Veilig vrijen hv12

Veilig vrijen hv12

Veilig vrijen

Intro

Voortplanting 
Tijdens de puberteit verander je op lichamelijk, geestelijk en sociaal vlak.
Deze veranderingen worden veroorzaakt door hormonen. Deze hormonen brengen heel wat teweeg in je lichaam. Wat allemaal? Dat zie je in de volgende video. Bespreek na het kijken met een klasgenoot wat er allemaal verandert in je lichaam.

Video: Bio-bits Voortplanting

In deze opdracht gaan we het hebben over veilig vrijen.
Over het voorkomen van een zwangerschap en wat je kan doen als je toch per ongeluk zwanger bent geraakt.

Ook kijken we hoe je kan voorkomen dat je een geslachtsziekte krijgt.

Veel succes!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • beschrijven wat soa’s zijn en uitleggen hoe je ze kunt voorkomen.
  • beschrijven welke voorbehoedsmiddelen er zijn en welke veilig en betrouwbaar zijn en welke niet.
  • uitleggen wat wordt bedoeld met 'veilig vrijen'.

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Hoe voorkom je dat je zwanger raakt als je vrijt? Daarover gaat deze stap.
Stap 2 Er bestaan verschillende voorbehoedsmiddelen, in een video en in de Kennisbank leer je welke er zijn.
Stap 3 Door onveilig te vrijen kun je een SOA krijgen. In deze stap leer je welke SOA's er zijn en welke gevolgen ze hebben.
Stap 4 Een van de bekendste sexueel overdraagbare aandoeningen is AIDS. Maar wat is Aids nou precies en wat is het verschil tussen HIV en AIDS?
Stap 5 Tijdens een spel met je klasgenoten ontdek je hoe snel een SOA zich kan verspreiden!
Stap 6 Wat is cybersex en sexting en waarom is dat gevaarlijk?
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Hier vind je de Kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht. 
Eindopdracht A Je maakt een stripverhaal of collage over cybersex/sexting.
Eindopdracht B Feit of Fabel. Samen met klasgenoten ga je verschillende stellingen uitzoeken en beargumenteren.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2-3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Zwangerschap en voorbehoedsmiddelen

In de puberteit worden jongens en meisjes volwassen.
Dit betekent ook dat, als ze onveilig seks hebben, het meisje zwanger kan worden.
Voorbehoedsmiddelen voorkomen een zwangerschap en sommige beschermen ook tegen een soa.
In deze video krijgt je uitleg over de verschillende voorbehoedsmiddelen.

Video: Zwangerschap voorkomen



Bestudeer uit de kennisbank biologie:

Voorbehoedsmiddelen

Maak na het kijken van de video en het lezen van de kennisbank de volgende oefening.

 

Stap 2: Voorbehoedsmiddelen

Met het gebruik van voorbehoedsmiddelen kun je dus een zwangerschap voorkomen.
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel dat je ook beschermt tegen een geslachtsziekte.
In het filmpje krijg je uitleg over het gebruik van het condoom.

Video: Het condoom

Natuurlijk is het, vooral de eerste keren, erg spannend. En dan moet je ook nog aan voorbehoedsmiddelen denken!
In de twee video’s hieronder krijg je een goede tip!

Bekijk de volgende twee campagnefilmpjes:

Stap 3: Geslachtziekten

Ziekten die overgedragen worden door seksueel contact heten soa ofwel seksueel overdraagbare aandoeningen. Geslachtsziekten worden tot de soa gerekend.
Veel geslachtziekten worden overgedragen via slijmvliezen.
Bestudeer uit de kennisbank biologie:

Geslachtziekten

Maak de volgende oefening.

Stap 4: Hiv en aids

De ziekte aids wordt veroorzaakt door het hiv-virus. Dit is ook een geslachtsziekte.
Wanneer je het hiv-virus bij je draagt, ben je hiv-positief.
Als je hiv hebt, ben je niet direct ziek. Het hiv-virus breekt het afweersysteem af.
Als je afweersysteem slecht werkt, word je sneller ziek en doe je er langer over om weer beter te worden.
Langzaam wordt het afweersysteem slechter. Wanneer je afweersysteem niet meer werkt, wordt de diagnose aids gesteld. Aids is eigenlijk een soort verzamelnaam voor allerlei ziektes die je krijgt wanneer je afweersysteem niet meer werkt. De gemiddelde tijd tussen besmetting en ‘uitbreken’ van aids is negen jaar.

In dit filmpje wordt het nog eens kort uitgelegd. Bekijk het filmpje:

Video: Wat is aids? 

Op de hele wereld hebben 33 miljoen mensen het hiv-virus.
Elke dag komen er 13.000 mensen bij.
Dat betekent dat er elke twaalf seconden iemand met het virus besmet raakt.
Aids is een ziekte die niet alleen in andere landen voorkomt. Ook in Nederland hebben mensen aids.

Als een zwangere vrouw hiv-positief is, krijgt de baby in de buik dit dan ook?
Kijk naar het volgende filmpje:

Video: Kinderen met aids 

Er bestaan veel misverstanden over hiv en aids.
Voornamelijk over hoe het virus wordt overgebracht, dus hoe je besmet raakt met hiv/aids.
Door deze misverstanden zijn er veel vooroordelen over mensen met hiv/aids.
Een vooroordeel over aids is bijvoorbeeld ‘iemand met aids kan makkelijk anderen besmetten, je kan dus maar beter bij hem uit de buurt blijven’.
Vooroordelen kunnen heel snel tot discriminatie leiden.

Waarvan kun je NIET besmet raken?
Ten onrechte raken veel mensen ongerust als ze met aids geconfronteerd worden, omdat ze bang zijn een besmetting met hiv op te lopen.
Maar in de dagelijkse omgang met hiv-geïnfecteerden kun je niet besmet raken.
Je kunt namelijk niet besmet worden door:

  • Huidcontact
  • (Tong)zoenen
  • Toilet en gebruiksvoorwerpen
  • Adem, hoesten, niezen
  • Verlenen van eerste hulp
  • Dieren (zoals insectenbeten)
  • Etenswaren
  • Zwemwater en sauna's.

Hoe kan een besmetting met hiv wèl plaatsvinden?
Het virus bevindt zich in lichaamsvocht, met name in: bloed, sperma, vaginaal vocht en voorvocht.
Hiv kan overgedragen worden door:

  • Seks zonder condoom.
  • Lenen van elkaars eerder gebruikte naalden en spuiten bij druggebruikers.
  • Overdracht van hiv-geïnfecteerde moeder op haar kind.
  • Zwangerschap, de bevalling of via borstvoeding als de moeder besmet is.
  • Bloedtransfusie met besmet bloed.

Stap 5: Aidsspel

Hoe snel verspreid het hiv-virus zich?
Je gaat het Aidsspel spelen met de klas.

Aantal personen:
10-20 personen

Korte uitleg spel:

  • Iedereen krijgt een bekertje met vloeistof.
  • Iedereen krijgt een kaartje met een persoonsbeschrijving van het seksleven van de speler.
  • In een van de bekertjes zit een zetmeeloplossing, dit stelt het aidsvirus voor.
  • In alle andere bekertjes zit water, dit stelt een niet geïnfecteerd persoon voor.
  • Wanneer twee spelers elkaar tegenkomen lezen ze deze persoonsbeschrijving.
  • Als er volgens de omschrijving geslachtsgemeenschap plaatsvindt, doe je de inhoud van de bekertjes bij elkaar.
    Daarna verdeel je alles weer over de twee bekertjes.


Daarna kunnen de spelers weer op pad.
Aan het einde van het spel wordt er aan alle bekertjes jodium toegevoegd.
Zo kan zetmeel worden aangetoond.
Wie is er besmet met het hiv-virus?

Stap 6: Cybersex of sexting

Cyberseks en sexting
Natuurlijk niet echt besmettelijk, maar wel gevaarlijk. Waarom?
Kijk maar eens naar het volgende filmpje over cyberseks.

Natuurlijk geeft deze video niet het echte gevaar weer. Maar leuk is anders.
Toch kan cyberseks of sexting wel degelijk gevaarlijk zijn.
Je weet vaak niet met wie je contact hebt. Misschien is het wel iemand met hele vervelende bedoelingen.
Ook kan het zo zijn dat iemand een afbeelding of video van jouw (gedeeltelijk) blote lichaam opslaat.
Deze afbeeldingen kunnen dan later worden verspreid of je kan ermee worden gechanteerd.
Dit kan ook als je cyberseks/sexting hebt met een bekende.
Stel je voor dat je relatie uit gaat of je krijgt ruzie met iemand!

