Je ogen heb je om te kijken! Maar wat als je niet kunt zien?De mensen in de video hieronder benoemen, met een knipoog, de voordelen van blind zijn.
Wat kan ik straks?
Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht ogen bekeken.
Je kunt:
de volgende onderdelen van het oog aanwijzen en je kunt aangeven waarvoor deze onderdelen dienen:
iris, pupil, lens, oogwit (harde oogvlies), hoornvlies, netvlies, vaatvlies, gele vlek, blinde vlek, oogzenuw en glasachtig lichaam.
aangeven dat je ogen worden beschermd door wenkbrauwen, oogleden en wimpers.
met eigen woorden vertellen dat traanvocht wordt gemaakt in de traanklier en dat het traanvocht over het oog wordt verspreid door de oogleden.
de werking van het oog uitleggen met de begrippen ooglens, brandpunt, netvlies, staafjes en kegeltjes.
de begrippen accommoderen, bijziend en verziend beschrijven.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je kunt na het bestuderen van de tekenregels een natuurgetrouwe tekening van het oog maken. Daarbij benoem je de onderdelen van het oog die jij al kent.
Stap 2
Je kunt na het bestuderen van de kennisbank verschillende onderdelen van het oog benoemen en deze kennis toepassen in een oefening.
Stap 3
Samen met een klasgenoot voer je een aantal testjes uit met de pupil. Daarna kun je de uitslagen van de testjes koppelen aan je voorkennis en toepassen in een oefening.
Stap 4
Na het bestuderen van de kennisbank kun je aangeven hoe het oog wordt beschermd.
Stap 5
Na het bestuderen van de kennisbank kun je de werking van het oog uitleggen met behulp van verschillende begrippen.
Stap 6
Door het uitvoeren van een experiment kun je je eigen blinde vlek vinden.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbanken die bij deze opdrachten horen. Ook vind je hier de begrippenlijst met begrippen die horen bij de opdracht Ogen bekeken.
Eindopdracht
Je maakt een toets over de opdracht Ogen bekeken.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Extra
Onderdeel
Activiteit
Extra: Kleurenblindheid
Na het kijken van een video kun je zelf een test uitvoeren over kleurenblindheid.
Benodigdheden
Computer met internetaansluiting.
Papier en (kleur)potloden.
Liniaal.
Tijd
Voor het doen van de oefeningen en het maken van de eindtoets heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Extra
Overleg met je docent of je de extra opdracht over kleurenblindheid doet.
Aan de slag
Stap 1: Kijk elkaar in de ogen
Je begint deze opdracht met het kijken en tekenen van een oog van een klasgenoot.
Je maakt een zo natuurgetrouwe tekening van zijn/haar oog.
Houd je bij het tekenen aan de tekenregels.
Je benoemt alle onderdelen die je kent.
Ben je klaar? Laat de tekening dan zien aan je klasgenoot.
Bekijk ook zijn tekening. Wie wist de meeste onderdelen te benoemen?
Zijn er verder nog opvallende verschillen? Bespreek die verschillen.
Bekijk de tekeningen aan het eind van de opdracht nog eens en kijk of je dan alle onderdelen kunt benoemen.
In een natuurgetrouwe tekening verwerp je veel meer details dan in een schematische tekening. Je zorgt ervoor dat je het object zo realistisch mogelijk weergeeft.
Stap 2: Bouw van het oog
Bestudeer uit de Kennisbank biologie het volgende onderdeel.
Weet je na het bestuderen van het Kennisbankitem hoe het oog in elkaar zit?
Maak de oefening.
Je kunt de oefening ook in het googledocument maken. Bouw van het oog
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Stap 3: Pupil
Je gaat nog eens in de ogen van een klasgenoot kijken.
Je klasgenoot kijkt naar het licht, bijvoorbeeld het raam.
Hij of zij dekt met een hand één oog af, maar doet het oog niet dicht!
Na enige tijd haalt hij of zij de hand weer weg.
Kijk nu goed naar de pupil. Wat valt je op?
Maak de volgende oefening.
Stap 4: Rondom het oog
Bestudeer de pagina 'Bescherming' uit de Kennisbank.
De blinde vlek is dus een plek op het netvlies waar geen zintuigcellen aanwezig zijn.
Met behulp van een experimentje kan je zelf je blinde vlek bepalen.
Sluit je rechteroog en ga met je gezicht op ongeveer 50 cm van het beeldscherm af zitten.
Kijk nu recht met je linkeroog naar de ogen van het meisje.
Kom nu langzaam dichterbij, blijf recht naar de ogen kijken.
Op een gegeven moment zul je de bloem niet meer kunnen zien. Deze valt dan precies op je blinde vlek.
Het oog
Een zintuig; orgaan met zintuigcellen die licht registreren/waarnemen, waardoor je kunt zien.
Pupil
Opening in het midden van de iris, waardoor licht het oog binnenkomt.
Hoornvlies
Voorste deel van het harde oogvlies. Het is stevig en doorzichtig.
Lens
Deel van het oog (achter de pupil) dat ervoor zorgt dat lichtstralen naar elkaar toe gebogen worden en op het netvlies terechtkomen.
Iris
Het gekleurde deel van het oog.
Straalvormig lichaam
Kringspier en lensbandjes die ervoor zorgen dat het oog kan accommoderen.
Oogspier
Draait oog in de gewenste kijkrichting.
Harde oogvlies
Heeft een vormgevende en beschermende functie en is wit van kleur. Het harde oogvlies zit om de hele oogbol heen.
Vaatvlies
Vlies dat veel bloedvaten bevat.
Netvlies
De binnenste laag van het oog dat bestaat uit zintuigcellen (staafjes en kegeltjes), die beelden omzetten in elektrische signalen. Deze signalen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.
Glasachtig lichaam
Heldere, geleiachtige substantie in het midden van het oog.
Gelevlek
Deel van het netvlies waar het scherpste beeld gevormd wordt (veel kegeltjes).
Blinde vlek
Plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat en waar geen kegeltjes of staafjes voorkomen.
Oogzenuw
Zenuw die impulsen van het oog naar de hersenen doorgeeft.
Accommoderen
Het boller of holler maken van de ooglens met kleine spiertjes om scherp te kunnen zien.
Bijziend
Bij een bijziend oog ligt het brandpunt voor het netvlies.
Verziend
Bij een verziend oog ligt het brandpunt achter het netvlies.
Reflex
Een zeer snelle reactie van het zenuwstelsel, waarbij het signaal in eerste instantie niet via de hersenen verloopt, maar alleen via de hersenstam.
Staafjes
Zintuigcellen op het netvlies die zwart-grijs-wit en contrasten kunnen waarnemen; ze worden vooral gebruikt in schemer en donker en nemen geen kleuren en details waar.
Kegeltjes
Zintuigcellen op het netvlies die kleuren, licht en details kunnen waarnemen; ze liggen vooral in, maar ook rondom de gele vlek.
Brandpunt
Het punt waarop de lichtstralen gebundeld door de lens gaan.
Zien
Het waarnemen van licht (kleuren, diepte, licht/donker) met de ogen (gezichtszintuig).
Eindopdracht: Toets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Hoe denk je nu over het missen van je zicht? Zijn er nog meer dingen die je echt zou gaan missen?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Kijk nog eens terug naar stap 1. Kun je nu meer onderdelen benoemen in je natuurgetrouwe tekening?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Vond je de toets moeilijk?
Extra: Kleurenblind
Bekijk het volgende filmpje van GezondheidspleinTV.
Zoals in het filmpje te zien en te horen is, weten veel mensen die kleurenblind zijn niet dat ze de kleuren anders waarnemen dan andere mensen.
Ze komen hier pas achter na het doen van een test.
Welke getallen zie je in de rondjes?
De test is zo gemaakt dat je, als je alle getallen in de rondjes ziet, niet kleurenblind bent.
Zie je geen getal of ze je een heel ander getal, dan is er een kans dat je kleurenblind bent.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Zintuigen'. Het onderwerp van deze les is: ogen bekeken.
Je leert elf onderdelen van het oog aanwijzen, benoemen en aangeven welke functie ze hebben, aangeven welke functies en onderdelen het lichaam heeft om de ogen te beschermen en de werking van het oog en eventuele oogproblemen uitleggen met behulp van begrippen.
Leerniveau
VWO 2;
HAVO 1;
VWO 1;
HAVO 2;
Leerinhoud en doelen
Biologische eenheid;
Biologie;
Instandhouding en ontwikkeling;
Instandhouding;
Opbouw van leven;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Zintuigen'. Het onderwerp van deze les is: ogen bekeken.
Je leert elf onderdelen van het oog aanwijzen, benoemen en aangeven welke functie ze hebben, aangeven welke functies en onderdelen het lichaam heeft om de ogen te beschermen en de werking van het oog en eventuele oogproblemen uitleggen met behulp van begrippen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Ogen bekeken
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.