Bouw van planten hv12

Bouw van planten hv12

Bouw van planten

Intro

Een plant bestaat uit verschillende onderdelen. Organen genaamd.
Zo hebben zaadplanten drie hoofdorganen: wortel, stengel en blad.
Wanneer ze zich geslachtelijk voortplanten hebben ze een of meerdere bloemen.

Bekijk het filmpje. Let goed op of je de verschillende onderdelen van een plant die hierboven genoemd zijn terugziet in de video.

 

Deze opdracht gaat over de bouw van planten.

Succes!

Wat kan ik straks?

Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht Bouw van planten.

Je kunt:

  • de drie hoofdorganen van een zaadplant benoemen.
  • van de drie hoofdorganen weergeven wat de functie is.
  • van bladeren aangeven welke vorm en welke rand het blad heeft.
  • vier verschillende soorten plantenweefsels opnoemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je kunt de informatie die je in de kennisbank leest over bladeren gebruiken om vragen te beantwoorden.
Stap 2 Je gaat met behulp van een determinatietabel onderzoeken bij welke bomen bladeren horen.
Stap 3 Je lees informatie over plantenweefsels en kunt hier vragen over beantwoorden.
Stap 4 Je kunt de informatie die je leest over stengels gebruiken om vragen te beantwoorden over het uiterlijk en de functie van stengels.
Stap 5 en Je voert het practicum 'Stengel' uitvoeren en vergelijkt jouw tabel met die van een klasgenoot.
Stap 6 Je leest de informatie over wortels en wortelharen en kunt in de vragen aangeven wat hun functie is.
Stap 7 Je voert het practicum 'Wortelharen van dichtbij' uit en maakt een natuurgetrouwe tekening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Hier vind je de kennisbanken en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht A Je maakt de toets 'Bouw van planten'.
Eindopdracht B Je maakt een document over bladeren die je gedetermineerd hebt.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je drie uur nodig. Als je eindopdracht B maakt kan dit uitlopen tot 4 uur.

Aan de slag

Stap 1 Bladeren

Hieronder zie je twee keer een link naar de Kennisbank. Bestudeer beide onderdelen.

Bouw van zaadplanten

Bladeren


Maak nu onderstaande oefening.
De vragen in de oefening gaan over de vier pagina's uit de kennisbank die je net hebt bestudeerd.

Stap 2 Determineren

Stap 3 Plantenweefsels

Bestuur nu uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel:

Zaadplanten - stengel

 


De vragen in de oefening gaan over de pagina's uit de Kennisbank die je net hebt bestudeerd.

Stap 4 Stengel

Stengel
Bestudeer in de kennisbank Zaadplanten de pagina over stengels.

Bouw van zaadplanten

 


Maak nu onderstaande oefening.
De vragen gaan over de pagina van de kennisbank die je net hebt gelezen.

 

Stap 5 Practicum stengel

Practicum Stengel
Je gaat onderzoeken wat de invloed van water op de stevigheid van planten is.
Je onderzoekt zowel kruidachtige en houtachtige planten.
De resultaten presenteer je in een tabel en je beantwoord een aantal vragen.

  • Download het werkblad
    Googledoc - Eigenschappen van vier stengels
    ​Maak een kopie van het document en sla het op in je eigen omgeving.
    Je kunt het dan bewerken.
  • Lees het werkblad een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit.
  • Verwerk je gegevens in de tabel.
  • Beantwoord de vragen.


Klaar?
Vergelijk je tabel en de antwoorden op de vragen met een klasgenoot.
Hebben jullie dezelfde antwoorden in de tabel? Bespreek eventuele verschillen.
Als jullie verschillende antwoorden hebben, hoe kan dit? Kunnen jullie de verschillen verklaren?

Stap 6 Wortel en wortelharen

Hieronder zie je een link naar de Kennisbank 'Zaadplanten - wortel'.
Bestudeer dit item goed.

