Eigenschappen overerven
Een gezin met kinderen. Sommige kinderen lijken erg op elkaar. Anderen wat minder.
Ook lijkt het ene kind soms erg op zijn of haar moeder en het andere juist meer op de vader.
Dit komt omdat we eigenschappen overerven.
Maar welke van onze eigenschappen erven we eigenlijk?
Meer over het erven van eigenschappen in deze opdracht.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
de begrippen: cel, celkern, chromosoom, DNA, gen, genotype, fenotype, dominant en recessief beschrijven.
de verschillen uitleggen tussen erfelijke en door het milieu bepaalde eigenschappen.
de gewone celdeling (mitose) beschrijven.
uitleggen wat het verschil is tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je bestudeert de Kennisbank en leert wanneer eigenschappen erfelijk zijn en wanneer ze ontstaan door omgevingsfactoren. Hierover maak je ook een opdracht.
Stap 2
Hoe werkt je DNA? Dat leer je in deze stap. Je kijkt een video en maakt daarna een opdracht.
Stap 3
Je leert wanneer er sprake is van genotype en wanneer er sprake is van fenotype. In een invuloefeningen gebruik je deze begrippen op de juiste plek.
Stap 4
Welke rol heeft mitose in de ongeslachtelijke voortplanting? En wat is eigenlijk mitose? Daarover gaat deze stap.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbanken en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Je maakt een fotocollage waarbij je eigenschappen indeelt in erfelijk en door omgevingsfactoren.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Materiaal voor het maken van de collage.
Tijd
Twee à drie lesuren.
Aan de slag
Stap 1: Erfelijke eigenschappen
Welke eigenschappen zijn erfelijk, welke niet?
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel:
Wat is de invloed van je omgeving op je socialisatie en de eigenschappen die je ontwikkelt?
De zingende zusjes Aukje en Marieke van Ginneken zijn allebei succesvol.
Komt dat door hun aangeboren talenten of heeft hun omgeving dat gestimuleerd?
Bekijk het in dit filmpje op de site van SchoolTV.
Waar zitten de erfelijke eigenschappen?
In stap 1 heb je in de Kennisbank kunnen lezen over het DNA.
Als je het goed bekijkt, is ons lichaam een grote fabriek waarin steeds nieuwe cellen worden aangemaakt.
De allerkleinste deeltjes van ons lichaam verschaffen onder andere informatie over ons uiterlijk.
Bekijk de video met uitleg over DNA. Maak daarna de oefening.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Niet alleen bij mensen heb je erfelijke kenmerken. Ook bij planten is dit zo. Maar bij planten is het mogelijk om invloed te hebben op het genotype van de plant.
Je weet wel dat je nieuwe plantjes kunt opkweken uit zaadjes. Het is dan moeilijk te voorspellen hoe de plant er uit komt te zien. Je hebt kans op allerlei kleuren en vormen bloemen.
Maar je kunt een plant ook stekken of klonen.
Als je een plant stekt of kloont, krijg je plantjes die er precies hetzelfde uitzien als de moederplant.
Stekken en klonen zijn voorbeelden van ongeslachtelijk voortplanten.
Bij ongeslachtelijke voortplanting bij planten ontstaat uit één plantencel of uit een deel van een plant een nieuwe plant. Deze nakomeling heeft precies dezelfde chromosomen als de ouderplant en zal daardoor erg op de ouderplant lijken.
De nieuwe plant kan er alleen anders uitzien door verschillen in milieuomstandigheden, zoals de hoeveelheid zonlicht of de bodem waarop de plant groeit.
Mitose
Bij het delen van cellen spelen de chromosomen een belangrijke rol.
Een menselijke cel bevat normaal gesproken 46 chromosomen.
Bestudeer in de Kennisbank biologie de pagina's 'Chromosomen' en 'Gewone celdeling of mitose':
Bij ongeslachtelijke voortplanting bij planten ontstaat er uit een ouderplant een nieuwe plant zonder dat er bevruchting is geweest.
Een cel (of een aantal cellen) van de ouderplant groeit uit (door veel gewone celdelingen) tot een nieuwe plant.
Ongeslachtelijke voorplanting levert nakomelingen op die precies hetzelfde zijn als de ouderplant.
Bekijk het volgende filmpje. Op welke manier wordt de oorspronkelijke plant gestekt? Bespreek met een klasgenoot wat je allemaal opvalt.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Erfelijke eigenschappen
Kenmerken/eigenschappen die een organisme aan zijn nakomelingen kan doorgeven.
Chromosomen
Het deel van een celkern dat genen bevat. Chromosomen bestaan uit DNA en eiwitten.
Gen
Deel van een chromosoom, dus een stukje van het DNA met een code: informatie over één erfelijke eigenschap.
DNA
Moleculen die de bouwstenen zijn van chromosomen. In het DNA zijn de erfelijke eigenschappen van een organisme vastgelegd.
Genotype
De verzameling genen; de genetische of erfelijke informatie van een individu.
Fenotype
Ook wel uiterlijke eigenschappen; alle waarneembare kenmerken van een individu. Het fenotype van een organisme komt tot stand door het genotype en milieufactoren (omgeving).
Dominant
Een dominante eigenschap komt in de waarneembare kenmerken van een organisme (= fenotype) volledig tot uiting. Het allel is dominant over een recessief allel.
Recessief
Een recessieve eigenschap komt in de waarneembare kenmerken van een organisme (= fenotype) alleen tot uiting als beide allelen op het chromosomenpaar recessief zijn. Wanneer een dominant allel aanwezig is, overheerst de dominante eigenschap en zal de recessieve eigenschap niet tot uiting komen.
Karyogram
Een chromosomenportret; overzicht van een verzameling chromosomenparen van een individu.
Mitose
Gewone celdeling: één moedercel deelt zich in tweeën. Hierbij ontstaan twee dochtercellen, die genetisch hetzelfde zijn als de moedercel, met hetzelfde aantal chromosomen. Dit type deling zorgt o.a. voor groei van een organisme en voor herstel van weefsel. Ook bij ongeslachtelijke voortplanting door deling is sprake van mitose en gewone celdeling. Mitose is het proces van (gewone) kerndeling die aan de celdeling vooraf gaat.
Chromosomenparen
Chromosomen komen in tweetallen (in paren) voor in celkernen van lichaamscellen. Per paar is één chromosoom afkomstig van de ene ouder en één chromosoom van de andere ouder.
Allel
Een van de verschillende varianten van een bepaald gen. Bijvoorbeeld: een allel voor bruine ogen ligt op het ene chromosoom van een chromosoompaar en een allel voor blauwe ogen ligt op het andere chromosoom.
Eindopdracht: Fotocollage
Je kunt deze opdracht op de computer of op een vel papier maken.
Deel een pagina in drieën.
Zoek foto’s of maak foto’s van eigenschappen van de mens, waarvan het zeker is dat ze alleen door erfelijke eigenschappen worden bepaald.
Jullie mogen dus ook foto’s van jezelf gebruiken.
Knip met een computerprogramma de digitale of met een schaar de gewone afbeeldingen van de eigenschappen uit. Plak ze op het linkerdeel van de pagina.
Herhaal dit met eigenschappen die niet voor 100% door erfelijkheid worden bepaald.
Plak deze in het middendeel van de pagina.
Zoek tot slot afbeeldingen met eigenschappen van de mens die uitsluitend door het milieu worden bepaald.
Knip ook deze eigenschappen uit en plak die rechts.
Rond de collage af door over de afbeeldingen van de eigenschappen dezelfde woorden te plakken als in de afbeelding hiernaast zijn weergegeven.
Beoordeling
Je hebt deze opdracht goed uitgevoerd als je:
de collage uit drie delen hebt opgebouwd:
Erfelijke eigenschappen.
Eigenschappen die door erfelijke aanleg en het milieu zijn bepaald.
Niet erfelijke eigenschappen.
in de collage deze driedeling duidelijk hebt aangegeven.
Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kon je makkelijk zien welke eigenschappen je van welke biologische ouder hebt gekregen? Als je geen mogelijkheid had om een vergelijking te maken met je biologische ouder, heb je dan toch iemand anders kunnen vergelijken?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat? Welke stap kostte de meeste tijd?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Heb je hiervoor foto's van jezelf gebruikt of juist niet? Wat was je reden om het wel/niet te doen?
Heb je gekozen om de afbeeldingen op een bepaalde manier vorm te geven?
Het arrangement Wat is erfelijk hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Erfelijkheid en evolutie'. Het onderwerp van deze les is: wat is erfelijk?
Je leert de begrippen: cel, celkern, chromosoom, DNA, gen, genotype, fenotype, dominant en recessief beschrijven en de verschillen uitleggen tussen erfelijke en door het milieu bepaalde eigenschappen.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 2. Dit is thema ’Erfelijkheid en evolutie'. Het onderwerp van deze les is: wat is erfelijk?
Je leert de begrippen: cel, celkern, chromosoom, DNA, gen, genotype, fenotype, dominant en recessief beschrijven en de verschillen uitleggen tussen erfelijke en door het milieu bepaalde eigenschappen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Erfelijke eigenschappen
Ongeslachtelijke voortplanting
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.