Van cel tot organisme hv12

Van cel tot organisme hv12

Van cel tot organisme

Intro

Stel dat we met een camera heel ver in kunnen zoomen. Zo het menselijk lichaam in. Wat zien we dan?

Bekijk onderstaande video. Wat valt je op als er wordt ingezoomd?

In deze opdracht zoomen we in op de een orgaan van de mens, de huid. We kijken naar organenstelsels, organen, weefsels en cellen.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • de indeling van mensen van cel tot orgaanstelsel benoemen.
  • enkele orgaanstelsels van de mens opnoemen.
  • enkele belangrijke organen van deze orgaanstelsels benoemen.
  • uitleggen wat orgaandonatie is.

Wat kan ik al?

Al eerder maakte je kennis met de cellen van planten en dieren. Je leerde de verschillende celonderdelen van een plantaardige en dierlijke cel met hun functie.

In deze stap frissen we je geheugen even op. Wat weet je nog van deze cellen?

Lees de volgende Kennisbank en maak dan de oefeningen. Scoor je onvoldoende? Lees dan de Kennisbank opnieuw en probeer het opnieuw. Lukt het niet om een voldoende te scoren? Vraag dan je docent om hulp.

Bouw van een cel

Wat ga ik doen?

Aan de slag

Stap Activiteit
Stap 1 Na het lezen van twee kennisbanken kun je verschillende vragen beantwoorden over cellen, weefsels en orgaanstelsels.
Stap 2 Je kunt van verschillende organen aangeven tot welk orgaanstelsel ze behoren. 
Stap 3 Je kijkt de video 'van cel tot stelsel' en beantwoord daarna negen vragen. 
Stap 4 Je leest informatie over orgaandonatie. Ook kijk je een video. Op de site van Donordenkers.nl speel je een quiz. 
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht. 
Eindopdracht A Je maakt de toets over de lesstof die je in deze opdracht hebt geleerd. 
Eindopdracht B Je maakt samen met een klasgenoot een spel en verwerkt daarin verschillende begrippen uit deze opdracht. 
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Je hebt ongeveer twee lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Van cel naar weefsel

Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel:

 

Van cel tot orgaanstelsel

Beantwoord na het bestuderen de volgende vragen.

Stap 2: Organen

In de kennisbank heb je van de verschillende orgaanstelsels enkele belangrijke organen gezien.
Weet je welk orgaan tot welk orgaanstelsel behoort?

Maak onderstaande oefening.

Stap 3: Het grootste orgaan

Weet je wat het grootste orgaan is van je lichaam? In het filmpje vind je het antwoord.

Video: Van cel tot stelsel

Iedereen is anders, toch zijn we allemaal opgebouwd uit dezelfde onderdelen.
De mens is opgebouwd uit miljarden cellen. Cellen vormen weefsel.
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels.
En in orgaanstelsels werken organen samen. Al die dingen samen vormen een organisme.

Stap 4: Orgaandonatie

Je longen zijn van levensbelang voor het opnemen van zuurstof.
Maar stel nu dat één of beide longen het niet meer goed doen.
Kijk naar het verhaal van Eline. Wat is er aan de hand met haar longen?

Video: Orgaandonatie



Dokters kunnen tegenwoordig ontzettend veel.
Ze kunnen zieke mensen zelfs een nieuw hart of nieuwe longen geven!
Het nieuwe orgaan wordt dan uit het lichaam gehaald van iemand die overleden is.
Die persoon moet daar natuurlijk tijdens zijn leven wel toestemming voor geven.
Dat kan door het donorcodicil.
Vanaf de zomer 2020 is iedereen die niet heeft vastgelegd of hij/zij donor wil zijn, automatisch donor.
Op die manier hoopt de regering het tekort aan donoren terug te dringen. Meer informatie daarover lees je op de site van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 

Wat vind jij?
Ga naar de website www.donordenkers.nl en klik op leerling.
Kijk een tijdje rond op de website. Speel in ieder geval de quiz over organen, weefsels en donatie.

Ga ook naar de stellingen op de site. Wat is jouw mening over deze stellingen over orgaandonatie?
Bespreek je mening over de stellingen met een of enkele klasgenoten.

Afronding

Begrippenlijst

Van cel tot orgaanstelsel

Ademhalingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het opnemen van zuurstof en het uitscheiden van koolstofdioxide. Ademhalingsorganen zijn o.a. luchtpijp en longen (met longblaasjes).
Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Voortplantingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij de voortplanting van dieren, mensen en planten.
Spierstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit spieren, die in samenwerking met het zenuwstelsel en het skelet ervoor zorgen dat je kunt bewegen.
Botstelsel
Orgaanstelsel dat zorgt voor stevigheid en bescherming van een organisme en ook beweging mogelijk maakt door spieraanhechting. Bijvoorbeeld: het geraamte bij gewervelde dieren (inwendig skelet) en het pantser (uitwendig skelet) bij geleedpotige dieren (bijvoorbeeld insecten).
Zenuwstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij het waarnemen van en reageren op prikkels uit de omgeving en uit het lichaam zelf. Organen van het zenuwstelsel zijn o.a. zintuigen, hersenen en ruggenmerg.
Zintuigstelsel
Orgaanstelsel dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).
Uitscheidingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het verwijderen van schadelijke en overbodige stoffen uit het lichaam. Uitscheidingsorganen zijn o.a. nieren, lever en de huid.
Hormoonstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen en klieren die hormonen maken en afgeven. Hormonen worden vervoerd via het bloed en regelen allerlei lichaamsprocessen, zoals ademhaling, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, slapen en voortplanting. Betrokken organen zijn o.a. de hypofyse en schildklier.
Bloedvatenstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit alle aders, slagaders en haarvaten.
Nieren
Organen die betrokken zijn bij de uitscheiding (urine).
Tussencelstof
Stof tussen cellen die de eigenschappen van het steunweefsel bepaalt. Bestaat o.a. uit vezels, haarvaten en weefselvocht.
Steunweefsel
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het skelet of tussen organen. Er zijn drie typen; bindweefsel, kraakbeenweefsel en beenweefsel.
Beenweefsel
Een relatief stijf steunweefsel.
Kraakbeenweefsel
Een relatief elastisch steunweefsel.
Bindweefsel
Steunweefsel dat een beschermende en verzorgende functie heeft voor alle organen.
Spierweefsel
Weefsel dat bestaat uit spiercellen.
Zenuwweefsel
Weefsel bestaande uit zenuwcellen.

Eindopdracht A: Toets

Bij eindopdracht A sluit je deze opdracht af met het maken van een toets.

Eindopdracht B: Spel

Bij eindopdracht B ontwikkel je samen met een klasgenoot een spel waarin je de volgende begrippen verwerkt:

cel - weefsel - organisme - orgaan - orgaanstelsel - bloedvatenstelsel - ademhalingsstelsel - verteringsstelsel - spierstelsel - botstelsel - zenuwstelsel - zintuigstelsel - uitscheidingsstelsel - hormoonstelsel

Aan jullie de keus hoe jullie deze begrippen verwerken. Jullie kunnen denken aan:

  • een memoryspel met op het ene kaartje het begrip en op het bijbehorende kaartje de definitie.
  • een kwartetspel waarbij je dieper ingaat op de verschillende stelsels (welke organen enzovoort).
  • een kruiswoordpuzzel

Kijk voor meer ideeën nog in de gereedschapskist hieronder.
Lees voor je begint even de punten waar je docent op let tijdens de beoordeling.

Beoordeling
Jullie docent let bij het beoordelen van het spel op het volgende:

  • alle begrippen zijn verwerkt in het spel.
  • de begrippen zijn op de juiste manier verwerkt in het spel. Daarmee wordt bedoeld dat de begrippen op de juiste manier aan hun definitie of elkaar zijn gekoppeld.
  • het spel is uitvoerbaar en getest door klasgenoten. Eventuele verbeterpunten zijn aangebracht.
  • het geheel ziet er netjes, verzorgd en overzichtelijk uit.
  • bij een spel waarvan de spelregels niet gelijk duidelijk zijn is een handleiding gemaakt. Vraag eventueel aan jullie docent of hij/zij dit noodzakelijk vindt bij jullie spel.

Klaar
Lever jullie spel in bij je docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Herkende je de verschillende weefsels en cellen die je passeerde in de video? Wat viel je vooral op? 

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was, schrijf ook op wat je al wist. 
    Van welke stap heb je het meest geleerd?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    A: Is het gelukt om een voldoende voor de toets te scoren? Heb je het idee dat je alle leerdoelen goed hebt kunnen controleren door de toets te maken? Zo niet, wat miste je?
    B: Is het gelukt om samen een spel te ontwikkelen? 
    Hoe verliep de samenwerking? Konden jullie duidelijk afspraken maken en de taken eerlijk verdelen? Waren julie het eens over de tijdsplanning? Als julie het niet eens waren over iets, hoe hebben jullie dit dan opgelost? Welke vaardigheden hebben jullie geoefend tijdens het maken van dit spel?
  • Het arrangement Van cel tot organisme hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-10-12 16:48:19
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Spijsvertering en ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: van cel tot organisme. Je leert de indeling van mensen van cel tot orgaanstelsel benoemen.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Opbouw van leven;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, cel, havo/vwo 2, lichaam, mensen, orgaanstelsel, organisme, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen