Klas 2: De tijd van de Wereldoorlogen

Klas 2: De tijd van de Wereldoorlogen

Inleiding

De eerste helft van de 20e eeuw werd ontsierd door twee wereldoorlogen. Wereldwijd waren er landen bij deze oorlogen betrokken en daarom staan ze bekend als de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. De Tweede Wereldoorlog is te zien als een logisch vervolg op de Eerste Wereldoorlog.

Leerdoelen:
  1. Je kan de vijf oorzaken van Eerste Wereldoorlog benoemen.
  2. Je kan uitleggen wat de vijf oorzaken van de Eerste Wereldoorlog inhouden.
  3. Je kan uitleggen wat de aanleiding is voor de Eerste Wereldoorlog.
  4. Je kan uitleggen wat een loopgravenoorlog is.
  5. Je kan het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven.
  6. Je kan uitleggen wat de Vrede van Versailles is.
  7. Je kan de zaken die in de Vrede van Versailles staan beschrijven.
  8. Je kan uitleggen waarom de Duitse bevolking erg ontevreden was over de Vrede van Versailles.
  9. Je kan uitleggen waarom de Duitse bevolking erg ontevreden was over de de Republiek van Weimar.
  10. Je kan uitleggen wat de economische crisis inhoudt.
  11. Je kunt uitleggen wat de economische crisis betekende voor de Europese bevolking.
  12. Je kan de drie belangrijkste oorzaken van de Tweede Wereldoorlog benoemen
  13. Je kan uitleggen wat de drie oorzaken van de Tweede Wereldoorlog inhouden.
  14. Je kan uitleggen wat de NSDAP is.
  15. Je kunt uitleggen wat de rol van de NSDAP was tijdens de Tweede Wereldoorlog.
  16. Je kan uitleggen waarom Hitler andere landen ging veroveren
  17. Je kunt benoemen welke landen Hitler heeft verovert.
  18. Je kan uitleggen wat de Conferentie van München is.
  19. Je kan uitleggen wat er tijdens de Conferentie van München besproken is.
  20. Je kan het verloop van de Tweede Wereldoorlog beschrijven.
  21. Je kan uitleggen hoe het met de Nederlandse bevolking ging tijdens de Duitse bezetting.
  22. Je weet wat de NSB betekent.
  23. Je kan uitleggenwat de rol van de NSB is tijdens de Duitse bezetting.
  24. Je kan uitleggen hoe het met de joodse bevolking ging in Nederland tijdens de Duitse bezetting.
  25. Je kan een onderzoek doen (met een hoofdvraag en deelvragen) naar Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

 

Opdracht: Maak een nieuw Word document aan en noem het: De tijd van de Wereldoorlogen

1. Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog kent vijf oorzaken:
 
1. Wapenwedloop
Duitsland was vanaf 1871 een keizerrijk onder leiding van Wilhelm I. Het land werd door een snelle industrialisatie een belangrijke economische en militair macht. De opkomst van Duitsland verstoorde het machtsevenwicht in Europa. Het gevolg was een wapenwedloop waarbij landen probeerden om meer en betere wapens te hebben dan de concurrerende landen.
 
2. Bondgenootschappen
Duitsland had een bondgenootschap met Oostenrijk-Hongarije en Italië. Frankrijk voelde zich bedreigd en zocht toenadering tot het tsaristische Rusland. In 1907 sloot ook Groot-Brittannië zich aan bij Frankrijk en Rusland om tegenwicht te bieden aan het machtige Duitsland.
Er stonden twee groepen tegenover elkaar: de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, Italie en bondgenoten) en de Geallieerden (Rusland, Frankrijk, Groot Brittannië en bondgenoten). Bondgenoten beloofden elkaar militaire steun als één van hen werd aangevallen. Door deze wederzijdse beloften werd de kans op een oorlog groter.
 
3. Rivaliteit Frankrijk – Duitsland
In 1870 verloor Frankrijk een oorlog met de Duitse staten onder leiding van Pruisen, de Frans-Duitse oorlog. Frankrijk werd militair vernederd en werd gedwongen tot het betalen van forse herstelbetalingen. Ook verloor het de economische belangrijke provincies Elzas en Lotharingen aan Duitsland. Het verlangen naar wraak en genoegdoening in Frankrijk was daarom groot.
 
4. Imperialisme
De strijd om de koloniën, het imperialisme, versterkte de rivaliteit tussen de landen in Europa. De Duitse keizer Wilhelm II wilde meedoen in de strijd om de koloniën. In korte tijd liet hij een sterke militaire vloot bouwen. Zijn koloniale ambitie was bedreigend voor het koloniale rijk van Groot-Brittannië.
 
5. Nationalisme
De toenemende rivaliteit tussen de grootmachten in en buiten Europa uitte zich in een sterk opkomend nationalisme. De nationale eer van Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland was in het geding.
De landen voerden een wapenwedloop om de rivalen op militair gebied voor te zijn. De ingevoerde dienstplicht had tot gevolg dat de legers uit miljoenen soldaten bestonden. Toen de oorlog uitbrak gingen veel soldaten optimistisch de oorlog in om de eer van het vaderland te verdedigen.
 
