Activiteitenmap Inge

Activiteitenmap Inge

Inleiding

Hallo daar!

Welkom op mijn pagina! Ik ben Inge Verschuren. Ik ben geboren op 03-06-1996 te Groningen.

Ik doe de opleiding Maatschappelijk Werk, de uitstroom 'persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg' op niveau 4.

Tijdens mijn opleiding ga ik allerlei activiteiten verzamelen zodat ik deze later weer kan opzoeken en gebruiken.

Dit word verdeeld op leeftijds- of ontwikkelingsfase : baby, peuter, kleuter, schholkind en puber.

Deze zijn onder verdeeld in 4 categorieën namelijk: 

- Beeldende vorming

- Spel

- Muziek

- Drama

Dit ben ik
Dit ben ik

Baby

Beeldende vorming

Vingerverven

Activiteit

Vingerverven

Kuikens maken

Doelgroep

Baby vanaf 6 maand

Doel

Een kuiken geschilderd door kinderen va 6 maand levert geen herkenbare resultaten op. Door ze vingerverf te geven krijgen ze de gelegenheid om verf te voelen en beweging te sturen. De herkenbare details laten aanbrengen met een andere kleur benadrukt deze accenten. Kinderen nodig je zo uit doelbewust op een bepaalde plaats een stip of een lijntje te zetten, met een vinger. Hiervoor is beheersing van de beweging nodig en groeit herkenning. 

Benodigdheden

 

Kuikens in alle soorten en maten, ze moeten wel geel zijn.

Afbeeldingen uit tijdschriften, pluche kuikens, paaskuikens, veertjes, indien mogelijk; echte kuikens!

Gele, rode en zwarte vingerverf.

Vellen papier. Minimaal A3 formaat

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Praat over kuikens, hoe zacht ze zijn. Wijs op de snaveltjes, de zwarte oogjes, en de dunnen pootjes. Laat de kinderen met een vinger een zacht speelgoedkuiken voelen, of de veertjes.

Uitvoering

Geef alleen zwarte en gele vingerverf en inspireer tot het schilderen van een kuiken. Zet in alle soorten en maten en materialen verzamelde kuikens in de buurt. Als een kuiken geschilderd is, mogen ze 1x hun vinger in de zwarte verf dopen om een oogje te zetten 2 pootjes te maken. Laat ze zelf bepalen waar de poten en het oog komen, maar houdt het bij hooguit 2x dopen. Daarna nog 1x vinger in rode verf voor snaveltje. NIET voordoen, laat je verrassen!

Variatie

Ander onderwerp kiezen, vlinder, winter sneeuwman, etc.

 

 

 Vingerverven zonder knoeien

Activiteit

Vingerverf in zakjes

Doelgroep

Baby v.a. 12 maanden

 

Doel

met voelzakjes werk je aan de sensorische ontwikkeling, creativiteit  en kleurenkennis

Benodigdheden

•      Wat heb je nodig?

•      Een hersluitbare diepvrieszak, groot model

•      vingerverf, aangelengd met water

•      Schilders tape

•      Je giet de aangelengde verf in

  de diepvrieszak en sluit het af.

 

Plaats

Binnen / Buiten

Voorbereiding

in een paar zakjes 1 of twee verschillende kleuren verf doen. In geval van 2 kleuren; zodat de kinderen het zelf door de zak heen kunnen mengen, zo ontdekken ze dat je op die manier nieuwe kleuren kunt maken. Vooraf met de kinderen even bespreken dat ze er alleen met hun handen en vingertoppen op mogen (tenzij je zelf aanvullende materialen gebruikt zoals wattenstaafjes) omdat het zakje anders kan scheuren.

Uitvoering

je kunt met dit simpele concept eindeloos variëren en het kan, met kleine aanpassingen, in vrijwel elk thema ingezet worden. Voelzakjes!

Variatie

§  witte verf met glitters voor kerst

§  scheerschuim of shampoo er in…

je kunt zelfs nog een foto of tekening achter het zakje op het raam plakken zodat je door in de verf te wrijven de afbeelding zichtbaar maakt.

 

Spel

Rammelen maar!

Activiteit

Rammelaar

Doelgroep

 

6-9 maanden

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van de hand-oog coördinatie.
  • Verbetering van grip en vasthouden 

 

Benodigdheden

 

  • Omgespoeld 0,2cl flesje
  • Knikker
  • papier

Plaats

 

Binnen; op de grond/ kussen of in de box

 

Voorbereiding

 

Stop een knikker in een klein drinkflesje. LIJM DE DOP VAST! Plak een papier over de helft van het flesje.

 

Uitvoering

  • Laat de baby het flesje vasthouden.
  • Help de baby in het begin met bewegingen heen en weer. De baby ziet de knikker wel; en niet meer als de knikker achter het opgeplakte papier ‘verdwijnt’.
  • Vraag de baby; ‘waar is de knikker?’

 

Variatie

 

Laat het flesje rollen over de grond of door de box.(dichtbij genoeg)  Stimuleer de baby om het flesje te pakken.

 

Muziek

Muziek maken met baby's: Liedjes variatie

Activiteit

Babyliedjes zingen/opzegversjes opzeggen.
 

Voorbeeld:
Klap eens in je handjes, blij, blij, blij
op je boze bolletje, allebei.
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
zo varen de scheepjes voorbij
zo varen de scheepjes voorbij.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er vijf voorbeelden van een opzegversje en/of een babyliedje in je map

(ga op zoek naar liedjes die je nog niet kent).

Doelgroep

Baby’s
(ook geschikt voor peuters, kleuters).

Doel

Contact maken met de baby, de baby laten luisteren naar je stem. Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.


Je stem is een muziekinstrument waarmee je het meest directe contact maakt met een baby.
Je geeft de baby persoonlijke aandacht, het biedt troost/geruststelling, bezorgt vrolijkheid enz.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).


Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Op latere leeftijd:

Liedjes zingen ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Babyliedjes/opzegversjes.
De melodietjes van veel traditionele kinderliedjes zijn, in rustig tempo, er wordt gebruik gemaakt van veel herhaling, voor kinderen al snel mee te zingen; dat geeft zelfvertrouwen.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek de tekst op en leer het liedje/opzegversje uit je hoofd.

 

 

Uitvoering

Zing het liedje of zeg het opzegversje op. Maak (oog) contact met de baby. Gebruik mimiek, varieer in toonhoogte en dynamiek met je stem en gebruik eventueel ondersteunende gebaren/overige lichaamstaal.

Variatie

Tekstvariatie; “poesje mauw” wordt “hondje waf”.

Variatie in uitvoering: verander je stem/mimiek/overige lichaamshouding en gebaren.

 

 

 

 

 

 

Hier 5 liedjes uitgewerkt voor de baby

Activiteit

Liedjes zingen met baby’s

Doelgroep

Baby’s

Doel

Amuseren, aanleren.

Een baby onthoud woorden en melodieën mits te eenvoudig zijn, daarom is het verstandig veel te zingen met baby’s. Ook is uit onderzoek gebleken dat baby’s die veel met muziek in aanraking zijn geweest een grotere kans hebben op muzikaliteit in hun latere leeftijden

Benodigdheden

Stem en eventueel papiertje of boekje met tekst

Plaats

Binnen, buiten

Voorbereiding

Liedjes uitkiezen, vervormen, eventuele  instrumenten klaarleggen

Uitvoering

Zing de liedjes op de groep of gezellig buiten. Het is leuke voor de kinderen als je er een makkelijk en vrolijk instrument bij gebuikt zoals een tambourijn

Variatie

1

Poesje mauw (mauwt)

Kom eens gauw

Ik heb lekkere melk voor jou (hand naast je hoofd van lekker)

En voor mij

Rijstebrei

Ooh wat heerlijk smullen wij (hand naast je hoofd van lekker)

 

 

 2

Visje visje in het water (handen als een vis)

Visje visje in de kom (vis in de kom)

Visje visje kan niet praten (schud nee)

Visje visje draai je om (omspringen)

 

 

 3

Op een grote paddenstoel (doet een groot gebaar)

Rood met witte stippen

Zat kabouter spillebeen (wiebel benen)

Heen en weer te wippen (heen en weer wiebelen)

Krak zei toen de paddenstoel

Met een dikke zucht (zucht)

Allebeide beentjes

Holpa in de lucht (benen omhoog)

 

 

 4

Er gaat een treintje naar dromeland (Tududu)

Achter het stuur zit een olifant (doet olifant gebaar)

Ga maar lekker slapen

Dan ben je morgen blij (doet blij gebaar)

Tjoeke tjoeke tjoeke (doet trein gebaar)

Treintje is voorbij

 

 

 5

In de maane schijen (doet maan gebaar)

In de maane schijn

Klom ik op een trapje naar het raamkozijn (trappetje)

Maar je raaad het niet (schud nee)

Maar je raaad het niet (schud nee)

Zo doet een vogel (vogel)

En zo doet de vis (vis)

Zo doet een duizendpoot die schoenenpoester is (poetst schoenen)

En dat is 1 (doet 1)

En dat is 2 (doet 2)

En dat is dikke dikke dikke tante kee (doet dik)

En dit is recht (lange armen)

En dit is krom (buigt armen)

En nu draaien we het wieltje nog eens om (rom bom)

 

 

Drama

Peuter

KLIK!

 

Drama Werkvorm

Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling

http://4.bp.blogspot.com/-SXruZeMyij4/T5gYYbS8aLI/AAAAAAAAAG8/M5luxEa9UeY/s1600/DSCF0125.JPGDeze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

Activiteit

Groepsfoto

Doelgroep

Vanaf 4 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

niets

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.

