Thema: Afweer - h45

Thema: Afweer - h45

Thema Afweer

Intro

Alles is overal
Dat geldt zeker voor ziektekiemen, bacteriën, schimmels en virussen.
Je hele leven is je lichaam bezig om al die aanvallen van buiten en van binnenuit af te slaan.
Bijna altijd slaagt jouw lichaam daar in.
In dit thema ga je kijken naar de verdedigingslinies tegen lichaamsvreemde indringers, maar wanneer is iets lichaamsvreemd?
Wat is het verschil tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd?

Kijk voor je verder gaat met deze module eerst de video over afweer. In de video zie je hoe een lichaam zich beschermt tegen een infectie en op welke manier antistoffen worden gemaakt. De informatie uit de video kun je gebruiken in de rest van dit thema.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van dit thema:

  • beschrijf ik de bouw, werking en functie van organen en cellen betrokken bij de afweer van de mens.
  • beschrijf ik de specifieke en aspecifieke afweer als reactie op lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen en cellen.
  • beschrijf ik de kenmerken van natuurlijke en kunstmatige immuniteit en van actieve en passieve immuniteit.
  • beschrijf ik wat het AB0-bloedgroepensysteem en de rhesusfactor betekenen in het kader van bloedtransfusies.

Deelconcepten

Huid en slijmvliezen, bloed, lymfe, milt, lymfeknopen, macrofagen, lichaamseigen, lichaamsvreemd, mechanische en chemische afweer van planten, natuurlijke en kunstmatige immuniteit, actieve en passieve immuniteit, vaccinatie, antigenen en antistoffen, T- en B-cellen, transplantatie, bloedtransfusie, ABO-systeem, resusfactor, donor en acceptor.

Wat kan ik al?

Wat weet je al over Afweer?
Lees de volgende Kennisbanken uit de onderbouw als opfrisser voor dit thema.

Bloed en lymfe - onderbouw

Infectie bacteriën en virussen - onderbouw

 

Maak de oefening hieronder. Hoeveel weet jij nog?

Wat ga ik doen?

Het thema Afweer bestaat uit de volgende onderdelen.
In de tabel staat per activiteit hoeveel SLU je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal SLU

Inleiding

 

Wat kan ik straks?

0,5

Wat kan ik al?

2

Wat ga ik doen?

0,5

Modules

 

Module: Op de blaren zitten.

8

Module: Haal jij ook een prik?

8

Module: Door de ogen van een ander.

6

Afsluiting

 

Samenvattend

1

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

27 à 28

Modules

Op de blaren zitten

Op de blaren zitten

Intro

Monument ter nagedachtenis
van de slachtoffers
Bron: kletspraatje.punt.nl

Nieuwjaarsnacht in Volendam
Nieuwjaarsnacht 2001. In café ’t Hemeltje in Volendam vieren honderden jongeren Oud en Nieuw.
Als iemand een bos sterretjes afsteekt, vat de kerstversiering die aan het plafond hangt vlam.
Er volgt een korte, felle brand, waarbij het café in een inferno verandert.
Brandwonden en verstikking door rook zijn de grootste oorzaak van de doden en gewonden die vallen.
Kijk naar het verhaal in de volgende twee video's:

Inmiddels is de brand een hele generatie geleden, maar de generatie die het meemaakte, vergeet het natuurlijk nooit.
Door de brandwonden beschadigt je huid en dat maakt je lichaam kwetsbaar voor indringers van buiten. Welke rol speelt je huid als beschermende laag?

Wat kan je lichaam nog meer doen tegen aanvallers van buiten en van binnen? Deze vragen ga je beantwoorden in deze module over verdedigingslinies van je lichaam tegen aanvallen.

Wat ga ik leren?

Aan het eind van deze module kan ik:

  • de verschillende organen die een rol bij de afweer spelen herkennen in een afbeelding.
  • de functies van de huidlagen en hun onderdelen omschrijven.
  • werking van de huid bij de regeling van de temperatuur omschrijven.
  • de gebeurtenissen bij een ontstekingsreactie noemen.
  • de begrippen a-specifieke en specifieke afweer met eigen woorden uitleggen.