Zaadplanten - wortel

 


De vragen in de oefening gaan over de pagina's uit de Kennisbank die je net hebt bestudeerd.

Stap 7 Practicum wortelharen

Practicum Wortelharen van dichtbij
Je gaat een natuurgetrouwe tekening maken van de wortel met de wortelharen en je benoemt de onderdelen van de wortel.

  • Download het werkblad
    Googledoc - Wortelharen.
    Maak een kopie van het document en sla het op in je eigen omgeving.
    Je kunt het dan bewerken.
  • Lees het werkblad een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit.
  • Maak een natuurgetrouwe tekening van wortel met de wortelharen.


Klaar?
Vul zelf de beoordeling in en laat de beoordeling daarna invullen door je docent.

Natuurgetrouwe tekening maken

In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.

 

Afronding

Begrippenlijst

Bouw van zaadplanten

Plantenweefsels

Zaadplanten
Planten die zich voortplanten met behulp van zaden. Zaadplanten hebben wortels, stengels, vaatbundels en bladeren.
Wortel
Ondergronds deel van een plant met als functies om water en mineralen uit de bodem op te nemen, reservestoffen op te slaan en de plant vast te zetten in de grond. Bij kieming van een zaad groeit eerst het worteltje.
Wortelharen
Uitgegroeide opperhuidcellen, die water en mineralen opnemen uit de bodem.
Penwortel
Een dikke hoofdwortel.
Zetmeel
Zetmeel, een koolhydraat, is de vorm waarin glucose wordt opgeslagen in bladeren.
Opperhuid
De opperhuid is de buitenste laag cellen van een plant.
Bladgroen
Groene kleurstof in bladgroenkorrels (in planten), hebben functie bij fotosynthese.
Huidmondjes
Opening in bladeren waardoor gassen (zuurstof, koolstofdioxide, waterdamp) in en uit de plant kunnen gaan.
Bladvorm
De bouw van een blad is aangepast (adaptatie) aan en geeft informatie over de leefomgeving van een plant. Bijvoorbeeld: in het regenwoud (veel neerslag) staan vaak planten met heel grote bladeren, die veel water kunnen verdampen en cactussen (in droge omgeving) hebben vaak doornvormige bladeren en verdampen juist weinig water.
Vaatplant
Landplanten met vaatbundels (houtvaten en bastvaten).
Vaten
Kleine buisjes die zorgen voor het transport van stoffen in planten.
Vaatbundels
In vaatbundels komen de bast- en houtvaten samen.
Houtvaten
Transportkanalen in de stengel; vervoeren water en mineralen van de wortels richting de bladeren en bloemen.
Bastvaten
Transportkanalen in de stengel; vervoeren geproduceerde suikers van de bladeren richting de wortels. In het vroege voorjaar (wanneer de plant nog geen bladeren heeft) worden suikers vervoerd van de wortels naar de bladeren voor snelle groei.
Sluitcellen
Regelen het open- en dichtgaan van de huidmondjes.
Sponsweefsel
Bladgroen bevattende langwerpige cellen aan de onderkant van het blad met veel intercellulaire holtes.
Vulweefsel
Het weefsel dat wordt gevormd door de cellen onder het dekweefsel.
Steunweefsel
Steunweefsel zorgt voor stevigheid in het skelet of tussen organen. Er zijn drie typen; bindweefsel, kraakbeenweefsel en beenweefsel.
Palissade weefsel
Bladgroen bevattende langwerpige cellen aan de bovenkant van het blad.

Groeiweefsel
Groeiweefsel bestaat uit cellen die zich delen, daardoor groeit de stengel of de wortel.

Transportweefsel
Weefsel van een plant waarin zich de vaatbundels met de bastvaten en de houtvaten bevinden.
 

 

 

 

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A, sluit je deze opdracht af met het maken van een toets 'Bouw van planten'.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Determineren

Als je kiest voor eindopdracht B ga je drie bladeren verzamelen
om te determineren.