Uitvoering

De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
 

Variatie

  • Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
  • Geef langer voorbereidingstijd.
  • Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
  • Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.

 

Beeldende vorming

Stempelen 

Activiteit

Stempelen met verf

Doelgroep

Peuter

Doel

Je biedt allerlei materialen aan om de verf mee te verkennen, te voelen en eigen te maken terwijl het kind ook zijn motoriek oefent en veel leert over verschillende technieken en structuren. Het proces is belangrijker dan het product, vooral voor peuters is het nog zo belangrijk de verf te ervaren met het hele lichaam.

Benodigdheden

 

papier, vinger-/plakkaatverfverf, bordjes om de verf op te doen en ‘’dingen ‘’ die geschikt zijn om mee te stempelen.

 

Denk aan:

achterkant van plastic fles

wc rol

ballon beetje opgeblazen

doormidden gesneden groente en fruit

aardappel waar figuurtje uit gesneden is door begeleider

sponsjes

proppen kranten

bladeren etc.

Plaats

Binnen

Voorbereiding

doe wat verf op een bord, niet meer dan 3 kleuren tegelijk, Het is leuk om af te wisselen in kleur omdat kinderen zo leren hoe mengkleuren gemaakt worden

Smeer de verf een beetje uit over het bord zodat er een  dun laagje verf ligt om het rolletje in te drukken.

Uitvoering

Druk de stempel in de verf en maak een afdruk op een groot stuk ( minimaal Aa3) papier. Stempel ook door zodat je het effect ziet van de verf die steeds minder zichtbaar wordt.

Evt. peuter in luier laten stempelen aan tafel zittend of staand ivm klieder-ongelukjes

Of schort aan doen.

 

Variatie

Het kan lang duren voor de verf helemaal droog is vanwege de soms grote hoeveelheid verf.

De tekeningen zijn leuk om zo op te hangen, maar je kan er ook kaarten van maken of het gebruiken om rolletjes mee te beplakken, of om een cadeau mee in te pakken.

 

Brooddeegfiguren

 

Leeftijd

Dreumes

Peuter

Kleuter

Jongeren

Volwassenen

Ouderen

Activiteit

Figuren maken van zout broodeeg

Nodig

3 koppen witte bloem, 1 kop zout, 1-1/4 kop handwarm water, 1 theelepel slaolie

Doe de bloem in een kom, in het midden een kuiltje maken en daar het zout in doen. Het water bij het zout doen en door elkaar gaan mengen. Eerst het zout en dan langzaam steeds meer bloem erbij. Ook de slaolie er nu even doorheen gooien. Blijf het deeg zeker vijf minuten goed door kneden tot het soepel aanvoelt en je er een gladde bal van kunt maken.
Als het deeg te droog is komen er scheurtjes in, dan iets water toevoegen. Als het nat en plakkerig aanvoelt gewoon iets bloem erbij doen.
Bewaren gaat goed in een afgesloten plastic zak.

Voorbereiding

 

Waar

 

Doel, visie

 

Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij dingen die kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.

 

Zand erover

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Zand zeven

Nodig

Bak

Vergiet

Droog fijn zand, schelpenzand

Rijst

Krant of dienblad

Lepel

Trechter

2 potjes of voorraaddozen

Voorbereiding

Zet alles klaar. Laat de bak vullen met 2 scheppen zand . laat de kinderen bij het zand rijstkorrels strooien. Laat zand en rijst vermengen. Spreidt de krant of geef het dienblad. Zet het vergiet erop. Laat een deel van het mengsel in de vergiet gooien. Laat de kinderen zeven. Zodra het zand uit de vergiet is, zet het kind de trechter in het potje en giet de overgebleven rijst , uit de vergiet in het potje.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

Dit spel past bij peuters, ze houden van sorteren door zeven en dit soort processen waarbij begin en eind op elkaar aansluiten. Het geeft ze behalve ordening, inzicht in oorzaak en gevolg en het leert ze welke middelen je moet gebruiken om je doel te bereiken.

 

 

Nog meer zand erover!

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Gekleurd zand maken en schilderen met zand

2 dagdelen

Nodig

Droog fijn zand, schelpenzand

Kleine bakjes

Vingerverf

Lepeltjes

Plastic kleed/vuilniszakken

Kranten of keukenpapier

Kannetje water

Stevig papier

Plaksel (behangerslijm)

Dienblad

Voorbereiding

Deel 1; Geef ieder kind een bakje. Vul ieder vakje halfvol met zand. Doe bij dit zand een scheutje water en een flinke lepel van een kleur vingerverf. Laat de verf door het zand roeren met de lepeltjes. Alle korreltjes moeten gekleurd raken. Bedek een tafel met tafelkleed en leg daarop de kranten. Keer de bakjes daarop om zonder te mengen met de andere kleuren. Zand goed uitspreiden en laten drogen.

 

Deel 2; doe het droge gekleurde zand terug in de bakjes, laat een stuk stevig papier insmeren met lijm of behangersplaksel. Maak schilderij door te strooien, met spuitzak zand te strooien of door elkaar te wrijven.

Waar

Binnen

Doel, visie

Peuters ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort spelletjes maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt.om zand te pakken is de pengreep nodig. Zand strooien kan door de duim tegen de wijsvinger te draaien, dit is een moeilijke fijn motorische beweging voor peuters.

 

En nog meer zand erover!

Leeftijd

Peuter v.a. 2 jaar

Activiteit

Vindsels in gips

Nodig

Plastic weggooi bakjes

Zand

Gips, aangemaakt met water

Oogjes, gemaakt van dubbelgevouwen ijzerdraad

Oude tandenborstel

Vindsles, zoals blaadjes, eikels, schelpen, dopjes

2 dagdelen

Voorbereiding

Deel 1; Alle kinderen leggen een laagje zand van 2 cm. In hun bakje. Laat ze hun vindsels met de mooie kant naar beneden in het zand drukken. Elk voorwerp krijgt een eigen plekje. Bedek deze collage voorzichtig met een laagje gips. Niets mag uitsteken. Laat de kinderen een ophangoogje in het midden boven aan het gips zetten. Laat alles goed drogen.

 

Deel 2; Keer het bakje om en laat de maker met een tandenborstel het zand weghalen. Hang het eindresultaat op aan het oogje.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

Vinden, verzamelen en bewaren geven ordening en waarde. Het maken van deze schilderijen blijft boeien door verrassing. Verklap de bedoeling niet bij voorbaat. Zoeken naar mooie dingen is een andere activiteit dan vindsels in het zand drukken. Het terugvinden van verdwenen voorwerpen past bij peuters, net als poetsen!

 

Zandtaartjes!

Leeftijd

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Activiteit

Zandtaart maken

Nodig

Stevig speelzand in bak

Bakvormen met sluiting

Taartpapier

Mooie steentjes of kralen

Stukjes limonaderietjes

Theelepel

Spuitzak, zeef

Poederzand

Verjaardag kaarsjes

Voorbereiding

Deel 1; Laat de kinderen een bakvorm tot de bovenste rand vullen met speelzand, druk dit stevig aan.

Taart versieren en zijkant er af halen, nu ook zijkant versieren.

 

Deel 2; Later het zand weer zeven om nogmaals te gebruiken.

Waar

Binnen / buiten

Doel, visie

 

Zand blijft leuk door het af en toe op een nieuwe manier te gebruiken. Met zand kan niets mislukken, opnieuw beginnen is geen probleem. Zand is daardoor een belangrijk middel om kinderen mogelijkheden zelf te laten ervaren ontdekken en uitproberen. Zand draagt bij aan het ontwikkelen van inventiviteit en zelfvertrouwen. Doen-alsof spelen hoort bij peuters, versieren vereist veel fijne motoriek, is spannend, is creatief en vereist concentratie. 

 

 

Papier-maché

Leeftijd

Peuter

Kleuter

Schoolkind

Activiteit

Paddenstoel van vliegerpapier

Variatie; iedere vorm is mogelijk, sinterklaas, paasei, kerstboom, etc.            2 dagdelen

Nodig

Vliegerpapier, rood, wit

Watjes of wol

Huishoudfolie

Papier

Lijm en behangerslijm

Tape of plakband

Voorbereiding

 

 

 

Deel 1; Bereid behangerslijm voor met water, zie verpakking. Teken van te voren 2 vormen, 1 hoed van de paddenstoel, 1 stam van de paddenstoel uit A4 papier. Vormen los van elkaar . Plak over vorm 1 een stuk huishoudfolie, groter dan de vorm zelf.

Laat het kind het rode en witte vliegerpapier in kleine stukjes van ongeveer 2 a 3 cm scheuren. Doe dit in twee verschillende bakjes. Laat het kind een stukje van het folie insmeren met behangerslijm.

Laat de stukjes vliegerpapier op het folie plakken, randjes overlappen elkaar. Daarna over de bovenkant van het vliegenpapier nog wat lijm smeren. Doorgaan tot de hoed van de paddenstoel helemaal gevuld is, mag stukje over de randjes heengaan, niet afknippen.

Herhaal dit met de stam.

 

Deel 2; Plak de twee delen aan elkaar als alles goed gedroogd is. Laat nu de propjes erop plakken.

