Inhoud en doel
Hoe belangrijk is arbeid voor de maatschappij, voor de economie en voor jou? In dit arrangement leer je de betekenis van een aantal begrippen en ga je met deze begrippen aan de slag. Je leert onder andere soorten arbeid kennen en gaat een diavoorstelling maken over welvaart.
Opdrachten
De volgende opdrachten komen in dit arrangement aan bod:
1 Arbeid voor jou?
2 Jongeren vs ouderen
3 Vrijwillig(er) of niet?
4 Soorten arbeid
5 Waarom werk je?
6 Het Nieuwe Werken
7 Wat is welvaart
Verdieping
Deze opdrachten volgen elkaar op. Lees ze eerst door, dan weet je wat er allemaal moet gebeuren en kun je je aanpak bedenken. Verzamel al je antwoorden in een Word-document en lever deze aan het einde in bij je docent.
De docent zal verdere afspraken maken over de planning etc. en afspreken of je de verdieping ook gaat doen.
1 Arbeid voor jou?
Misschien dat je nu al werkt of een bijbaantje hebt. Of je gaat in de nabije toekomst werken.
Je bent zeker niet de enige! Maar waarom werken we eigenlijk? Alleen voor het geld, of zijn er ook andere redenen?
Opdracht 1
Schrijf in ongeveer 500 woorden op hoe jij (jouw) werk ziet. Verwerk antwoorden op de volgende vragen ook in het stuk:
- Waarom werk je of wil je gaan werken?
- Wat vind je van het werk dat je nu doet of wat denk je dat je gaat vinden van jouw toekomstige werk?
- Hoe zie je jouw (toekomstige) werk?
- Welke waarden zijn voor jou belangrijk in je werk?
Lever jouw tekst digitaal in bij de docent.
Tip: De volgende testen kunnen je helpen bij het schrijven van jouw stuk:
Bronnen:
- http://www.123test.nl
2 Jongeren vs ouderen
Bestond het werk dat je nu doet vroeger eigenlijk wel? Wat voor een bijbaantjes hebben jouw opa en oma gehad? Lees het volgende bericht over arbeid van vroeger en nu.
Opdracht 2a
Maak ongeveer 10 interviewvragen over het onderwerp ‘arbeid vroeger en nu’. Interview minimaal twee personen die ouder zijn dan 50 jaar en minimaal twee personen die jonger zijn dan 30 jaar.
Na de interviews moet je onder andere antwoord kunnen geven op de volgende vragen:
- Wat voor soort arbeid werd er vroeger veel gedaan?
- Hoe kwam je aan een baan en hoe kom je nu aan een baan?
- Vanaf welke leeftijd gingen mensen werken?
- Wat betekent arbeid voor de geïnterviewden?
Maak een verslag van de antwoorden en lever deze in bij de docent.
Opdracht 2b
Maak nu een poster waarin je laat zien welke verschillen er zijn tussen de arbeid van nu en vroeger. En wat de betekenis is van arbeid voor jongeren en ouderen. Vul de gegevens uit de interviews eventueel aan met informatie die je nog kunt vinden. Laat duidelijk het verschil zien tussen feiten en meningen van de geïnterviewden.
Extra voor de docent:
Laat de leerlingen in duo’s de interviewvragen afnemen en de poster maken.
Bronnen:
- http://www.hrbase.nl/forum/topics/bestaat-er-zoiets-als-gezonde
3 Vrijwillig(er) of niet?
Heel veel Nederlanders doen aan vrijwilligerswerk. Bij een sportvereniging, bejaardentehuis of evenement. Doe jij ook vrijwilligerswerk? Bekijk eerst het filmpje over een aantal jongeren die vrijwilligerswerk doen. Ga daarna door naar vraag a).
Opdracht 3a
Als je vrijwilligerswerk doet, schrijf dan op wat je doet, waarom je het doet en hoe je daar mee in aanraking bent gekomen.
Opdracht 3b
Vind je vrijwilligerswerk belangrijk? En waarom? Schrijf dit ook op.
Opdracht 3c
Bekijk de volgende twee websites van Vrijwilligerswerk en FreeForce. Schrijf op wat je nog niet wist over vrijwilligerswerk. Welke informatie kan je vinden over het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. Bespreek dit met een klasgenoot.
Opdracht 3d
Op de site van vrijwilligerswerk kun je iemand een compliment sturen. Wie zou jij een compliment willen sturen? Schrijf op waarom. Besprek dit in de klas. Jullie kiezen nu samen uit welke persoon jullie daadwerkelijk via de site een complimentje gaan sturen. Lever alle antwoorden in bij de docent.
4 Soorten arbeid
Er zijn verschillende soorten arbeid te onderscheiden.
Opdracht 4a
Maak groepjes van twee of drie personen. Schrijf op wat de volgende termen betekenen:
- Formele arbeid
- Informele arbeid
- Betaalde arbeid
- Onbetaalde arbeid
Als jullie een term niet weten, schrijf dan op waar je informatie hierover gaat zoeken. Ga op zoek naar de informatie en vul waar nodig de informatie aan.
