Stercollectie Engels - grammar & vocabulary hv 2 - under construction
Stercollectie Engels - grammar & vocabulary hv 2 - under construction
Engels Stercollectie - Grammar hv2
In this overview you will find all the grammar of hv2
Holidays and travel
present simple & past simple regular/irregular
reflexive pronouns (wederkerend voornaamwoord)
In de zin 'I hurt myself.' noem je 'myself' een wederkerend voornaamwoord.
Bestudeer uit de kennisbank Engels het onderdeel over wederkerende voornaamwoorden.
Natuurlijk kun je ook zeggen dat je iets aan het doen was.
Dit heet dan de past continuous en geeft aan dat iemand iets in het verleden aan het doen was of dat iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was.
Je gebruikt altijd de verleden tijd van het werkwoord 'to be': was of were.
En je plakt ook weer achter het hele werkwoord '-ing'.
Voorbeelden:
I wasreading a book.
Ik was een boek aan het lezen.
Lisa was dancing with Jake.
Lisa was met Jake aan het dansen.
They werecleaning the car.
Zij waren de auto aan het schoonmaken.
Ook in vraagzinnen en ontkennende zinnen kun je de past continuous gebruiken:
'Relative pronouns' worden gebruikt om twee zinnen/zinsdelen aan elkaar te verbinden en geven extra informatie geven over de rest van de zin.
De meest gebruikte relative pronouns zijn: who, which en that.
who verwijst terug naar een persoon. He is the man who wanted to say something.
which verwijst terug naar eerder genoemde dieren of zaken. The cat, which you see over there, is mine.
that kan zowel naar personen als naar dieren en zaken terugverwijzen.
Kate ate the cheesethat was in the fridge.
The womanthat lives next door is a doctor.
Je kunt de relative pronouns weglaten als het onderwerp in het 1e en 2e zinsdeel niet gelijk zijn.
Is this the book (that) you wanted to borrow? All the people (that) I met told me a different story.
words & chunks At home
these are all the words and chunks you have to learn for your test 'At home'.
You can also practise these words and chunks online of course!
Vocabulary list ‘At home’
Words:
hall
hal
living room
woonkamer
shower
douch
attic
zolder
freezer
diepvries
washing machine
wasmachine
cooker
fornuis
to dry up
afdrogen
tea towel
theedoek
towel
handdoek
sink
gootsteen
to build
bouwen
ground floor
benedenverdieping
to show
laten zien
to do the dishes
afwassen
cellar
kelder
stairs
trap
fence
hek, schutting
upstairs
boven
downstairs
beneden
for sale
te koop
to let
te huur
first floor
eerste verdieping
sink
gootsteen
lounge
woonkamer
refridgerator (fridge)
koelkast
spare room
logeerkamer
coffee maker
koffiezetapparaat
heating
verwarming
stove
kachel
to touch
aanraken
furniture
meubels
cottage
huisje
garage
garage
front
voor-
study
studeerkamer
back
achter-
sofa
zitbank
storey
verdieping
lavatory
toilet
cushion
kussen
fireplace
open haard
to wipe
vegen
to move into
intrekken
dining room
eetkamer
room
kamer, ruimte
view
uitzicht
gate
hek, poort
doorbell
deurbel
key
sleutel
curtain
gordijn
carpet
tapijt
to lock
op slot doen
to rent
(ver)huren
to move
verhuizen
waste paper basket
prullenmand
desk
bureau
blanket
deken
to change the sheets
de lakens verschonen
to vacuum
stofzuigen
to turn down
zachter zetten
to switch on, to turn on
aandoen
to switch off, to turn off
uitdoen
socket
stopcontact
plug
stekker
mirror
spiegel
bookshelf
boekenplank
drawer
la(de)
cupboard
kast
closet
ingebouwde kast
picture
plaat, foto, schilderij
radiator
radiator
to decorate
behangen, schilderen
to tidy
opruimen
scissors
schaar
Useful sentences / expressions
What sort of house have you got?
Wat voor soort huis hebben jullie?
I live in a terraced house.
Ik woon in een rijtjeshuis.
We live in a nice neighbourhood.