Deelconcepten
Huid en slijmvliezen, bloed, lymfe, milt, lymfeknopen, macrofagen, lichaamseigen, lichaamsvreemd, mechanische en chemische afweer van planten.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Inhoud
Stap 1 Brandwonden hebben een grote impact op mijn huid, maar ook op mijn hele afweer. Waarom? Dat lees ik in deze stap.
Stap 2 Welke functies heeft ons afweersysteem en hoe werkt het?
Stap 3 Mijn lichaam kan zichzelf goed beschermen, ook tegen vreemde voorwerpen of virussen van buitenaf.
Stap 4 Mijn lichaam treedt op tegen lichaamsvreemde indringers. Ik bestudeer (a)specifieke afweer.
Stap 5 Niet alleen mensen hebben een eigen afweersysteem. In deze stap bekijk ik de afweer van planten.
Stap 6 Het afweersysteem van mijn lichaam werkt niet altijd zoals het hoort. Soms keert het afweersysteem zich tegen mijn eigen lichaam.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik maak met de klas een voorlichtingsboekje over brandwonden.
D-toets Ik test mijn kennis over deze module met een d-toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Brandwonden

Brandwonden
Je huid reageert op verschillende manieren op beschadiging door vuur of
Uv-straling. In beide gevallen worden lagen van je huid aangetast.

Deze opdracht maak je in tweetallen.
Bij brandwonden is sprake van drie gradaties.
Eerstegraads brandwonden zijn minder ernstig dan derdegraads brandwonden.
Elke gradatie vraagt om een aparte behandeling.
Te veel warmte kan gevaarlijk zijn.
De zon, hete vloeistoffen en vuurwerk kunnen lelijke brandwonden veroorzaken.


Bekijk eerst het videofragmenten. Bespreek voor het kijken met een klasgenoot hoe je moet handelen bij brandwonden. Bespreek hetzelfde nog een keer na het kijken. Hadden jullie het goed?

Stap 2: Afweersysteem

De aanval komt van veel kanten.
Je lichaam kan op erg veel verschillende manieren op een aanval reageren.
De verdediging is aangepast aan de aanval.

Lees in de Kennisbank de 'inleiding' en 'afweersysteem':

Aanval en verdediging


Lees ook de volgende Kennisbank 'de organen van het afweersysteem':

De organen van het afweersysteem

 

Stap 3: Aspecifieke afweer

Het is maar een splintertje
Wanneer je huid kapot gaat kunnen aanvallers heel gemakkelijk binnendringen.
Als er een splintertje of iets anders scherps door je huid dringt dan probeert je lichaam dat vreemde voorwerp zo snel mogelijk te verwijderen.
De mee gekomen bacteriën moeten ook vernietigd worden.

Lees uit de Kennisbank:

A-specifieke afweer

 

Aspecifieke afweer

Kies één van de volgende opdrachten:

  1. Practicum
    Welke verschillen zijn er tussen een behaarde en onbehaarde huid?
    Bekijk microscopische preparaten van beide huidtypen. Maak twee biologische tekeningen naast elkaar. Zet in het midden de namen en geef met horizontale verwijslijnen aan waar je de verschillende lagen in de behaarde en onbehaarde huid ziet. Laat de tekeningen controleren door de docent en doe hem daarna in je portfolio.
  2. Je huid reageert op beschadiging en grote belasting.
    Onderzoek in tweetallen op welke manier een schaafwond, loopblaar, bloedblaar, een korstje nadat je je gesneden hebt en eelt ontstaan in de huid.
    Zoek op hoe je een ‘verwonding’ het beste behandelt.
    Maak een Prezi van je onderzoek en presenteer dat aan de klas.

Stap 4: Eigen of vreemd?

Lichaamseigen of lichaamsvreemd dat is de vraag.
In elke oorlog is het handig om te weten wie je vijand is.
Dat geldt ook voor de cellen in ons lichaam. Ons afweersysteem moet optreden tegen lichaamsvreemde indringers en niet tegen lichaamseigen cellen.
Hoe weten de afweercellen in ons lichaam wanneer er sprake is van vreemd of eigen?

Bestudeer uit de kennisbank de onderdelen 'specifieke afweer' en 'antigenen'.

