Sstt, niks zeggen!
TRRRRIINGGG, oeh wie staat er voor de deur?
Drama Werkvorm |
Improvisatiespel |
Deze werkvorm is voor spelers die meer durven of al ervaring hebben met drama. Een belangrijke spelregel om een toneelspel in improvisatie te laten slagen is dat de spelers elkaars ideeën accepteren. Het is belangrijk om elkaars ideeën niet te blokkeren en steeds ook zelf spelideeën te leveren om het verhaal in het toneelstukje verder te helpen. Daarbij is het belangrijk dat de spelers snel de 5 W’s concreet maken, waarbij geldt ‘wie het eerst concretiseert bepaalt’. Bijvoorbeeld: “Hallo pappa” kun je logischerwijs niet beantwoorden met “Ik ben je pappa niet”. |
|
Activiteit |
Aanbelspel |
Doelgroep |
Vanaf 7 jaar |
Doel |
|
Benodigdheden |
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren |
Plaats |
Speelvlak |
Voorbereiding |
Van tevoren krijgen de spelers een opdrachtkaartje met daarop een typetje, bijvoorbeeld stoer, verlegen, dromerig. De spelers oefenen hun typetje. Dit kan door de groep in tweeën te delen en eerst de ene rij bij de andere rij te laten aanbellen en daarna omgekeerd. |
Uitvoering |
Het publiek zit in een halve cirkel. Steeds twee spelers, die niet met elkaar geoefend hebben, staan tegenover elkaar voor het publiek. De ene speelt zijn of haar typetje en loop over een denkbeeldig tuinpad naar het midden van het speelvlak en doet of ie aanbelt. De ander loopt dan, op dezelfde manier, naar ‘de deur’. Dan start het spel. De aanbeller komt iets brengen, zeggen of verkopen. De ander probeert op dezelfde manier te reageren, dus hetzelfde typetje te worden. |
Variatie |
|
Drama Werkvorm |
Improvisatiespel |
|
|
Activiteit |
?? |
Doelgroep |
Vanaf 7 jaar |
Doel |
|
Benodigdheden |
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren |
Plaats |
Speelvlak |
Voorbereiding |
Hoe luidt de opdracht voor de spelers en krijgen ze nog gegevens of spelregels voor de improvisatie?
|
Uitvoering |
Hoe spelen de spelers hun improvisatie en hoe bespreek je het na?
|
Variatie |
|
Op vakantie in Verweggiestan!
Drama Werkvorm |
Afspraakspel |
Dit is de meest bekende manier van |
|
Activiteit |
Een dagje winkenel... gezellig of niet? |
Doelgroep |
Vanaf 7 jaar |
Doel |
|
Benodigdheden |
(zo mogelijk) decor, attributen, verkleedkleren |
Plaats |
Kan op vele plekken |
Voorbereiding |
Je bent met een groepje vrienden/vriendinnen een dagje aan het winkelen. Wanneer jullie voor een etalage staan komt er een vreemde man aan gelopen en vraagt of jullie kunnen uitleggen waar een supermarkt zit. Wat jullie niet weten is dat hij eigenlijk jullie aan het afleiden is. Een vriend van hem is jullie aan het beroven en niemand heeft het door.. Tot jullie willen afrekenen in een winkel! Er start een zoektocht naar de dader en jullie verdenken elkaar.. Laat elk groepje de 5W’s invullen en hun toneelstukje oefenen.
|
Uitvoering |
Elk groepje voer zijn stukje uit, de groep mag na het stukje raden en overleggen wat de 5 W's waren.
|
Variatie |
|
2D verhaal zonder woorden!
Drama Werkvorm |
(Levend) Schimmenspel |
Dit is voor veel doelgroepen een |
|
Activiteit |
De handeling |
Doelgroep |
Vanaf 8 jaar |
Doel |
|
Benodigdheden |
Doek, lichtbron, attributen, 2 schotten naast het doek |
Plaats |
Binnen of buiten m.b.v. de zon |
Voorbereiding |
Uitleg: Licht de technische mogelijkheden van schimmenspel toe. Deel de groep in twee- of drietallen. Elk groepje kiest één handeling en verzint daaromheen een verhaaltje met begin midden eind. Ze zoeken attributen bij elkaar en proberen alles uit achter het doek. Handelingen die uitdagen zijn: vechten, toveren, opereren, zoenen. |
Uitvoering |
De groepjes presenteren om de beurt hun verhaal. Naderhand laten ze zien welke materialen ze hebben gebruikt en het publiek raadt de gekozen handeling. |
Variatie |
|
Op bezoek bij de dierenwinkel!
Drama Werkvorm |
Improvisatiespel |
Deze werkvorm is voor spelers die meer |
|
Activiteit |
dierenwinkel |
Doelgroep |
Vanaf 7 jaar |
Doel |
|
Benodigdheden |
(zo nodig) decor, attributen, verkleedkleren |
Plaats |
Speelvlak |
Voorbereiding |
Ik maak 20 kaartjes met allemaal verschillende dieren. Deel de groep in 2en. En geef de helft een kaartje met een dier erop.
|
Uitvoering |
de ene speler staat in de ‘dierenwinkel’. De andere speler komt zijn zogenaamde dier terug brengen. De speler die zijn dier komt terug brengen mag niet vertellen wat voor dier hij mee heeft en op een grappige manier uitbeelden wat voor dier het zou kunnen zijn.
|
Variatie |
Kaartjes waar voorwerpen uit een dierenwinkel opstaan. Bijvoorbeeld, een kooi, voer en een riem. |
In de wachtkamer... Wachten duurt zo lang!