Opdracht 1:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Oorzaak  
Wapenwedloop                                                                                             
Bondgenootschap  
Imperialisme  
Nationalisme  
 
Opdracht 2:
Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je Word document.
1. Waar of niet waar?
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak was Duitsland een keizerrijk.
 
2. Kopieer het schema naar je Word document en vul de belangrijkste landen in van de bondgenootschappen:
Centralen Geallieerden
   
   
   

 

3. Welk land won de Frans-Duitse oorlog?

4. Leg uit waarom het imperialisme zorgde voor een spanning tussen Duitsland en Engeland.

5. Hoe zorgde het nationalisme voor grote legers?

 

 

 
 
 

2. De Eerste Wereldoorlog

In juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand door een Servische jongeman doodgeschoten. De moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië. Door het ingewikkelde stelsel van bondgenootschappen escaleerde het conflict al snel tot een wereldoorlog. De Geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, e.a.) vochten tegen de Centralen (Duitsland, Italië, Turkije, Japan, e.a.). Later raakten nog meer landen bij de oorlog betrokken, waaronder de Verenigde Staten in 1917.
De Eerste Wereldoorlog is een oorlog waarin niet alleen egers met elkaar vochten; de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd.
 
Om een tweefrontenoorlog te voorkomen, waarbij Duitsland tegelijkertijd tegen Rusland en Frankrijk zou moeten vechten, bedachten de Duitsers het Von Schlieffenplan: Ze wilden via het neutrale België doorstormen naar Frankrijk en vervolgens Parijs omsingelen. Zodra Frankrijk was verslagen kon Duitsland zich richten op een eventuele oorlog met Rusland.

Doordat de Russen veel sneller optrokken dan voorzien, konden de Duitsers minder legers inzetten in het westen. Het plan voor een snelle omsingeling van Parijs mislukte. Uiteindelijk werd de Duitse opmars door het Franse en Engelse leger tot stilstand gebracht aan de rivier de Marne. Uiteindelijk werden de Duitsers teruggedrongen tot over de Marne. Beide legers groeven zich in waarna een loopgravenoorlog volgde. Rondom de lijn die liep van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens werd vier jaar lang een verbeten oorlog uitgevochten.

 

 


Loopgraaf van de Duitsers

In april 1917 raakten de Verenigde Staten bij de oorlog in Europa betrokken. Dat was een gevolg van de duikbotenoorlog die Duitsland voerde. Met deze strategie wilde het land de bevoorrading van Groot-Brittannië over zee lam leggen. Er werden ook steeds vaker schepen van de Verenigde Staten getorpedeerd. Op 6 april 1917 was de maat vol en verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. Amerikaanse troepen werden naar Europa verscheept waar ze het leger van de geallieerden versterkten.
De Russische revolutie in november 1917 was een tegenvaller voor de geallieerden. Na het uitbreken van de revolutie in Rusland sloot de Russische leider Lenin vrede met Duitsland. Zo kreeg Duitsland de handen vrij in het westen. Duitsland probeerde daarop een doorbraak aan het westelijk front te forceren, maar het Duitse leger was te verzwakt om nog een overwinning te kunnen afdwingen.
 
De Eerste Wereldoorlog was een oorlog zoals de mensheid nog niet eerder had meegemaakt. Niet alleen werd de oorlog wereldwijd uitgevochten, maar ook de gebruikte wapens (vliegtuigen en tanks) waren deels nieuw. Een dieptepunt was het veelvuldig gebruik van gifgas, waaraan veel soldaten stierven of invalide van raakten. Het moraal van het Duitse leger zakte tot een dieptepunt met de overgave van bondgenoot Oostenrijk-Hongarije. Omdat het leger van de geallieerden inmiddels groeide door de aanvoer van troepen uit de VS, gaven Duitsland en haar bondgenoten zich tenslotte over. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten. Een direct gevolg van de Eerste Wereldoorlog betrof uiteraard de verwoesting van vele mensen in de betrokken gebieden. Vele jongen mannen (soldaten) waren dood of verminkt en miljoenen burgers waren vluchteling geworden. Ook neutrale landen hadden last van de oorlog. In Nederland bijvoorbeeld was er een kolentekort waardoor treinen minder reden. De handel via zee was deels stil komen liggen, waardoor allerlei tekorten waren ontstaan.
 
Opdracht 3:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Eerste Wereldoorlog                                                                                          
Aanleiding  
Geallieerden  
Centralen  
Totale oorlog  
Tweefrontenoorlog  
Von Schlieffenplan  
Neutrale  
Loopgravenoorlog  
Russische Revolutie  
Wapenstilstand  

 

Opdracht 4:
Maak in je Word document een tijdbalk over de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog. LET OP: Er moeten tenminste vier gebeurtenissen in je tijdbalk staan.
 