Waar

Binnen

Doel, visie

 

Kinderen ervaren het proces van middel naar eindresultaat. Dit soort activiteiten maakt duidelijk hoe iets gemaakt wordt. Om papier te pakken is de pengreep nodig. Ervaring en zelfwaardering zijn met elkaar verbonden, bij het kleinste dingetje dat kinderen zelf gemaakt hebben stijgt hun zelfwaardering.

 

Spel

Pitjes overal!

Activiteit

Pittenzakken

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
  • Verbetering van de hand-oog coördinatie. 

 

Benodigdheden

 

  • Pittenzakken
  • Blikken
  • Bakken of emmers

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal.

 

Uitvoering

  • Laat de kinderen de pittenzak voelen.
  • Laat de kinderen in een kring lopen met een pittenzak in de hand
  • Laat de kinderen met de pittenzak met gestrekte armen lopen.
  • Laat de kinderen met een pittenzak op het hoofd lopen
  • Laat de kinderen met een pittenzak op een schouder lopen en wissel de schouder af.
  • Laat een kind de pittenzak op de rug dragen en als een ‘paard’ dragen.
  • Laat de kinderen in groepjes een stapel blikken (blokjes) omgooien.
  • Laat een kind met gespreide benen staan en een ander de pittenzak erdoor gooien.
  • Laat een kind de pittenzak bij zichzelf verstoppen en een ander zoeken.

 

 

Variatie

 

Zijn reeds bovenstaand beschreven..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Doe de dierendans!

Activiteit

Dierendans

Doelgroep

 

1,5 - 3 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Lichaamsdelen leren kennen.
  • Verbetering van de motoriek van het gehele lichaam. Handen i.c.m. voeten(werk).
  • Verbetering van de hand-oog coördinatie. 

 

Benodigdheden

 

  • Ruimte om te bewegen

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

  • Weet wat de peuters (deels) kunnen

 

Uitvoering

  • Laat de peuters in een kring staan
  • ‘roep’; handen op je hoofd. En doe zelf voor.
  • Handen op je buik en doe voor
  • Zo kun je vele lichaamsdelen bij langs.

 

Variatie

  • Doe het geluid en de beweging van dieren na.  bijv;
  • Kikker; ga op de hurken zitten en handen op de grond; spring omhoog.
  • Olifant; pak met de linkerhand de neus en steek erdoor heen
  •  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waar zag ik dat ook alweer?

Activiteit

Hokus Pocus

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van het geheugen.

  •  

Benodigdheden

 

  • Theedoek
  • Meerdere kleine voorwerpen

Plaats

 

Binnen

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal; theedoek; lepel; balletje; blokje; enz…

 

Uitvoering

  • Leg drie onderwerpen onder de theedoek
  • Leg de kinderen uit dat je gaat toveren;
  • Haal 1 voorwerp weg en vraag welke is weggetoverd.

 

Variatie

 

  • Voer het geheel uit met meer dan 3 voorwerpen.
  • Voeg er een ding extra bij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het regent ballen!

Activiteit

Ballenregen

Doelgroep

 

2-4 jaar

 

Doel

 

Stimulering van de motoriek.

  • Verbetering van met name het ‘hard lopen’.
  • Vergroting van het vermogen om te gooien.

 

Benodigdheden

 

  • Veel ballen. (tennis of kleine schuimballen)

 

Plaats

 

Binnen / buiten

 

Voorbereiding

 

Draag zorg voor aanwezigheid van het benodigde materiaal.

 

Uitvoering

  • Laat de kinderen achter een lijn (denkbeeldig) staan.
  • Jij gooit de ballen in de ruimte.
  • De kinderen halen zoveel mogelijk ballen tegelijk op.

 

Variatie

  • Laat de kinderen 1 bal tegelijk ophalen.
  • Laat de kinderen de bal in een emmer of mand gooien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Muziek

Hoorspel maken, iedereen doet mee!

Activiteit

Een hoorspel maken voor/met peuters

Doelgroep

Peuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

Plaats

-

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

Uitvoering

Laat de peuters kennis maken met de instrumenten op een speelse manier. Laat ze tegelijk geluid maken; zacht geluid maken, hard geluid maken, om de beurt geluid maken, alle jongens geluid maken, alle meisjes geluid maken, alle trommels eerst enz. Maak eventueel een op- en afbouw (spreek een volgorde af) en maak zo een muziekstuk/hoorspel met de leerlingen. Geef voorbeelden en doe zelf mee. Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Zie benodigdheden; je kunt in deze les ook werken met zelf geknutselde instrumenten (shakers gemaakt van wc rolletjes met rijst erin enz.) en/of met stemmen (klakken met je tong maakt geluid, zoemen als een bij, klanken maken (ha, ho, he) enz.)

 

Bij oudere kinderen:
Je kunt een leerling de “dirigent-rol” geven; hij/zij kan dan (groepjes) leerlingen aanwijzen die het instrument mogen bespelen, stil moeten houden enz.

 

 

 

Drama

Kleuter

Beeldende vorming

Ecoline blazen met een rietje! 

Activiteit

Ecoline blazen  

Doelgroep

Kleuter

Doel

 

Dmv het blazen ben je bezig met mondmotorische oefeningen, deze zullen een ondersteuning zijn voor het spreken: verstevigen van de spraakspieren.

De kinderen komen in aanraking met het thema herfst, donker(paraplu) / licht(wit papier), het materiaal ecoline

Benodigdheden

A-4 papier, 200 gram, wit, Zwart papier, Malletje van een paraplu zelf gemaakt, overgetrokken van een voorbeeld van internet, Rietjes, Bekertjes, Ecoline, Wit potlood om map over te trekken op zwart papier, Verfschort, Ouder kranten

Schaar, Lijm, Schaar

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de rietjes klaar, je hebt zelf van te voren de paraplu’s uitgeknipt. Ieder kind krijgt een A-4tje. Introduceer de opdracht door over het thema Herfst te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de herfst/regen te maken hebben

Uitvoering

Laat de paraplu’s aan de onderkant van het papier opplakken

Laat een druppel ecoline op het vel bovenaan het papier vallen ( dmv kwast of rietje in de ecoline te steken). Doe dit met verschillende kleuren.
Blaas met een rietje tegen de druppel zodat de druppel uit gaat lopen. 
Doe dit met verschillende kleuren ecoline tot je een ‘’flinke regenbui’’ hebt.

Variatie

 

Laat de kinderen een vuurpijl uitknippen uit stroken papier  en plak een vuurpijl over het geblazen werkje

                        

Laat de kinderen een monster blazen en plak er 2 ogen op

 

Ecoline en wasco, magische kleuren 

Activiteit

Ecoline met wasco

Doelgroep

Kleuter

Doel

 

De kinderen komen in aanraking met het thema oceen/de vis, het materiaal ecoline en wasco ( vet/water) ontwikkelen de fijne motoriek, stimuleren van de creativiteit

Benodigdheden

Voorbeelden van vissen, of boek over vissen, A-3 papier, 200 gram, Bekertjes, Ecoline, wasco, kwasten, Verfschort, Oude kranten

 

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bedek de hele werkplek met oude kranten, vul de bekertjes met verschillende kleuren ecoline. Leg de kwasten en het papier en de wasco klaar. Geef eerst iedereen de wasco, daarna pas de ecoline ( als de tekening klaar is) Ieder kind krijgt een A-3tje. Introduceer de opdracht door over het thema te praten en laat spullen, boeken ed zien die met de vissen/oceaan ed te maken hebben

Uitvoering

Laat de kinderen een eigen bedachte vis tekenen met wasco, lijnen dik aanzetten.

Ga met de ecoline over de wascotekening heen, dat kan met 1 kleur zijn, maar mag ook meerdere kleuren.

Variatie

http://www.veetje.be/wp-content/uploads/2015/06/WP_20150612_029-656x1024.jpg

 

Maak een’’ Tovertekening’’ door met witte wasco  te tekenen, de afbeelding verschijnt dan wanneer er met ecoline overheen geschilderd wordt!

 

Spel

Spel met een liedje 

Activiteit

Schipper,

mag ik overvaren

 

Doelgroep

  • 4-6 jaar

 

 

Doel

 

  • Kinderen in beweging te laten zijn.
  • Kinderen op verschillende manieren de mogelijkheden van bewegen te laten ontdekken.
  • Versterking / verbetering van de motoriek.

 

Benodigdheden

 

  • Grote open ruimte

 

 

Plaats

 

  • Binnen / Buiten

 

Voorbereiding

 

  •  

 

Uitvoering

 

  • Leer kinderen het spel a.d.h.v. de ‘zongregel’; schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan ook geld betalen ja of nee?
  • Bij nee kunnen de kinderen gewoon oversteken.
  • Bij ja; geeft de ‘schipper’ (tikker) aan hoe. Bijv; hinkelend, als een olifant, kruipend enz..

 

Variatie

 

  • Je zou eventueel obstakels in de ruimte kunnen plaatsen; spannender en uitdagender (moet de groep wel aan toe zijn!)

 

 

 

 

 

 

 

Volleybal maar dan veilig

Activiteit

  • Ballonen volleybal

Doelgroep

 

  • 4-6 jaar

 

Doel

 

  • Plezier
  • Hand-oog coördinatie verbeteren.

 

Benodigdheden

 

  • Meerdere ballonnen
  • Touwtje om op te hangen

 

Plaats

 

  • Open ruimte /gymzaal
  • Buiten

 

Voorbereiding

 

  • Hang een touw of draad (of meerdere) in de ruimte op.
  • Blaas meerdere ballonen op en bewaar ze achteraf. (kunnen kinderen er niet bij).

 

Uitvoering

 

  • Laat kinderen een ballon hoog houden.
  • Laat kinderen daarna de ballon over een langere afstand de ballon over een touwtje heen tikken.

 

Variatie

 

  • Breng meer ballonen in het spel dan er kinderen zijn.

 

 

Tikkertje maar dan moeilijk 

Activiteit

Tikkertje maar dan moeilijker

Doelgroep

kleuters van 4 tot en met 6 jaar

Doel

  • Oplettendheid
  • Vermaak
  • Samenwerking
  • Kleurleer
  • Denkvermogen stimuleren

Benodigdheden knutselen met kleuters

Binnen:

Matjes (als vakken)

Gelkleurde lintjes voor de tikkers

Fluitje voor de scheidsrechter

 

Buiten:

Stoepkrijt (als vakken)

Gekleurde lintjes voor de tikkers

Fluitje voor de scheidsrechter

Plaats

Binnen / Buiten

Niveau 

Motorisch niveau:          gemiddeld tot hoog

Cognitief niveau:           normaal tot hoog

Uitvoering

Tikkertje voor maar dan moeilijker. Het spel gaat als volgt:

Het is een spel waarbij je 1 of 2 tikkers hebt. Tikker(s) hebben een lintje om zodat ze te herkennen zijn voor de andere spelers. De spelers moet zorgen dat ze niet worden getikt. Daarbij moeten ze dus wegrennen voor de tikkers. Als ze dan niet goed opletten kunnen ze botsingen en valpartijen krijgen, vandaar dat er ook word gewerkt aan de oplettendheid van een kind. Daarbij komt dat het niveau van het spel iets hoger ligt dan het normale tikkertje. Dit komt omdat er 3 kleuren vakken zijn: rood, geel en blauw. Zodra een speler op het vak terecht komt is het af, ne als het moment dat het getikt word. Als je af bent moet je in het vak blijven staan waar je af bent gegaan.  Als je word getikt moet je in het dichtstbijzijnde vak. Het moment dat je in ene vak staat word je een ‘vak tikker’. Een vak tikker moet andere spelers tikken vanuit het vak, de vak tikker mag er dan ook niet uit komen. De spelers hebben gewonnen als ze een vak tikker een normale tikker heeft afgetikt. De tikkers hebben gewonnen als alle spelers in de vakken staan.

Variatie:

Maak het de vakken groter, voeg extra vakken in.

als een vaktikken iemandn heeft getikt, mag die weer meerdoen in het veld

 

 

Muziek

Hoorverhaal, een verhaal met geluiden als herkenning en ondersteuning

Activiteit

Een hoorspel met verhaal maken voor/met kleuters

Gekregen opdracht tijdens muziek:
Uiteindelijk zit er in je online activiteitenmap het verhaal voor kleuters wat je tijdens de muziekles gemaakt hebt.

Dit verhaal heb je uitgetypt (minimaal een halve A4). Bij het verhaal staat steeds tussen haakjes wat je zou moeten horen.

Voorbeeld:
Het meisje liep op straat (maak met djembe trommel geluiden als voetstappen).

Doelgroep

Kleuters
(ook geschikt voor andere doelgroepen).

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Instrumenten die geschikt zijn voor kleuters (geen kleine, losse of scherpe onderdelen). Bij voorkeur ritme (percussie) instrumenten.

 

Je kunt ook werken met zelf geknutselde instrumenten en/of geluiden/liedjes die je maakt met je stem.

 

Een zelfgemaakt of bestaand kort verhaal die aansluit bij de doelgroep kleuters.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Instrumenten klaarleggen die geschikt zijn. Nadenken over welk kind je laat werken met welk instrument.

 

Het verhaal kennen; door hebben gelezen; weten waar de leerlingen wat kunnen doen.

Uitvoering

Laat de kleuters geluiden maken bij een verhaal. Geef van te voren voorbeelden door zelf te doen.
Bijvoorbeeld: het regent: tik zachtjes met ritmestokjes op een tafel, de wind waait: blaas lucht uit met je mond, de olifant komt aanlopen: trommel langzaam een paar keer op een zware trommel.

Begin met duidelijk afspreken wie wat wanneer moet doen.

Spreek een stilte-teken af en laat de peuters ook een keer van instrument wisselen.

Variatie

Je kunt een ander verhaal gebruiken.
Je kunt zelf gemaakte instrumenten en/of (alleen) stemmen gebruiken.
Je kunt de leerlingen de vrijheid geven om zelf geluiden te maken, of je kunt dingen vastleggen/afspreken van te voren.

 

 

 

Aapje Bono is jarig!

Activiteit

Hoorspel over Aapje Bono

Doelgroep

Peuters en kleuters

Doel

Amuseren, herkenning aanleren over dieren geluiden en bewegingen, energiezer

Benodigdheden

Een voorlezer, iemand die de geluiden en bewegingen ondersteunt en evt. iemand die de vragen stelt tussendoor

Plaats

Binnen op de groep

Voorbereiding

Verdeel de taken tussen de medewerkers en zorg dat je het verhaal een beetje uit je hoofd kent (rood zijn de vragen, elke keer als er een dier word benoemd maakt je de bijbehorende geluiden en bewegingen)

Uitvoering

Diep, heel diep in het jungle, leven allemaal dieren.  Weten jullie wat voor dieren er allemaal in de jungle leven? Het aapje dat in de jungle leeft heet Bono. Hij is net 4 jaar geworden en dat heeft hij met een groot feestje gevierd. Hebben jullie al eens een verjaardag gevierd? Wat gebeurd er dan op een verjaardag? Bono had in de hele jungle allemaal slingers opgehangen en alle dieren hadden een feesthoedje op. Zijn vriendjes beer, krokodil en slang hadden een bananentaart gemaakt voor zijn verjaardag. Op de taart stonden 4 kaarsjes. Krokodil zei: “als je alle kaarsjes tegelijk uitblaast mag je een wens doen”.

 

Bono nam een grote hap lucht en blies alle vier de kaarsjes in een keer uit. Hij wenste dat hij voor een dag een ander dier mocht zijn. Hij wou het allerliefste een dino zijn. Hoe ziet een dino er uit? Toen hij de volgende ochtend wakker werd schrok hij toen hij zichzelf zag in de spiegel. Hij was reuze groot, (kleur) en dacht: “Wauw ik ben een echte dino geworden”. Hij ging op zoek naar zijn vriendjes om te vertellen dat zijn wens was uitgekomen. Beer, Krokodil en slang schrokken omdat er een grote dino op hun af kwam. Ze gingen zich verstoppen in de jungle, weten jullie een goede verstopplek in de jungle?

 

Bono riep naar zijn vriendjes: “jullie hoeven niet bang te zijn, ik ben het Bono”. Beer roept: “Dat kan helemaal niet, Bono is ons apenvriendje”. Waarop Bono antwoordde: “Weten jullie nog dat ik een wens mocht doen voor mijn verjaardag? Ik heb dus gewenst dat ik voor een dag een dino mocht zijn”. Welk dier zouden jullie willen zijn? Beer, Krokodil en slang waren niet meer bang want ze weten nu zeker dat het Bono is. Slang vroeg of ze bij Bono op de rug mochten rijden, dat was de grootste wens van slang. Ze hebben samen de hele jungle door gerend. Toen vroeg beer: “Ik zou zo graag honing uit de hoogste boom willen want dat is de lekkerste honing die er is”. Tuurlijk zei Bono en ze zochten samen naar de hoogste boom. Na lang zoeken zag beer een boom die hoog genoeg was om de lekkerste honing er uit te halen. Voorzichtig vroeg krokodil of zijn wens ook nog uit mocht komen. Hij wou graag naar de rivier aan de andere kant van de jungle. De jungle was zo groot dat hij heel ver moest lopen. Bono zei: “Ik heb grote benen dus als je op mijn rug klimt zijn we er zo. Zo gezegd, zo gedaan..

 

Aan het einde van de dag waren ze alle vier zo moe dat ze aan de kant van de rivier in slaap zijn gevallen. Ze hebben een super leuke dag gehad en iedereen zijn wens is uitgekomen. Wat zou jullie grootste wens zijn?

 

 

Wanneer er in het verhaal een dier word genoemd mogen de kinderen het geluid maken dat het dier ook maakt.

 

Jungle: junglegeluiden

Bono: apengeluiden/beweging

Beer: berengeluiden/beweging

Krokodil: klappen met armen

Slang: sissen en kronkelen met de armen

Kaarsjes uitblazen mee doen

Slaapgeluiden aan het eind

 

Variatie

Je kan eindeloos variëren in verhaal, onderwerp, geluiden, bewegingen, etc.

 

Drama

KLIK! 

Drama Werkvorm

Tableau Vivant / fotospel
De spelers verbeelden situatie, handeling en gevoel met stilstaande houding en mimiek in een bepaalde opstelling

http://4.bp.blogspot.com/-SXruZeMyij4/T5gYYbS8aLI/AAAAAAAAAG8/M5luxEa9UeY/s1600/DSCF0125.JPGDeze werkvorm is met name geschikt voor beginnende spelers. Het maakt hen bewust van het gebruik van houding en mimiek en het uitvergroten daarvan. Voor bepaalde groepen is het stilstaan een extra uitdaging.

Activiteit

Groepsfoto

Doelgroep

Vanaf 4 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

niets

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweeën. Elke groep bereid twee tableaus voor. In de eerste zien we een bepaalde groep mensen, b.v. een groep voetbalsupporters. Op de tweede foto zien we wat er intussen is gebeurd, b.v. er is gescoord. Geef korte overlegtijd. Ze mogen zelf bedenken welke groep mensen ze worden.

