Stel dat we met een camera heel ver in kunnen zoomen. Zo het menselijk lichaam in. Wat zien we dan?
Bekijk onderstaande video. Wat valt je op als er wordt ingezoomd?
In deze opdracht zoomen we in op de een orgaan van de mens, de huid. We kijken naar organenstelsels, organen, weefsels en cellen.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
de indeling van mensen van cel tot orgaanstelsel benoemen.
enkele orgaanstelsels van de mens opnoemen.
enkele belangrijke organen van deze orgaanstelsels benoemen.
uitleggen wat orgaandonatie is.
Wat kan ik al?
Al eerder maakte je kennis met de cellen van planten en dieren. Je leerde de verschillende celonderdelen van een plantaardige en dierlijke cel met hun functie.
In deze stap frissen we je geheugen even op. Wat weet je nog van deze cellen?
Lees de volgende Kennisbank en maak dan de oefeningen. Scoor je onvoldoende? Lees dan de Kennisbank opnieuw en probeer het opnieuw. Lukt het niet om een voldoende te scoren? Vraag dan je docent om hulp.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Iedereen is anders, toch zijn we allemaal opgebouwd uit dezelfde onderdelen.
De mens is opgebouwd uit miljarden cellen. Cellen vormen weefsel.
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsels.
En in orgaanstelsels werken organen samen. Al die dingen samen vormen een organisme.
Stap 4: Orgaandonatie
Je longen zijn van levensbelang voor het opnemen van zuurstof.
Maar stel nu dat één of beide longen het niet meer goed doen.
Kijk naar het verhaal van Eline. Wat is er aan de hand met haar longen?
Dokters kunnen tegenwoordig ontzettend veel.
Ze kunnen zieke mensen zelfs een nieuw hart of nieuwe longen geven!
Het nieuwe orgaan wordt dan uit het lichaam gehaald van iemand die overleden is.
Die persoon moet daar natuurlijk tijdens zijn leven wel toestemming voor geven.
Dat kan door het donorcodicil.
Vanaf de zomer 2020 is iedereen die niet heeft vastgelegd of hij/zij donor wil zijn, automatisch donor.
Op die manier hoopt de regering het tekort aan donoren terug te dringen. Meer informatie daarover lees je op de site van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Wat vind jij?
Ga naar de website www.donordenkers.nl en klik op leerling.
Kijk een tijdje rond op de website. Speel in ieder geval de quiz over organen, weefsels en donatie.
Ga ook naar de stellingen op de site. Wat is jouw mening over deze stellingen over orgaandonatie?
Bespreek je mening over de stellingen met een of enkele klasgenoten.
Ademhalingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het opnemen van zuurstof en het uitscheiden van koolstofdioxide. Ademhalingsorganen zijn o.a. luchtpijp en longen (met longblaasjes).
Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.
Voortplantingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij de voortplanting van dieren, mensen en planten.
Spierstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit spieren, die in samenwerking met het zenuwstelsel en het skelet ervoor zorgen dat je kunt bewegen.
Botstelsel
Orgaanstelsel dat zorgt voor stevigheid en bescherming van een organisme en ook beweging mogelijk maakt door spieraanhechting. Bijvoorbeeld: het geraamte bij gewervelde dieren (inwendig skelet) en het pantser (uitwendig skelet) bij geleedpotige dieren (bijvoorbeeld insecten).
Zenuwstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die betrokken zijn bij het waarnemen van en reageren op prikkels uit de omgeving en uit het lichaam zelf. Organen van het zenuwstelsel zijn o.a. zintuigen, hersenen en ruggenmerg.
Zintuigstelsel
Orgaanstelsel dat een verandering in de omgeving kan waarnemen en signalen doorgeeft aan delen van het zenuwstelsel (zenuwcellen).
Uitscheidingsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor het verwijderen van schadelijke en overbodige stoffen uit het lichaam. Uitscheidingsorganen zijn o.a. nieren, lever en de huid.
Hormoonstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen en klieren die hormonen maken en afgeven. Hormonen worden vervoerd via het bloed en regelen allerlei lichaamsprocessen, zoals ademhaling, bloeddruk, hartslag, spijsvertering, slapen en voortplanting. Betrokken organen zijn o.a. de hypofyse en schildklier.
Bloedvatenstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit alle aders, slagaders en haarvaten.
Nieren
Organen die betrokken zijn bij de uitscheiding (urine).
Tussencelstof
Stof tussen cellen die de eigenschappen van het steunweefsel bepaalt. Bestaat o.a. uit vezels, haarvaten en weefselvocht.
Steunweefsel
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het skelet of tussen organen. Er zijn drie typen; bindweefsel, kraakbeenweefsel en beenweefsel.
Beenweefsel
Een relatief stijf steunweefsel.
Kraakbeenweefsel
Een relatief elastisch steunweefsel.
Bindweefsel
Steunweefsel dat een beschermende en verzorgende functie heeft voor alle organen.
Spierweefsel
Weefsel dat bestaat uit spiercellen.
Zenuwweefsel
Weefsel bestaande uit zenuwcellen.
Eindopdracht A: Toets
Bij eindopdracht A sluit je deze opdracht af met het maken van een toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Aan jullie de keus hoe jullie deze begrippen verwerken. Jullie kunnen denken aan:
een memoryspel met op het ene kaartje het begrip en op het bijbehorende kaartje de definitie.
een kwartetspel waarbij je dieper ingaat op de verschillende stelsels (welke organen enzovoort).
een kruiswoordpuzzel
Kijk voor meer ideeën nog in de gereedschapskist hieronder.
Lees voor je begint even de punten waar je docent op let tijdens de beoordeling.
Beoordeling
Jullie docent let bij het beoordelen van het spel op het volgende:
alle begrippen zijn verwerkt in het spel.
de begrippen zijn op de juiste manier verwerkt in het spel. Daarmee wordt bedoeld dat de begrippen op de juiste manier aan hun definitie of elkaar zijn gekoppeld.
het spel is uitvoerbaar en getest door klasgenoten. Eventuele verbeterpunten zijn aangebracht.
het geheel ziet er netjes, verzorgd en overzichtelijk uit.
bij een spel waarvan de spelregels niet gelijk duidelijk zijn is een handleiding gemaakt. Vraag eventueel aan jullie docent of hij/zij dit noodzakelijk vindt bij jullie spel.
Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Herkende je de verschillende weefsels en cellen die je passeerde in de video? Wat viel je vooral op?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was, schrijf ook op wat je al wist.
Van welke stap heb je het meest geleerd?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A: Is het gelukt om een voldoende voor de toets te scoren? Heb je het idee dat je alle leerdoelen goed hebt kunnen controleren door de toets te maken? Zo niet, wat miste je?
B: Is het gelukt om samen een spel te ontwikkelen?
Hoe verliep de samenwerking? Konden jullie duidelijk afspraken maken en de taken eerlijk verdelen? Waren julie het eens over de tijdsplanning? Als julie het niet eens waren over iets, hoe hebben jullie dit dan opgelost? Welke vaardigheden hebben jullie geoefend tijdens het maken van dit spel?
Het arrangement Van cel tot organisme hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Spijsvertering en ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: van cel tot organisme.
Je leert de indeling van mensen van cel tot orgaanstelsel benoemen.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Spijsvertering en ademhaling'. Het onderwerp van deze les is: van cel tot organisme.
Je leert de indeling van mensen van cel tot orgaanstelsel benoemen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Dierlijke en Plantaardige cellen
Van cel naar weefsel
Organen
Van cel tot organisme
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.