 

3. Oorzaken van de Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog kent drie oorzaken:
 
1. Vrede van Versailles
Duitsland kreeg het als verliezer van de Eerste Wereldoorlog zwaar te verduren. De geallieerden legden de schuld van de oorlog geheel bij Duitsland. Daarom legden ze Duitsland een strenge vrede op: de Vrede van Versailles. Hierin stonden drie dingen waaraan Duitsland moest voldoen:
  1. Duitsland verloor grondgebied zoals Elzas-Lotheringen en haar koloniën.
  2. Het land werd ontwapend en mocht alleen nog een klein leger hebben.
  3. Als derde moesten ze een herstelbetalingen doen. Dat was voor alle schade en het leed van de oorlog.
De Duitsers zagen de Vrede van Versailles als iets verschikkelijks, een veel te zware straf, een vernedering. Daarom noemde zij het Dictaat van Versailles.
 
2. Slechte economie
In de eerste jaren na de oorlog waren de voedselprijzen in Duitsland hoog en er was armoede en werkloosheid. Amerikanen kwamen met economische steunprogramma's: het Dawes- en het Youngplan. Dat waren leningen waarmee de Duitse economie weer op gang werd geholpen. Daardoor steeg de welvaart in Duitsland. In de periode 1925 - 1929 was er redelijke voorspoed. Berlijn stond bekend om zijn hippe en gewaagde uitgaansleven. Toen in 1929 de economie van de VS in een diepe crisis raakte, werden de leningen stopgezet. Duitse bedrijven gingen failliet en de werkloosheid in Duitsland steeg dramatisch.
Na de beurskrach van New York in 1929 raakte de wereldeconomie in een diepe depressie. Ook de Duitse economie kwam zowat stil te liggen. De werkloosheid steeg en de onvrede groeide snel. In die sfeer groeide de aanhang van de partij van Adolf Hitler.
Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, hervormde hij de economie. De Duitse economie werd een oorlogseconomie. Het werk stond in dienst van een naderende oorlog. De werkloosheid werd 'opgelost' door investeringen in de infrastructuur zoals snelwegen (Autobahnen) en de wapenindustrie. Ook door herinvoering van de dienstplicht daalde de werkloosheid.
 
3. Extremisme
Het keizerrijk Duitsland hield in 1918 met het einde van de oorlog op te bestaan. Duitsland werd een republiek genoemd naar het stadje Weimar. Daar werd de nieuwe grondwet van Duitsland afgekondigd. Sociaaldemocraten riepen de republiek uit en regeerden Duitsland in de periode 1918 - 1933. De democratie in Duitsland had het zwaar te verduren onder aanvallen van extremistische groepen communisten en nationaal-socialisten. Aan de linkerkant, vanuit de Sovjet-Unie, dreigde het gevaar van een communistische revolutie. Aan de rechterkant stonden de nationaal-socialisten van Hitler klaar om de macht over te nemen.  
 
Opdracht 5:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Vrede van Versailles                                                                                    
Dictaat van Versailles  
Dawes en het Youngplan  
Beurskrach  
Weimar Republiek  
Extremisme  
 
Opdracht 6:
Bekijk het filmpje van de link en beantwoord de onderstaande vragen in de Word document.
 

1. Hoe kwam het dat veel mensen Hitler een interessante man vonden?
2. Wanneer probeerde Hitler voor het eerst aan de macht te komen?
3. Wat werd Hitler zijn nieuwe tacktiek om aan de macht te komen na de mislukking van de eerste keer?
4. Hoe heet de partij van Hitler?
5. Hoe noemen we de leden van de partij van Hitler?
6. Wat beloofde Hitler aan de Duitsers waardoor hij veel steun kreeg van het Duitse volk?
7. Op welke manier verspreidde Hitler zijn propaganda?
8. Wat is een Rijkskanselier?
9. Wanneer werd Hitler Rijkskanselier?
10. Wie waren er tegen de nazi's?
11. Wat deed de SA?
12. Hoe zorgde Hitler ervoor dat hij aan de macht kon blijven?
13. Hoe werden de jongeren betrokken bij de ideeën van Hitler?
14. Wanneer vond de Kristallnacht plaats?
15. Wat gebeurde er tijdens de Kristallnacht?
16. Hoe zorgde Hitler voor werkgelegenheid?
17. Noem de volgorde van landen die Hitler heeft verovert. Het zijn er acht!

4. De Tweede Wereldoorlog

Chamberlain, de minister president van Groot-Brittanie, zwaaide in september 1938 nog trots met een door Hitler getekende vredesovereenkomst. De Britse politiek in de jaren dertig was gericht op het voorkomen van oorlog. Hitler had al diverse gebieden geclaimd en ingelijfd. In september 1938 liet Hitler zijn oog vallen op Tsjecho-Slowakije. Tijdens de conferentie van München probeerde Chamberlain om een oorlog te voorkomen. In ruil voor de Duitse inname van Sudetenland beloofde Hitler aan Chamberlain af te zien van verdere agressie.