Uitvoering

De eerste groep komt op het speelvlak. De andere is publiek maar kijkt niet. In de eerste tien tellen stellen de spelers zich op in foto 1 (tel hardop van 10 naar 1, de nul is de klik voor de foto). Publiek kijkt, maar reageert nog niet. Dan tien tellen voor opstellen foto 2 terwijl het publiek niet kijkt. Nu mogen de kijkers hun vinger opsteken als ze foto 1 en 2 begrijpen. Bespreek na op wat er te zien was en wat je daardoor weet.
 

Variatie

  • Geef een thema of welke groep mensen het moet zijn.
  • Geef langer voorbereidingstijd.
  • Geef de mogelijkheid attributen ed. te gebruiken.
  • Laat een andere groep een foto bedenken tussen 1 en 2.

 

Schoolkind

Beeldende vorming

Zoveel vormen, wat een variatie

Activiteit

Patronen tekenen met fineliner en stift

Doelgroep

Het schoolkind

Doel

 

Ontwikkelen van de fijne motoriek en concentratievermogen.

Doordat je bezig bent met herhaling van patronen ben je ook bezig met de aanzet tot het schrijven. ( krullen maken, hekjes maken, etc)

Je stimuleert de creativiteit, dmv het maken van fantasie patronen die niet realistisch hoeven te zijn

Benodigdheden

wit tekenpapier op A4 of A3 formaat, zwarte viltstiften en markers in verschillende diktes, gele ecoline, penselen, zwart papier, foto's van uilen  

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Bespreek met de kinderen kenmerken van uilen en bekijk daarbij diverse foto's. Uilen zijn nachtdieren. Ze slapen overdag en jagen 's nachts.

Uitvoering

http://1.bp.blogspot.com/_rMt0M-ndko4/SxK4dOpQ8PI/AAAAAAAABNk/TymrZZz2ySE/s1600/DSC06060.JPG

De kinderen schetsen met potlood een uil op een tak, waarbij ze rekening houden met de kenmerken van de uil zoals die besproken zijn. Hierna worden met diverse diktes zwarte stiften patronen aangebracht in de lichaamsdelen van de uil. Door middel van verschillende patronen, moeten de afzonderlijke onderdelen van de uil te herkennen zijn. Alleen de ogen en de snavel mogen met geel of oranje worden ingekleurd, de rest blijft zwart.

Als de tekening klaar is, wordt de achtergrond rondom de uil en de tak met gele ecoline ingekleurd. Pas op dat de tekening niet geraakt wordt, want dan loopt de stift uit. Blijf daarom zo'n halve centimeter uit de buurt van de uil. Plak het werk op een zwarte achtergrond.

Variatie

http://thingadayforever.files.wordpress.com/2012/02/zentangle.jpg

Bedenk een andere vorm of fantasievormen zoals een Zentangle, zie: http://www.writersplaza.nl/c-1429776/wat-is-zentangle-tekenen/

 

 

Spel

Boeven en Boevenvangers

Activiteit

 

  • Pionnenroof

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Vergroten van reactievermogen
  • Omgaan met ‘scheidsrechter’ en regels wel/ niet af.
  • Verbetering loopvermogen

 

Benodigdheden

 

  • Groot veld
  • Pion(nen)
  • Mogelijkheid tot afbakenen achterlijnen

 

Plaats

 

  • Buiten of gymzaal

 

Voorbereiding

  •  
  • Zet een veld af ter grootte van 30 bij 10.
  • Gebruik hiervoor lint of bestaande lijnen.

 

Uitvoering

 

  • Groep 1 beschermd de Pion en moet de tegenstander aftikken
  • Stapt deze groep tikkers over de lijn dan moet een ander getikt worden; zo niet dan is de tikker zelf af. Hij/zij gaat zitten op de bank; zijn alle rovers getikt dan winnen de tikkers.
  • De rovers moeten de Pion trachten te stelen
  • Zijn zij eerder over de veilige zone achter de lijn, hebben zij gewonnen.

 

Variatie

 

  • Afstand verschillend maken
  • Attribuut veranderen.
  • Niet alleen rennen; iedereen moet hinkelen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kat en Muis, Tom en Jerrie?

 

Activiteit

 

  • “als de kat van huis is..”

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel
  • Reactievermogen vergroten

 

Benodigdheden

 

  • Vier hoeken, palen, matten of anderzijds ‘hoek’ materiaal
  •  

 

Plaats

 

  • Grote ruimte of buiten

 

Voorbereiding

 

  • Creëer met vier matten of tape/ linten een veilig ‘holletje’ voor de muizen.

 

Uitvoering

 

  • Vier muizen trachten van hoek /holletje te wisselen.
  • Als er een lege hoek is, probeert de kat deze plek op te vullen.
  • Lukt dit dan is de muis zonder hoek de kat geworden.

 

Variatie

 

  • Je kunt dit altijd vergroten met meerdere muizen en katten.

 

 

 

 

Even van die energie af!

Activiteit

 

  • “De reddingsboot.”

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel/ samen werken

 

 

Benodigdheden

 

  • Een of meer gymzaal banke(n)/ afgetapte vorm van max 20 cm breed.

 

Plaats

 

  • Binnen /  buiten

Voorbereiding

 

  • Zet / maak 1 of meer banken of vormen klaar in de ruimte.

Uitvoering

 

  • Er staan een x aantal kinderen op de reddingsboot (bank)
  • Er zijn ook een aantal haaien.
  • De kinderen moeten in een nader aangegeven volgorde gaan staan (bijv; op leeftijd, 1e letter van de voornaam enz.) als er iemand in het water komt is deze af. En wordt door de haaien opgegeten.

 

Variatie

 

  • De kinderen moeten zich m.b.v. klein materiaal veilig naar het land begeven

 

 

Oeh, ik wiebel een beetje!

Activiteit

 

  • “evenwichtsduo’s’

 

Doelgroep

 

  • 6-10 jaar

 

Doel

 

  • Energizer
  • Samenspel
  • Afhankelijkheid ervaren.

 

Benodigdheden

 

  • Kinderen in duo’s

 

Plaats

 

  • Binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • Schone ruimte/ vloer

 

Uitvoering

 

  • Laat de kinderen tegen over elkaar staan.
  • Tenen tegen elkaar (hier kan bijv eerst een omgekeerde gymzaalbank tussen; voor de persoonlijke ruimte) en de handen vast.
  • Langzaam gaan de kinderen naar achteren leunen en proberen de armen te strekken.

 

Variatie

 

  • Met de rug tegen elkaar en dan omlaag; met de billen op de grond komen, vervolgens weer omhoog.
  • Schouders tegen elkaar en leunen tegen elkaar; daarna de voeten langzaam opzij schuiven.

 

 

 

 

 

Muziek

Liedjes zingen met verschillende instrumenten

Activiteit

Liedjes zingen aangevuld met een muziekactiviteit.

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Uiteindelijk zitten er in je map per “bouw”(onderbouw, middenbouw, bovenbouw) drie liedjes in je map (dus totaal 9 liedjes), op een A4’tje met de titel van het liedje en de artiest.
Ook voeg je per bouw een extra muziekactiviteit (geen zingen) die je kort omschrijft (dus drie activiteiten). Om de activiteit te omschrijven kun je dit schema gebruiken (activiteit, doelgroep, doel enz.).

Doelgroep

Schoolkinderen
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Het kan structuur helpen geven aan de dag (bijvoorbeeld liedjes zingen voor het slapen gaan).

 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

 

Bij muziek hoort bewegen: klappen of dansen (motorische ontwikkeling), een kringdansje of een spelletje (sociale ontwikkeling).

Benodigdheden

Liedjes; de teksten, eventueel de akkoorden/noten voor als je de kinderen wilt begeleiden op een instrument.

Eventuele andere instrumenten/benodigdheden die je nodig hebt bij een bedachte muziekactiviteit.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zoek een lied uit die passend is bij je doelgroep. Niet te moeilijk/makkelijk qua (hoeveelheid en inhoud) tekst en passend qua toonhoogte (jongere kinderen: hogere noten). Zorg dat het inhoudelijk (thema) aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
 

Zorg dat je het lied zelf kent, hebt gehoord, hebt gezongen en dus kunt voorzingen, eventueel kunt begeleiden op een instrument.

Bereid je bedachte muziekactiviteit ook voor; leg materialen klaar, bedenk hoe je het wilt uitvoeren en waarom (maak je groepjes? Waarom? Wie bij wie? Enz.)

Uitvoering

Leer de kinderen een lied. Vertel waar het over gaat. Laat het horen. Bespreek de tekst. Oefen het lied in korte stukjes. Zing voor, laat nazingen. Herhaal veel. Geef hoog- en laag (qua toonhoogte) aan d.m.v. handgebaren. Heb aandacht voor kinderen die het spannend vinden; motiveer ze, complimenteer ze, laat ze met z’n allen tegelijk zingen.

 

Voer de muziekactiviteit uit die je hebt bedacht voor de onder-, midden-, bovenbouw.

Variatie

Variatie op het lied:
Laat de kinderen de melodie neuriën (zonder tekst). Laat de kinderen het ritme klappen of spelen met instrumenten. Laat de leerlingen een nieuw couplet schrijven bij het lied/ een andere tekst bedenken op de melodie (geschikt voor bovenbouw).

 

 

 

 

Zingen met de onderbouw!

Activiteit

Liedjes ondersteund met instrument(en)

Doelgroep

Onderbouw

Doel

Vermaken, muzikaliteit ondersteunen en laten ontdekken

Benodigdheden

Instrumenten/you tube, stem en beweging

Plaats

Binnen en buiten

Voorbereiding

Zorg dat je een aantal liedjes hebt klaarstaan, en zelf ook goed weet hoe ze gaan

Uitvoering

 

Liedjes

  • Hansje pansje kevertje
  •  De wielen van de bus
  • Vier kleine visjes

 

Instrumenten

  • Sambabal
  • Trommel
  • Triangel

 

Variatie

Er zijn zo veel liedjes voor deze leeftijdscategorie, varieer!

 

Zingen met de middenbouw!

Activiteit

Liedjes ondersteund met instrument(en)

Doelgroep

Middenbouw

Doel

Vermaken, muzikaliteit ondersteunen en laten ontdekken

Benodigdheden

Instrumenten/you tube, stem en beweging

Plaats

Binnen en buiten

Voorbereiding

Zorg dat je een aantal liedjes hebt klaarstaan, en zelf ook goed weet hoe ze gaan

Uitvoering

Liedjes

  • Hokey pokey
  • Tsjoe tsjoe wa
  • Sinterklaas is verdwenen

 

Instrumenten

  • Xylofoon
  • Trommel
  • Gitaar

Variatie

Er zijn zo veel liedjes voor deze leeftijdscategorie, varieer!

 

Zingen met de bovenbouw!

Activiteit

Liedjes ondersteund met instrument(en)

Doelgroep

Middenbouw

Doel

Vermaken, muzikaliteit ondersteunen en laten ontdekken

Benodigdheden

Instrumenten/you tube, stem en beweging

Plaats

Binnen en buiten

Voorbereiding

Zorg dat je een aantal liedjes hebt klaarstaan, en zelf ook goed weet hoe ze gaan

Uitvoering

Liedjes

  • I like the flowers
  • Hallo wereld
  • The lion sleeps tonight

 

Instrumenten

  • Banjo
  • Trompet
  • blokfluit

Variatie

Er zijn zo veel liedjes voor deze leeftijdscategorie, varieer!

 

 

 

Drama

 Sstt, niks zeggen!

Drama Werkvorm

Uitbeeldspel
De spelers laten hun spel zien zonder tekst te gebruiken, eventueel wel met geluid. Een professionele vorm is mime of pantomime

https://static.mijnwebwinkel.nl/winkel/woonmaterie/full32559978.jpgDeze werkvorm is met name geschikt
voor beginnende spelers.
Uitbeelden geeft ook de vrijheid om
zonder decor en attributen toch te
verbeelden dat dat er allemaal is.

De allerjongsten kun je in het uitbeelden
begeleiden door mee te spelen of ze als
verteller mee te nemen in het uit te
beelden spel.

Activiteit

Twee stoelen

Doelgroep

Vanaf 6 jaar

Doel

  • (lichamelijke) Uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Inzicht in non verbale communicatie vergroten

Benodigdheden

Twee stoelen naast elkaar, los in de ruimte

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Uitleg: Deel de groep in tweetallen. Elk tweetal bedenkt wat de twee stoelen kunnen voorstellen. Speel eventueel een auto als voorbeeld. Daarbij bedenken ze een begin, midden en een eind van een verhaaltje dat ze op/bij/rondom de stoelen kunnen laten zien zodat het publiek begrijpt waar ze zijn en wat er gebeurt. Controleer eventueel of elk tweetal een andere plek heeft gekozen.

Uitvoering

De tweetallen spelen om de beurt hun scene met de stoelen. Bespreek na wat het publiek zag en welke plek het dus is. Laat ze ook zeggen wat ze leuk vonden aan het uitbeelden.
 

Variatie

  • Stoelen staan tegenover elkaar
  • Tweetal maakt de plek duidelijk voor andere spelers die na kort overleggen er een gebeurtenis uitbeelden.
  • Eén speler begint te spelen tot de plek duidelijk is, freeze en vraagt “Wat nu?’. Het publiek doet suggesties voor het vervolg van het verhaal. Net zo lang herhalen tot een verhaaltje is ontstaan.

 

TRRRRIINGGG, oeh wie staat er voor de deur?

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

Aanbelspel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd.

Uitvoering

Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden.
 

Variatie

  • De ‘opendoener’ moet het tegenover gestelde typetje worden.
  • Op de opdrachtkaartjes staat iets anders, bijvoorbeeld emoties, een dier, celebrity.

 

 

 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

 

Activiteit

??

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Hoe luidt de opdracht voor de spelers en krijgen ze nog gegevens of spelregels voor de improvisatie?

 

 

 

Uitvoering

Hoe spelen de spelers hun improvisatie en hoe bespreek je het na?

 

 

 

 

 

 


 

Variatie

  •  

 

Op vakantie in Verweggiestan! 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en oefenen dit.

http://s.s-bol.com/imgbase0/imagebase/large/FC/4/9/1/4/9200000027494194_1.jpgDit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

Verweggiestan

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durf

Benodigdheden

(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Op veel plekken mogelijk

Voorbereiding

Maak groepjes. Geef de volgende gegevens: het speelt zich af in een ver vreemd land. Er zijn inwoners van dit Verweggiestan en een paar Nederlandse toeristen die de taal niet spreken. De toeristen hebben geen geld meer en komen in de problemen. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
Extra uitdaging voor de Verweggiestaanders om een andere (fantasie)taal te spreken. Je kunt vooraf een Jabbertaal oefening spelen om dat te oefenen.

Uitvoering

Elk groepje speelt hun toneelstukje. Het publiek benoemt de 5 W’s.
 

Variatie

  • Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.

 

 

 

 

Drama Werkvorm

Afspraakspel
De spelers maken van te voren afspraken over het te spelen spel en/of oefenen dit.

Dit is de meest bekende manier van
toneelspelen. De spelers maken afspraken
over de 5 W’s: wie, wat waar, waarom,
wanneer. Dit geeft veel houvast en maakt
deze werkvorm ook geschikt voor
beginnende of jonge spelers. Nog meer                                                         
houvast geeft eerst oefenen van het
toneelstukje.
Niet alle doelgroepen zijn in staat om
zelfstandig spelafspraken te maken. Die
begeleid je daarin.

Activiteit

Een dagje winkenel... gezellig of niet?

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • Zich aan (spel)afspraken houden
  • Samenspel
  • Hanteren van de 5 W’s en het maken van een speelbaar verhaaltje
  • Presenteren (o.a. niet met de rug naar het publiek)
  • Durf
  • Verdiepen in het thema …

Benodigdheden

(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Kan op vele plekken

Voorbereiding

Je bent met een groepje vrienden/vriendinnen een dagje aan het winkelen. Wanneer jullie voor een etalage staan komt er een vreemde man aan gelopen en vraagt of jullie kunnen uitleggen waar een supermarkt zit. Wat jullie niet weten is dat hij eigenlijk jullie aan het afleiden is. Een vriend van hem is jullie aan het beroven en niemand heeft het door.. Tot jullie willen afrekenen in een winkel! Er start een zoektocht naar de dader en jullie verdenken elkaar.. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.

 

 

Uitvoering

Elk groepje voer zijn stukje uit, de groep mag na het stukje raden en overleggen wat de 5 W's waren. 

 

 

 


 

Variatie

  • Geef andere onderwerpen of spelgegevens. De variaties zijn eindeloos.

 

2D verhaal zonder woorden!

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.

 

Op bezoek bij de dierenwinkel! 

Drama Werkvorm

Improvisatiespel
De spelers maken géén of enkele afspraken over een aantal gegevens. Het spel ontstaat op de speelvloer door op elkaar te reageren.

Deze werkvorm is voor spelers die meer
durven of al ervaring hebben met drama.
Een belangrijke spelregel om een
toneelspel in improvisatie te laten slagen
is dat de spelers elkaars ideeën accepteren.
Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te
blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te
leveren om het verhaal in het toneelstukje                                                    
verder te helpen. Daarbij is het belangrijk
dat de spelers snel de 5 W’s concreet
maken, waarbij geldt ‘wie het eerst
concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld:
“Hallo pappa” kun je logischerwijs niet
beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”.

Activiteit

dierenwinkel

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Fouten durven maken

Benodigdheden

(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Ik maak 20 kaartjes met allemaal verschillende dieren. Deel de groep in 2en. En geef de helft een kaartje met een dier erop.

 

 

Uitvoering

de ene speler staat in de ‘dierenwinkel’. De andere speler komt zijn zogenaamde dier terug brengen. De speler die zijn dier komt terug brengen mag niet vertellen wat voor dier hij mee heeft en op een grappige manier uitbeelden wat voor dier het zou kunnen zijn.

 

 

 

 

 


 

Variatie

Kaartjes waar voorwerpen uit een dierenwinkel opstaan. Bijvoorbeeld, een kooi, voer en een riem.

In de wachtkamer... Wachten duurt zo lang! 

Drama Werkvorm

Inspringspel
Een improvisatiespelvorm waarbij de spelers volgens een bepaalde spelregel na elkaar in het spel komen, oftewel inspringen.

http://3.bp.blogspot.com/-bTL-M8fPmZI/T8T6N7OTuvI/AAAAAAAABwk/_UI7rbEfA34/s1600/P2180417.JPGDeze werkvorm is een variatie op improviseren en is bestemd voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama.
Meestal spreek je ook af hoe spelers weer uit het spel kunnen. Zo blijft het
 overzichtelijk.

Activiteit

In de wachtkamer

Doelgroep

Vanaf 7 jaar

Doel

  • In spel durven stappen
  • In samenspel leren spelideeën geven en accepteren
  • Elkaar verrassen
  • Fouten durven maken
  • Flexibel reageren op de (spel)situatie zonder eigen rol of speldoel te verliezen (in je rol blijven) 

Benodigdheden

Kaartjes, rood en wit

Grote speelruimte

Even aantal kinderen

Plaats

Speelvlak

Voorbereiding

Kaartjes schrijven en in goede volgorde leggen.

De regels goed kennen.

Uitvoering

Leg de kaartjes om en om in een stapeltje klaar. (rood, wit, rood, wit enz.) Deze deel je uit aan de groep. Op het rode kaartje staan de gebeurtenissen en op de witte staan gevolgen waarbij ingesprongen moet worden. Het is de bedoeling dat de kinderen zelf uitzoeken bij welk toneelstukje zij horen.

 

Bijlage
Opdrachtkaartjes

Maak zo veel kaartjes als nodig zijn voor jouw inspringspel. Ga uit van jouw klas voor het aantal spelers. Noteer de kaartjes op één of meer pagina’s, zodat ze geprint en geknipt kunnen worden.


Opdrachtkaartjes

 

Jij bent een man/vrouw die haar portemonnee in de put heeft laten vallen en deze eruit probeert te halen.


Opdrachtkaartjes

 

Je ziet een vrouw stuntelend bij een put zitten opzoek naar haar portemonnee.


Opdrachtkaartjes

 

Je hebt boodschappen gedaan en bij het afrekenen kom je erachter dat je geen geld mee hebt.


Opdrachtkaartjes

 

Jij bent de 2e klant in de rij die de persoon voor je geld geeft voor zijn/haar boodschappen.


Opdrachtkaartjes

 

Jij bent een bejaard persoon die de weg niet over durft te steken.


Opdrachtkaartjes

 

Je ziet een bejaard persoon die je helpt met het oversteken van de drukke weg.


Opdrachtkaartjes

 

Je bent een kind dat iedereen pest.


Opdrachtkaartjes

 

Je bent de juf die het kind straft vanwege pesten van andere kinderen.

Puber

Beeldende vorming

 Kunst op straat

Activiteit

Street-art ( stoepkrijt tekening maken op straat)

Kijk eens anders naar de dingen om je heen

 

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

Met deze activiteit kom je tegemoet aan de behoefte van de puber om zelf te creëren en te ontwerpen. Eigenheid te brengen in het werk, een uniek werk te maken en zelfstandig te werken. Je sluit aan bij de belevingswereld van de doelgroep.

Benodigdheden

Fotocamera/telefoon, evt. selfie-stick, usb-kabel om foto’s op computer te zetten, printer, viltstiften, Stoepkrijt, gekleurde kinderklei

Plaats

Binnen en buiten 

Voorbereiding

Zorg dat de kinderen hun mobiel opgeladen hebben en hun eigen kabeltjes meebrengen.

Uitvoering

 

Ga in duo’s aan de slag. Je gaat naar buiten en je bekijkt je omgeving eens anders dan je gewend bent! Een paaltje waar je altijd omheen liep wordt nu ineens de neus van Pinoccio, een putdeksel wordt het huisje van een slak en in een streep van het zebrapad kun je allerlei andere dingen zien, bv een horlogebandje.

 

bedenk zelf eens een ander beeld van iets bestaands en fotografeer deze plekken.

 

print deze foto’s uit op A4 formaat in zwart/wit en maak hier overheen een ontwerp met viltstiften

 

voer 1 van de ontwerpen i.o. met de docent uit in het echt met stoepkrijt en/of klei (zoek wel een veilige plek, dus niet midden op de straat!)

 

maak hier een foto of filmpje van en presenteer deze aan elkaar in de klas 

Variatie

 

Voeg meer materialen toe, zoals plakplastic, natuurlijke materialen of gebruik indien het toegestaan is bijvoorbeeld spuitverf ( graffiti)

 

Spel

 

Hoe werkt mijn lijf?

Activiteit

 

  • Pantomime-estafette

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenspel
  • D.m.v. uitvoeren en beweging de kinderen comfortabeler laten voelen met en in hun eigen lijf.

 

Benodigdheden

 

  • Kaartjes met woorden die uitgebeeld kunnen worden.

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak genoeg kaartjes met verschillende categorieën woorden / begrippen / personen

 

Uitvoering

 

  • maak 2 groepen
  • laat de groepen tegen over elkaar zitten
  • laat de 1e ‘uitbeelders’ voor de eigen groep staan. De uitbeelders zien tegelijk het kaartje en proberen nu om de eigen groep zo snel mogelijk te laten raden wat uitgebeeld wordt.

 

Variatie

 

  • van makkelijk naar moeilijk;
  • makkelijk; sporten, gevoelens
  • moeilijker; handelingen; koken, naaien, stofzuigen, ook dingen zoals; televisie, mobiel, brievenbus
  • nog moeilijker; karaktereigenschappen; eerlijkheid, respect, betrouwbaar…

 

 

 

Samen maken we een brug

Activiteit

 

  • ‘bruggen bouwers’

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • grote ruimte en veel deelnemers

 

Plaats

 

  • binnen en buiten

 

Voorbereiding

 

  • maak met 2 lijnen duidelijk een begin en eind.

 

Uitvoering

 

  • de groep verdeeld zich in 2 groepen; een kleine en een grote.
  • De grote worden de brug onderdelen als start
  •  De kleine groep zijn de ‘overstekers’.
  • De groep overlegt welke vorm wordt gekozen om de “rivier” over te steken. Bijv; op handen en knieen een brug maken of armen gekrijst vasthoudend.
  • Wanneer alle ‘oversterkers’ aan de overkant zijn, worden de 1e brugdelen ook overstekers en zijn de overstekers worden brugdelen.
  • Doel is van begin tot eindstreep niet de rivier in te gaan en dus geen ‘natte’ voeten te halen.

 

Variatie

 

  • Eerst 1 persoon naar de overkant
  •  Groep weer terug en de volgende halen

 

 

 

Pak die vlag!

Activiteit

 

  • Vlaggenroof

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • Samenwerken
  • Tactisch leren denken

 

Benodigdheden

 

  • Een vlag (bijv een theedoek)
  • Een ruimte buiten zoals een groot  perceel bos

 

Plaats

 

  • Buiten / bos

 

Voorbereiding

 

  • Kijk of het bos geschikt is; bramenbosjes / brandnetels end..

 

Uitvoering

 

De spelers worden verdeeld in twee (of meer) gelijke groepen. Elke speler krijgt een wollen draadje, een leven, om de arm. De groepen hebben een verschillende kleur draad. De opdracht voor deze groepen luidt: verover de vlag van een andere groep. Iedere groep heeft op zijn speelveld een vrijplaats waar de vlag wordt verdedigd. De afmetingen van deze vrijplaats zijn van te voren door de leiding vastgesteld. Ook wordt door de leiding de plaats van de vlag gecontroleerd. Je kunt er levens proberen te veroveren. Zo'n leven is een wollen draad die door alle spelers dwars over de borst gedragen wordt. Als een speler zijn leven kwijt is -de draad kapot getrokken-, moet hij eerst naar de spelleider om een nieuw leven te halen. Vervolgens mag deze speler weer meespelen.

Variatie

 

  • Meerdere teams
  • Als het een beetje tegenzit is de vlag binnen een paar minuten gepakt. Een oplossing daarvoor: De vlag bestaat bijvoorbeeld uit 10 linten vastgemaakt aan een stok. Per keer mag er maar 1 lint meegenomen worden. De groep die als eerste een kale stok overhoudt heeft verloren. Als een speler in de vrijplaats van de tegenstander is doorgedrongen, is deze speler vrij, er mag dan geen leven van hem/haar worden afgepakt. Het spel is afgelopen als de vlag van de tegenstander is geroofd en naar het eigen gebied is meegenomen.
  • In het donker met Light-sticks

 

 

Voetbal in het klein... met je mond?!

Activiteit

 

  • Blaasvoetbal

 

Doelgroep

 

  • 10-14 jaar

 

Doel

 

  • samenwerken

 

Benodigdheden

 

  • tafel of grote plaat
  • rietjes
  • kleine doeltjes

 

Plaats

 

  • binnen

 

Voorbereiding

 

  • maak een veld op een tafel of een plaat door er een rand op te maken.
  • Maak een doeltje op de beide einden van de plaat

 

Uitvoering

 

  • Verdeel de spelers in twee partijen rondom een tafel met opstaande randen en daarop twee goals. Alle spelers krijgen een rietje en moeten het pingpong balletje in het goal van de tegenstander blazen. Voor spelers die in hun buigrietje nog wel een hockeystick herkennen en deze ook als zodanig gebruiken, is een schaar aanbevelenswaardig. In elk geval het dreigen ermee. Als het maken van de doelen moeilijk is, of het is voor de spelers lastig om een doelpunt te maken, haal dan de opstaande uiteindes van de tafel af en werk met dit tafelbrede goal.

 

Variatie

 

  • i.pv. een harde rand kan er ook meel worden gebruikt (het effect dat het een grote puinhoop wordt moet dan ook maar geaccepteerd worden)

 

 

 

 

Muziek

Rap, rap, rap!

Activiteit

Rappen

 

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je zelfgemaakte rap of de bestaande tekst die je hebt gebruikt in de muziekles (en eventueel een opname van je rap op beat of een link van waar de beat (of je hele rap) te vinden is online) toe aan je online activiteitenmap.

Doelgroep

Pubers/adolescenten
 

Doel

Het helpt om luister- en concentratievermogen te verhogen.

Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor.
 

Ondersteunt taalontwikkeling, taalvaardigheid en het vergroten van de woordenschat. Ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
 

Feiten in rijmpjes en liedjes worden vaak makkelijk onthouden (abc, tellen, seizoenen, enz.).

 

De teksten stimuleren de fantasie.

Benodigdheden

Een beat (zelfgemaakt; van te voren of ter plekke gespeeld of een bestaande beat).

 

Tekst (bestaand of zelfgemaakt).

 

Apparatuur: materiaal om de beat af te spelen, (eventueel: ) microfoons.

Plaats

-

 

Voorbereiding

Zorg dat je een beat hebt (zoek deze online, maak hem zelf of zorg dat er materialen zijn om deze ter plekke te maken (gebruik bijvoorbeeld drums, overige percussie of een loopstation en je stem).

 

Zorg dat je teksten hebt (zelfgemaakt of een bestaande tekst of gedicht) of inspireer de pubers om teksten te maken (geen voorbeelden, thema’s).

Uitvoering

Gebruik een beat om de tekst op te zetten. Besteed aandacht aan hoe je en tekst maakt (of gebruik bestaande teksten). Besteed aandacht aan: ritme, rijm, uitspraak, hoe gebruik je verder je stem. Dit kan in allerlei vormen/oefeningen.

Laat pubers/adolescenten een rap maken, oefenen, performen.

Variatie

Gebruik informatieve teksten; om (studie)stof te onthouden.

Voeg aan de raps zangkoortjes en/of instrumenten toe. Werk de nummers uit. Voeg teksten samen. Neem de nummers op. Zet de nummers online. Maak een videoclip erbij, organiseer een optreden(tje) enz.

 

Een samengestede rap

Activiteit

Rap

Doelgroep

Puber/adolescent

Doel

Vermaak, emoties uiten, zelfvertrouwen opbouwen, out of the box denken

Benodigdheden

Pen, papier (laptop), evt instrumenten

Plaats

Binnen

Voorbereiding

Ga met een groepje om tafel zitten en begin met oefenen om te rijmen. Voor sommige is dit niet zo makkelijk. Help elkaar waar nodig. Na het oefenen komt het echte werk. Ga nu samen serieus nadenken over waar de rap over moet gaan of laat je fantasie werken!

Uitvoering

Wanneer de rap af is ga je opzoek naar instrumenten of een beat die je er achter kan zetten. Als je dit hebt gevonden laat je dit horen aan de rest van de groep.

Onze gemaakte rap:

Als het wat minder gaat,

Dan ga je in de spagaat.

En als dat niet lekker zit,

Ga je maar in de split.

Loop maar lekker in het bos,

Want dan ben je een vos.

En als je dat niet wil doen,

Koop je maar een nieuwe schoen.

Of je doet dit niet,

Maar fluit als een parkiet.

Daar word je vrolijk van,

En kan je vliegen als peter pan.

Maar he, vlieg niet te snel,

Want jolien die vangt je wel.

Pas dus heel goed op,

Dan doe je het echt top!

Dit is onze rap,

Dus hou nu snel je klep.

Het einde is echt hier,

We hadden veel plezier.

Dit is de beat waar hij op

kan:

 https://www.youtube.com/watch?v=F7q3dzaKVMw 

Variatie

Probeer de zelfde rap op een andere beat te rappen of neem de zelfde beat en een andere rap, je kunt eindeloos door gaan met verzinnen. Probeer eens helemaal in 1 thema te blijven met alle groepjes en luister naar de verschillende raps die er zijn gemaakt. Of verzin eens allemaal iets anders en kijk of je er een samenstelling uit kunt halen

 

Drama

2D verhaal zonder woorden!

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
  •  

Ouderen

Muziek

Zingen voor ouderen

 

Activiteit

Lied zingen uit de tijd van de oudere

Gekregen opdracht tijdens de les muziek:
Voeg je gemaakte verslag toe aan je online activiteitenmap.

Welke muziek luisterden de ouderen van nu toen ze zo oud waren als jullie?
Zoek muziek op uit de jaren 50 en 60.

Maak een kort verslagje (1A4, mag handgeschreven) in deze les en beantwoord de volgende vragen:
Werk alleen, in een twee-of drietal.

1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?
2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)
3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?
5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).
6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.
Voeg het verslagje toe aan je online activiteitenmap (getypt of duidelijk geschreven en een duidelijke foto ervan).

Doelgroep

Ouderen (kan evt. ook voor volwassenen).
 

Doel

Vermaak, herinneringen ophalen

Benodigdheden

Een lied uit de jaren van de ouderen (in dit geval jaren ’50 en ’60). Denk ook aan Nederlandstalig.

Plaats

-

Voorbereiding

Zorg dat je het lied zelf kent; de melodie en de tekst. Eventueel kun je de akkoorden instuderen op een begeleidend harmonie instrument (bijvoorbeeld een gitaar of piano) en het lied begeleiden.


Wil je het lied zingen/aanleren met ouderen: zorg voor tekst op groot formaat.

Uitvoering

Zing het lied voor of laat het horen. Geef aan welk stuk je eerst gaat oefenen (bijvoorbeeld de eerste twee zinnen van het eerste couplet).
Herhaal het een aantal keer. Besteed eventueel aandacht aan: ritme, melodie (op toon zingen), hoe gebruik je verder je stem.

Variatie

Maak de melodie tweestemmig (maak een heel koor).

 

Verslag jaren '50 en '60

Muziek voor ouderen

 

1. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 50?

1950:     Rock ’n Roll

1950:     Soul


2. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over enz.)

-Saxofoon, gitaren, drum

-Liefde

-Snel  


3. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.

-Fats Domino     –             Blueberry Hill

-Bill Haley            -              Rock around the clock

-Cliff Richard      -              Living doll

-Buddy Holly      -              Peggy Sue                         

-Doris Day            -              Que Sera Sera


4. Welke muziekstijl was er populair in de jaren 60?

1963:     Rock

1968:     Punk en Funk


5. Wat was kenmerkend aan deze muziek? (noem 3 dingen denk aan; muziekinstrumenten, tempo/ritme, waar ging de muziek over en wat er veranderde ten op zichtte van de jaren ‘50).

-Meer onderwerpen waar over gezongen mocht worden

-Folkmuziek werd weer populair

-Opkomst van beatmuziek uit Engeland


6. Noem vijf artiesten/bands uit deze tijd en bij iedere 1 nummer. Luister deze nummers.

-Beach Boys                        -              Eleanor Rigby

-Beatles                                -              Michelle

-Elvis Presley                     -              Love letters

-Ike en Tina Turner          -              River deep, Mountain high

-Rolling Stones                 -              Paint it black

Drama

2D verhaal zonder woorden!

Drama Werkvorm

(Levend) Schimmenspel
De spelers spelen tussen een doek en een lichtbron. Met hun schaduw verbeelden ze het spel.

Dit is voor veel doelgroepen een
fascinerende werkvorm. Hoe ouder de leeftijdsgroep hoe preciezer en
gedetailleerder ze hiermee willen werken.
Voor sommigen is het fijn om zich achter
het doek te kunnen verbergen, anderen
vinden het confronterend om in de
schaduw hun eigen lichaamsvormen
terug te zien. Verkleden/vervormen is
dan een oplossing.
Technische aspecten:
Dichtbij het doek geeft kleine en scherpe schaduwen, verderaf groter; langzaam bewegen maakt de details goed zichtbaar; altijd voorwerpen gebruiken die de schaduw verbeelden; in profiel maakt mimiek zichtbaar; gebruik de trucjes met verbergen-verschijnen en de magie van schaduwspel waarbij je kunt doen alsof je
elkaar raakt, kust, verwondt zolang het in
de schaduwen maar klopt.

Activiteit

De handeling

Doelgroep

Vanaf 8 jaar

Doel

  • (lichamelijke) uitdrukkingsvaardigheid vergroten
  • Goed kijken en bewust uitbeelden stimuleren
  • Nadenken over (lichamelijke) verhoudingen

Benodigdheden

Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek

Plaats

Binnen of buiten m.b.v. de zon

Voorbereiding

Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen.

Uitvoering

De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling.
 

Variatie

  • Laat groepjes een schaduwspel maken bij een lied
  • Speel handschimmenspel.
  • Speel met uit karton geknipte figuren. Dit kan ook achter een klein doek op een tafel.
  •  

Extra info

Ik heb samen met een paar klasgenootjes een ontwikkelingskrant gemaakt. Hierin staan allerlei leuke weetjes en tips over de ontwikkeling van de baby. peuter, kleuter en het schoolkind (verschillende leeftijden0. Ook staan er persoolijke ervaringen in en informatieve stukken. Wie weet doet u er meer informatie over op! 

Veel leesplezier!

Dit zijn wij, de dames van de krant!
Dit zijn wij, de dames van de krant!

Ontwikkelingskrant

  • Het arrangement Activiteitenmap Inge is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Inge Verschuren Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-11-28 13:48:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    MBO, Niveau 4: Middenkaderopleiding; VSO;
    Leerinhoud en doelen
    Spelontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    Ontwikkelingskrant
    http://www.nieuwstool.nl/index.php?pagina_nr=2&code=y1fdyvr
    Link