We wonen in een leuke buurt.
We have a house of our own.
We hebben een eigen uis.
We rent a house.
We huren een huis.
We are renovating our house.
We zijn ons huis aan het verbouwen.
The toilet is in the hall.
De toilet is in de hal.
How many rooms have you got?
Hoe veel kamers hebben jullie?
Have you got a bath or a shower?
Hebben jullie een bad of een douche?
What's your address?
Wat is jullie adres?
What type of house is it?
Wat voor soort huis is het?
We have a kitchen and livingroom downstairs.
We hebben een keuken en woonkamer beneden.
I've got a bedroom of my own.
Ik heb een eigen slaapkamer.
They live in a flat.
Ze wonen in een flat.
There are four rooms on the first floor.
Er zijn vier kamers op de eerste verdieping.
What does your living room look like?
Hoe ziet jouw woonkamer eruit?
Our living room is 40 square metres.
Onze huiskamer is 40 vierkante meter.
Make yourself at home.
Doe alsof je thuis bent.
Can I take a bath?
Mag ik een bad nemen?
How do I turn on the gas?
Hoe zet ik het gas aan?
The dishwasher is out of order.
De afwasmachine is stuk.
Once a week I mow the lawn.
Eenmaal per week maai ik het gras.
The plates are in the cupboard over the cooker.
De borden staan in het kastje boven het fornuis.
The library is near the cinema.
De bibliotheek is vlakbij de bioscoop.
Please close the garden gate.
Wil je het tuinhek dichtdoen?
You will find the map in the top drawer.
Je vindt de plattegrond in de bovenste la.
The waste bin is under the sink.
De afvalbak staat onder de gootsteen.
The neighbours are very friendly people.
De buren zijn erg aardige mensen.
Where are the cleaning things?
Waar zijn de schoonmaakspullen?
Mind the step!
Pas op het afstapje!
Press and media
past simple and present perfect
past simple en present perfect
Do you remember them? The past simple and present perfect?
present perfect
Om duidelijk te maken dat iets in het verleden is begonnen, maar nog niet is afgelopen, gebruik je de present perfect (voltooid tegenwoordige tijd).
De present perfect bestaat uit: have/has+ een voltooid deelwoord.
Het voltooid deelwoord van regelmatige werkwoorden maak je door '-ed' achter het werkwoord te zetten. De voltooid deelwoorden van de onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm die je uit je hoofd moet leren.
Voorbeelden:
I haveplayed the piano for five years.
Ik speel al vijf jaar piano.
Simon haslived in Amsterdam since 2001.
Simon woont sinds 2001 in Amsterdam.
Ook als je wilt zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en het resultaat daarvan nog steeds merkbaar is, gebruik je de present perfect.
Het tijdstip waarop het gebeurde is niet belangrijk.
I havelost my keys.
Ik ben mijn sleutels verloren.
He has already paid for it.
Hij heeft er al voor betaald.
She hasheard that story.
Ze heeft dat verhaal gehoord.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Weet je wanneer je 'live', 'lives' of 'life' gebruikt?
Kijk naar de voorbeelden. Herken je de verschillende betekenissen?
- Peter lives in Poland.
- Life is short.
- Many people lost their lives in the war.
- It was a live concert.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Stercollectie Engels - grammar & vocabulary hv 2 - under construction is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
past simple of present perfect?
possessive pronoun
genitive
Imperative
Gerund of continuous?
Gerund after prepositions
Live of life
Love and hate Toolbox: Grammartest
Going to-future
Will-future- exercise
Will- or going to-future
Present perfect
Present perfect
Past perfect
Past perfect
Past perfect
Few or little
Grammartest
adverbs
adjectives or adverbs
Good or well
Present perfect
Present perfect
Present perfect continuous
Present perfect continuous
Present perfect continuous
Spare time and music Toolbox : Grammartest
Active - passive
If or when
Jobs Toolbox: Grammartest
Past perfect
Past perfect
Past perfect
Past perfect continuous
Past perfect continuous
Past perfect continuous
Verbindingswoorden
Shopping and fashion Toolbox :Grammartest
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.