Ons lichaam bestaat uit verschillende orgaanstelsels. Daarover heb je in de onderbouw al meer geleerd. Maar wat weet je hier nog van?
We beginnen deze module met een video die je geheugen op kan frissen:
Wat kan ik straks?
Na deze module kun je:
omschrijven wat een weefsel is.
omschrijven wat een orgaan is.
minimaal zeven orgaanstelsels benoemen en van ieder orgaanstelsel minimaal twee organen.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert het Kennisbankitem dat past bij dit onderdeel en test je kennis.
Stap 2
Op een werkblad geef je van verschillende onderdelen van je lichaam aan of het gaat een cel, weefsel, orgaan of orgaanstelsel.
Stap 3
en
Teken een doorsnee van een huisdier.
Stap 4
en
Je gebruikt het knipblad torso om aan te geven waar organen liggen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst bij de module.
Examenopgaven
Je maakt enkele examenopgaven die passen bij dit onderwerp.
Terugkijken
Terugkijken op de module.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Als je inzoomt op een organisme, zie je steeds kleinere eenheden.
Van groot naar klein is dat: organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel.
Meer hierover in het Kennisbankonderdeel 'Van cel tot orgaanstelsel'.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bekijk eerst de video gemaakt door leerlingen. Maak daarna de oefening.
Van klein naar groot
Maak de volgende oefening.
Ons lichaam
Download nu het werkblad Ons lichaam. Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Je ziet je een aantal lichaamsonderdelen. Schrijf onder elke afbeelding wat je ziet.
Schrijf onder elke afbeelding ook op of het gaat om een cel, weefsel, orgaan of orgaanstelsel.
Klaar?
Vergelijk jouw antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Bespreek met name de verschillen (als die er zijn).
Stap 3: Doorsnee van een huisdier
Wat is je favoriete huisdier?
Teken op een A4 papier een zijaanzicht van je favoriete huisdier.
Zoek eventueel op internet naar een voorbeeld.
In de buik- en borstholte teken je de organen hoe deze er bij jouw dier uitzien.
Geef organen die bij hetzelfde organenstelsel horen dezelfde kleur.
Hierna benoem je de organen die je hebt getekend.
Ga zo nodig op zoek naar extra informatie.
Laat je tekening zien aan een klasgenoot. Vraag om commentaar.
Bekijk ook de tekening van je klasgenoot. Geef op een goede manier feedback.
Klaar?
Laat je tekening beoordelen door je docent.
Hij/zij let er op dat de organen zijn gekoppeld aan de juiste orgaanstelsels en de organen op de juiste plek in de borst- en buikholte liggen.
Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.
Stap 4: De torso
Bestudeer de namen van de organen in de romp van een mens.
Je kunt hiervoor de torso in de klas gebruiken.
Of gebruik daarbij de volgende link: www.biologiesite.nl: torsoorganen
Knip alle organen uit en plak deze op de juiste plek in de lege torso.
Benoem hierna alle organen en geef de organen die samen een organenstelsel vormen dezelfde kleur.
Laat het resultaat beoordelen door een klasgenoot.
Afronding
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippenlijst die hoort bij deze opdracht.
Ademhalingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het opnemen van zuurstof en het uitscheiden van koolstofdioxide. Ademhalingsorganen zijn o.a. luchtpijp en longen (met longblaasjes).
Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Voortplantingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij de voortplanting van dieren, mensen en planten.
Spierstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit spieren, die samen met het zenuwstelsel en het skelet ervoor zorgen dat je kunt bewegen.
Botstelsel
Orgaanstelsel dat zorgt voor stevigheid en bescherming van een organisme en ook beweging mogelijk maakt door spieraanhechting. Bijvoorbeeld: het geraamte bij gewervelde dieren (inwendig skelet) en het pantser (uitwendig skelet) bij geleedpotige dieren (bijvoorbeeld insecten)
Zenuwstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij het waarnemen van en reageren op prikkels uit de omgeving en uit het lichaam zelf. Organen van het zenuwstelsel zijn o.a. zintuigen, hersenen en ruggenmerg.
Zintuigstelsel
Orgaanstelsel dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).
Uitscheidingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het verwijderen van schadelijke en overbodige stoffen uit het lichaam. Uitscheidingsorganen zijn o.a. nieren, lever en de huid.
Hormoonstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen en klieren die hormonen maken en afgeven. Hormonen worden vervoerd via het bloed en regelen allerlei lichaamsprocessen, zoals ademhaling, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, slapen en voortplanting. Betrokken organen zijn o.a. de hypofyse en schildklier.
Bloedvatenstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit alle aders, slagaders en haarvaten.
Nieren
Organen die betrokken zijn bij de uitscheiding (urine).
Examenopgaven
Je hebt in deze module veel theorie bestudeerd en veel opdrachten gemaakt.
In de afsluiting ga je aan de slag met examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.
Het arrangement Van cel tot orgaanstelsel vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Schapen'. Het onderwerp van deze les is: van cel tot orgaanstelsel.
Je leert omschrijven wat een weefsel is, omschrijven wat een orgaan is en enkele orgaanstelsels benoemen met hun organen en functies.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 3. Dit is thema ’Schapen'. Het onderwerp van deze les is: van cel tot orgaanstelsel.
Je leert omschrijven wat een weefsel is, omschrijven wat een orgaan is en enkele orgaanstelsels benoemen met hun organen en functies.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Van cel tot orgaanstelsel
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.