Afronding

Begrippenlijst

Voorbehoedsmiddelen

Geslachtziekten

Anticonceptie
Ook wel voorbehoedsmiddel genoemd; methode om een zwangerschap en/of een seksueel overdraagbare aandoening (soa) te voorkomen.
Voorbehoedsmiddelen
Ook wel anticonceptie genoemd; methode om een zwangerschap en/of een seksueel overdraagbare aandoening (soa) te voorkomen.
Periodieke onthouding
Bij periodieke onthouding hebben man en vrouw in de vruchtbare periode van de vrouw geen geslachtsgemeenschap.
Coïtus interruptus
Oftewel; onderbroken geslachtsgemeenschap. De man trekt zijn penis terug uit de vagina net voor de zaadlozing.
Voorvocht
Kleine hoeveelheid vocht die zaadcellen kan bevatten en al voor de zaadlozing de penis verlaat.
Condoom
Anticonceptiemiddel. De condoom vangt de zaadcellen van de man op.
Pil
Anticonceptiemiddel. De pil zorgt ervoor dat er geen eicel vrijkomt en moet dagelijks ingenomen worden.
Spiraaltje
Anticonceptiemiddel. Een spiraaltje zorgt ervoor dat een embryo zich niet kan innestelen in de baarmoeder.
Vrouwencondoom
Een vrouwencondoom wordt in de baarmoeder geplaatst en houdt de zaadcellen tegen.
Morning-afterpil
Anticonceptiemiddel. De morning-afterpil is een noodmiddel en wordt alleen gebruikt als een ander anticonceptiemiddelen vergeten is of heeft gefaald.
Zwangerschapstest
Met een zwangerschapstest kan het hormoon hCG worden aangetoond.
Overtijdbehandeling
Behandeling die je ondergaat als het te laat is voor het nemen van de morning-afterpil, waarbij je baarmoederslijmvlies wordt weggezogen bij een ongewenste zwangerschap.
Abortus
Behandeling die je ondergaat als het te laat is voor een overtijdbehandeling en de vrouw nog niet langer dan dertien weken zwanger is. Hierbij wordt de baarmoeder leeggezogen.
Steriliseren
Vrouw: De eileider wordt afgesloten met een ringetje of klemmetje. Man: De zaadleider wordt doorgesneden, ingekort of afgebonden.
Soa
Seksueel overdraagbare aandoening.
Geslachtsziekte
Seksueel overdraagbare aandoening.
Antibioticum
Medicijn dat stoffen bevat die bacteriën remmen of doden.
Symptomen
Ziekteverschijnselen
Chlamydia
Seksueel overdraagbare aandoening, die wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte kan leiden tot onvruchtbaarheid als het niet op tijd wordt bestreden met antibiotica.
Onvruchtbaarheid
Als je onvruchtbaar bent kun je je niet voortplanten door een niet goed werkend voortplantingssysteem.
Vaccin
Een verzwakte ziekteverwekker of deel van een ziekteverwekker wordt gebruikt bij inenting (vaccinatie), zodat het lichaam zelf antistoffen kan gaan maken tegen deze ziekte.
Candida
Seksueel overdraagbare aandoening. Het is een schimmelinfectie die tot chronische klachten kan leiden. Veel mensen dragen de schimmel bij zich maar alleen bij ene zwak afweersysteem komt de schimmel tot uiting.
Syfilis
Seksueel overdraagbare aandoening. Syfilis komt nauwelijks nog voor. Symptomen zijn bruine plekken op het lichaam. De ziekte wordt bestreden met antibioticum.
Gonorroe
Seksueel overdraagbare aandoening. De aandoening wordt veroorzaakt door een bacterie en levert ontstekingsklachten aan het geslachtsdeel op. Met antibiotica wordt de ziekte bestreden.
Koorts
Verhoging van de lichaamstemperatuur die vaak ontstaat door een ontsteking.
Geneesmiddel
Middel dat is bedoeld om je beter te maken, zoals pijnstillers, antibiotica en koortswerende middelen.
Bijwerking
Ongewenste of onbedoelde effecten van geneesmiddelen.
Ontsteking
Plaatselijke reactie van het lichaam op een beschadiging, bijvoorbeeld door een ziekteverwekker, een giftige stof of warmte.

Eindopdracht A: Stripverhaal of collage

Bij eindopdracht A maak je een stripverhaal of collage over Cyberseks en sexting.

Maak samen met een klasgenoot een strip of collage over cyberseks/sexting of juist romantiek op het internet. Zorg dat de risico's en de gevaren duidelijk genoemd worden of zichtbaar zijn.

Je strip of collage is minimaal 2 A4 of 1 A3 groot. Lees voor je begint nog even de tips in de Gereedschapskist hieronder.

Beoordeling
Bij de beoordeling gebruikt je docent de volgende vragen:

  • Is de boodschap duidelijk voor de lezer?
  • Is het een verzorgd geheel?
  • Is er goed samengewerkt?

Je voegt de strip of collage toe aan de speciale uitgave van de schoolkrant (eindopdracht thema Seksualiteit)

Stripverhaal maken

Met een stripverhaal kun je een kort verhaal in beeld brengen. Je maakt een combinatie van tekst en beeld door je verhaal uit te werken in tekeningen met tekstballonnen.        

 

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Eindopdracht B: Feit of fabel

Als je kiest voor eindopdracht B ga je samen met vier klasgenoten 20 stellingen onderzoeken.
Zijn ze het allemaal echt waar?
Zijn het feiten of fabels: verzonnen verhaaltjes?

In een groepje van vier leerlingen gaan jullie de fabels van de feiten scheiden.

  • Maak, eventueel  in overleg met je docent, viertallen.

  • Ieder lid van het viertal krijgt 5 zinnen. Alle nummers 1, zin 1 t/m 5. Alle nummers 2, zin 6 t/m 10 etc.

  • Onderzoek van de zinnen die jij hebt gekregen of het feiten of fabels zijn.
    Je mag hiervoor gebruikmaken van het internet of kijk eens in de kennisbanken die bij dit thema horen.

  • Weet je of de zin een feit of een fabel is? Noteer dit dan in een gedeeld tekstdocument (bijvoorbeeld Google). De feiten/fabels komen dus weer netjes onder elkaar te staan. Ieder lid van het viertal kan in het document werken.
    Noteer ook waarom iets een feit/fabel is. Beargumenteer je antwoord goed.

  • Als jullie allemaal klaar zijn, bespreken jullie alle 20 feiten/fabels.
    Geef je klasgenoten uitleg. Waarom is een zin wel of niet waar?

  • Daarna kiezen jullie allemaal 1 feit/fabel uit die jullie uit gaan leggen aan de hele klas.
    Overleg met je docent wanneer jullie dit mogen doen.

  1. Van de eerste keer vrijen kun je niet in verwachting raken.

  2. Meisjes kunnen ook in verwachting raken als ze ongesteld zijn.

  3. Een jongen heeft meer behoefte aan seks dan een meisje.

  4. Een jongen krijgt pas een erectie als hij seksueel opgewonden is.

  5. In het voorvocht (vocht wat vrijkomt vlak voordat een jongen klaarkomt) kunnen ook zaadcellen zitten.
    Dat kan er dus voor zorgen dat een meisje zwanger raakt.

  6. Het maagdenvlies sluit de ingang van de vagina af.

  7. Een jongen die een erectie heeft, doet dit bewust.

  8. Als een jongen grote voeten heeft dan heeft hij waarschijnlijk ook een grote penis.

  9. Hoe groter een penis, hoe meer sperma eruit komt.

  10. Een erectie gaat pas over na een zaadlozing.

  11. Een jongen die een natte droom heeft, droomt over seks.

  12. Veilig vrijen is het voorkomen van zwangerschap en het voorkomen van een soa.

  13. Van tongzoenen kun je geen aids krijgen.

  14. Twee condooms over elkaar zijn veiliger dan een enkel condoom.

  15. Jongens hebben aan de onderkant 2 openingen en meisjes hebben er 3.

  16. Seks is alleen maar fijn als je allebei klaarkomt.

  17. Je kunt alleen maar zwanger worden als de penis in de vagina is geweest.

  18. Je kunt ook een tampon gebruiken om niet zwanger te worden.

  19. Homo's hebben meer kans om aids te krijgen dan hetero's.

  20. Als je je goed wast na geslachtsgemeenschap heb je minder kans op zwangerschap en loop je minder risico om een soa te krijgen.

 

Beoordeling
Bij de beoordeling let jullie docent op het volgende:

  • Zijn de 20 stellingen netjes genoteerd in een tekstdocument?
  • Zijn de 20 stellingen correct beantwoord en juist beargumenteerd?
  • Zijn de vijf uitgezochte stellingen goed beargumenteert aan de klas?
  • Waren de sprekers goed verstaanbaar?

Je voegt de feiten/fabels toe aan de speciale uitgave van de schoolkrant (eindopdracht thema Seksualiteit)

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede video om de opdracht mee te beginnen?
    Wat merk jij al van de hormonen in je lijf? Heb je veel last of merk je er misschien nog helemaal niets van.

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    A: Is het gelukt om samen een duidelijke boodschap te laten zien in de collega/het stripverhaal. Welke afspraken hebben jullie hierover gemaakt? Evalueer samen julie manier van samenwerken.
    B: Hoe verliep het presenteren van de argumenten bij jullie feiten/fabels. Hadden jullie vooraf besproken waar jullie op zouden letten bij het presenteren aan de klas? Bespreek nu van elk lid van het viertal hoe het presenteren aan de klas verliep. Geef duidelijke feedback.
  • Het arrangement Veilig vrijen hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-10-12 12:32:02
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Seksualiteit'. Het onderwerp van deze les is: veilig vrijen. Je leert uitleggen wat wordt bedoeld met veilig vrijen, soa's en voorbehoedsmiddelen.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Reproductie en evolutie; Biologie; Reproductie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, condoom, havo/vwo 2, pil, soa, spiraal, stercollectie, voorbehoedsmiddelen, vrijen