Godenrijk
Intro
Welke Griekse en Romeinse goden ken je al?
Misschien wel meer dan je denkt.
Waar denk je aan bij de volgende namen?
- Neptunus
- Jupiter
- Mercurius
Misschien dacht je aan planeten? Of misschien aan Romeinse goden?
Beiden zijn correct. De planeten in ons zonnestelsel zijn vernoemd naar Romeinse en Griekse goden.
In deze opdracht leer je meer over de Romeinse en Griekse goden en godinnen.
Wat kan ik straks?
Leerdoel
Na deze opdracht:
- Kun je het begrip polytheïsme beschrijven.
- Kun je aangeven dat zowel de Grieken als de Romeinen veel goden vereerden.
- Kun je van minimaal vijf goden de naam noemen en hun 'functie' beschrijven.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap 1: Oude Grieken
Wist je dat bij de Oude Grieken er heel veel goden waren?
Overal bestond wel een god voor.
Bekijk de volgende clip op Schooltv.
Beantwoord naar aanleiding van de clip de volgende vragen:
Stap 2: Polytheïsme en monotheïsme
Het geloof in meerdere goden wordt veelgodendom of polytheïsme genoemd.
Polytheïsme is het tegenovergestelde van monotheïsme.
Monotheïsme is het geloof in maar één god.
Zowel de Grieken als de Romeinen vereerden vele goden.
Ga naar de website en klik aan de linkerkant op "alle goden".
www.outoftheblue.nl/goden
Maak de volgende vragen:
Oefening: Polytheïsme en monotheïsme
Stap 3: Romeinen
De Romeinen hebben het polytheïsme van de Grieken overgenomen.
Ook de meeste goden zelf hebben de Romeinen gewoon overgenomen.
Soms hebben ze de naam van de goden wel veranderd.
Hieronder zie je vijf namen van Griekse goden.
Zoek op internet van iedere god de Romeinse naam op.
- Poseidon – God van de zee
- Hades – God van de onderwereld
- Artemis – Godin van de jacht
- Demeter – God van de landbouw
- Aphrodite – Godin van de liefde
Stap 4: Kruiswoordpuzzel
Je gaat samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel maken.
Een kruiswoordpuzzel is een leuke manier om begrippen en hun omschrijvingen te presenteren.
Door in een patroon van vakjes de letters van woorden in te vullen is de puzzel op te lossen.
De antwoorden worden meestal gegeven aan de hand van omschrijvingen.
Maar je kunt bijvoorbeeld ook een afbeelding als omschrijving gebruiken.
De kruiswoordpuzzel die je gaat maken, gaat over de Griekse en Romeinse goden.
Zoek vijftien namen van goden op.
Maak bij iedere naam een (korte) omschrijving of zoek een afbeelding.
Maak nu het hokjespatroon en schrijf de omschrijvingen en of de afbeeldingen erbij.
Hieronder vind je in de 'Reisgids digitaal leermateriaal' tips voor het maken van je puzzel.
|
Door het maken van een puzzel ben je intensief bezig met het verwerken van kennis over een bepaald onderwerp.
|
|
Afronding
Samenvattend - begrippenlijst
Polytheïsme |
Polytheïsme is het geloven in meerdere goden. Monotheïsme is het geloven in één god.
In de tijd van de Grieken (zo’n 2500 à 3000 jaar geleden) was het heel gewoon dat mensen in meerdere goden geloofden. Voor ieder levensgebied hadden de Grieken een aparte god of godin.
|
Bekende Griekse goden (met tussen haakjes de Romeinse naam) zijn:
|
- Aphrodite (Venus): godin van de liefde
- Athene (Minerva): de godin van de wijsheid
- Zeus (Jupiter): de oppergod
- Poseidon (Neptunus): de god van de zee
- Apollo (Apollo): zonnegod
- Dionysus (Bacchus): god van de wijn
|
Eindopdracht
Kopieer de kruiswoordpuzzel twee keer.
Laat de puzzel oplossen door een klasgenoot.
Vraag om commentaar op jullie puzzel.
Natuurlijk proberen jullie ook een puzzel van klasgenoten op te lossen.
Geef op een positieve manier feedback aan je klasgenoten.
Klaar?
Laat de puzzel beoordelen door je docent.
Jullie docent let op:
- de inhoud: staan er 15 goden in de puzzel?
- de inhoud: zijn de omschrijvingen en/of de afbeeldingen duidelijk?
- de vorm: ziet jullie kruiswoordpuzzel er netjes verzorgd uit?
Beoordeling
Bij de beoordeling van jouw kruiswoordpuzzel wordt er gekeken naar de volgende punten (zie tabel hieronder).
Bedenk voor jezelf welke 'score' (expert/gevorderd/in ontwikkeling/beginner) jij vindt dat je voor elk onderdeel hebt gescoord. Overleg daarna met je klasgenoot welke score hij of zij voor zichzelf heeft ingevuld.
Bespreek de verschillen.
Inhoud |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik heb ervoor gezorgd dat het onderwerp van de puzzel klopt en goed begrepen wordt. |
|
Ik heb ervoor gezorgd dat het onderwerp van de puzzel klopt en begrijpelijk is. |
|
Ik heb ervoor gezorgd dat het onderwerp van de puzzel klopt, maar je moet behoorlijk zoeken. |
|
Ik heb het onderwerp niet goed in de puzzel verwerkt. |
|
Niveau |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik heb de puzzel geschikt gemaakt voor mijn doelgroep; uitdagend maar niet te moeilijk. |
|
Ik heb de puzzel behoorlijk uitdagend of juist vrij gemakkelijk gemaakt voor mijn doelgroep. |
|
Ik heb de puzzel net boven of onder het niveau van mijn doelgroep gemaakt. |
|
Ik heb de puzzel veel te moeilijk of juist te gemakkelijk gemaakt. |
|
Duidelijkheid |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik heb alle woorden heel duidelijk omschreven. |
|
|
Ik heb alle woorden voldoende omschreven. |
|
Ik heb sommige woorden wat onduidelijk omschreven. |
|
Ik heb de woorden niet duidelijk omschreven. |
|
Vormgeving |
Expert |
Gevorderd |
In ontwikkeling |
Beginner |
|
Ik heb veel aandacht besteed aan de vormgeving van de puzzel en deze is erg netjes en verzorgd. |
|
Ik heb ervoor gezorgd dat de puzzel er netjes en verzorgd uitziet. |
|
Ik heb ervoor gezorgd dat de puzzel er redelijk verzorgd uitziet. |
|
Ik heb geen aandacht besteed aan de vormgeving van de puzzel, deze is chaotisch en onverzorgd. |
Terugkijken
Intro
- Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
- Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je het fijn om de opdracht met z'n tweeën te doen?
Hoe verliep de samenwerking?