Module: Leren (en) veranderen - v456

Module: Leren (en) veranderen - v456

Leren (en) veranderen

Intro

Leren is ook gedrag. Het is verbazingwekkend wat je dieren allemaal kunt leren.
Duiven kunnen leren pingpongen, papegaaien fietsen en chimpansees kunnen zelfs gebarentaal leren of leren werken op een computer.
Zijn dieren dan toch bijna net zo slim als mensen? Hoe meet je leergedrag?
Veel dieren leven in groepen en vertonen sociaal gedrag.
Hoe communiceren dieren met elkaar en hoe leren ze dat?

In deze module doe je zelf gedragsonderzoek over leergedrag en
je sluit de module af met een onderzoek over lichaamstaal.

Kijk om te beginnen naar het gedrag van de dieren in de volgende video. Bij het varkentje zie je duidelijk de manier waarop hij door zijn trainster wordt getraind. Bij de chimpansee is dit minder duidelijk. Op welke manier denk jij dat de chimpansee toch leert duiken? Bespreek het met een klasgenoot.

Wat ga ik leren?

Na het afronden van deze module:
Kun je een omschrijving geven van de genoemde concepten:

  • uitleggen dat gedrag voor een deel erfelijk is bepaald.
  • uitleggen dat het vermogen om iets te leren erfelijk is bepaald.
  • uitleggen dat de mate waarin vermogen tot expressie komt, afhankelijk is van het milieu.
  • de verschillende vormen van conflictgedrag onderscheiden en voorbeelden ervan noemen.
  • een proefopzet bedenken voor onderzoek aan gedrag en het onderzoek uitvoeren.

Deelconcepten
Aangeboren, erfelijk, aangeleerd, nature-nurture, instinct, klassiek en operant conditioneren, gewenning, inprenting, imitatie, inzicht, trial and error, latent leren, communicatie, sociaal gedrag, antropomorf, ambivalent conflictgedrag, overspronggedrag, omgerichte agressie.

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap

Inhoud

Stap 1

Wanneer worden eigenschappen bepaald door de omgeving (nurtue) of door erfelijke aanleg (nature)?

Stap 2

Veel onderzoek aan leergedrag gebeurt door middel van doolhoven. In deze stap ga je hier mee aan de slag.

Stap 3

Leervoorbeelden in de praktijk. Hoe leer je een dier nou echt iets?

Stap 4

Als je de filmpjes op internet moet geloven zijn allerlei dieren “slim”.
Wat bedoelen we eigenlijk als we dat zeggen?

Stap 5

Veel diersoorten leven in groepen. Wat betekent dat voor een dier?

Afronding

Onderdeel

 

Kennisbank

Alle Kennisbankitems uit deze module.

Eindopdracht

Je maakt onderzoeksverslag dat je presenteert op een poster.

D-toets

Je test je kennis van deze module in een d-toets.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Nature of nurture?

Nature of nurture?
Mensen vragen zich al eeuwenlang af of bepaalde eigenschappen nu bepaald worden door de omgeving (nurture) of door erfelijke aanleg (nature).
Hoe hebben die twee met elkaar te maken als het gaat om gedrag en leren?

Lees kennisbank:

Erfelijk bepaald gedrag

Leren

Onderzoek slimheid
Twee Amerikaanse matkopmezen (black-capped chickadees) werden van jongs af aan samen opgevoed. De één is afkomstig uit een populatie in Kansas (gunstige omstandigheden met veel voedsel), de ander uit een populatie in Montana (ongunstige, koude omstandigheden met weinig voedsel).
Beide mezen werden in een situatie gebracht waarin onder glazen plaatjes lekkere hapjes zichtbaar waren. De mees uit Montana had geen probleem om de glasplaatjes opzij te schuiven om bij het voedsel te komen, de mees uit Kansas bleef alleen tegen de glasplaatjes aan tikken. Het lukte hem niet om bij het voedsel te komen.

Vergelijk de onderzoeken van de vinken en de mezen met elkaar: noteer de onderzoeksvraag, de proefopzet en de conclusies.
Werk je conclusie uit in een cartoon of zoek er eentje op internet die bij jouw conclusie past.
Tips voor het maken van een cartoon vind je in de Gereedschapskist hieronder. Overleg met je docent of je de cartoon ook in moet leveren. De beoordelingseisen vind je dan in de Gereedschapskist.

 

 

Cartoon maken

Een cartoon is een spotprent, oftewel een humoristische tekening.

 

Stap 2: Leergedrag meten

Meten leergedrag
Veel onderzoek aan leergedrag gebeurt door middel van doolhoven.
Op www.ratbehavior.org vind je een overzichtje van verschillende soorten doolhoven voor ratten en waar ze voor gebruikt worden.

Meet je eigen rattendoolhof-leergedrag: www.ratbehavior.org
Doe verschillende metingen achter elkaar en zet je resultaten in een grafiek.
Let erop dat je grafiek aan alle eisen voldoet.

Tip:
Heeft je grafiek een titel?

Heb je de onafhankelijke variabele (het nummer van de poging) op de X-as gezet?
Heb je de afhankelijke variabele (aantal fouten/de tijd) op de Y-as gezet?
Heb je alle eenheden en grootheden vermeld?
Heb je de metingen juist ingevuld in de grafiek?
Heb je van beide assen minstens 2/3 deel gebruikt?

In de Gereedschapskist hieronder vind je verdere beoordelingseisen voor een grafiek.

Grafiek maken

In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.

 

Andere leervormen onderzoeken
Bedenk een proefopzet en ontwerp een slimheidspuzzel, bijvoorbeeld voor vogels in je achtertuin. Mezen zijn hier heel geschikt voor. Een andere mogelijkheid is je huisdier of vogels rondom de school (meeuwen, duiven). Documenteer je ontwerp en motiveer je keuzen. Gebruik eventueel de volgende filmpjes ter inspiratie.

 

 

Tips:

  • Welke vorm van leren wil je testen?
  • Welke materialen heb je nodig voor je proef?
  • Beschrijf de proefopzet en maak een tekening van je proefopstelling.
  • Schets de grafiek van je verwachte uitkomst (denk aan titel, legenda, eenheden en grootheden).
  • Vraag je docent om commentaar en overleg wat je met de opzet gaat doen (presenteren, uitvoeren etc).
  • Vraag dan ook om de bijpassende beoordelingseisen. 

Stap 3: Vormen van leren

Vormen van leren
In stap 1 en 2 zijn de meeste vormen van leren al aan de orde geweest
Je gaat gaan nu naar een praktijkvoorbeeld kijken. Hoe kun je je hond iets leren?

Clicker training
Eén van de methoden is clickertraining bij puppies.
Een voorbeeld zie je in de volgende video:

En lees clicker training.
Tot welke vorm(en) van conditioneren behoort dit? Bespreek het met een klasgenoot. Zorg dat je je antwoord kunt toelichten.

Huisdieren
Maak een overzicht (schematisch, bijvoorbeeld in een tabel) met daarin de verschillende soorten leren die worden onderscheiden.
Gebruik de Kennisbank:

Leren


Geef bij elke vorm van leren een korte beschrijving, één (of meer) voorbeeld(en), en bespreek deze met een klasgenoot.

Extra opdracht.
Voor wie er geen genoeg van kan krijgen. Probeer je hond of een ander huisdier iets te leren dmv clickertraining.
Maak eerst een plan en overleg dat met je docent.
Documenteer je training en het effect ervan door video’s en/of een verslag. Stop deze documentatie in je portfolio.

Stap 4: Slimme dieren

Slim
Als je de filmpjes op internet moet geloven zijn allerlei dieren “slim”.
Wat bedoelen we eigenlijk als we dat zeggen? Bespreek het met een klasgenoot.

Slimme dieren
In drietallen
Zoek samen een filmpje van een dier dat ‘slim’ genoemd wordt.
Beschrijf het gedrag zo objectief mogelijk.
Wat maakt het dier ‘slim’ volgens de maker van het filmpje?

Ieder leest nu één van de volgende bronnen:

Bedenk daarna samen een definitie voor intelligentie bij dieren.
Bespreek de definities van de groepjes in de klas.

Stap 5: Sociaal gedrag moet je leren

Ook sociaal gedrag moet je leren (lezen)
Veel diersoorten leven in groepen. Wat betekent dat voor een dier?

Lees uit de Kennisbank:

Sociale dieren


Vroeger leefden ze in het wild in bossen en duinen in Europa.
Nu zijn ze met uitsterven bedreigd; de wisenten. Bekijk het leven van de wisent in de volgende video.

Als je met anderen samen leeft, moet je rekening houden met elkaar.
Je zult aan elkaar moeten kunnen zien hoe het met de ander is.
Dat communiceren gaat meestal via lichaamstaal.
Je kunt er zelfs vaak de positie in de rangorde binnen de groep aan aflezen.
Posities van kop, lippen, oren en staart geven aan in welke stemming een dier is.
Soms zijn er twee stemmingen tegelijk (conflictgedrag), en dan kun je dat ook zien.
Ook bij mensen is lichaamstaal belangrijk, vooral als je leiding moet geven, zoals bij leraren.

Lees uit de Kennisbank de volgende twee onderwerpen:

Communicatie

Taakverdeling


Hondenagressietest
Er zijn honden die agressief gedrag vertonen naar bijvoorbeeld hun baas, naar kinderen of naar andere honden. Dat kan komen door aanleg, door opvoeding of door ongewone omstandigheden. Honden die na een bijtincident worden opgepakt, moeten een stresstest ondergaan. Wat wordt er getest? En hoe?
Dat kun je zien in de volgende video:

Niet iedereen is blij met deze procedure. Bestudeer hier waarom niet.
Wat is jouw mening over het huidige beleid? Bespreek het met een klasgenoot.

Lichaamstaal
Ben je op zoek naar een baantje.
Kijk dan naar deze tips over lichaamstaal.

Maak samen met een klasgenoot aan de hand van de video een lijstje (in een document) met tips voor docenten (in opleiding).
Vul samen met de klas deze lijst aan.

Ook wij zijn sociale dieren en een goede communicatie is voor ons dus essentieel. Dat betekent ook dat we elkaars signalen goed moeten begrijpen.
Dat lukt niet altijd. Niet alleen in taal, ook in lichaamstaal kunnen mensen van elkaar verschillen.

Lees lichaamstaal en cultuur, spreken met handen en voeten.
Bespreek het artikel in de klas en inventariseer zo mogelijk nog enkele andere “misverstanden”.

Afsluiting

Samenvattend

Erfelijk bepaald gedrag

Leren

Sociale dieren

Communicatie

Taakverdeling

Adaptieve eigenschappen

Eindopdracht

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.

Ontwerp een eigen onderzoek naar lichaamstaal bij mensen of dieren.
Formuleer daarvoor een eigen onderzoeksvraag en formuleer een hypothese.
Voer je onderzoek uit en verwerk je gegevens.
Presenteer je verslag op een poster.
De posters worden in de klas opgehangen en besproken.
Daarbij geef je een toelichting op je onderzoek en beantwoord vragen van je klasgenoten.
De manier waarop je dit geheel doet, wordt door je docent beoordeeld.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je onderzoeksverslag, poster en presentatie op de volgende punten:

  • de informatie die je deelt is biologisch juist.
  • de onderzoeksvraag is helder geformuleerd en haalbaar.
  • het verslag is gepresenteerd op een poster.
  • de poster is duidelijk vormgegeven en in één oogopslag is duidelijk wat het onderwerp is.
  • de poster sluit aan bij de doelgroep.
  • de presentatie is helder en goed verstaanbaar.

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

D-toetsen

De opdracht sluit je af met het maken van twee toetsen.
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer  8 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen helemaal kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    In deze module heb je gekeken naar de manieren waarop gedrag getraind kan worden. Wat vind jij? Is gedrag maakbaar/leerbaar?
  • D-toets
    Heb je de D-toets gedaan? Ging het goed?
  • Het arrangement Module: Leren (en) veranderen - v456 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-07-06 15:09:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vwo leerjaar 4/5/6. Dit is thema ’Gedrag'. Het onderwerp van deze les is: leren (en) veranderen. Na het afronden van deze module: Kun je een omschrijving geven van de genoemde concepten: uitleggen dat gedrag voor een deel erfelijk is bepaald. uitleggen dat het vermogen om iets te leren erfelijk is bepaald. uitleggen dat de mate waarin vermogen tot expressie komt, afhankelijk is van het milieu. de verschillende vormen van conflictgedrag onderscheiden en voorbeelden ervan noemen. een proefopzet bedenken voor onderzoek aan gedrag en het onderzoek uitvoeren.
    Leerniveau
    VWO 6; VWO 4; VWO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Interactie; Gedrag; Biologie; Leren;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    10 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, ergelijk, gedrag, proefopzet, stercollectie, vwo4/5/6

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Leren (en) veranderen - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/74804/Module__Leren__en__veranderen___h45