Specifieke(adaptieve) afweer

 

Stap 5: Afweer bij planten

Planten slaan terug
Niet alleen dieren, ook planten verweren zich tegen aanvallers.
Wel eens door een brandnetel aangevallen?
Je hoeft de stengel van de plant maar aan te raken of een vervelende jeuk is het gevolg.
Hoe zorgt de brandnetel ervoor dat jij zo’n jeuk krijgt?
Waartegen verdedigt de plant zich? Soms lukt het niet zo goed met die verdediging en dan is een opgevreten sla-plant of een afgegraasde border met hosta’s het gevolg.
Hadden ze maar wat minder smakelijk moeten zijn!
Planten verdedigen zich, net als dieren verdedigen tegen verschillende aanvallen.

Lees in de kennisbank:

Afweer bij planten

 


 Planten verdedigen zich
Brandharen, doornen, stekels, een bittere smaak (spruitjes!), ...
Ga, in overleg met je docent, op zoek naar onderdelen van planten die een afweerfunctie hebben.
Maak foto’s of tekeningen (eventueel met behulp van de microscoop) van die plantendelen en leg uit waar tegen de verdediging bedoeld is.
Kijk ook naar: Module Microscopisch onderzoek.

Stap 6: Allergie

Als de afweer uit de hand loopt
In een aantal gevallen komt het voor dat de afweer van je lichaam geen maat weet te houden of zelfs helemaal niet werkt. Dat kan levensbedreigend worden.

Om je een idee te geven van twee verschillende allergische reacties, kijk je naar de volgende twee video's:



Bekijk ook de informatie op: www.huidinfo.nl en lees: Allergisch voor primine - sz.oppc.nl
Allergie of auto-immuunziekte
Wie heeft er in de klas een allergie?
Zijn er leerlingen of leerlingen met een familielid met een auto-immuunziekte?
Inventariseer dit met de klas.
Noteer de naam en soort allergie/auto-immuunziekte.

Maak per allergie of auto-immuunziekte een studiegroepje.

Daarna ga je aan de slag in je studiegroepje. Samen lezen jullie de Kennisbank.

Afweersysteem

Als de afweer in de fout gaat

 

Bespreek de volgende punten in je studiegroepje:

  • Wat zijn de symptomen van de allergie/auto-immuunziekte?
  • Gaat het om een onmiddellijke of een uitgestelde reactie?
  • Wat doet ‘de patiënt’ om een allergische reactie te vermijden?
  • Welke EHBO of langdurige behandeling vinden plaats?

Spreek met de docent af hoe je de informatie deelt met de rest van de klas.

Afweer in de fout
Werk nu in tweetallen.
Bekijk samen het schema “Allergische reacties” in Binas.
Leg aan elkaar het schema uit. Vergelijk het met de kennisbank.
Stel vragen aan je docent als je iets niet begrijpt.

Mindmap allergie

Maak nu met dezelfde klasgenoot een mindmap over de informatie die in deze stap hebt geleerd.
Bestudeer zo nodig nogmaals de bronnen op deze pagina en maak samen een mindmap van het onderwerp “Allergie”. De mindmap bewaar je in je portfolio.

Lees voor je de mindmap maakt nog even de tips in de Gereedschapskist hieronder.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.
De onderstaande opdracht maak je met de hele klas.

Je kunt de verschillende taken onderling verdelen.
Je maakt een informatieboekje over brandwonden. Het boekje is bedoeld als voorlichtingsmateriaal voor mensen die in de thuissituatie met brandwonden te maken krijgen.
In het boekje bespreek je:

  • De bouw en functies van de lagen van de huid.
  • De verschillen tussen de drie brandwondengradaties.
  • EHBO bij 1e, 2e en 3e -graads brandwonden.
  • Voorzorgsmaatregelen om de kans op brandwonden te verkleinen.
  • Wat er in de verbanddoos dient te zitten om brandwonden goed te kunnen verzorgen.

Zorg ervoor dat alle leerlingen een boekje krijgen.
Overleg met je docent over de beoordeling van het boekje, mogelijk kun je een plaatselijke EHBO-afdeling bij de beoordeling inschakelen.

Laat het eindproduct beoordelen door je docent.

Beoordeling
Bij de beoordeling van het boekje let de docent op:

  • de juistheid van de gegeven informatie.
  • de informatie aansluit bij de doelgroep van de poster.
  • de informatie in correct Nederlands is geschreven.
  • het boekje op een creatieve manier is weergegeven.
  • de afbeeldingen passen bij de boodschap.

D-toetsen

Toetsen
De opdracht sluit je af met het maken van een D-toets.
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen. 

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op knoppen om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 slu met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Iedereen is wel eens ziek. De een vaker dan de ander en misschien ben jij wel een van de vele Nederlanders die een auto-immuunziekte heeft. Heeft de inhoud van deze module je geholpen om te snappen hoe je eigen afweersysteem werkt. Zou je nu uit kunnen leggen als je ziek bent wat er op dat moment in je lichaam gebeurt?
  • D-toets
    Bij deze module was een lange deeltoets. Heb je op deze manier kunnen controleren of je alle leerdoelen beheerst?

Haal jij ook een prik?

Haal jij ook een prik?

Intro

Consultatiebureau
Het is een drukte van belang op het consultatiebureau.
Terwijl er ouders met hun kleine kinderen binnenkomen voor een inenting, vergaderen ergens anders de lactatiekundigen over allerlei vragen rond borstvoeding.

Hebben het vaccinatieprogramma en borstvoeding iets met elkaar te maken?
Op welke manier bestrijdt ons lichaam specifieke ziekteverwekkers? Dat zijn vragen die centraal staan in deze module.

Laten we eerst even kijken hoe een vaccinatie eigenlijk werkt. Ga daarna aan de slag met de rest van deze module. 

Wat ga ik leren?

Ik kan:

  • het verschil tussen specifieke en a-specifieke afweer uitleggen.
  • de werking van het natuurlijk afweersysteem beschrijven.
  • verband tussen borstvoeding en vaccinatie uitleggen.
  • het verschil tussen actieve en passieve immunisatie uitleggen.
  • de begrippen antigeen en antistof uitleggen en hun rol in een probleem rond de afweer uitleggen.
  • de belangrijkste onderdelen van het specifieke afweersysteem noemen.
  • uitleggen welke rol T- en B-cellen spelen bij de afweer.

 

Deelconcepten
Natuurlijke en kunstmatige immuniteit, actieve en passieve immuniteit, vaccinatie, antigenen en antistoffen, T- en B-cellen.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Inhoud
Stap 1 Ik lees op welke manier mijn lichaam vanaf de geboorte al te maken heeft met het opbouwen van afweer.
Stap 2 Wat moet ik doen als ik door een slang word gebeten?
Stap 3 Laat ik mij wel inenten? Waarom wel of niet en wat is het nut van inenten? Daarover gaat deze stap.
Stap 4 Tot nu toe heb ik al heel veel kennis over immunologie verzameld. In deze stap kijken we hoe immuniteit tot stand komt.
Stap 5 Hoe reageert het lichaam op antigenen? Dat leer ik in deze stap.
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Ik maak samen met mijn klas een poster waarin ik begrippen uitleg.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 8 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Borstvoeding

Borstvoeding of toch maar de fles?
Je lichaam kan op verschillende manieren afweer tegen ziekteverwekkers opbouwen. Je noemt dat het opbouwen van afweer immunisatie.
Dat kan op natuurlijke en op een kunstmatige manier.
Natuurlijke immunisatie ontstaat doordat je afweerstoffen tegen bepaalde ziekteverwekkers krijgt.

Lees in de kennisbank:

Passieve immunisatie


Lees de informatie op de volgende site:
www.borstvoeding.nl
En bekijk het filmpje op:
medischcontact.artsennet.nl

Rollenspel
Een rollenspel (binnen- en buitenkring).
De binnenkring wordt gevormd door twee groepjes die om de beurt een rollenspel spelen.
De rest van de klas is de buitenkring. Zij zitten in een kring om het groepje dat het rollenspel speelt. Vraag in de klas om tenminste twee groepjes van drie vrijwilligers.
Elk groepje bestaat uit tenminste een:

  • Ouder (of twee ouders).
  • Lactatiekundige.
  • Iemand die het vaccinatieprogramma op het consultatiebureau verzorgt.

Spreek met elkaar en je docent af hoeveel voorbereidingstijd er nodig is.

De twee groepjes uit de binnenkring komen om de beurt bij elkaar om de voor- en nadelen van borstvoeding te bespreken.
De leerlingen in de buitenkring letten op:

  • uitvoering van de rol (blijft iemand in zijn/haar rol).
  • correctheid van de argumenten.

Het groepje dat volgens de buitenkring de beste argumenten heeft, noteert die argumenten en deelt deze met de klas op het (digi)bord of elo.
Zorg dat je de argumenten bewaart!

Stap 2: Tegengif

Slangenbeet, wat moet u doen?
Als u door een slang gebeten bent, kan dit erg pijnlijk en ook gevaarlijk zijn. Helaas kan het dodelijk aflopen als het om een gifslang gaat. U moet met spoed naar het ziekenhuis. Vaak worden mensen in de natuur gebeten. Vooral in Azië en Afrika komen veel giftige slangen in de natuur voor.
In Nederland hebben we slechts een giftige slang in de natuur, en dat is de adder. Gelukkig gaat u niet snel dood door een beet van een adder, toch heeft u wel direct medische hulp nodig.

Bron: dier-en-natuur.infonu.nl

Stap 3: Actieve immunisatie

Actieve immunisatie
Vanaf je babytijd ben je aan aantal keren ingeënt tegen bepaalde gevaarlijke ziektes. Heel veel mensen krijgen jaarlijks de griepprik. Alle meisjes in ons land krijgen op een bepaalde leeftijd ook de mogelijkheid om zich te laten inenten tegen HPV.

Lees eerst de Kennisbank en maak de oefening:

Actieve immunisatie

 

Rijksvaccinatie
Het Rijksvaccinatie programma heeft het volgende doel:

De twaalf infectieziekten waartegen wordt ingeënt waren vroeger belangrijke doodsoorzaken bij kinderen. Dankzij vaccinatie komen deze infectieziekten in Nederland niet of nauwelijks meer voor. De Nederlandse overheid is van mening dat vaccinatie het beste en betrouwbaarste middel is om kinderen te beschermen tegen de gevolgen van deze infectieziekten. Daarom heeft ze in 1957 het Rijksvaccinatieprogramma ingesteld.
Binnen het programma krijgen kinderen prikken tegen 12 infectieziekten.
Kinderen worden ingeënt op de leeftijd van 0 tot 14 maanden en als ze 4, 9 en 14 jaar oud zijn. Meisjes worden daarnaast ingeënt tegen HPV in het jaar dat ze 13 jaar worden.


Bron: www.rivm.nl

Bekijk de volgende video over de inenting tegen HPV. Bekijk ook een aantal van deze voorlichtingsfilmpjes van het RIVM. Je vindt ze hier.

Gebruik de informatie in de rest van deze stap.

Verdeel de klas in groepen.
Elke groep zoekt informatie over één van ziektes waartegen wordt ingeënt.
Beantwoord in die informatie tenminste de volgende vragen:

  • Wat is de volledige naam van de ziekte
  • Wie is de veroorzaker( bacterie/virus/..)
  • Waaruit bestaat het inenting protocol (leeftijd, aantal herhalingen)
  • Wat zijn de bijverschijnselen en contra-indicaties*.

* = redenen of omstandigheden om een bepaald medicijn of een handeling niet toe te passen.

Maak een tabel van de resultaten en deel de informatie met je klasgenoten.
Je kunt de volgende bronnen gebruiken:

Stap 4: Immuniteit

Hoe komt immuniteit tot stand?
Tot nu toe heb je al heel veel kennis over immunologie verzameld.
In module 1 zijn de organen die voor de afweer belangrijk zijn al aan bod gekomen. Je gaat nu op celniveau kijken hoe afweer werkt. Een complex geheel waar we een paar zaken uitlichten.
Je maakt deze stap in tweetallen.

Lichaamsvreemd
Afweer berust op de herkenning van lichaamsvreemde cellen en stoffen.
Bij de specifieke afweer gaat het om het herkennen van eiwitmoleculen op de buitenkant van de ziekteverwekker.
Lees in de Kennisbank:

Aangeboren of verworven

Beenmerg

Witte bloedcellen

 

Antigeen
Wanneer een antigeen wordt omringd door specifieke antistoffen dan ontstaat het antigeen - antistof complex.
Bekijk de volgende video. De informatie kun je gebruiken voor het beantwoorden van de vragen onder de video.

Stap 5: Griep en tetanus

Griep en tetanus
De reactie van het lichaam op antigenen is nogal verschillend.
Virusdeeltjes, zoals bij de griep, die een cel infecteren krijgen een andere behandeling dan bacteriën die bijvoorbeeld tetanus veroorzaken. Die verschillen hebben ook te maken met de verschillen in bouw en leefwijze van bacteriën en virussen.

Lees de Kennisbank:

Ziekteverwekkers

 

Specifieke afweer
Lees nu ook de volgende twee Kennisbanken:

De cellen van het afweersysteem

Specifieke(adaptieve) afweer


Maak samen met een klasgenoot een samenvatting van deze theorie van de kennisbank.
Leg daarin uit op welke manier de specifieke afweer van je lichaam reageert op een griepaanval en op een infectie met tetanus bacteriën. Vergelijk deze uitleg met dat van een ander tweetal.
Maak samen met de docent een overzicht dat iedereen in de klas kan leren en bewaar dit overzicht in je portfolio.
 

Afsluiting

Samenvattend

Eindopdracht

Afronding
Je gaat beginnen aan de afronding.
Je maakt als klas een poster waarin je alle begrippen die horen bij de specifieke afweer van je lichaam bij een aanval van virussen of bacteriën uitlegt. Leg met name de verschillen in aanval en specifieke afweer uit.
Maak de poster zo duidelijk dat je een verkleinde vorm op A4 kunt gebruiken bij het leren van de lesstof.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de poster op:

  • de juistheid informatie.
  • aansluiting bij de doelgroep.
  • correct Nederlands.
  • creatieve vormgeving.
  • passende afbeeldingen.

 

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 8 slu met deze module bezig geweest.
    Heb je in deze tijd alle stappen kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Hoe sta jij zelf tegenover vaccineren? Vind jij het een goed idee om je lichaam te beschermen tegen bepaalde ziekten of zie jij vaccineren misschien wel helemaal niet als bescherming maar juist als aanval op je lichaam? Heb je je mening hierover aangepast na het maken van deze module?
  • Eindopdracht
    Deze eindopdracht maakte je met de hele klas. Het kan een uitdaging zijn om met zoveel klasgenoten tot eenzelfde mening te komen. Hoe verliep dit proces in jullie klas? Heb je het idee dat jouw inbreng voldoende was? Zo niet, wat had je kunnen doen om dit te veranderen?

Door de ogen van een ander

Door de ogen van een ander

Intro

Zou dat kunnen, kijken door de ogen van een ander?
Je hoornvlies is het buitenste deel van je oog.
Door dat stukje volledig doorzichtige huid kijk je.
Als je hoornvlies erg wordt beschadigd, kun je een hoornvliestransplantatie ondergaan.
Dan kijk je door ‘het oog’ van een ander.
In de laatste module van dit thema gaat het over transplantaties.

Bekijk de volgende video over hoornvliestransplantatie:

Wat ga ik leren?

Ik kan:

  • de bloedgroepantigenen voor het ABO- en Rhesus-systeem beschrijven.
  • uitleggen welke transfusies in het ABO systeem niet verantwoord zijn.
  • uitleggen hoe rhesusantagonisme is te voorkomen.
  • uitleggen wat de problemen zijn die bij een weefsel of orgaantransplantatie kunnen optreden.

Deelconcepten
Transplantatie, bloedtransfusie, ABO-systeem, resusfactor, donor en acceptor.

 

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Inhoud
Stap 1 Hoe ontstaan brandwonden en welke gevolgen heeft dit voor je lichaam? 
Stap 2 Als iemand bloed nodig heeft, kun je dit niet zomaar van de ene persoon aan de ander geven. Hoe dit wel werkt leer je in deze stap. 
Stap 3 In deze stap leer je hoe een bloedgroep wordt bepaald. 
Stap 4 Wat is het Rhesus-antagonisme en welke invloed heeft dit op moeder en kind?
Afronding
Onderdeel  
Kennisbank Alle Kennisbankitems uit deze module.
Eindopdracht Je maakt een plan om meer donoren te werven in je school.
D-toets Met een d-toets test je je kennis over deze module. 
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 6 SLU nodig.

Aan de slag

Stap 1: Brandwonden

Brandwonden
Derdegraads brandwonden, zoals bij de slachtoffers uit de intro van de module Op de blaren zitten, kunnen behandeld worden met een huidtransplantatie.
Huidcellen kun je ook kweken uit zogenaamde stamcellen.


 

Stap 2: Bloed als weefsel

Bloed als weefsel
Bloedtransfusies zijn de meest voorkomende transplantaties.
Bloed is een weefsel en geen orgaan. Bij een bloedtransplantatie kan het gaan om het plasma of om de rode- of witte bloedcellen.
De reacties die optreden wanneer iemand bloed van een verkeerde bloedgroep heeft ontvangen lijken sterk op de afstotingsreacties bij een orgaan na transplantatie.

Lees in de Kennisbank.

Lichaamsvreemdweefsel

MHC en transplantatie


Bekijk ook de volgende video. Beantwoord daarna de vragen onder de video.

Stap 3: Antigenen

Antigenen op je rode bloedcellen
Wanneer je in het ziekenhuis wordt opgenomen moet je bloedgroep bekend zijn. Meestal ga je daarvoor naar het ziekenhuislaboratorium waar een analist je bloedgroep bepaalt. Bij een bloedtransfusie is die bepaling eenvoudiger dan bij een weefseltypering voor een orgaandonatie.
Twee groepen antigenen zijn bij een bloedtransfusie van belang.
De antigenen A en B van het ABO-systeem en het Rhesusantigeen.

Lees in de Kennisbank de onderdelen:

Bloedtransfusie I, II en rhesusfactor

Bloedgroepen
Ga naar Onderzoek bloedgroepen - www.bioplek.org
Bepaal met behulp van de simulatie de bloedgroepen bij de patiënten.
Begrijp je het nog niet helemaal? Maak dan de volgende opdracht.
Lukt het? Ga dan verder met de volgende stap.

Stap 4: Rhesus-antagonisme

Resusantagonisme
Je hebt ontdekt dat er naast de A en B antigenen van het ABO systeem ook een resusantigeen op rode bloedcellen kan voorkomen.
In deze stap staan twee opdrachten. Een deel van de klas maakt opdracht A (in viertallen), een deel opdracht B (in tweetallen). Overleg met jullie docent hoe de klas verdeeld wordt.

Afronding

Kennisbank

Eindopdracht

Donor worden
De afronding van deze module heeft als doel om nieuwe donoren op school te werven.
Om een goede campagne te voeren moet je weten waar je over praat.
Je maakt in deze stap gebruik van Donorwise. Als je de site doorloopt, wijst het zich vanzelf. Je maakt de eindopdracht individueel. De antwoorden verwerk je in een document.

Bekijk om te beginnen eerst de volgende video:

Noteer welke vier keuzes je als donor kunt maken.
Geef ook aan welke keuze jij nu zou maken.

Wel of geen donor
Bekijk de volgende video's:

Noteer voor je zelf of je wel of niet donor zou willen worden en wat je beweegredenen hiervoor zijn.

Orgaandonatie
Formuleer je eigen visie op orgaandonatie en leg deze vast in het document. Leg ook uit of je visie in de afgelopen periode is veranderd. Bijvoorbeeld door het maken van deze module.
Je eigen visie kopieer je ook naar je portfolio.

Donoren werven
Schrijf een plan om op school donoren te werven. Denk aan de manier waarop je de donorinformatie onder de aandacht gaat brengen, hoe je de donoren gaat registreren, hoe motiveer je iemand etc.

Beoordeling
Overleg de eisen waaraan je campagneplan moet voldoen en de manier van beoordelen met je docent.

D-toets

Toets
De opdracht sluit je af met het maken van de d-toets 'Het immuunsysteem helpen'.
De toets bestaat uit verschillende soorten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.

Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
Klik op de knop om de toets te starten.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze module nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 6 SLU met deze module bezig geweest.
    Heb je in die tijd alle stappen goed kunnen doorlopen?
  • Inhoud
    Donor zijn en transplantaties is altijd al een beladen onderwerp geweest. Je moet niet alleen stilstaan bij je eigen dood, maar ook of je een deel van je lichaam aan een ander wilt geven. Heb jij het idee dat je hier met mensen in je omgeving over kan praten? Waarom wel of waarom niet? En zo niet, heb je dan toch voor jezelf een keuze gemaakt?
  • D-toets
    Heb je alle vragen bij deze opdracht gemaakt? Ging het goed? Heb je met de d-toets kunnen controleren of je de leerdoelen van deze module beheerst?

Afsluiting

Samenvattend

Examenopgaven

Je hebt in de modules veel theorie bestudeerd en veel vragen beantwoord en opdrachten gemaakt.
Als het goed is, ben je nu klaar voor het beantwoorden van een aantal examenvragen over dit onderwerp. Lees eerst de tips.

Tips

 

HAVO 2019-TV1

HAVO 2019-TV1 Vraag 5
HAVO 2019-TV1 Vraag 13

HAVO 2021-TV1

HAVO 2021-TV1 Vraag 3
HAVO 2021-TV1 Vraag 5
HAVO 2021-TV1 Vraag 6
HAVO 2021-TV1 Vraag 42
HAVO 2021-TV1 Vraag 43

HAVO 2021-TV2

HAVO 2021-TV2 Vraag 40
HAVO 2021-TV2 Vraag 41
HAVO 2021-TV2 Vraag 42

 

Meer oefenen?
Ga naar ExamenKracht en oefen ook met de nieuwste examens.
Van de examenvragen kan de voortgang worden bijgehouden op ExamenKracht.
Vraag verdere instructies aan je docent.

Extra opdracht

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Vind je het een goede intro om het thema mee te beginnen?
    Past de video goed bij het thema? Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een totale studiebelasting van 27 à 28 SLU.
    Ben je meer of minder tijd met het thema bezig geweest?
    Met welke module ben je het langst bezig geweest? En met welke het kortst?
  • Herhaling
    Heb je voor je aan de modules begon de toets bij 'Wat kan al?' gemaakt?
    Wist je het meeste nog?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit drie modules. Welke module vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Examenvragen
    Je hebt de examenvragen gemaakt.
    Ging het goed? Had je de theorie uit de modules nodig om de vragen te kunnen maken?
  • Het arrangement Thema: Afweer - h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-28 10:41:04
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Dit thema Afweer is ontwikkeld door medewerkers van StudioVO. Bij het ontwikkelen van het materiaal is gebruik gemaakt van of wordt verwezen naar materiaal van de volgende websites:

    www.schooltv.nl www.youtube.com www.bioplek.org www.wikipedia.org


    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content .

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor biologie voor havo leerjaar 4/5. Dit thema heet afweer. Aan het eind van dit thema: beschrijf je de bouw, werking en functie van organen en cellen betrokken bij de afweer van de mens. beschrijf je de specifieke en aspecifieke afweer als reactie op lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen en cellen. beschrijf je de kenmerken van natuurlijke en kunstmatige immuniteit en van actieve en passieve immuniteit. beschrijf je wat het AB0-bloedgroepensysteem en de rhesusfactor betekenen in het kader van bloedtransfusies.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding; Afweer; Specifieke en aspecifieke afweer; Stofwisseling van het organisme; Bloed, bloedsomloop en lymfe; Bij afweer betrokken cellen en organen;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    22 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    afweer, arrangeerbaar, aspecifieke afweer, biologie, havo4/5, lichaamseigen stoffen, lichaamsvreemde stoffen, organen, specifieke afweer, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Door de ogen van een ander - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63244/Module__Door_de_ogen_van_een_ander___h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Haal jij ook een prik? - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63243/Module__Haal_jij_ook_een_prik____h45

    VO-content Biologie. (2021).

    Module: Op de blaren zitten - h45

    https://maken.wikiwijs.nl/63242/Module__Op_de_blaren_zitten___h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Afweer

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.