Jongetje of meisje? hv12

Jongetje of meisje? hv12

Jongetje of meisje?

Intro

Er is een baby op komst. Mensen zijn altijd benieuwd wat het wordt.
Is het voorspelbaar? 
Stel je buren hebben drie dochters.
Ze willen nog een kind.
Is de kans op een jongen nu groter? Bespreek het met een klasgenoot. Onderbouw je reactie met argumenten.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kun je:

  • aangeven dat er in geslachtscellen, die ontstaan na de meiose, 23 chromosomen in de kern zitten.
  • benoemen dat een man een zaadcel met een X-chromosoom of een Y-chromosoom heeft en een vrouw een eicel met een X-chromosoom.
  • in een kruisingsschema laten zien wat er gebeurt als de geslachtschromosomen bij elkaar komen. 
  • uitleggen waarom er net zoveel jongens als meisjes worden geboren.

Wat kan ik al?

We gaan even je geheugen opfrissen!
In het thema over seksualiteit heb je geleerd over de vorming van voortplantingscellen.
Waar worden ook alweer zaadcellen geproduceerd? Hoeveel eicellen heeft een meisje?

Maak de oefening en kijk hoeveel je nog weet!

Wat ga ik doen?

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest de Kennisbank mitose en meiose. Over de informatie die je in de Kennisbank leest beantwoord je vragen.
Stap 2 Hoe wordt bepaald of een baby een jongen of een meisje wordt? Hoe werkt de bevruchting? Dat leer je in deze opdracht.
Stap 3 Hoe groot is de kans dat een baby een jongen of een meisje wordt? Dat kun je bepalen in een kruisingsschema. Zo'n kruisingsschema ga je maken in deze stap.
Stap 4 Op welke manier kun je voor de geboorte al vaststellen wat het geslacht van het ongeboren kind is? Daarover gaat deze stap.
Stap 5 Samen met een klasgenoot bespreek je 10 stellingen. Je onderbouwt je antwoorden met argumenten.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Hier vind je de Kennisbanken en de begrippen van de opdracht jongetje of meisje?.
Eindopdracht Je verwerkt tien vragen in een vraagvorm.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.

 

Benodigdheden
Geen bijzonderheden. Eventueel materiaal voor je vragen in de eindopdracht.

Tijd
Twee 2 à 3 lesuren.

Aan de slag

Stap 1: Chromosomen en celdeling

Bestudeer de pagina's van het volgende onderdeel:

Mitose en meiose

 

Maak nu de volgende oefening.

Stap 2: Bevruchting

De eicellen zijn bij een meisje al bijna klaar als ze geboren wordt.
Ze moeten alleen nog verder rijpen en hun laatste delingen (de meiose) uitvoeren.
Gewoonlijk rijpt er één maal per maand één eicel in een eierstok.
Na rijping komt de eicel in de eierstok terecht.

Na de meiose heeft de eicel bij de mens 23 chromosomen in de kern zitten.
Als de eicel bevrucht wordt door een zaadcel komen daar 23 chromosomen uit de kern van de zaadcel bij, want ook de zaadcel is ontstaan uit meiose. Samen zijn het er dan weer 46.

De bevruchte eicel begint in de eileider te delen en komt dan als een klompje cellen in de baarmoeder terecht. Daar delen de cellen nog vele keren en ontstaat een baby.

Dit zijn allemaal gewone celdelingen (mitose). Dus alle cellen van de baby bevatten precies dezelfde erfelijke eigenschappen als die van de bevruchte eicel.

Noodzaak van meiose en bevruchting
De meiose is nodig om het aantal chromosomen per cel te halveren.
Het gaat er om dat in elke voortplantingscel van elk type chromosoom
er één terecht komt, dus in totaal één set van allemaal verschillende chromosomen.
Bij de bevruchting komt dan de helft (= één set) van de erfelijke eigenschappen van de vader via de zaadcel samen met de helft (= ook één set) van de erfelijke eigenschappen van de moeder in de eicel.

In totaal ontstaat zo een erfelijke mix van eigenschappen van twee sets, dus weer net even veel als in de lichaamscellen van de ouders.
Bestudeer uit het volgende item uit de Kennisbank de pagina 'Jongen of meisje?':

Jongen of meisje?


Doe nu de oefening.

Stap 3: Kruisingsschema

Om snel en inzichtelijk te hebben welke genen worden doorgegeven aan nakomelingen, kun je een kruisingsschema maken. In een kruisingsschema kun je ook hoe groot de kans is op een jongen of op een meisje.

 

Stap 4: In de praktijk

Zeker weten of een kind een jongen of meisje wordt, kan dus niet.
Je kunt de kans uitrekenen en daar blijft het bij.

Veel ouders weten tegenwoordig al voordat hun kind wordt geboren of het een jongen of meisje wordt.
Hoe? Het kan door een karyogram te maken van cellen van de placenta en te kijken naar het laatste chromosomenpaar.
Het kan ook eenvoudiger. Bekijk het filmpje maar.

Stap 5: Stellingen

Waar of niet waar? Bespreek met een klasgenoot de volgende stellingen.

Afronding

Begrippenlijst

Mitose en Meiose

Kruisingen

Karyogram
Een chromosomenportret; overzicht van een verzameling chromosomenparen van een individu.
Mitose
Gewone celdeling: één moedercel deelt zich in tweeën. Hierbij ontstaan twee dochtercellen, die genetisch hetzelfde zijn als de moedercel, met hetzelfde aantal chromosomen. Dit type deling zorgt o.a. voor groei van een organisme en voor herstel van weefsel. Ook bij ongeslachtelijke voortplanting door deling is sprake van mitose en gewone celdeling. Mitose is het proces van (gewone) kerndeling die aan de celdeling vooraf gaat.
Meiose
Kerndeling waarbij geslachtscellen ontstaan, met de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen. Ook reductiedeling genoemd. Het vindt plaats in de geslachtsorganen. Tijdens de meiose zijn de chromosomen zichtbaar.
Reductiedeling
Kerndeling waarbij geslachtscellen ontstaan, met de helft van het oorspronkelijke aantal chromosomen. Ook meiose genoemd. Het vindt plaats in de geslachtsorganen. Tijdens de meiose zijn de chromosomen zichtbaar.
X-chromosoom
Vrouwelijk geslachtschromosoom; een vrouw heeft in een lichaamscel twee X-chromosomen.
Y-chromosoom
Mannelijk geslachtschromosoom; een man heeft in een lichaamscel een X- en een Y-chromosoom.
Lichaamscellen
'Gewone' cellen met in de celkern een dubbele set chromosomen (chromosoomparen).
Geslachtscellen
Voortplantingscellen met in de celkern een enkele set chromosomen (de helft van het aantal chromosomen in een lichaamscel).

Eindopdracht: Vraagvorm naar keuze.

Ter afsluiting van deze opdracht bedenk je zelf een vraagvorm die past bij deze opdracht.
Dit mag in de vorm van een quiz, een kruiswoordpuzzel, een puzzelboekje of een andere vorm. Zorg dat je minimaal 10 vragen/begrippen verwerkt.

Denk er bij je uitwerking aan, dat je de vraagvorm moet kunnen presenteren in je tentoonstelling (eindopdracht Thema). Bezoekers van jouw tentoonstelling moeten straks in korte tijd de vragen kunnen beantwoorden.
Probeer alle leerdoelen in je vragen te verwerken.
Zorg dat je zelf ook de antwoorden weet op de vragen.

Kijk voor je begint nog even in de Gereedschapskist hieronder. Misschien ontdek je nog leuke, creatieve ideeën.

Als je tien vragen hebt bedacht, laat je de vraagvorm dan beantwoorden door een klasgenoot.
Natuurlijk beantwoord jij de vragen die je klasgenoot heeft bedacht.
Kijk elkaars werk na en geef elkaar feedback op de antwoorden.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van de vraagvorm op de volgende punten:

  • de vragen sluiten aan bij de leerdoelen van dit thema.
  • alle leerdoelen van deze opdracht zijn verwerkt.
  • de vraagvorm past goed binnen de straks te maken tentoonstelling.
  • de vragen en antwoorden zijn correct.
  • het geheel ziet er netjes en verzorgd uit.


Klaar?
Laat de vragen beoordelen door je docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Bespreek nu nogmaals dezelfde vraag met je klasgenoot. Hebben jullie nu een ander antwoord dan in de intro?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat? Hoeveel tijd had jij nodig? Welk deel van de opdracht koste de meeste tijd? Welke de minste?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Vond je het prettig om nog even wat te herhalen onder 'wat kan ik al?' of wist je dat allemaal nog?
  • Eindopdracht
    Is het gelukt om een vraagvorm te vinden die je makkelijk kunt toepassen in de tentoonstelling? Wat waren jouw criteria voor een goede vraagvorm? Is het gelukt om een vraagvorm te vinden die paste bij jouw criteria?
  • Het arrangement Jongetje of meisje? hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2019-09-25 14:16:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Erfelijkheid en evolutie'. Het onderwerp van deze les is: jongetje of meisje? Je leert aangeven dat er in geslachtscellen, die ontstaan na de meiose, 23 chromosomen in de kern zitten en in een kruisingsschema laten zien wat er gebeurt als de geslachtschromosomen (X- en Y-chromosoom) bij elkaar komen.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Reproductie en evolutie; Biologie; Reproductie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, geslachschromosomen, geslachtscellen, havo/vwo 2, kruisingsschema, meiose, stercollectie

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen