in dit geval herfstkleuren)

Benodigdhedenvoelzakjes1

Ziploczakjes, of zakjes met een ‘ritssluiting’ aan de bovenkant (op de foto zie je Ziploc van 1 liter)
Brede doorzichtige tape
Verf
Een raam om ze op te hangen
(Let op: dit laatste is niet noodzakelijk, maar verhoogt wel de waarde van je activiteit. Het tegenlicht zorgt voor een extra effect en kinderen vinden het heerlijk om tussendoor naar buiten te kijken

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes twee verschillende kleuren verf doen, zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden.Voelzakjes!

Variatie

§  witte verf met glitters voor kerst

§  een rijtje zakjes met wit en steeds een beetje meer blauw zodat je van wit naar donkerblauw kunt werken voor de winter (of met een andere kleur voor de lente of zomer)

§  een heleboel zakjes dicht tegen elkaar aan om een groot kunstwerk te maken

§  haargel of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

Activiteit

Stempelen met verf

Doelgroep

Peuter

Doel

Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.

Benodigdheden

Crafts for Tots -- flower prints from soda bottles, colorful sun catchers, and more! #crafts #kids #ece #preschool #parenting:

papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.

 

Denk aan:

achterkant van plastic fles

wc rol

ballon beetje opgeblazen

doormidden gesneden groente en fruit

aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider

sponsjes

proppen kranten

bladeren etc.

Plaats

Binnen

Voorbereiding

doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden

Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een  dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.

Uitvoering

Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.

Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes

Of schort aan doen.

 

Variatie

Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.

De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.

Brooddeegfiguren maken

 

 

 

Leeftijd

Dreumes

Peuter

Kleuter

Jongeren

Volwassenen

Ouderen

Activiteit

Figuren maken van zout broodeeg

Nodig

3 koppen witte bloem, 1 kop zout, 1-1/4 kop handwarm water, 1 theelepel slaolie

Doe de bloem in een kom, in het midden een kuiltje maken en daar het zout in doen. Het water bij het zout doen en door elkaar gaan mengen. Eerst het zout en dan langzaam steeds meer bloem erbij. Ook de slaolie er nu even doorheen gooien. Blijf het deeg zeker vijf minuten goed door kneden tot het soepel aanvoelt en je er een gladde bal van kunt maken.
Als het deeg te droog is komen er scheurtjes in, dan iets water toevoegen. Als het nat en plakkerig aanvoelt gewoon iets bloem erbij doen.
Bewaren gaat goed in een afgesloten plastic zak.

Voorbereiding

 

Waar

 

Doel, visie

 

Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij dingen die kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.

 

 

 

 

Zand erover!

 

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Zand zeven

Nodig

Bak

Vergiet

Droog fijn zand, schelpenzand

Rijst

Krant of dienblad

Lepel

Trechter

2 potjes of voorraaddozen

Voorbereiding

Zet alles klaar. Laat de bak vullen met 2 scheppen zand . laat de kinderen bij het zand rijstkorrels strooien. Laat zand en rijst vermengen. Spreidt de krant of geef het dienblad. Zet het vergiet erop. Laat een deel van het mengsel in de vergiet gooien. Laat de kinderen zeven. Zodra het zand uit de vergiet is, zet het kind de trechter in het potje en giet de overgebleven rijst , uit de vergiet in het potje.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

Dit spel past bij peuters, ze houden van sorteren door zeven en dit soort processen waarbij begin en eind op elkaar aansluiten. Het geeft ze behalve ordening, inzicht in oorzaak en gevolg en het leert ze welke middelen je moet gebruiken om je doel te bereiken.

 

 

Zand erover!

 

 

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Gekleurd zand maken en schilderen met zand

2 dagdelen

Nodig

Droog fijn zand, schelpenzand

Kleine bakjes

Vingerverf

Lepeltjes

Plastic kleed/vuilniszakken

Kranten of keukenpapier

Kannetje water

Stevig papier

Plaksel (behangerslijm)

Dienblad

Voorbereiding

Deel 1; Geef ieder kind een bakje. Vul ieder vakje halfvol met zand. Doe bij dit zand een scheutje water en een flinke lepel van een kleur vingerverf. Laat de verf door het zand roeren met de lepeltjes. Alle korreltjes moeten gekleurd raken. Bedek een tafel met tafelkleed en leg daarop de kranten. Keer de bakjes daarop om zonder te mengen met de andere kleuren. Zand goed uitspreiden en laten drogen.

 

Deel 2; doe het droge gekleurde zand terug in de bakjes, laat een stuk stevig papier insmeren met lijm of behangersplaksel. Maak schilderij door te strooien, met spuitzak zand te strooien of door elkaar te wrijven.

Waar

Binnen

Doel, visie

Peuters ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort spelletjes maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt.om zand te pakken is de pengreep nodig. Zand strooien kan door de duim tegen de wijsvinger te draaien, dit is een moeilijke fijn motorische beweging voor peuters.

 

Zand erover!

 

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Vindsels in gips

Nodig

Plastic weggooi bakjes

Zand

Gips, aangemaakt met water

Oogjes, gemaakt van dubbelgevouwen ijzerdraad

Oude tandenborstel

Vindsles, zoals blaadjes, eikels, schelpen, dopjes

2 dagdelen

Voorbereiding

Deel 1; Alle kinderen leggen een laagje zand van 2 cm. In hun bakje. Laat ze hun vindsels met de mooie kant naar beneden in het zand drukken. Elk voorwerp krijgt een eigen plekje. Bedek deze collage voorzichtig met een laagje gips. Niets mag uitsteken. Laat de kinderen een ophangoogje in het midden boven aan het gips zetten. Laat alles goed drogen.

 

Deel 2; Keer het bakje om en laat de maker met een tandenborstel het zand weghalen. Hang het eindresultaat op aan het oogje.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

Vinden, verzamelen en bewaren geven ordening en waarde. Het maken van deze schilderijen blijft boeien door verrassing. Verklap de bedoeling niet bij voorbaat. Zoeken naar mooie dingen is een andere activiteit dan vindsels in het zand drukken. Het terugvinden van verdwenen voorwerpen past bij peuters, net als poetsen!

 

Zand erover!

 

Leeftijd

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Activiteit

Zandtaart maken

Nodig

Stevig speelzand in bak

Bakvormen met sluiting

Taartpapier

Mooie steentjes of kralen

Stukjes limonaderietjes

Theelepel

Spuitzak, zeef

Poederzand

Verjaardag kaarsjes

Voorbereiding

Deel 1; Laat de kinderen een bakvorm tot de bovenste rand vullen met speelzand, druk dit stevig aan.

Taart versieren en zijkant er af halen, nu ook zijkant versieren.

 

Deel 2; Later het zand weer zeven om nogmaals te gebruiken.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

 

Zand blijft leuk door het af en toe op een nieuwe manier te gebruiken. Met zand kan niets mislukken, opnieuw beginnen is geen probleem. Zand is daardoor een belangrijk middel om kinderen mogelijkheden zelf te laten ervaren ontdekken en uitproberen. Zand draagt bij aan het ontwikkelen van inventiviteit en zelfvertrouwen. Doen-alsof spelen hoort bij peuters, versieren vereist veel fijne motoriek, is spannend, is creatief en vereist concentratie. 

Papier-maché

 

 

Leeftijd

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Activiteit

Paddenstoel van vliegerpapier

Variatie; iedere vorm is mogelijk, sinterklaas, paasei, kerstboom, etc.            2 dagdelen

Nodig

Vliegerpapier, rood, wit

Watjes of wol

Huishoudfolie

Papier

Lijm en behangerslijm

Tape of plakband

Voorbereiding

 

Variatie;

http://www.jufkelly.me/wp-content/uploads/2012/10/P1100909-Small.jpg

Deel 1; Bereid behangerslijm voor met water, zie verpakking. Teken van te voren 2 vormen, 1 hoed van de paddenstoel, 1 stam van de paddenstoel uit A4 papier. Vormen los van elkaar . Plak over vorm 1 een stuk huishoudfolie, groter dan de vorm zelf.

Laat het kind het rode en witte vliegerpapier in kleine stukjes van ongeveer 2 a 3 cm scheuren. Doe dit in twee verschillende bakjes. Laat het kind een stukje van het folie insmeren met behangerslijm.

Laat de stukjes vliegerpapier op het folie plakken, randjes overlappen elkaar. Daarna over de bovenkant van het vliegenpapier nog wat lijm smeren. Doorgaan tot de hoed van de paddenstoel helemaal gevuld is, mag stukje over de randjes heengaan, niet afknippen.

Herhaal dit met de stam.

 

Deel 2; Plak de twee delen aan elkaar als alles goed gedroogd is. Laat nu de propjes erop plakken.

Waar

Binnen

Doel, visie

 

Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Om papier te pakken is de pengreep nodig. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij het kleinste dingetje dat kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.

 

https://www.youtube.com/watch?v=y4Op2JmHksA verven met een peuter. activiteit

spel

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de peuter

Activiteit

Een hoorspel maken voor/met peuters

Doelgroep

Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

Plaats

-

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

Uitvoering

Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)

 

Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.

 

 

 

drama

extra informatie

kleuter

beeldende vormen

Activiteit

Ecoline blazen  

Doelgroep

Kleuter

Doel

Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.

De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline

Benodigdheden

A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten

Schaar, Lijm, Schaar

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben

Uitvoering

Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken

Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen. 
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.

Variatie

 

Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier  en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

vuurpijl met vuurwerk                         https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/736x/2b/39/fb/2b39fbe976ba06022c78c3904f79b3d6.jpg

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op

 

Activiteit

Ecoline met wasco

Doelgroep

Kleuter

Doel

http://www.jufanke.nl/afbeeldingen/creatief7.jpg

De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit

Benodigdheden

Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten

 

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben

Uitvoering

Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.

Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.

Variatie

http://www.veetje.be/wp-content/uploads/2015/06/WP_20150612_029-656x1024.jpg

 

Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco  te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!

 

spel

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de kleuter

Activiteit

Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters

Gekregen opdracht tijdens muziek:
Uiteindelijk zit er in je online activiteitenmap het verhaal voor kleuters wat je tijdens de muziekles gemaakt hebt.

Dit verhaal heb je uitgetypt (minimaal een halve A4). Bij het verhaal staat steeds tussen haakjes wat je zou moeten horen.

Voorbeeld:
Het meisje liep op straat (maak met djembe trommel geluiden als voetstappen).

Doelgroep

Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

 

Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

 

Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.

Uitvoering

Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.

Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.

Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.

 

 

 

Activiteit

Hoorspel over Aapje Bono

Doelgroep

Peuters en kleuters

Doel

Amuseren, herkenning aanleren over dieren geluiden en bewegingen, energiezer

Benodigdheden

Een voorlezer, iemand die de geluiden en bewegingen ondersteunt en evt. iemand die de vragen stelt tussendoor

Plaats

Binnen op de groep

Voorbereiding

Verdeel de taken tussen de medewerkers en zorg dat je het verhaal een beetje uit je hoofd kent (rood zijn de vragen, elke keer als er een dier word benoemd maakt je de bijbehorende geluiden en bewegingen)

Uitvoering

Diep, heel diep in het jungle, leven allemaal dieren.  Weten jullie wat voor dieren er allemaal in de jungle leven? Het aapje dat in de jungle leeft heet Bono. Hij is net 4 jaar geworden en dat heeft hij met een groot feestje gevierd. Hebben jullie al eens een verjaardag gevierd? Wat gebeurd er dan op een verjaardag? Bono had in de hele jungle allemaal slingers opgehangen en alle dieren hadden een feesthoedje op. Zijn vriendjes beer, krokodil en slang hadden een bananentaart gemaakt voor zijn verjaardag. Op de taart stonden 4 kaarsjes. Krokodil zei: “als je alle kaarsjes tegelijk uitblaast mag je een wens doen”.

 

Bono nam een grote hap lucht en blies alle vier de kaarsjes in een keer uit. Hij wenste dat hij voor een dag een ander dier mocht zijn. Hij wou het allerliefste een dino zijn. Hoe ziet een dino er uit? Toen hij de volgende ochtend wakker werd schrok hij toen hij zichzelf zag in de spiegel. Hij was reuze groot, (kleur) en dacht: “Wauw ik ben een echte dino geworden”. Hij ging op zoek naar zijn vriendjes om te vertellen dat zijn wens was uitgekomen. Beer, Krokodil en slang schrokken omdat er een grote dino op hun af kwam. Ze gingen zich verstoppen in de jungle, weten jullie een goede verstopplek in de jungle?

 

Bono riep naar zijn vriendjes: “jullie hoeven niet bang te zijn, ik ben het Bono”. Beer roept: “Dat kan helemaal niet, Bono is ons apenvriendje”. Waarop Bono antwoordde: “Weten jullie nog dat ik een wens mocht doen voor mijn verjaardag? Ik heb dus gewenst dat ik voor een dag een dino mocht zijn”. Welk dier zouden jullie willen zijn? Beer, Krokodil en slang waren niet meer bang want ze weten nu zeker dat het Bono is. Slang vroeg of ze bij Bono op de rug mochten rijden, dat was de grootste wens van slang. Ze hebben samen de hele jungle door gerend. Toen vroeg beer: “Ik zou zo graag honing uit de hoogste boom willen want dat is de lekkerste honing die er is”. Tuurlijk zei Bono en ze zochten samen naar de hoogste boom. Na lang zoeken zag beer een boom die hoog genoeg was om de lekkerste honing er uit te halen. Voorzichtig vroeg krokodil of zijn wens ook nog uit mocht komen. Hij wou graag naar de rivier aan de andere kant van de jungle. De jungle was zo groot dat hij heel ver moest lopen. Bono zei: “Ik heb grote benen dus als je op mijn rug klimt zijn we er zo. Zo gezegd, zo gedaan..

 

Aan het einde van de dag waren ze alle vier zo moe dat ze aan de kant van de rivier in slaap zijn gevallen. Ze hebben een super leuke dag gehad en iedereen zijn wens is uitgekomen. Wat zou jullie grootste wens zijn?

 

 

Wanneer er in het verhaal een dier word genoemd mogen de kinderen het geluid maken dat het dier ook maakt.

 

Jungle: junglegeluiden

Bono: apengeluiden/beweging

Beer: berengeluiden/beweging

Krokodil: klappen met armen

Slang: sissen en kronkelen met de armen

Kaarsjes uitblazen mee doen

Slaapgeluiden aan het eind

 

Variatie

Je kan eindeloos variëren in verhaal, onderwerp, geluiden, bewegingen, etc.

 

drama

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

http://www.dieuwertjetheater.com/ddgraphics/toiletdames.jpgDeze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.

 

Drama Werkvorm

Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling

http://4.bp.blogspot.com/-SXruZeMyij4/T5gYYbS8aLI/AAAAAAAAAG8/M5luxEa9UeY/s1600/DSCF0125.JPGDeze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

Activiteit

Groepsfoto

Doelgroep

Vanaf 4 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

niets

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.

Uitvoering

De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
 

Variatie

  • Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
  • Geef langer voorbereidingstijd.
  • Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
  • Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.

 

extra informatie

schoolkind

beeldende vormen

Activiteit

Patronen tekenen met fineliner en stift

Doelgroep

Het schoolkind

Doel

http://3.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK_UMXKnhI/AAAAAAAABN8/-RFiSvx-0kE/s1600/Elaine+uil.jpg

Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.

Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)

Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn

Benodigdheden

wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen  

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.

Uitvoering

http://1.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK4dOpQ8PI/AAAAAAAABNk/TymrZZz2ySE/s1600/DSC06060.JPG

De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.

Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.

Variatie

http://thingadayforever.files.wordpress.com/2012/02/zentangle.jpg

Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/

 

spel

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: het schoolkind

Activiteit

Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).

 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.

Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
 

Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)

Uitvoering

Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.

 

Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.

Variatie

Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).

 

 

 

 

Opdracht muziek

 

3 liedjes voor de onderbouw

  • Dikke spin
  • Herfst wat heb je te koop?
  • De gekke ridder

 

Met het thema muziek gaan we met de onderbouw een schudkoker knutselen.

