Onder deze kop vind je extra informatie en filmpjes van hoofdstuk 1. Ook kun je hier extra digitale vragen vinden waardoor je nog beter bent voorbereid op het proefwerk. wacht dus niet langer en ga aan de slag!
H.1 paragraaf 1
Het is geen toeval dat je op planeet aarde woont. De temperatuur is hier precies goed. Er is zuurstof om te ademen. Er is vloeibaar water om te drinken. En de dampkring beschermt je tegen gevaarlijke straling en stukken steen uit de ruimte. Er is geen andere planeet bekend waar de omstandigheden zo gunstig zijn voor leven.
Planeet aarde is een prima woonplaats voor mensen. Toch wonen op de ene plek veel meer mensen dan op de andere. In Kathmandu wonen miljoenen mensen dicht op elkaar. Een paar kilometer verderop, in de Himalaya, woont bijna niemand. Waarom wonen op de ene plaats veel mensen en is een ander gebied vrijwel leeg?
Verklein je woonplaats 20.000 keer. Strijk alle uitsteeksels helemaal glad. Bruggen, torens, stoepranden: weg ermee. Laat alle onbelangrijke details weg. Schoorstenen, glasbakken, wipkippen: foetsie. Geef alle plekken met dezelfde functie eenzelfde kleur. Parken groen. Huizen oranje. Water blauw. Zo: je kaart is klaar. Hoewel? Als je het zo aanpakt, weet niemand hoe groot alles in het echt is. En waar is het noorden? Wat betekenen al die kleuren? Daar moet je dus nog wat aan doen.
‘Waar ben je?’ ‘Op school.’ ‘Ja, dat snap ik. Maar waar precies op school?’ ‘Op 51 graden, 52 minuten, 11 seconden noorderbreedte en 5 graden, 52 minuten en 17 seconden oosterlengte.’ ‘Okay, zie je daar!
Er wonen meer dan 27.000 mensen. De stad ligt midden in de woestijn. ’s Zomers is het er gemiddeld rond de 35 graden. De rivier die door het centrum loopt, staat 95% van de tijd droog. Het eerstvolgende dorp ligt 270 kilometer zuidelijker, maar daar woont bijna niemand. De eerst volgende stad is meer dan duizend kilometer ver weg, net als de zee. Welkom in Alice Springs!
In dit hoofdstuk ga je leren welke klimaten er op aarde voorkomen. Ook gaan we kijken waarom het ene klimaat heel warm is en het andere juist koud. Of heel droog. Hoe onstaat neerslag en welke soorten neerslag zijn er.
Bij dit hoofdstuk zal veel klassikale uitleg gegeven worden. Zorg dat je de aantekeningen van de docent overneemt. We zullen ook een aantal opdrachten gezamenlijk nabespreken. Het is wel de bedoeling dat je ze eerst zelf maakt/probeert te maken.
Inleidend filmpje van Geotopics:
H.2 paragraaf 1
Als je van de evenaar naar de Noordpool reist, wordt het steeds kouder. Deze temperatuursverschillen hebben te maken met de hoogte van de zon. Op de evnaar schijnt de zon loodrecht op je hoofd. Op de polen staat de zon midden op de dag heel laag. Schuine zonnestralen geven veel minder warmte dan loodrechte zonnestralen.
Het is dag aan de kant van de aarde die naar de zon is gekeerd. Aan de andere kant is het dan nacht.
Dit hoofdstuk gaat over de belangrijkste stof op aarde: water. We kijken naar de voorraad water op aarde, naar de kringloop van water, naar een onderdeel uit die kringloop, de rivieren, en naar een voorbeeld van zo’n rivier, de Rijn. Na afloop van het hoofdstuk moet je een antwoord kunnen geven op vragen als:
‒ Waarom is er zo weinig zoet water beschikbaar?
‒ Hoe werkt de waterkringloop?
‒ Welke onderdelen zijn belangrijk bij de beschrijving van een rivier?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Dalton Voorburg - Tips en oefening is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteurs
Dalton Docent
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-12-08 11:17:29
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
H1.1
H1.2
H1.3
H1.4
H1.5
H2.1
H2.2
H2.4
H2.5
H2.6
H 4.1
H.4.2
H4 .3
H4.4
H4.5
toets/oefening
H.5.3
H.5.5
H2.1
H2.2
H2.3
H2.4
P 2.5
H4.1
H4.2
H4.3
H4.4
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.