Maar helaas, op 1 september 1939 viel Duitsland Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog. De Verenigde Staten bleven nog neutraal. Ook de Sovjet-Unie trok Polen binnen. Voorafgaand hadden Hitler en Stalin een niet-aanvalsverdrag gesloten waarin de verdeling van Polen al was bepaald.
In het voorjaar van 1940 viel Duitsland het ene na het ander land binnen. In april werden Denemarken en Noorwegen onder de voet gelopen. In mei volgden Nederland, België en Luxemburg. Begin juni capituleerde Frankrijk na bombardementen van Parijs. Vanaf juli begonnen de massale Duitse luchtaanvallen op Engeland. In augustus van hetzelfde jaar antwoordde Engeland met Britse luchtaanvallen op Berlijn. In tegenstelling tot de Eerste Wereldoorlog, die een loopgravenoorlog was, verliep de oorlog nu zeer snel. Het begin wordt daarom ook wel aangeduid met de term blitzkrieg of bliksemoorlog.
 
1941
Duitsland veroverde grote delen van het Midden-Oosten. In de zomer begon Duitsland een groot offensief tegen de Sovjet-Unie. Het doel was Lebensraum, ofwel leefgebied voor het Duitse volk. Als Duitsland de Sovjet-Unie zou wegvagen, was dat de nekslag voor Engeland, zo dacht Hitler. Bovendien was de Sovjet-Unie een machtige vijand en volgens Hitler een 'minderwaardig' volk. De aanval van Duitsland op de Sovjet-Unie betekende het begin van het einde voor Hitler. Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie tekenden een militair bondgenootschap. De Duitse aanval op Moskou mislukte en de Russen begonnen een tegenoffensief.
In 1940 hadden de Duitsers een bondgenootschap gesloten met Italië en Japan. In Oost-Azië was Japan bezig met een oorlog om gebieden te veroveren. De Verenigde Staten werden door Japan gezien als een belangrijke tegenstander. Om deze uit te schakelen viel Japan op 7 december 1941 de Amerikaanse vloot aan. Deze lag voor anker in de haven van Pearl Harbor, op Hawaii. De Japanse aanval op Pearl Harbor droeg bij aan een keerpunt in de oorlog. De Verenigde Staten verklaarden de oorlog aan Japan. Duitsland verklaarde daarop de oorlog aan de Verenigde Staten op 11 december. Duitsland en Japan hadden er een machtige vijand bij.
 
1942
In 1941 namen Hitler en zijn handlangers het schokkende en ingrijpende besluit om alle Joden uit te roeien. Ze noemden dat de oplossing van het Jodenvraagstuk. De 'gewone' moordpartijen op Joden in de eerste oorlogsjaren waren blijkbaar niet genoeg. In 1942 werd de Endlösung, de massamoord op de joden effectief georganiseerd.

1943
In augustus nam de Britse generaal Montgomery de leiding op zich van een militair offensief verzet in Noord-Afrika. Enkele maanden later was de Duitse overmacht daar gebroken.
Op 31 januari 1943 moest het Duitse leger bij de Russische stad Stalingrad zich overgeven na een verschrikkelijke strijd. Sovjet-troepen omsingelden het 6e Duitse leger en maakten meer dan 100.000 krijgsgevangenen. Hierna begon de geleidelijke terugtrekking van Duitse troepen uit de Sovjet-Unie. De Slag om Stalingrad werd daarmee een belangrijk keerpunt in de Tweede Wereldoorlog. Op 9 en 10 juli van dat jaar landden geallieerde troepen op Sicilië.
In november was er een ontmoeting tussen Roosevelt, Churchill en Stalin in Teheran. Daar werd de strategie van de oorlog besproken. Zo werd de massale geallieerde landing op de West-Europese kust vastgesteld voor de lente van 1944. De Sovjet-Unie beloofde de V.S. te helpen in de oorlog tegen Japan.
 
1944
Troepen van de Sovjet-Unie drongen Duitsland verder terug tot diep in Polen. Op 6 juni was het Decision-Day ofwel D-Day. Amerikaanse, Canadese en Britse soldaten landden massaal op de kusten van Normandië. Het was het begin van de bevrijding van West-Europa. In december leverden Duitse troepen een hevige strijd met geallieerde troepen in de Ardennen. Het was een alles-of-niets-poging van Hitler om de geallieerden tot staan te brengen. De Slag om de Ardennen werd gewonnen door de geallieerde troepen.
 