Opdracht 4b
De begrippen die jullie bij vraag a hebben omschreven zijn nu weergegeven in een afbeelding (zie hieronder). Geef bij elke combinatie een voorbeeld van het soort werk. Kies hierbij uit huishoudelijk werk, arbeid in loondienst, zwart werk en vrijwilligerswerk. Geef je antwoord in het volgende bestand:
5 Waarom werk je?
Waarom werken wij eigenlijk? Bekijk het volgende filmpje en ga verder naar vraag a)
Opdracht 5a
Zoek de betekenis van de woorden 'zelfontplooiing' en 'zelfwaardering' op. Schrijf deze betekenis voor jezelf op.
Opdracht 5b
Lees de volgende twee stukken: Betekenis van arbeid en Arbeidsomstandigheden
Opdracht 5c
Schrijf nu in ongeveer 300 woorden op waarom jij werkt of wilt gaan werken. Lever dit in bij jouw docent.
6 Het Nieuwe Werken
‘Het Nieuwe Werken’. Misschien heb jij al eens van deze term gehoord of nog nooit? Maar wat betekent Het Nieuwe Werken (HNW) nu eigenlijk?
Opdracht 6
Bekijk de volgende websites over Het Nieuwe Werken om een beeld te krijgen van wat het precies is:
Bekijk nu ook de volgende twee filmpjes.
7 Jouw mening
Opdracht 7a
De docent hangt nu in het lokaal negen stellingen en één vraag op. Geef bij elke stelling aan in hoeverre je het eens of oneens bent met de stelling. Schrijf je naam op de lijn. Schrijf bij de vraag jouw naam achter het antwoord dat het beste bij je past.
Opdracht 7b
Bespreek jullie meningen klassikaal met de groep.
Extra voor de docent:
De stellingen kunnen ook digitaal gemaakt worden in bijvoorbeeld google docs.
Stellingen Het Nieuwe Werken
- Het Nieuwe Werken staat gelijk aan thuis werken en telewerken.
- Invoering van Het Nieuwe Werken betekent dat ik mijn kantoor/gebouwen en werkplekken anders moet inrichten.
- Om Het Nieuwe Werken mogelijk te maken, moet ik mijn medewerkers een laptop en/of smartphone geven.
- Het Nieuwe Werken draagt bij aan een betere werk/privé balans van mijn medewerkers.
- Het Nieuwe Werken is niet bij alle MKB-bedrijven toe te passen.
- Als mijn onderneming Het Nieuwe Werken invoert dan verwacht ik dat het ziekte verzuim van mijn medewerkers daalt.
- Als Het Nieuwe Werken wordt ingevoerd bij mijn onderneming dan zal dat ook betekenen dat er op een andere manier leiding gegeven moet worden.
- Het Nieuwe Werken draagt bij aan maatschappelijk verantwoord ondernemen en helpt om milieuvriendelijker en duurzamer te werken.
- Het Nieuwe Werken draagt bij aan het winst potentieel van mijn onderneming.
- Ik zie Het Nieuwe Werken als een oplossing voor problemen zoals: (meer dan één antwoord mogelijk)
- a) information overload’ (teveel mail)
- b) het niet genoeg delen van kennis
- c) het onnodig in de file staan
- d) ruimtegebrek op kantoor
- e) het teveel tijd kwijt zijn met het opzoeken van steeds dezelfde informatie
Bronnen:
- http://www.hetnieuwewerkendoejezelf.nl/#/home
- http://overhetnieuwewerken.nl/
- http://www.microsoft.com/netherlands/het_nieuwe_werken/
- http://www.werken20.nl/wat-is-het-nieuwe-werken/
8 Wat is welvaart?
Bekijk het onderstaande filmpje over welvaart. Ga daarna door met opdracht 8a.
Opdracht 8a
Maak groepjes van twee tot drie personen. Jullie gaan een Pecha Kucha maken over hoe jullie welvaart in Nederland ervaren. Een Pecha Kucha is een diavoorstelling van twintig afbeeldingen in een totale tijd van 6 minuten en 40 seconden. Elke afbeelding wordt daarbij precies twintig seconden getoond. Jullie mogen foto’s, afbeeldingen, geluid en tekst gebruiken.
Opdracht 8b
Bekijk elkaars presentaties en beoordeel deze samen. Overleg met je docent hoe jullie dit doen.
Extra voor de docent:
- Laat de leerlingen zelf beoordelingscriteria opstellen.
Bronnen:
- http://www.youtube.com/watch?v=eyUfNm487t4
Verdieping
Verdiepingsopdracht
Loop een werkdag mee met iemand die je kent. Zo kun je ervaren hoe iemand anders zijn werkdag is. Schrijf een kort verslag over hoe je de dag hebt ervaren.
Verwijzing naar methoden
Onderstaande informatie is verstrekt door de betreffende uitgevers. Over methoden die niet in het overzicht genoemd worden, is geen informatie ontvangen (oktober 2011).
Uitgeverij
|
Methode
|
Verwijzing
|
Edu'Actief
|
Context!
|
Context!: - Thema 3.1
|
Noordhoff Uitgevers
|
Connect
|
Projecten van Connect: - Ethiek - Pesten, treiteren en stangen - Samenwerken - Werkloos: lekker relaxed?
|
ThiemeMeulenhoff
|
Spring
|
Spring-thema's: - Jij en de maatschappij - Iedereen ziet het anders - Rolmodellen - Informatie vinden - Je mening geven - Discussie voeren - Rapporteren - Samen besluiten nemen - Lichaamstaal - Een groep toespreken
|
|
Inzicht
|
Leerwerkboek INZICHT: - Hoofdstuk 6 Loopbaan - Hoofdstuk A Ik
|
Docentinformatie
Inleiding
Dit arrangement voor Burgerschap is ontwikkeld in het kader van de uitbouw en groei van het gebruik van Wikiwijs.
Hiervoor is onder andere ook een leerlijn ontwikkeld en opgenomen in Wikwijs. Deze leerlijn is gebaseerd op het nieuwe brondocument voor schooljaar 2011-2012. Hierin zijn de kerntaken en werkprocessen vervallen.
Dit arrangement is onderdeel van een serie arrangementen die in dit kader voor de (nieuwe) leerlijn LB, het domein Burgerschap, zijn ontwikkeld. Zie hieronder: Overzicht bouwplan met de ontwikkelde arrangementen voor Burgerschap en hun inhoud.
Niveau
Dit arrangement is geschikt voor alle mbo niveaus. Voor de BBL wordt aangegeven welke opdrachten eventueel kunnen vervallen gezien het aantal SBU en het verschil in doelgroep.
SBU
Basisdeel voor niveau 3 / 4 = ongeveer 21 SBU (inclusief verdieping). BBL kunnen opdrachten indien gewenst vervallen; dit staat aangegeven bij de opdrachten, het aantal SBU vermindert daarmee dan ook.
Voorbereiding
De leerlingen gaan in dit arrangement onder andere een poster en diavoorstelling maken. Hiervoor is het handig als ze tijdschriften mee nemen of digitale afbeeldingen alvast opslaan. Deze kunnen ze dan gebruiken bij het maken van de poster en diavoorstelling.
Opbouw van het arrangement
Alle basisarrangementen zijn opgebouwd volgens het didactisch principe van oriënteren – verwerven - bestendigen – terugkijken.
Opdrachten
1 Arbeid voor jou? (1 SBU)
Dit is een inleidend onderwerp om de leerlingen te laten ontdekken waarom ze werken en welke waarden ze belangrijk vinden.
(Verkennen)
2 Jongeren vs ouderen (5 SBU)
Wat is het verschil tussen arbeid van vroeger en arbeid van nu? Is er een verschil in werkbeleving tussen jongeren en ouderen? Aan de hand van interviews gaan de leerlingen ontdekken wat de verschillen zijn. Deze laten ze zien in een poster.
(Verkennen)
3 Vrijwillig(er) of niet? (1 SBU)
Leerlingen gaan nadenken over het thema vrijwilligerswerk. wat een profielschets is en vervolgens hun eigen profielschets opstellen. Door middel van testjes komen de leerlingen er nog beter achter hoe ze in elkaar zitten.
(Verkennen)
4 Soorten arbeid (0,5 SBU)
Er zijn verschillende soorten arbeid. De leerlingen leren welke soorten er zijn, door informatie erover te zoeken.
(Ontdekken en construeren)
5 Waarom werk je? (1 SBU)
De leerlingen gaan motiveren waarom ze (willen gaan) werken.
(Ontdekken)
6 Het Nieuwe Werken en 7 Jouw mening (1 SBU)
De leerlingen maken kennis met de term ‘Het Nieuwe Werken’. Daarna gaan de leerlingen hun mening geven over stellingen die te maken hebben met Het Nieuwe Werken’.
(Ontdekken, onderzoeken en analyseren)
8 Wat is welvaart? (3,5 SBU)
Hier gaan de leerlingen een Pecha Kucha maken over hoe ze welwaart in Nederland ervaren. Daarna gaan de leerlingen elkaars diavoorstelling bekijken.
(Construeren, toepassen en evalueren)
Verdieping (+/- 8 SBU)
Als verdieping kunnen de leerlingen een werkdag meelopen met iemand die ze kennen en ervaringen opdoen.
(Benoemen en evalueren) (Alleen niveau 3/4 en BOL)
Beoordeling
- Verslag interview
- Poster
- Verslag
- Pecha Kucha
- Beoordelen van elkaars Pecha Kucha
Bronnen
Colofon
Dit arrangement is ontwikkeld in het kader van Loopbaan en Burgerschap als focusvak voor Wikiwijs.
Opdrachtgevers: Ruud de Moor Centrum, Heerlen & Kennisnet, Zoetermeer
Ontwikkeld door: Van de Graaf, Amstelveen