Thema: Lepelaars vmbo-kgt34

Thema: Lepelaars vmbo-kgt34

Thema: Lepelaars

Intro

Dicht bij elkaar vind je in Nederland veel soorten biotopen. En gelukkig maar, daardoor zijn er hier veel verschillende soorten vogels!

Eén van die vogels is de lepelaar. Lepelaars zijn vogels met een bijzondere snavel. In Nederland zie je ze alleen in de zomer; ze overwinteren langs de West-Afrikaanse kust. Ze broeden in Zeeland, langs het IJsselmeer en in het Waddengebied. Ze zoeken moerassige gebieden met ondiep water en rietkragen. Hier zijn ze veilig voor vossen, die de eieren kunnen roven. Lepelaars eten kleine waterdieren, vooral stekelbaarsjes. Lopend door het ondiepe water zeven ze met hun lepelvormige zeefsnavel deze diertjes uit het water.

Bekijk de video.
Geef daarna in eigen woorden aan wat verstaan wordt onder een biotoop.
Let ook op het uiterlijk van de lepelaar. Wat zou het uiterlijk met zijn naam te maken hebben?

In dit thema leer je hoe verschillende dieren afhankelijk van elkaar zijn in een voedselweb. Je doet onderzoek naar de afbraak van stoffen. Je leert enkele dingen over het gedrag van dieren. Ook leer je over overerving van eigenschappen en evolutie.

Als afsluiting van dit thema maak je een aantal examenopdrachten die aansluiten bij de leerdoelen van dit thema.

Wat kan ik straks?

Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:

K6: Biotische en abiotische factoren

  • De begrippen levensgemeenschap en populatie omschrijven.
  • (Met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat een ecosysteem is.
  • Voorbeelden van de biotische factoren in een ecosysteem benoemen.
  • Voorbeelden van de abiotische factoren in een ecosysteem benoemen.

K6: Voedselweb en voedselketen.

  • De begrippen voedselweb en voedselketen omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen beide begrippen.
  • Een voedselweb maken met daarin één of meerdere voedselketens.
  • De begrippen producenten, consumenten en reducenten omschrijven.
  • In een voedselweb (voorbeelden van) producenten, consumenten en reducenten aanwijzen.

K13: Erfelijke eigenschappen - DNA, genen en chromosomen

  • Omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders.
  • Van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen.
  • Omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man.

K13: Evolutie

  • Het begrip evolutie omschrijven.
  • Omschrijven hoe het proces van natuurlijke selectie verloopt.
  • Omschrijven dat er nieuwe soorten en rassen kunnen ontstaan door natuurlijke selectie.
  • Omschrijven dat kunstmatige selectie door de mens leidt tot het ontstaan van nieuwe rassen.

V2: Gedrag

  • Met behulp van voorbeelden omschrijven wat gedrag is.
  • Verschillende vormen van gedrag, zoals voortplantingsgedrag en sociaal gedrag, kunnen benoemen.
  • Het begrip leren omschrijven en minimaal vier manieren van leren noemen.

Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kun je:

  • Onderzoek doen en een onderzoeksverslag maken.
  • Werken met de microscoop.
  • Biologische tekeningen maken.

Wat kan ik al?

Weet je het nog?
Het thema Lepelaars is het vijfde thema in leerjaar 3.
De theorie uit enkele modules die je in de eerste thema's bent tegengekomen, heb je ook nodig bij de afsluiting van dit thema. Als je twijfelt of je het nog weet, klik de modules hieronder dan nog eens door.

Klik op de links om de modules te openen.

Verschillende eters

Planten en hun omgeving

Wat ga ik doen?

Het thema Lepelaars bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

1

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Voedselweb en voedselketen

2

Module: Biotisch en abiotisch

2

Module: Erfelijke eigenschappen

2

Module: Evolutie

2

Module: Gedrag

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Examenvragen

0,5

Terugkijken

0,5

Totaal:

16 à 17

 

 

 

Modules

Voor je gaat beginnen aan de afsluiting van het thema ga je vijf modules doorwerken. In eerste instantie lijken de verschillende modules misschien niet zoveel met elkaar te maken te hebben, maar omdat veel (examen)vragen zogenaamde contextvragen zijn, moet je de theorie uit de verschillende modules gecombineerd kunnen toepassen. En daar ga je na het doorwerken van de modules mee oefenen in de examenopgaven in de afsluiting.

Maak je keuze.

Module 1

Voedselweb en voedselketen

Module 2

Biotisch en abiotisch

Module 3

Erfelijke eigenschappen

Module 4

Evolutie

Module 5

Gedrag

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems bij dit thema.

Voedselweb en voedselketen

Biotisch en abiotisch

Erfelijke eigenschappen

Evolutie

Wat is gedrag?

Sociaal gedrag

Leren

Examenvragen

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

Wil je meer oefenen? Kijk op Examenkracht.nl

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je in het totaal 16 à 17 uur met dit thema bezig zou zijn.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de herhalingsmodules doorgeklikt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vijf modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen Lepelaars gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Lepelaars vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-05-31 12:06:45
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Lepelaars' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO. Fair Use In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit thema heet lepelaars en behandelt 5 onderwerpen. Het eerste onderwerp is voedselweb en voedselketen. Je leert de begrippen voedselweb en voedselketen omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen beide begrippen, je leert een voedselweb maken met daarin één of meerdere voedselketens. Je kunt de begrippen producenten, consumenten en reducenten omschrijven, in een voedselweb (voorbeelden van) producenten, consumenten en reducenten aanwijzen. Het tweede onderwerp is biotisch en abiotisch. Je leert de begrippen levensgemeenschap en populatie omschrijven, (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat een ecosysteem is, voorbeelden van de biotische factoren in een ecosysteem benoemen, voorbeelden van de abiotische factoren in een ecosysteem benoemen. Het derde onderwerp is erfelijke eigenschappen. Je leert omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders, van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen, omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man. Het vierde onderwerp is evolutie. Je leert het begrip evolutie omschrijven, omschrijven hoe het proces van natuurlijke selectie verloopt, omschrijven dat er nieuwe soorten en rassen kunnen ontstaan door natuurlijke selectie en omschrijven dat kunstmatige selectie door de mens leidt tot het ontstaan van nieuwe rassen. Het vijfde onderwerp is gedrag. Je kunt met behulp van voorbeelden omschrijven wat gedrag is, verschillende vormen van gedrag, zoals voortplantingsgedrag en sociaal gedrag, benoemen, het begrip leren omschrijven en minimaal vier manieren van leren noemen.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Interactie; Reproductie en evolutie; Dynamisch evenwicht; Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    13 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    abiotisch, arrangeerbaar, biologie, biotisch, erfelijke eigenschappen, evolutie, gedrag, stercollectie, vmbo kgt 3, voedselweb