1945
In januari bevrijdden Sovjet-soldaten het concentratiekamp Auschwitz in Polen. Roosevelt, Churchill en Stalin ontmoetten elkaar in februari op Jalta om alvast de naoorlogse situatie te bespreken. Er werden o.a. afspraken gemaakt over de verdeling van Duitsland in bezettingszones. Op 30 april pleegde Adolf Hitler zelfmoord in zijn bunker in Berlijn en was de oorlog in het Westen praktisch gewonnen. Op 5 mei was heel Nederland bevrijd. Twee dagen later op 7 mei volgde de officiële Duitse overgave en kwam er in Europa een einde aan de Tweede Wereldoorlog.
De oorlog tegen de Japanse overheersing van Azië ging voorlopig nog gewoon door. De Japanse soldaten waren zeer fanatiek bij de verdediging van de bezette gebieden. Om een langdurige bevrijdingsstrijd te voorkomen gebruikten de VS een nieuw, verschrikkelijk wapen: de atoombom. Op 6 en 9 augustus 1945 ontploften twee atoombommen boven de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. Dit kostte honderdduizenden levens, ook door stralingsziekten. De Japanse overgave volgde snel op 10 augustus.

De Tweede Wereldoorlog was net als de Eerste Wereld oorlog een totale oorlog geweest. Niet alleen legers, maar de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog, denk bijvoorbeeld maar aan de vele bombardementen op steden. Het totaal aantal slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog was groter dan het totaal aantal slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog en dan vooral het aantal burgerslachtoffers.

 

Opdracht 7:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Tweede Wereldoorlog  
Conferentie van Munchen                                                                                   
Blitzkrieg  
Lebensraum  
Pearl Harbor  
Jodenvraagstuk/Endlösung  
D-Day  

 

Opdracht 8:
Kopieer de jaartallen naar je Word document en zet er achter wat er toen gebeurd is.
  • 1938
  • 1 september 1939
  • voorjaar van 1940
  • Zomer 1941
  • 7 december 1941
  • 1942
  • 31 januari 1943
  • 6 juni 1944
  • 5 mei 1945
  • 7 mei 1945
  • 6 en 9 augustus 1945
  • 10 augustus 1945
 
 

 

5. Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog

Nederland was in 1940 al een eeuw lang een neutraal land, een land dat geen partij koos als er oorlog was. In 1940 schond Hitler de neutraliteit van Nederland. Op 10 mei 1940 trokken Duitse troepen de Nederlandse grens over. Het Nederlandse leger bood fel verzet bij strategische plekken zoals de Afsluitdijk, de Moerdijkbruggen en de Grebbelinie. Omdat de snelle verovering van Nederland stokte koos Hitler een andere strategie. In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen. De capitulatie van het Nederlandse leger volgde daarna snel. Binnen 5 dagen was Nederland veroverd en had het 5 lange bezettingsjaren voor de boeg. Omdat het verzet tegen de Duitse aanval taaier was dan verwacht, had de Koninklijke familie en regering voldoende tijd om te vluchten naar Groot-Brittannië en had Nederland een regering en koningshuis in ballingschap. Veel Nederlanders hadden het zwaar te verduren tijdens de Duitse bezetting.
 
De Nederlandse bezetting is opgedeeld in drie fases:
 
1. Gematigde fase Duitse bezetting: 10 mei 1940 - februari 1941
Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk. Daarom kreeg het land in plaats van een militair bestuur een burgerlijk bestuur onder leiding van de Oostenrijkse SS'er Seyss Inquart. Doel was om steun te winnen van het Nederlandse volk voor de nationaalsocialistische zaak. Propaganda was daarbij een belangrijk middel.
 
De in 1931 opgerichte NSB (Nationaal Socialistische Beweging) was extreem rechts en streefde naar een autoritaire staat. Tijdens de oorlog was de NSB de enige toegestane partij. De leider Anton Mussert had een diepe afkeer van de wijze waarop de democratie volgens hem het landsbelang verpestte. Veel hoge ambtenaren, burgemeesters en mensen in het onderwijs werden tijdens de oorlog vervangen door NSB'ers. Een aantal handelde uit volle overtuiging of omdat het moeilijk was om de kans op een mooi baantje te laten schieten. Er waren ook burgemeesters en hoge ambtenaren die bewust kozen voor samenwerking met de Duitsers om zo controle te houden op de situatie. Na de overgave op 15 mei 1940 keerde het 'gewone' leven weer terug. Het merendeel van de Nederlanders probeerde 'onzichtbaar' de oorlogsjaren door te komen.

2. Duitse repressie, opkomst verzet en dwangarbeid: Februari 1941 - najaar 1944
Al aan het eind van het jaar 1940 lieten de Duitse machthebbers hun gematigde houding varen. De meerderheid van het Nederlandse volk liep niet warm voor de nationaal-socialistische zaak. De dwang en beperkingen namen toe en anti-Joodse maatregelen volgden elkaar snel op. Nederland stond vanaf 1941 steeds meer in dienst van de oorlogvoering van Duitsland. De verhouding tussen de Duitse bezetters en de Nederlandse bevolking verslechterde. De mensen kwamen in verzet. Verzet was er in allerlei vormen. Een klein percentage van de bevolking nam actief deel aan gewelddadig verzet tegen het Duitse leger. Op dit soort verzet reageerden de Duitsers met harde straffen en executies. Er was ook verzet zonder gebruik van geweld, bijvoorbeeld om hulp aan onderduikers of neergeschoten geallieerdepiloten.
Het passief verzet in Nederland was veel groter. Stiekem werd geluisterd naar verborgen radiotoestellen. Radio Oranje verzorgde vanuit Engeland dagelijks uitzendingen om de mensen in bezet Nederland te steunen.

Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen tewerkstelling in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken. In de werkkampen was de sterfte door geweld, ziekte, uitputting en ondervoeding groot. Ongeveer een half miljoen Nederlandse mannen werd naar Duitsland weggevoerd. Ongeveer 30.000 van hen overleefden de oorlog niet.
 
3. Ontregeling en hongersnood: Najaar 1944 - mei 1945
Vanaf 1944 werd het steeds moeilijker om de moeilijkheden te negeren. De maatschappij raakte steeds verder ontregeld en er was schaarste aan producten en levensmiddelen. Om in het levensonderhoud te voorzien werden er voedingsmiddelen bonnen uitgegeven.
Na de invasie van geallieerde troepen in Normandië op 6 juni 1944 (D-day) was de bevrijding van Nederland nabij. De zuidelijke provincies onder de grote rivieren werden in september 1944 bevrijd. Een poging om in september 1944 de grote rivieren over te steken eindigde in een voorlopige nederlaag van geallieerden tijdens de slag om Arnhem, operation Market Garden. Voor de mensen die boven de grote rivieren woonden kwamen de zwaarste maanden uit de oorlog. Zo'n 20.000 mensen in de grote steden vonden de hongerdood in deze hongerwinter. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd.

 

Holocaust in Nederland
Het persoonsbewijs was een identiteitskaart die alle Nederlanders verplicht bij zich moesten hebben. Deze kaart bleek van belangrijke betekentis bij de jodenvervolging. Vanaf het begin van de bezetting werden de antisemitische maatregelen doorgevoerd: Joden werden ontslagen uit beroepen in de ambtenarij, onderwijs en overheid, mochten niet reizen, geen openbare plaatsen zoals bioscopen en parken bezoeken en werden gedwongen geïsoleerd in getto's te leven. In mei 1942 werd de Jodenster ingevoerd, die door joden verplicht op de kleding moest worden gedragen. In de zomer van 1942 werden de eerste Joden naar doorvoerkamp Westerbork gebracht, vanuit door werden zij doorgevoerd naar de inmiddels rap gebouwde concentratiekampen in Duitsland en Polen. Het merendeel van de Nederlandse joden, ruim honderdduizend, werd op die manier vermoord.

 
Opdracht 9:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Neutraal                                                                                   
Capitulatie  
Brudervolk  
NSB  
Verzet  
Operation Market Garden  
Hongerwinter  
Holocaust  
Antisemitische  
Jodenster  
Concentratiekampen  

 

Opdracht 10:
Maak een stripverhaal over de bezettings jaren in Nederland. Alle drie de fases moeten erin voorkomen.
Het stripverhaal teken je op een blaadje. Gooi deze niet weg, want je docent moet hem controleren.
 

6. Afronden

Als laatste maak je een aantal afrondingsopdrachten. Voor deze opdrachten kijk je nog eens terug op wat je allemaal geleerd hebt. Om de opdrachten te kunnen maken moet je daarom af en toe nog even terug gaan en de teksten doorlezen.
 
 
Opdracht 11:
Bekijk het filmpje via de onderstaande link en beantwoorde vragen in je Word document.
  1. Van welk jaar tot welk jaar duurt W.O.I.?
  2. Hoeveel mensen kwamen er om tijdens W.O.I.?
  3. W.O.I. heeft vele oorzaken, de spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen was de ruzie tussen Oostenrijk en Servië. Wat was er gebeurd?
  4. Door welke ruzie sloten de bondgenoten van beide land zich aan bij de oorlog?
  5. Wat houdt een bondgenootschap in?
  6. Welke landen horen bij het bondgenootschap van de centrale?
  7. Welke landen horen bij het bondgenootschap van de geallieerden?
  8. Kopieer het onderstaande kaartje eerst naar paint en kleur de landen die bij de centrale horen blauw en die van de geallieerden rood. Kopieer en plak hem als je klaar bent naar je Word document.
9. Hoeveel landen deden er uiteindelijk mee aan W.O.I.?
10. Nederland was neutraal tijdens W.O.I.
11.Wat is neutraal zijn?
12. Noem twee dingen waar Nederland last van kreeg door de oorlog.
13. De Engelse soldaten hadden wel zin in oorlog. Noem drie dingen waaruit dat blijkt.
14. Wat wordt er bedoeld met “Back home by christmas?
15. De soldaten kwamen “vast te zitten” in België, ze graven zichzelf in in loopgraven. Beschrijf de situatie voor de soldaten die in de loopgraven zaten. Noem drie dingen.
16. Noem vier wapens die gebruikt werden tijdens de oorlog.
17. A. Wat veranderd er in 1917 aan de oorlog?
      B. Wat is het gevolg hiervan?
18. Na W.O.I. wilde men dit nooit meer, noem twee veranderingen die werden toegepast na de oorlog.
19. Met de klaproos herdenken wij tegenwoordig W.O.I., het is een symbool voor de oorlog. Leg uit waarom dit het symbool van de oorlog is geworden.
 
Opdracht 12:
Bekijk het filmpje via de onderstaande link en beantwoorde vragen in je Word document.
  1. Van welk jaar tot welk jaar duurt W.O.II.?
  2. Van welk jaar tot welk jaar duurt W.O.II in Nederland?
  3. Wat gebeurt er in 1933 in Duitsland?
  4. Welk land wordt als eerste aangevallen?
  5. Op welke datum wordt Nederland aangevallen?
  6. Wat gebeurt er op 14 mei 1940?
  7. Wie zijn de tegenstanders van Hitler?
  8. Wat is een dictator?
  9. Welke plekken worden verboden voor Joden?
  10. Wat voor regel komt er in 1942 voor de Joden?
  11. Wat gebeurt er met de Joden in de concentratiekampen?
  12. Hoeveel Nederlandse Joden komen om?
  13. Wat moet de Nederlandse bevolking, vooral de mannen, in 1943 doen?
  14. Wat doet Hitler om zichzelf te beschermen tegen zijn vijanden, noem twee voorbeelden.
  15. A. Op welke datum is D-Day?
    B. Waarvoor staat D-Day?
  16. Op welke datum wordt Nederland bevrijd?
  17. A. Hoeveel Joden sterven er in totaal?
    B. Hoeveel soldaten sterven er in totaal?
    C. Hoeveel burgers sterven er in totaal?
  18. Op welke dag herdenken wij de slachtoffers van W.O.II.?
 
Opdracht 13:
Maak een Powepoint over dit hoofdstuk.
In je Powerpoint hoef je alleen plaatjes te verwerken.
Van elk onderdeel moet je twee plaatjes in je Powerpoint verwerken.
LET OP: Er zijn vijf onderdelen!
 
Opdracht 14:
A. Zoek van de volgende personen op wat hun rol was tijdens de tijd van de Wereldoorlogen. Kopieer de namen naar je word-document en schrijf er achter wat de rol was van deze persoon.
 
- Frans Ferdinand
- Lenin
- Chamberlain
- Hitler
- Seyss Inquart
- Anton Mussert
 
B. Zoek bij elke persoon ook een afbeelding. Plak deze bij de naam van de persoon.
 
Opdracht 15:
Kopieer de leerdoelen naar je Word document en geef antwoord op de leerdoelen.
  1. Je kan de vijf oorzaken van Eerste Wereldoorlog benoemen.
  2. Je kan uitleggen wat de vijf oorzaken van de Eerste Wereldoorlog inhouden.
  3. Je kan uitleggen wat de aanleiding is voor de Eerste Wereldoorlog.
  4. Je kan uitleggen wat een loopgravenoorlog is.
  5. Je kan het verloop van de Eerste Wereldoorlog beschrijven.
  6. Je kan uitleggen wat de Vrede van Versailles is.
  7. Je kan de zaken die in de Vrede van Versailles staan beschrijven.
  8. Je kan uitleggen waarom de Duitse bevolking erg ontevreden was over de Vrede van Versailles.
  9. Je kan uitleggen waarom de Duitse bevolking erg ontevreden was over de de Republiek van Weimar.
  10. Je kan uitleggen wat de economische crisis inhoudt.
  11. Je kunt uitleggen wat de economische crisis betekende voor de Europese bevolking.
  12. Je kan de drie belangrijkste oorzaken van de Tweede Wereldoorlog benoemen
  13. Je kan uitleggen wat de drie oorzaken van de Tweede Wereldoorlog inhouden.
  14. Je kan uitleggen wat de NSDAP is.
  15. Je kunt uitleggen wat de rol van de NSDAP was tijdens de Tweede Wereldoorlog.
  16. Je kan uitleggen waarom Hitler andere landen ging veroveren
  17. Je kunt benoemen welke landen Hitler heeft verovert.
  18. Je kan uitleggen wat de Conferentie van München is.
  19. Je kan uitleggen wat er tijdens de Conferentie van München besproken is.
  20. Je kan het verloop van de Tweede Wereldoorlog beschrijven.
  21. Je kan uitleggen hoe het met de Nederlandse bevolking ging tijdens de Duitse bezetting.
  22. Je weet wat de NSB betekent.
  23. Je kan uitleggenwat de rol van de NSB is tijdens de Duitse bezetting.
  24. Je kan uitleggen hoe het met de joodse bevolking ging in Nederland tijdens de Duitse bezetting.
  25. Je kan een onderzoek doen (met een hoofdvraag en deelvragen) naar Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

7. Onderzoek

Als laatste ga je onderzoek doen naar de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Dit onderzoek verwerk je in een verslag. Voor dit verslag krijg je een cijfer dat twee keer mee telt.

Hieronder staat een schema hoe je je verslag moet maken:

Wat moet ik doen?

