Wat kan ik straks?
Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:
K6: Biotische en abiotische factoren
- De begrippen levensgemeenschap en populatie omschrijven.
- (Met behulp van voorbeelden) duidelijk maken wat een ecosysteem is.
- Voorbeelden van de biotische factoren in een ecosysteem benoemen.
- Voorbeelden van de abiotische factoren in een ecosysteem benoemen.
K6: Voedselweb en voedselketen.
- De begrippen voedselweb en voedselketen omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil is tussen beide begrippen.
- Een voedselweb maken met daarin één of meerdere voedselketens.
- De begrippen producenten, consumenten en reducenten omschrijven.
- In een voedselweb (voorbeelden van) producenten, consumenten en reducenten aanwijzen.
K13: Erfelijke eigenschappen - DNA, genen en chromosomen
- Omschrijven waarom nakomelingen lijken op hun ouders.
- Van de begrippen chromosoom, gen, DNA aangeven wat ze te maken hebben met het doorgeven van erfelijke eigenschappen.
- Omschrijven wat een karyogram is en aangeven op welk punt het karyogram van een vrouw verschilt met het karyogram van een man.
K13: Evolutie
- Het begrip evolutie omschrijven.
- Omschrijven hoe het proces van natuurlijke selectie verloopt.
- Omschrijven dat er nieuwe soorten en rassen kunnen ontstaan door natuurlijke selectie.
- Omschrijven dat kunstmatige selectie door de mens leidt tot het ontstaan van nieuwe rassen.
V2: Gedrag
- Met behulp van voorbeelden omschrijven wat gedrag is.
- Verschillende vormen van gedrag, zoals voortplantingsgedrag en sociaal gedrag, kunnen benoemen.
- Het begrip leren omschrijven en minimaal vier manieren van leren noemen.
Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kun je:
- Onderzoek doen en een onderzoeksverslag maken.
- Werken met de microscoop.
- Biologische tekeningen maken.