Dat er bloed door je lijf stroomt, hoeven we je natuurlijk niet meer te vertellen. Maar wist je ook dat iedereen een bloedgroep heeft? En dat jij niet zomaar bloed van iemand anders kunt ontvangen als je veel bloed verloren hebt?
In de volgende Clipphanger wordt alvast uitgelegd waarom. Kijk de video en ga daarna aan de slag met deze module.
Wat ga ik leren?
Na deze module kun je:
de begrippen antistof, antigen, rhesusfactor omschrijven.
omschrijven wat wordt onderzocht bij een bloedgroepbepaling.
met behulp van een schema van bloedgroepen beredeneren welk donorbloed een ontvanger wel of niet mag krijgen toegediend.
Wat ga je doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Bekijk de video's over bloedtransfusies bij dieren en doe de oefening.
Stap 3
Doe het practicum 'Bloed in actie'.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst bij deze module.
Examenopgaven
Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk de video over bloedgroepen. Daarin wordt uitgelegd hoe bloedgroepen werken.
Bekijk nu de video over de dierenambulance.
De dierenambulance brengt een gewonde kat bij de dierenarts.
De poes heeft veel bloed verloren en heeft een bloedtransfusie nodig.
Katten hebben, net als mensen, bloedgroep A, B en AB.
Bloedgroep O komt niet voor.
Om te bepalen welke bloedgroep de kat heeft, kan de dierenarts een test afnemen.
De dierenarts mengt het bloed van de kat met reagens om de bloedgroep te bepalen.
Hieronder zie je de uitslag van de test.
Welke bloedgroep heeft de kat?
Stap 3: Bloedtransfusie
Ieder jaar ontvangen zo’n 250.000 Nederlanders een bloedtransfusie. Dat betekent dat zij bloed krijgen van een bloeddonor. Bij een bloedtransfusie is het belangrijk dat het bloed bij de ontvanger ‘past’. Daarom wordt van te voren de bloedgroep van de donor en van de ontvanger getest.
Dit wordt door een analist gedaan, dat is iemand die in een laboratorium werkt. Jij gaat, net als een analist in het ziekenhuis, de bloedgroep van donor Tim en een anonieme donor bepalen. Er zijn in het ziekenhuis drie patiënten binnengebracht die bloed nodig hebben. Ook van de drie patiënten bepaal je de bloedgroep. Vervolgens beslis je welke patiënt of patiënten bloed mogen ontvangen dat Tim en de anonieme donor hebben gegeven.
Het practicum Bloed in actie is ontwikkeld door De Praktijk in samenwerking met Sanquin.
Meer informatie vind je hier www.sanquin.nl.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Bloedcellen
Bloedcellen vorm samen met het bloedplasma het bloed. Er zijn drie typen bloedcellen: rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes.
Bloedplasma
Bloedplasma vormt samen met bloedcellen het bloed en bestaat uit water met plasma-eiwitten en een aantal opgeloste stoffen.
Rode bloedcellen
Rode bloedlichaampjes, die hemoglobine bevatten en een functie hebben bij het vervoeren van zuurstof in het bloed.
Witte bloedcellen
Kleurloze bloedcellen met kern. Ze spelen een belangrijke rol in het afweersysteem.
Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zijn stukjes van cellen. Ze zorgen voor het ontstaan van stolsel als ze beschadigd worden. Zo kan er uiteindelijk een korst worden gevormd.
Bloedsomloop
Het stromen van bloed door aders, slagaders en haarvaten door het lichaam heen.
Bloedtransfusie
Bloed van een donor dat wordt gegeven aan iemand die bloedarmoede heeft of een probleem heeft met de aanmaak van bloed.
Bloedgroep
Het onderverdelen van bloed in verschillende groepen. Dit is afhankelijk van de antigenen die op de rode bloedcellen zitten. Bloedgroepen zijn erfelijk. Er zijn vier soorten bloedgroepen: A, B, O en AB.
Antistoffen
De afweerstoffen die je lichaam aanmaakt als het in contact komt met lichaamsvreemde stoffen.
Resusfactor
Een antigen op een bloedgroep. Is dit antigen aanwezig, dan krijgt de bloedgroep een + . Ontbreekt dit antigen dan krijgt de bloedgroep een -.
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Bloedgroepen vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit is thema ’Zwangerschap'. Het onderwerp van deze les is: bloedgroepen.
Je leert de begrippen antistof, antigen, resusfactor omschrijven, omschrijven wat wordt onderzocht bij een bloedgroepbepaling, met behulp van een schema van bloedgroepen beredeneren welk donorbloed een ontvanger wel of niet mag krijgen toegediend.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 4. Dit is thema ’Zwangerschap'. Het onderwerp van deze les is: bloedgroepen.
Je leert de begrippen antistof, antigen, resusfactor omschrijven, omschrijven wat wordt onderzocht bij een bloedgroepbepaling, met behulp van een schema van bloedgroepen beredeneren welk donorbloed een ontvanger wel of niet mag krijgen toegediend.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bloedgroepen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.