Je gaat een onderzoek doen naar een onderwerp over de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Over dit onderzoek schrijf je een verslag en dit lever je in.

Hoe moet ik dit doen:
1. Met wie?
2. Hoe lang?
3. Waar?
4. Welke Hulpmiddelen?

 

  1. Je maakt het onderzoek en verslag in tweetallen.
  2. Jullie zijn in totaal 4 uur met dit onderzoek op school bezig.
  3. Jullie werken eraan op de leerpleinen en M&M lessen.
  4. De hulpmiddelen bestaan uit de laptop en internet. De volgende websites zijn erg handig om te gebruiken:

http://members.home.nl/keesdebrouwer/wereldoorlog_II.htm

http://tweede-wereldoorlog.klup.nl/

http://tweedewereldoorlog.startpagina.nl/

http://www.duits.de/lexikon/chronik/specials/jeugd_3e_rijk/doel.php3

http://www.tweedewereldoorlog.nl/

http://www.zijkozenvoorverzet.nl/docent.html

                                                           

Welk resultaat wordt er verwacht?

Het onderzoeksverslag moet aan de volgende eisen voldoen:

  • Voorblad: titel, afbeelding(en), persoonlijke gegevens
  • Inleiding (voorwoord: wat voor onderwerp heb je gekozen en waarom dit onderwerp).
  • Inhoudsopgave
  • Woordspin
  • Hoofdvraag en minimaal drie deelvragen
  • Antwoorden op de deelvragen
  • Conclusie (antwoord op de hoofdvraag)
  • Eigen mening (hoe was het om dit onderzoek te doen, hoeveel tijd hadden we nodig, verloop van jullie samenwerking, taakverdeling,  wat heb je ervan geleerd)
  • Bronvermelding (gehele naam van de websites)

 

Verder wordt er nog op de volgende punten gelet:

  • Heb je alles gedaan volgens het stappenplan?
  • Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit?
  • Ben je er in de lessen goed en serieus mee bezig geweest?
  • In hoeverre is alles wat er staat door jou zelf gemaakt? (originaliteit)

Hoe verwerk ik het resultaat?

Je gaat voor het onderzoeksverslag het volgende stappenplan uitvoeren:

  1. Je maakt een woordspin met de Tweede wereldoorlog in Nederland. In de spin komen diverse gebeurtenissen van die oorlog in Nederland te staan.
  2. Naar aanleiding van die woordspin  kies  je een gebeurtenis uit, die jij verder gaat onderzoeken.
  3. Je maakt een inleiding, waarin je opschrijft waar je onderzoek naar gaat doen  en waarom je daarvoor gekozen hebt.
  4. Je bedenkt een hoofdvraag.
  5. Naar aanleiding van de hoofdvraag bedenk je minimaal drie deelvragen.
  6. Je zoekt informatie over jouw onderwerp. Je gebruikt minimaal 3 verschillende bronnen  waarvan  minimaal 1 boek .
  7. Je selecteert al die informatie. Die stukken bewaren waar je het antwoord op je deelvragen kunt vinden.
  8. Antwoorden opschrijven van je deelvragen, dit doe je met de informatie die je hebt gevonden.
  9. Conclusie = Antwoord op je hoofdvraag.
  10. Schrijf jullie eigen mening. (hoe was het om dit onderzoek te doen, hoeveel tijd hadden we nodig, verloop van jullie samenwerking, taakverdeling,  wat heb je ervan geleerd)
  11. Je zoekt geschikte/passende afbeeldingen bij je verhaal. (let op: afbeeldingen, grafieken en tabellen bij de tekst zetten).
  12. Je maakt een bronvermelding, gebruik de exacte websites die jullie gebruikt hebben.
  13. Je maakt als laatste nog een inhoudsopgave.
  14. Controleren of je aan alle eisen voldoet!

 

Uitkomst?

Je onderzoeksverslag wordt nagekeken en je krijgt een cijfer wat Twee keer meetelt bij M&M.

We letten daarbij op:

1. Hebben jullie alles gedaan volgens het stappenplan?

2. Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit?

3. Ben je er in de lessen goed en serieus mee bezig geweest?

4. In hoeverre is alles wat er staat door jullie zelf gemaakt? (Geen kopieer-plak werk!!)

Klaar?

Check of alles er in zit. Zie onderstaande Checklist.

  • 1 voorblad + titel
  • Inleiding en verantwoording (wat gekozen en waarom)
  • Inhoudsopgave en blz. nummering
  • Woordspin 
  • Hoofdvraag en minimaal 3 deelvragen
  • Antwoorden op de deelvragen.
  • Conclusie (antwoord op jullie hoofdvraag)
  • Eigen mening
  • Bronvermelding. Boeken, tijdschriften artikelen. Titel datum en auteur. Websites links opschrijven. Personen die je geholpen hebben.

Inleveren in de ELO

  • Het arrangement Klas 2: De tijd van de Wereldoorlogen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Joyce Landman Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2016-02-18 08:27:11
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.