Ga op zoek naar drie verschillende soorten bladeren van planten/bomen.
Het mogen bomen zijn die in en om je huis groeien, maar je kunt ook bladeren vinden op weg naar school of in het bos.

Let er bij het verzamelen op dat je de plant/boom niet beschadigd! Zoek dus bij voorkeur naar bladeren die op de grond liggen.

  • Droog je blad. Dit kun je het beste doen door hem netjes tussen krantenpapier te leggen en daarna tussen een dik boek. Hoe lang hij moeten drogen is afhankelijk van het soort blad, of het blad al op de grond lag en hoe nat het blad was toen je hem vond.

Doorloop voor elk blad de stappen in je document. Lees de stappen eerst zorgvuldig door:

  • Schrijf op waar en wanneer je je blad gevonden hebt.
    Download hier het document. Sla het document eerst op zodat je hem kunt bewerken.
    Noteer in het document de gegevens van je blad.
  • Noteer welke bladrand en welke bladvorm je blad heeft.
    Zie je nog andere kenmerken? Noteer deze dan ook.
  • Ga naar http://www.bomen-determineren.com/ en onderzoek bij welke plant/boom het blad hoort. Noteer de naam van de plant/boom in je document. Lukt het niet om je blad met deze website te determineren, zoek dan in Google naar andere determinatietabellen. Er zijn er veel online te vinden!
  • Zoek nu van elke plant/boomsoort een duidelijk afbeelding. Plaats de afbeelding in je document.
  • Benoem nu de drie hoofdorganen van je plant/boom in de afbeelding.
  • Benoem van één van de organen de functie en het plantenweefsel. Let op dat je voor elk blad een ander orgaan neemt.
  • Doorloop de stappen opnieuw voor de andere bladeren.
  • Zijn je bladeren droog? Print dan je document uit en plak de bladeren op de aangegeven plek in je document.
  • Voorzie het document van een bijpassende voorpagina.
  • Kijk eventueel voor tips nog even in de Verderkijker van dit thema. Daar vind je video's over determineren.

Beoordeling:
Je docent let bij het beoordelen van je document op de volgende punten:

  • Zijn er drie verschillende bladeren verzameld?
  • Zijn de bladeren op een goede manier gedroogd en in goede staat in het document geplaatst?
  • Zijn de bladeren op de goede manier gedetermineerd (is de juiste boom gevonden)?
  • Zijn de hoofdorganen van de plant/boom op de juiste manier aangegeven?
  • Is niet steeds hetzelfde orgaan beschreven?
  • Zijn de juiste plantenweefsels beschreven?
  • Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit?
  • Bevat het document een voorpagina?

 

Klaar?
Ben je tevreden? Lever je document dan in bij je docent.

 

 

 

Terugkijken

Intro

  • Kijk nogmaals de opdracht in de intro. Verzin nu zelf een aantal waar/niet waar vragen die over deze opdracht gaan. Bespreek ze met je klasgenoot. 

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn. Klopt dat? Welke stap kostte de meeste tijd?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Heb je nu een duidelijk beeld gekregen van de verschillende organen van een zaadplant?
     
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Ben je tevreden over de eindopdracht die je uitgekozen hebt.
    A: Kon je alle vragen beantwoorden? Vond je het lastig dat er niet alleen meerkeuze vragen waren, maar ook open vragen?
    B: Eindopdracht B was een hele grote eindopdracht. Is het gelukt om dit binnen de tijd af te krijgen? Was kostte de meeste tijd? 
    Op welke manier heb je de bladeren gedroogd? Was dit de meest efficiënte manier? 
  • Het arrangement Bouw van planten hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2018-08-17 15:04:17
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Planten'. Het onderwerp van deze les is: bouw van planten. Je leert de verschillende onderdelen van een plant met hun functie benoemen.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Reproductie en evolutie; Biologie; Reproductie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    3 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, bouw, bouw planten, havo/vwo 1, plant, stengel, stercollectie, vaten