 

Activiteit

Beschrijving: img_0296

 

Schudkoker maken 

Doelgroep

4 tot 6 jaar

Doel van de activiteit

De kinderen hun eigen muziek instrument laten maken. Hierbij word de motorische ontwikkeling en sociale ontwikkeling gestimuleerd

Benodigdheden

 Wc-rolletjes, verf, crêpepapier, nietjestang en rijst

Plaats

 Binnen

Voorbereiding

De benodigdheden klaarzetten en strookjes crêpepapier knippen

Uitvoering

 Het wc-rolletje wordt mooi gemaakt door de kinderen door midden van verf en stickers. Wanneer het wc-rolletje klaar is word de onderkant van het rolletje dicht geniet en kan er een handje rijst in, daarna wordt de bovenkant ook dicht geniet. De kinderen mogen het wc-rolletje nog mooier maken door crêpepapierslingers uit te kiezen en die er samen met juf op te nieten.

Variatie

Het rolletje kan ook gekleurd worden of er kunnen stukjes papier op geplakt worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3 liedjes voor de middenbouw:

  • O, als ik een giraf was
  • De waggelmannetjes
  • Elke dag feest

 

Instrumentenbingo

Activiteit

Instrumentenbingo

Doelgroep

7 tot 9 jaar

Doel van de activiteit

Instrumenten kunnen herkennen aan de hand van het geluid

Benodigdheden

Geluidsfragmenten instrumenten, instrumentenbingokaart

Plaats

 Binnen

Voorbereiding

Maak een bingokaart met de instrumenten die voorkomen in de geluidsfragmenten

Uitvoering

Speel een geluidsfragment van een instrument af, als een kind dat instrument op zijn of haar bingokaart heeft mag hij of zij het afstrepen. Zo gaat het door tot er iemand bingo heeft.

Variatie

Gebruik in plaats van instrumenten, liedjes: muziekbingo.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3 liedjes voor de bovenbouw:

  • De droomboom
  • Het is een dag
  • I like the flowers

 

 

Meertalig canon zingen

Activiteit

koor

Vader Jacob in verschillende talen aanleren en daarna in canon zingen

Doelgroep

9 – 12 jaar

Doel van de activiteit

Vreemde talen aanleren, “doorelkaar” zingen, letten op je timing.

Benodigdheden

 Tekstbladen en een cd-speler

Plaats

 In de klas

Voorbereiding

Tekstbladen uitprinten

Uitvoering

 We gaan vader Jacob zingen in het Nederlands, Duits, Engels en Frans. Er worden tekstbladen uitgedeeld waar alle vier de talen op staan. Eerst wordt met de hele klas het lied in alle talen geoefend.

 

Daarna wordt de groep in vieren gedeeld en krijgt elk deel een taal toegewezen. De leerlingen oefenen in hun groepje tot ze de tekst (bijna) foutloos kunnen zingen. Vervolgens wordt met de hele groep tegelijk gezongen in verschillende talen. De kinderen moeten er op letten dat ze zich niet laten afleiden. Als ze dat onder de knie hebben kan je proberen om het lied meertalig in canon te laten zingen.

 

Variatie

Je kan kiezen voor andere talen

 

 

drama

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje                                                    afbeelding
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

dierenwinkel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Ik maak 20 kaartjes met allemaal verschillende dieren. Deel de groep in 2en. En geef de helft een kaartje met een dier erop.

 

 

Uitvoering

de ene speler staat in de ‘dierenwinkel’. De andere speler komt zijn zogenaamde dier terug brengen. De speler die zijn dier komt terug brengen mag niet vertellen wat voor dier hij mee heeft en op een grappige manier uitbeelden wat voor dier het zou kunnen zijn.

 

 

 

 

 


 

Variatie

Kaartjes waar voorwerpen uit een dierenwinkel opstaan. Bijvoorbeeld, een kooi, voer en een riem.

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

http://www.dieuwertjetheater.com/ddgraphics/toiletdames.jpgDeze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.

 

Drama Werkvorm

Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime

https://static.mijnwebwinkel.nl/winkel/woonmaterie/full32559978.jpgDeze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.

De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.

Activiteit

Twee stoelen

Doelgroep

Vanaf 6 jaar

Doel

  • (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.

Uitvoering

De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
 

Variatie

  • Stoelen staan tegenover elkaar
  • Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
  • Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.

 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.

http://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/large/FC/4/9/1/4/9200000027494194_1.jpgDit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

Verweggiestan

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durf

Benodigdheden

(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.

Uitvoering

Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
 

Variatie

  • Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.

 

 

 

Drama Werkvorm

Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.

http://3.bp.blogspot.com/-bTL-M8fPmZI/T8T6N7OTuvI/AAAAAAAABwk/_UI7rbEfA34/s1600/P2180417.JPGDeze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het
overzichtelijk.

Activiteit

In de wachtkamer

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In spel durven stappen
  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Elkaar verrassen
  • Fouten durven maken
  • Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven) 

Benodigdheden

Kaartjes, rood en wit

Grote speelruimte

Even aantal kinderen

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Kaartjes schrijven en in goede volgorde leggen.

De regels goed kennen.

Uitvoering

Leg de kaartjes om en om in een stapeltje klaar. (rood, wit, rood, wit enz.) Deze deel je uit aan de groep. Op het rode kaartje staan de gebeurtenissen en op de witte staan gevolgen waarbij ingesprongen moet worden. Het is de bedoeling dat de kinderen zelf uitzoeken bij welk toneelstukje zij horen.

 

Bijlage
Opdrachtkaartjes

Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.


Opdrachtkaartjes

 

Jij bent een man/vrouw die haar portemonnee in de put heeft laten vallen en deze eruit probeert te halen.


Opdrachtkaartjes

 

Je ziet een vrouw stuntelend bij een put zitten opzoek naar haar portemonnee.


Opdrachtkaartjes

 

Je hebt boodschappen gedaan en bij het afrekenen kom je erachter dat je geen geld mee hebt.


Opdrachtkaartjes

 

Jij bent de 2e klant in de rij die de persoon voor je geld geeft voor zijn/haar boodschappen.


Opdrachtkaartjes

 

Jij bent een bejaard persoon die de weg niet over durft te steken.


Opdrachtkaartjes

 

Je ziet een bejaard persoon die je helpt met het oversteken van de drukke weg.


Opdrachtkaartjes

 

Je bent een kind dat iedereen pest.


Opdrachtkaartjes

 

Je bent de juf die het kind straft vanwege pesten van andere kinderen.

 

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

http://www.parkschool-utrecht.nl/uploads/1/3/4/9/13495396/776592861.jpgDit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.

 

extra informatie

puber

beeldende vormen

Activiteit

Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)

Kijk eens anders naar de dingen om je heen

 

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Benodigdheden

Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei

Plaats

Binnen en buiten 

Voorbereiding

Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.

Uitvoering

 

Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.

 

bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.

 

print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften

 

voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)

 

maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas 

Variatie

 

Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)

spel

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de puber/adolescent/volwassene

Activiteit

Rappen

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.

Doelgroep

Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

 

Zelfgemaakte rap!

https://i.ytimg.com/vi/5DtgXdOYbq8/maxresdefault.jpgActiviteit

Rappen

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.

Doelgroep

Pubers/adolescenten (jong-volwassenen).
Kijk voor volwassene ook bij doelgroep “de oudere”

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

 

 

Zelfgemaakte tekst.

 

Apparatuur om het nummer af te spelen, eventueel microfoons.

Plaats

In een lokaal

Voorbereiding

Zorg dat het nummer waar je hem op gaat rappen klaar staat en je de tekst bij de hand hebt.

Uitvoering

Het is een dag, die je normaal alleen op het Alfa beleeft.

Het is een dag, die word beleeft door de leukste klas.

Het is een dag waarvan ik dacht dat ik hem, nooit beleven zal, maar vandaag beleef ik hem met de klas.

 

Je vraagt of ik zin heb in de les.

Het is 4uur smiddags en ik wil naar mijn bed.

In de bus, in de stad, ik ga nu naar huis.

Op de grond ligt allemaal zand, niet van mij, maar van het strand

 

Een zonnestraal, de wind waait zacht en deze dag had alles, wat ik van een dag verwacht.

 

Het is een dag, die je normaal alleen op het Alfa beleeft.

Het is een dag, die word beleeft door de leukste klas.

Het is een dag waarvan ik dacht dat ik hem, nooit beleven zal, maar vandaag beleef ik hem met de klas.

 

Ik stap uit de bus en ik loop over straat en ik denk aan hoe de dag lang gelden begon.

En zomaar, lopend over straat en niet wetend waar de reis eindigen gaat.

https://www.youtube.com/watch?v=_4ddL85RtB0

Variatie

Je kan heel veel verschillende instrumenten gaan gebruiken of in kanon gaan rappen/zingen.

 

drama

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

http://www.dieuwertjetheater.com/ddgraphics/toiletdames.jpgDeze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.

 

extra informatie

oudere

muziek

Muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere

Activiteit

Lied zingen uit de tijd van de oudere

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.

Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.

Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.

1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).

Doelgroep

Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
 

Doel

Vermaak, herinneringen ophalen

Benodigdheden

Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.

Plaats

-

Voorbereiding

Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.


Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.

Uitvoering

Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.

Variatie

Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).

 

Muziek
Ontwikkelingsfase: de oudere

Activiteit

Lied zingen uit de tijd van de oudere

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.

Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.

Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.

1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
 

Doelgroep

Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
 

Doel

Vermaak, herinneringen ophalen en meezingen

Benodigdheden

Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.

Plaats

-

Voorbereiding

Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.


Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.

Uitvoering

Soul ontstond in de jaren vijftig en zestig in de Verenigde Staten, vooral in zuidelijke staten als GeorgiaAlabama,Louisiana en MississippiRay Charles, geboren in Georgia, bracht een soort rhythm-and-blues die sterk beïnvloed was door gospelmuziek. De backing vocals in What'd I Say zijn vergelijkbaar met een gospelkoor. Dit liedje uit 1959 kan gezien worden als het allereerste soulnummer.

 

Sam Cooke, geboren in Mississippi trad aanvankelijk op onder het pseudoniem Dale Cook, omdat het zingen van wereldlijke muziek voor iemand met een gospelachtergrond toen nog taboe was. Hij werd de King of Soul genoemd. De Godfather of Soul daarentegen was James Brown, geboren in Georgia. Met zijn ruwe, uitbundige zangstijl en zijn gesyncopeerde basriffs was deze laatste ook een grondlegger van funk.

 

Elvis Aaron Presley (Tupelo (Mississippi), 8 januari 1935 – Memphis (Tennessee), 16 augustus 1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij is wereldwijd bekend onder de bijnamen The King of Rock and Roll of kortweg The King. Elvis geldt als een van de meest succesvolle en populairste soloartiesten aller tijden.

 

Door de rhythm & blues muziek kwamen de blanke en zwarte muziek dichter tot elkaar. De ‘zwarte’ invloed op de rock & roll was vooral de energie, die nieuwe ritmes en de openheid in de teksten.
Door de grote openheid in de teksten begon men in de muziek langzamerhand taboes als seks te doorbreken. Niet alleen omdat de muziek dansbaar was geworden straalde rock & roll seksualiteit uit maar ook omdat de teksten vaker over seks en aanverwante onderwerpen ging. Op het eerste gezicht lijken de meeste teksten niet over seks te gaan maar bij betere bestudering van de teksten komen er vaak andere betekenissen naar boven. Zelfs de woorden rock & roll is Amerikaanse slang voor de geslachtsdaad.

Variatie

Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).

 

  • Het arrangement Activiteitenmap Ilse is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Ilse boerwinkel
    Laatst gewijzigd
    2016-02-03 10:51:37
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    ontwikkelingskrant baby
    http://www.nieuwstool.nl/index.php?pagina_nr=1&code=y1fdyvr
    Link
    https://www.youtube.com/watch?v=y4Op2JmHksA verven met een peuter. activiteit
    https://www.youtube.com/watch?v=y4Op2JmHksA verven met een peuter. activiteit
    Link
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.