Ruiken en proeven hv12

Ruiken en proeven hv12

Ruiken en proeven

Intro

Lekker eten, dat doen we allemaal graag.
Bekijk de vier kommen soep. Welke zou jij kiezen?

Heb je gekozen voor kom 1 of kom 4, dan heb je de soep gekozen die de meeste mensen kiezen.
Blauwe of paarse soep kiezen we niet snel, want dat zijn we niet gewend.

Wat kan ik straks?

Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht ruiken en proeven.
Je kunt:

  • de vorm en de functie van de neus en tong omschrijven.
  • aangeven welke smaken je proeft en welke je ruikt.
  • aangeven dat je al je zintuigen gebruikt bij het herkennen van voedsel.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Na het lezen van de kennisbank kun je in een opdracht omschrijven hoe de neus en de tong zijn opgebouwd en werken.
Stap 2 Je kunt na het kijken van de video aangeven hoe jouw zintuigen functioneren bij het herkennen van voedsel.
Stap 3 Je kunt in een opdracht aangeven wat de functie van de neus is en hoe deze gekoppeld is aan het zenuwstelsel.
Stap 4 Je kunt aangeven dat je je reuk kan gebruiken bij het ontdekken van gevaarlijke stoffen.
Stap 5 Je kunt aangeven welke functies proeven en ruiken hebben naast het eten van voedsel. Met deze informatie maak je een oefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Hier vind je de kennisbank die past bij deze opdracht. Ook kun je hier de begrippen terugvinden.
Eindopdracht A Als je kiest voor eindopdracht A, maak je samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel.
Eindopdracht B Als je kiest voor eindopdracht B, kies je voor het practicum Smakeloos.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht
Extra
Onderdeel Activiteit
Extra: Speurhonden Je kunt na het kijken van een video informatie over speurhonden verwerken in een tweetal opdrachten.


Benodigdheden

  • Practicum + practicumbenodigdheden
    Googledoc - Smakeloos

Tijd
In totaal ongeveer 3 lesuren.

Extra
Overleg met je docent of jullie de extra oefeningen over speurhonden doen.

Aan de slag

Stap 1: Ruiken en proeven

Ga naar de Kennisbank en bestudeer het item.

Ruiken en proeven

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 2: Watertanden

Heb jij dat nou ook? Zie je of ruik je iets lekkers en je gaat watertanden.
En bij iets wat je niet lekker vindt? Loop je er ook voor weg?

Op grote stations maakt men gebruik van dit watertanden om de eetlust bij hongerige reizigers op te wekken: geurende croissants, reclameborden met grote aantrekkelijke broodjes hamburger en ga zo maar door.

Stap 3: Reuk

De volgende tekst gaat over je reukorgaan.
Je herhaalt meteen ook even hoe het zenuwstelsel werkt.
Maak de tekst compleet.

Stap 4: Gevaarlijke stoffen

Flessen met gevaarlijke stoffen. 

In het keukenkastje staan flessen met allerlei stoffen om schoon te maken.
Wat er in zit kun je herkennen aan de geur.
Doe dit nooit met je neus vlak boven de fles!
Sommige stoffen zoals ammoniak kunnen iemand een soort astmatische aanval bezorgen.
De concentratie van die stof vlak boven de fles is veel te hoog om in te ademen.
Lees dus liever even wat er op het etiket staat.

Beantwoord de volgende vraag:

Maak de volgende oefening over symbolen van gevaarlijke stoffen.

Stap 5: Functies van proeven en ruiken

Wolven gebruiken al hun zintuigen

Bij proeven en ruiken gaat het om het kunnen waarnemen van stoffen.
Dit heeft verschillende functies. Bijvoorbeeld:

  • Waarschuwing bij gevaar.
  • Vinden van een partner.
  • Vinden van voedsel.
  • Herkennen van familieleden en/of soortgenoten.
  • Herkennen van vijanden.
  • Communiceren met soortgenoten.

Ook bij de mens spelen deze functies een rol, soms onder de oppervlakte.

Combineer in de volgende oefening zes situaties met de juiste functie.

Afronding

Begrippenlijst

Ruiken en proeven

Reukzintuig
Een zintuig; orgaan met reukzintuigcellen die geuren kunnen waarnemen, waardoor je kunt ruiken'.
Neusholte
Onderdeel van het ademhalingsstelsel.
Neusslijmvlies
Laagje slijm dat de neusholte bedekt en waarin de geurstoffen oplossen die via het neusgat de holte binnenkomen.
Smaakzintuig
Een zintuig; orgaan met smaakzintuigcellen die smaken kunnen waarnemen, waardoor je kunt proeven.
Proeven
Het waarnemen van smaken met een tong (smaakzintuig).
Smaakstoffen
Er zijn vijf soorten smaakstoffen; zoet, zuur, zout, bitter en umami.
Speeksel
Verteringssap, aangemaakt in speekselklieren; bestaat uit water, slijm en enzymen voor de vertering.
Ruiken
Het waarnemen van geur met een neus (reukzintuig).
Reukharen
Kleine, dunne haartjes in de neus. Reukharen kunnen geurstoffen waarnemen die zijn opgelost in het reukslijmvlies.
Groef
Ruimte op de tong waarin de opgeloste vloeistof stroomt.
Smaakknopje
Kan prikkels omzetten in impulsen. De impulsen gaan via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.
Zenuw
Geeft impulsen door naar de hersenen.
Zintuigcel
Kan prikkels omzetten in impulsen. De impulsen gaan via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.

Eindopdracht A: Kruiswoordpuzzel

Als je kiest voor eindopdracht A ga je samen met een klasgenoot een kruiswoordpuzzel maken.

Een kruiswoordpuzzel is een creatieve manier om begrippen en hun omschrijvingen te presenteren. Door in een patroon van vakjes de letters van woorden in te vullen is de puzzel op te lossen. De antwoorden worden meestal gegeven aan de hand van omschrijvingen.
Maar je kunt bijvoorbeeld ook een afbeelding als omschrijving gebruiken.

Jullie kruiswoordpuzzel gaat over ruiken en proeven. 
Zoek woorden en afbeeldingen op die passen bij dit onderwerp.
Maak minimaal 15 omschrijvingen. 
Maak van ieder woord een (korte) omschrijving.
Maak nu het hokjespatroon en schrijf de omschrijvingen erbij.
Zorg dat je alle begrippen die in de leerdoelen staan gebruikt.

Kopieer de puzzel een of twee keer en laat de puzzel oplossen door een of twee klasgenoten.
Vraag om commentaar op jullie puzzel. Natuurlijk proberen jullie ook een puzzel van jullie
klasgenoten op te lossen. Geef op een positieve manier feedback aan jullie klasgenoten.

Beoordeling
Bij de beoordeling let jullie docent op het volgende:

  • De kruiswoordpuzzel minimaal 15 woorden bevat.
  • De omschrijvingen op de juiste manier naast de puzzel staan.
  • De begrippen op de juiste manier omschreven zijn.
  • De puzzel niet te makkelijk en niet te moeilijk is; de puzzel moet door klasgenoten te
    maken zijn.
  • De kruiswoordpuzzel er verzorgd uitziet.

Klaar?
Laat de kruiswoordpuzzel beoordelen door jullie docent.

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Eindopdracht B: Practicum Smakeloos

Als je kiest voor eindopdracht B voer je het practicum Smakeloos uit. 

Practicum Smakeloos
Als mensen verkouden zijn proeven ze weinig.
Ze merken geen verschil tussen sinaasappelsap en aardbeisap. Hoe kan dat?
Jullie gaan onderzoeken of jullie verschillende smaken proeven met jullie neus dicht.

  • Open het werkblad Smakeloos - Googledoc
  • Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigdheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
  • Maak het onderzoeksverslag.
  • Beoordeel eerst samen het onderzoeksverslag.
  • Laat het verslag vervolgens beoordelen door jullie docent.

Succes!

Natuurwetenschappelijk verslag maken

Schrijf je een verslag van een onderzoek voor biologie of NaSk, dan wordt dit een natuurwetenschappelijk verslag genoemd. Het is hierbij vooral belangrijk dat het doel van je onderzoek en de manier waarop je het uitvoert zo duidelijk mogelijk wordt weergegeven. Het schrijven van zo’n verslag gebeurt in verschillende stappen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Weet je nu hoe het kan, dat we niet zo snel voor de paarse soep kiezen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Vond je het fijn om de opdracht met z'n tweeën te doen?
    Hoe verliep de samenwerking?

Extra: Speurhonden

Bij honden is de reuk het meest ontwikkelde zintuig.
Honden gebruiken de neus bij het volgen van een spoor of het opsporen van bepaalde voorwerpen.
Dit filmpje gaat over het werk van speurhonden van de politie.
Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen in de toepassingen.

 

Geurstoffen
Dieren gebruiken vaak geurstoffen om met elkaar te communiceren.
Maak de sleepoefening in de volgende toepassingen.

  • Het arrangement Ruiken en proeven hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2024-05-22 12:15:50
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Zintuigen'. Het onderwerp van deze les is: ruiken en proeven. Je leert omschrijven hoe onze neus en tong zijn opgebouwd, hoe ze werken en welke zintuigen verantwoordelijk zijn voor hun werking.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologische eenheid; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding; Opbouw van leven;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, havo/vwo 1, neus, proeven, ruiken, stercollectie, tong, zintuigen

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen