Niet alleen bij mensen heb je erfelijke kenmerken. Ook bij planten is dit zo. Maar bij planten is het mogelijk om invloed te hebben op het genotype van de plant.
Je weet wel dat je nieuwe plantjes kunt opkweken uit zaadjes. Het is dan moeilijk te voorspellen hoe de plant er uit komt te zien. Je hebt kans op allerlei kleuren en vormen bloemen.
Maar je kunt een plant ook stekken of klonen.
Als je een plant stekt of kloont, krijg je plantjes die er precies hetzelfde uitzien als de moederplant.
Stekken en klonen zijn voorbeelden van ongeslachtelijk voortplanten.
Bij ongeslachtelijke voortplanting bij planten ontstaat uit één plantencel of uit een deel van een plant een nieuwe plant. Deze nakomeling heeft precies dezelfde chromosomen als de ouderplant en zal daardoor erg op de ouderplant lijken.
De nieuwe plant kan er alleen anders uitzien door verschillen in milieuomstandigheden, zoals de hoeveelheid zonlicht of de bodem waarop de plant groeit.
Mitose
Bij het delen van cellen spelen de chromosomen een belangrijke rol.
Een menselijke cel bevat normaal gesproken 46 chromosomen.
Bestudeer in de Kennisbank biologie de pagina's 'Chromosomen' en 'Gewone celdeling of mitose':
![]() |
Mitose en Meiose |
Bij ongeslachtelijke voortplanting bij planten ontstaat er uit een ouderplant een nieuwe plant zonder dat er bevruchting is geweest.
Een cel (of een aantal cellen) van de ouderplant groeit uit (door veel gewone celdelingen) tot een nieuwe plant.
Ongeslachtelijke voorplanting levert nakomelingen op die precies hetzelfde zijn als de ouderplant.
Bekijk het volgende filmpje. Op welke manier wordt de oorspronkelijke plant gestekt? Bespreek met een klasgenoot wat je allemaal opvalt.
Maak nu de volgende oefening.