Deze opdracht gaat over het proces dat een plant doorloopt van de verspreiding van het zaad tot volwassen plant.
“De plant begint en eindigt met een erwt.”
Bekijk de video op de site van SchoolTV om te ontdekken wat er met deze stelling wordt bedoeld.
Bespreek de stelling met een klasgenoot.
Kunnen jullie de stelling allebei uitleggen?
Wat kan ik straks?
Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht Van zaad tot plant.
Je kunt:
benoemen op welke manieren zaden en vruchten verspreiden.
kenmerken noemen van de zaden die op een bepaalde manier worden verspreid.
de bouw van een zaad (boon) toelichten.
uitleggen wat er nodig is voor ontkieming.
Wat kan ik al?
In de vorige opdracht, Voortplanting zaadplanten, heb je geleerd hoe zaden en vruchten worden gevormd.
Maak, om je geheugen op te frissen, de volgende oefeningen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leert op welke manieren zaad wordt verspreid en wat dit zegt over het uiterlijk van het zaad.
Stap 2
Je leest in de Kennisbank over de bouw en ontwikkeling van zaad. Na het kijken van een video kun je hier een oefening over maken.
Stap 3
Je voert het practicum Bruine boon uit. Daarbij maak je twee natuurgetrouwe tekeningen.
Stap 4
Je maakt twee grafieken over de invloed van temperatuur op de ontkieming van de bruine boon.
Stap 5
Je voert het practicum Ontkieming uit en houdt hier een weblog over bij.
Stap 6
Je voert het practicum Tuinkers uit en maakt hier een verslag over.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je drie uur nodig.
Het ontkiemen van de bruine boon duurt 2 tot 4 weken.
Aan de slag
Stap 1 Verspreiding zaden en vruchten
Verspreiding zaden en vruchten
Het kost een plant veel energie om vruchten te maken. Waarom gebeurt dat dan eigenlijk?
Vruchten bevorderen de voortplanting van de plant. Ze zorgen voor de verspreiding van zaden.
In de afbeelding zie je verschillende vormen van vruchtverspreiding.
Een kiemplantje kan alleen uitgroeien tot een volwassen plant als het genoeg licht, water en voedingsstoffen krijgt.
Vogels en andere dieren eten vruchten zoals eikels en beukennootjes. De vogels verteren de vruchten en poepen de zaden uit. Op deze manier vindt er verspreiding plaats van zaden. Als alle zaden vlakbij elkaar en vlakbij de ouderplant terecht zouden komen, zou de concurrentie te groot zijn!
De zaden kunnen dan ver weg van de moederplant kiemen en groeien.
Een volwassen plant maakt weer nieuwe vruchten en zaden. Zo blijft de soort in stand.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Hieronder zie je een link naar een video.
Met versnelde beelden wordt het kiemen van een zaad verduidelijkt.
Bij een kiemende boon komen eerst de twee zaadlobben boven de grond.
Kort daarna komen de eerste blaadjes.
De zaadlobben verschrompelen als hun voorraad reservevoedsel op raakt.
De jonge plant maakt daarna haar eigen voedsel met behulp van fotosynthese.
Let tijdens het kijken naar de video goed op de volgorde.
Welke onderdelen van het plantje worden als eerste gevormd? Welke daarna?
Maak de oefening.
Deze gaat over de informatie uit de video en de informatie die je in de kennisbank hebt gelezen.
Stap 3 Practicum bruine boon
Practicum Bruine boon
Je gaat twee natuurgetrouwe tekeningen van een bruine boon maken.
Download het werkblad
Googledoc - Bonen
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het werkblad een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Maak de twee tekeningen op het werkblad.
Controleer of je hebt getekend volgens de tekenregels.
Klaar?
Vul eerst zelf voor allebei de tekeningen een beoordelingsformulier in. Vraag daarna je docent je tekeningen te beoordelen.
In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.
In een grafiek kun je heel overzichtelijk informatie aflezen over één specifiek onderwerp. Je maakt naar aanleiding van een onderzoek of opdracht een grafiek waarin je de opgedane kennis of resultaten weergeeft.
Stap 5 Practicum ontkieming
Practicum Ontkieming
Bij dit practicum ga je de ontkieming en groei van een bruine boon tot bonenplant
volgen.
Van dit practicum maak je een verslag in de vorm van een weblog.
Dit weblog maak je met je Googleaccount op Blogger.
Download het werkblad
Googledoc - Ontkieming Bruine boon
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...) of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het werkblad een keer helemaal door.
Zoek de benodigdheden bij elkaar.
Maak een weblog aan.
Voer het practicum uit.
Werk je weblog steeds bij.
Beoordeling:
Je docent beoordeelt je weblog als volgt:
Het practicum is netjes en met zorg uitgevoerd.
De resultaten zijn overzichtelijk in het weblog geschreven.
Van elke dag zijn de datum, foto, lengte boon, lengte wortel, lengte stengel en veranderingen opgeschreven.
Het weblog is netjes verzorgd.
Het weblog is toegankelijk voor je docent.
Overleg met je docent hoe je je docent op de hoogte houdt van de resultaten van het practicum.
Stap 6 Practicum tuinkers
Tuinkers laten groeien
Tuinkers is een plantje dat zeer snel groeit. Al na een dag ontkiemt het plantje en na zo'n elf dagen, zijn de steeltjes en de kleine groene blaadjes klaar om gegeten te worden.
Tuinkers kan gekweekt worden op alles wat vocht vasthoudt, bijvoorbeeld een prop watten. Naast vocht is ook licht belangrijk bij de groei.
Wat de invloed van het licht is, onderzoek je in dit practicum.
Je maakt een verslag van een groei-experiment met tuinkers.
Je kunt je verslag maken in het Googledocument - Tuinkers
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Je geeft antwoord op de volgende twee onderzoeksvragen:
Ontkiemen tuinkerszaadjes sneller in het licht of in het donker?
Groeien tuinkersplantjes sneller in het licht of in het donker?
Aandachtspunten:
Let op het verschil in kleur tussen de tuinkersplantjes die groeien in het licht en in het donker. Wat valt je op?
Let op het verschil in stevigheid en groeirichting tussen de tuinkersplantjes. Wat valt je op?
Lees voor meer informatie de reisgids 'Natuurwetenschappelijk verslag maken'.
Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.
Kegelschubben
Kegelschubben zijn de bouwstenen van de kegel van een den, waarin de zaden liggen.
Vrucht
Deel van een plant dat ontstaat uit het vruchtbeginsel en een of meerdere zaden bevat. Speelt vaak een belangrijke rol bij de zaadverspreiding.
Eenzaadlobbig
Eenzaadlobbigen vallen onder de bedektzadige planten, waarbij de vrucht moeilijk te zien is door de vruchtwand, zoals bij tarwe, rogge en gerst.
Tweezaadlobbig
Tweezaadlobbigen vallen onder de bedektzadige planten, waarbij de vrucht goed te zien is, zoals bij boonsoorten.
Zaadlob
Het gedeelte van het zaad dat uit voedsel bestaat.
Kiem
Het gedeelte van het zaad dat gaat groeien met behulp van de energie uit de zaadlob.
Vruchtwand
Een velletje dat er bij eenzaadlobbigen voor zorgt dat de vrucht moeilijk te zien is, zoals bij tarwe, rogge en gerst.
Zaadhuid
Onder de zaadhuid bevinden zich de zaadlobben.
Poortje
Door het poortje kan de boon water opnemen om te ontkiemen.
Navel
Bij de navel heeft de boon vastgezeten in de peul/vrucht.
Hartje
Een hartje is een tweelingbultje op een boon.
Kiemplantje
Een kiemplantje is het plantje dat vanuit een kiem groeit.
Naaktzadige planten
Bij naaktzadige planten liggen de zaden open en bloot. Zaden kunnen zo uit de kegels vallen. Voorbeelden zijn de den en de lariks.
Bedektzadige planten
Bij bedektzadige planten zijn de zaden altijd omgeven (bedekt) door een vrucht. De vruchten kunnen groot en klein zijn.
Zaadverspreiding
Verspreiding van zaden over een groter gebied, met kans op een gunstiger standplaats om uit te groeien tot (kiem)plant. Kan op verschillende manieren: door wind, water, dieren, mensen of door de plant zelf.
Eindopdracht: Toets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees nogmaals de stelling in de inleiding. Leg je de stelling nu op dezelfde manier uit, als voordat je de hele opdracht gemaakt had?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat? Welk practicum kostte de meeste tijd?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al? Was het fijn om je geheugen nog even op te frissen bij 'Wat kan ik al?'.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Kon je met de toets alle leerdoelen oefenen?
Lukte het om de toets voldoende te maken?
Vind je het fijner wanneer een toets alleen meerkeuzevragen heeft of heb je liever open vragen?
Het arrangement Van zaad tot plant hv12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Planten'. Het onderwerp van deze les is: van zaad tot plant.
Je leert uitleggen wat ontkiemen is.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Planten'. Het onderwerp van deze les is: van zaad tot plant.
Je leert uitleggen wat ontkiemen is.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Verspreiding zaden en vruchten
Van zaad tot plant
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.