Dalton Voorburg - Tips en oefening

Dalton Voorburg - Tips en oefening

Klas 1

Hoofdstuk 1

Onder deze kop vind je extra informatie en filmpjes van hoofdstuk 1. Ook kun je hier extra digitale vragen vinden waardoor je nog beter bent voorbereid op het proefwerk. wacht dus niet langer en ga aan de slag!

H.1 paragraaf 1

Het is geen toeval dat je op planeet aarde woont. De temperatuur is hier precies goed. Er is zuurstof om te ademen. Er is vloeibaar water om te drinken. En de dampkring beschermt je tegen gevaarlijke straling en stukken steen uit de ruimte. Er is geen andere planeet bekend waar de omstandigheden zo gunstig zijn voor leven.

Maar wat is nou precies de functie van die dampkring? Klik voor een extra filmpje op de onderstaande link. (als de link het niet doet, open hem dan in internet explorer)
http://www.schooltv.nl/video/embedded/de-dampkring-zonder-de-dampkring-kunnen-we-niet-leven/?npo_cc_skip_wall=1&npo_cc=na&npo_rnd=171613835
 

Test: H1.1

Start

H.1 paragraaf 2

Planeet aarde is een prima woonplaats voor mensen. Toch wonen op de ene plek veel meer mensen dan op de andere. In Kathmandu wonen miljoenen mensen dicht op elkaar. Een paar kilometer verderop, in de Himalaya, woont bijna niemand. Waarom wonen op de ene plaats veel mensen en is een ander gebied vrijwel leeg?

 

Toets: H1.2

Start

H.1 paragraaf 3

Verklein je woonplaats 20.000 keer. Strijk alle uitsteeksels helemaal glad. Bruggen, torens, stoepranden: weg ermee. Laat alle onbelangrijke details weg. Schoorstenen, glasbakken, wipkippen: foetsie. Geef alle plekken met dezelfde functie eenzelfde kleur. Parken groen. Huizen oranje. Water blauw. Zo: je kaart is klaar. Hoewel? Als je het zo aanpakt, weet niemand hoe groot alles in het echt is. En waar is het noorden? Wat betekenen al die kleuren? Daar moet je dus nog wat aan doen. 

 

 

Toets: H1.3

Start

H.1 paragraaf 4

‘Waar ben je?’ 
‘Op school.’
‘Ja, dat snap ik. Maar waar precies op school?’
‘Op 51 graden, 52 minuten, 11 seconden noorderbreedte en 5 graden, 52 minuten en 17 seconden oosterlengte.’ 
‘Okay, zie je daar!

 

Toets: H1.4

Start

H.1 paragraaf 5

Er wonen meer dan 27.000 mensen. De stad ligt midden in de woestijn. ’s Zomers is het er gemiddeld rond de 35 graden. De rivier die door het centrum loopt, staat 95% van de tijd droog. Het eerstvolgende dorp ligt 270 kilometer zuidelijker, maar daar woont bijna niemand. De eerst volgende stad is meer dan duizend kilometer ver weg, net als de zee. Welkom in Alice Springs!

Toets: H1.5

Start

Hoofdstuk 2

In dit hoofdstuk ga je leren welke klimaten er op aarde voorkomen. Ook gaan we kijken waarom het ene klimaat heel warm is en het andere juist koud. Of heel droog. Hoe onstaat neerslag en welke soorten neerslag zijn er.

Bij dit hoofdstuk zal veel klassikale uitleg gegeven worden. Zorg dat je de aantekeningen van de docent overneemt. We zullen ook een aantal opdrachten gezamenlijk nabespreken. Het is wel de bedoeling dat je ze eerst zelf maakt/probeert te maken.

Inleidend filmpje van Geotopics:

 

H.2 paragraaf 1

 

 

Als je van de evenaar naar de Noordpool reist, wordt het steeds kouder. Deze temperatuursverschillen hebben te maken met de hoogte van de zon. Op de evnaar schijnt de zon loodrecht op je hoofd. Op de polen staat de zon midden op de dag heel laag. Schuine zonnestralen geven veel minder warmte dan loodrechte zonnestralen.

 

Het is dag aan de kant van de aarde die naar de zon is gekeerd. Aan de andere kant is het dan nacht.

 

 
 

 

Test: H2.1

Start

H.2 paragraaf2

 

 

Het natuurlijke broeikaseffect zorgt ervoor dat wij op aarde kunnen leven:

 

 

Test: H2.2

Start

H.2 paragraaf 3

Hoe ontstaat neerslag? En op welke drie manieren kan neerslag ontstaan: 

 

H.2 paragraaf 4

Hoe lees je een klimaatgrafiek af?

Zo dus: 

 

En nog een keer ...! 

 

 

Test: H2.4

Start

H.2 paragraaf 5

 

 

 

Via deze link kun je oefenen met de klimaten op aarde: http://www.topomania.net/mapinfo/317

Test: H2.5

Start

H.2 paragraaf 6

 

Test: H2.6

Start

Hoofdstuk 4

Dit hoofdstuk gaat over de belangrijkste stof op aarde: water. We kijken naar de voorraad water op aarde, naar de kringloop van water, naar een onderdeel uit die kringloop, de rivieren, en naar een voorbeeld van zo’n rivier, de Rijn. Na afloop van het hoofdstuk moet je een antwoord kunnen geven op vragen als:
‒ Waarom is er zo weinig zoet water beschikbaar?
‒ Hoe werkt de waterkringloop?
‒ Welke onderdelen zijn belangrijk bij de beschrijving van een rivier?

H.4 paragraaf 1

Waarom zeewater zout is

waterkringloop

Test: H 4.1

Start

Test: H.4.2

Start

Test: H4 .3

Start

Toets: H4.4

Start

Test: H4.5

Start

Klas 2

Toets

Start

Toets: H.5.3

Start

Toets: H.5.5

Start

Klas 3

Test: H2.1

Start

Toets: H2.3

Start

Toets: H2.4

Start

Test: P 2.5

Start

Toets: H4.1

Start

Toets: H4.2

Start

Toets: H4.3

Start

Toets: H4.4

Start