2. De Eerste Wereldoorlog

In juni 1914 werd de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand door een Servische jongeman doodgeschoten. De moordaanslag was de aanleiding voor het uitbreken van oorlog tussen Oostenrijk-Hongarije en Servië. Door het ingewikkelde stelsel van bondgenootschappen escaleerde het conflict al snel tot een wereldoorlog. De Geallieerden (Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, e.a.) vochten tegen de Centralen (Duitsland, Italië, Turkije, Japan, e.a.). Later raakten nog meer landen bij de oorlog betrokken, waaronder de Verenigde Staten in 1917.
De Eerste Wereldoorlog is een oorlog waarin niet alleen egers met elkaar vochten; de gehele maatschappij was betrokken bij de oorlog. De oorlog wordt daarom wel een totale oorlog genoemd.
 
Om een tweefrontenoorlog te voorkomen, waarbij Duitsland tegelijkertijd tegen Rusland en Frankrijk zou moeten vechten, bedachten de Duitsers het Von Schlieffenplan: Ze wilden via het neutrale België doorstormen naar Frankrijk en vervolgens Parijs omsingelen. Zodra Frankrijk was verslagen kon Duitsland zich richten op een eventuele oorlog met Rusland.

Doordat de Russen veel sneller optrokken dan voorzien, konden de Duitsers minder legers inzetten in het westen. Het plan voor een snelle omsingeling van Parijs mislukte. Uiteindelijk werd de Duitse opmars door het Franse en Engelse leger tot stilstand gebracht aan de rivier de Marne. Uiteindelijk werden de Duitsers teruggedrongen tot over de Marne. Beide legers groeven zich in waarna een loopgravenoorlog volgde. Rondom de lijn die liep van de Noordzee tot aan de Zwitserse grens werd vier jaar lang een verbeten oorlog uitgevochten.

 

 


Loopgraaf van de Duitsers

In april 1917 raakten de Verenigde Staten bij de oorlog in Europa betrokken. Dat was een gevolg van de duikbotenoorlog die Duitsland voerde. Met deze strategie wilde het land de bevoorrading van Groot-Brittannië over zee lam leggen. Er werden ook steeds vaker schepen van de Verenigde Staten getorpedeerd. Op 6 april 1917 was de maat vol en verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. Amerikaanse troepen werden naar Europa verscheept waar ze het leger van de geallieerden versterkten.
De Russische revolutie in november 1917 was een tegenvaller voor de geallieerden. Na het uitbreken van de revolutie in Rusland sloot de Russische leider Lenin vrede met Duitsland. Zo kreeg Duitsland de handen vrij in het westen. Duitsland probeerde daarop een doorbraak aan het westelijk front te forceren, maar het Duitse leger was te verzwakt om nog een overwinning te kunnen afdwingen.
 
De Eerste Wereldoorlog was een oorlog zoals de mensheid nog niet eerder had meegemaakt. Niet alleen werd de oorlog wereldwijd uitgevochten, maar ook de gebruikte wapens (vliegtuigen en tanks) waren deels nieuw. Een dieptepunt was het veelvuldig gebruik van gifgas, waaraan veel soldaten stierven of invalide van raakten. Het moraal van het Duitse leger zakte tot een dieptepunt met de overgave van bondgenoot Oostenrijk-Hongarije. Omdat het leger van de geallieerden inmiddels groeide door de aanvoer van troepen uit de VS, gaven Duitsland en haar bondgenoten zich tenslotte over. Op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten. Een direct gevolg van de Eerste Wereldoorlog betrof uiteraard de verwoesting van vele mensen in de betrokken gebieden. Vele jongen mannen (soldaten) waren dood of verminkt en miljoenen burgers waren vluchteling geworden. Ook neutrale landen hadden last van de oorlog. In Nederland bijvoorbeeld was er een kolentekort waardoor treinen minder reden. De handel via zee was deels stil komen liggen, waardoor allerlei tekorten waren ontstaan.
 
Opdracht 3:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Eerste Wereldoorlog                                                                                          
Aanleiding  
Geallieerden  
Centralen  
Totale oorlog  
Tweefrontenoorlog  
Von Schlieffenplan  
Neutrale  
Loopgravenoorlog  
Russische Revolutie  
Wapenstilstand  

 

Opdracht 4:
Maak in je Word document een tijdbalk over de gebeurtenissen tijdens de Eerste Wereldoorlog. LET OP: Er moeten tenminste vier gebeurtenissen in je tijdbalk staan.