Bewegen hv12

Bewegen hv12

Bewegen

Intro

Je lichaam doet de hele dag niets anders dan bewegen: lopen, zitten, schrijven of typen, staan,
fietsen, rennen en ga zo maar door.
Kijk maar eens goed naar de bewegingen van de sporters in de volgende filmpjes.





Hoe komt het dat je kunt bewegen?
Hoe werkt jouw bewegingsapparaat?
Onder je huid zit een ingewikkeld bewegingsapparaat dat bestaat uit botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen.
Daarover ga je in deze opdracht meer te weten komen....

Veel succes.

Wat kan ik straks?

De leerdoelen van de opdracht bewegen.
Je kunt:

  • vier manieren benoemen waarop botten met elkaar verbonden zijn en bij elke verbinding een voorbeeld geven.
  • de onderdelen van een gewricht en de functies ervan benoemen.
  • het kogel-, rol- en scharniergewricht van elkaar onderscheiden.
  • aangeven wat de werking van spieren en gewrichten is.
  • beschrijven wat antagonisme is en hier een voorbeeld van geven.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je kunt de verschillende manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn benoemen en dit toepassen in een oefening.
Stap 2 Je bestudeert de werking van spieren en benoemt in een oefening de juiste onderdelen van de spier.
Stap 3 Aan de hand van een video beschrijf je spierfuncties en antagonisten.
Stap 4 In een practicum onderzoek je de werking van de armbuigspier en dit kun je verwerken in een onderzoeksblad
Stap 5 Je kunt de verschillende typen spieren benoemen en dit toepassen in een oefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst Begrippen van de opdracht bewegen.
Eindopdracht A Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets over de opdracht bewegen.
Eindopdracht B Als je kiest voor eindopdracht B vul je de antwoorden in, in een kruiswoordpuzzel over bewegen.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

 

Aan de slag

Stap 1: Beenverbindingen

Bestudeer uit de Kennisbank Biologie het onderdeel Beenverbindingen:

Beenverbindingen

Bekijk de volgende filmpjes op de site van SchoolTV. De informatie uit de Kennisbank wordt daarin uitgelegd.

Video: Gewrichten - Gewrichten zorgen ervoor dat je kunt bewegen


Video: Gewrichten - Hoe zitten botten aan elkaar vast?


Hieronder vind je een sleepoefening over beenverbindingen.

Stap 2: Spieren

Bestudeer nu uit de Kennisbank Biologie het onderdeel Spieren:

Spieren

Maak nu de volgende sleepoefeningen.

Je kunt de oefeningen ook in het googledocument maken.
Googledoc - Spieren
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).

 

Stap 3: Armspieren

In het item van de Kennisbank over Spieren ging een deel over de armspieren.

Spieren

Bekijk de volgende videoclip over bodybuilding. Wat vind jij van het lichaam van een bodybuilder?

 

Stap 4: Practicum armbuigspier

Het opmeten van een bovenarm

Je onderzoekt hoe de dikte van je buigspier verandert als je je arm samentrekt.
Je vergelijkt je linker- en rechterarm.
En je vergelijkt jouw resultaten met de resultaten van een aantal klasgenoten.

  • Download het googledoc - Practicum Armbuigspier.
  • Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de spullen bij elkaar die je nodig hebt om het onderzoek uit te voeren.
  • Voer het practicum samen met klasgenoot uit.
  • Vul de resultaten van de metingen in, in de tabel.
  • Geef daarna antwoord op de vragen onder het kopje conclusie en geef de verklaring.

Vergelijk jullie resultaten met de resultaten van een aantal klasgenoten.

Stap 5: Typen spieren

Lees de tekst in de bron en beantwoord daarna de vragen.

Bewegen als je dat zelf wilt
De spieren die de armen, benen, gezicht, hoofd en lichaam bewegen zijn ‘willekeurige’ spieren.
Dit betekent dat ze alleen maar werken als jij dat wilt. Vaak moet je, als je voor het eerst iets doet, er goed bij nadenken welke spieren je nodig hebt.
Bijvoorbeeld: toen je leerde fietsen. Je moest toen leren om tegelijkertijd te trappen, te sturen en je evenwicht te bewaren. Pas na veel oefening kon je fietsen en je willekeurige spieren gebruiken zonder er steeds bij na te denken.
Als je deze spieren onder de microscoop bekijkt, zie je dwarse streepjes.
Daarom heten de willekeurige spieren ook wel dwarsgestreepte spieren.

Spieren die vanzelf werken
Je hebt ook spieren die je niet met je wil kunt besturen. Ze zitten in je darmen, in bloedvaten en nog meer organen. Het zijn ‘onwillekeurige’ spieren ofwel gladde spieren.
Als je deze spieren onder de microscoop bekijkt, zie je geen dwarsstreepjes.  
Dit soort spieren werkt dus automatisch: Niemand hoeft te leren het voedsel door de darmen te vervoeren.

Eén spier is nooit moe
Het hart is eigenlijk één grote speciale spier, de hartspier.  
Elke keer als de hartspier samentrekt, wordt er bloed uit het hart geperst.  
De hartspier werkt dag en nacht en wordt nooit moe.
Hij heeft wel dwarse streepjes maar lijkt in zijn werking meer op gladde spieren.


Maak de volgende oefening.

Afronding

Begrippenlijst

Beenverbindingen

Spieren

Myoglobine
Deze stof vind je in rode spiervezels. Kenmerkend is het feit dat deze stof zuurstof opslaat in de spieren en relatief lang kan samentrekken.
Beenverbindingen
Verbindingen tussen botten.
Vergroeide botten
Een vorm van beenverbindingen.
Naadverbindingen
Stevige en dichte verbinding die wordt gevormd door naden, zoals bij de schedel.
Kraakbeenverbindingen
Verbindingen die voor buigmogelijkheden zorgen, zoals bij de rug.
Gewrichtsverbindingen
Verbindingen bestaande uit gewrichten die botbewegingen mogelijk maken.
Gewrichten
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten die beweging mogelijk maakt.
Gewrichtskom
De gewrichtskom is één van de twee hoofdonderdelen van een kogelgewricht.
Gewrichtskogel
De gewrichtskogel is één van de twee hoofdonderdelen van een kogelgewricht.
Gewrichtskapsel
Het gewrichtskapsel verbindt de twee losse botten waaruit het gewricht bestaat met elkaar.
Gewrichtssmeer
Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat het gewricht soepel kan bewegen.
Kapselbanden
Kapselbanden houden een gewicht op zijn plaats.
Kogelgewricht
Hiermee zijn bewegingen in verschillende richtingen mogelijk.
Rolgewricht
Hierbij draaien twee botstukken om elkaar heen.
Scharniergewricht
Hiermee zijn bewegingen in één richting mogelijk.
Spierstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit spieren, die in samenwerking met het zenuwstelsel en het skelet ervoor zorgen dat je kunt bewegen.
Pees
Verbinding tussen een spier en een bot
Aanhechtingsplaats
Dit is de plaats waar een pees aan het bot vastzit.
Antagonisten
Spieren met een tegenovergestelde werking; Bijvoorbeeld biceps (armbuigspier) en triceps (armstrekspier).
Antagonisme
Tegenovergestelde werking; vaak bij spieren; Bijvoorbeeld biceps (armbuigspier) en triceps (armstrekspier).

Eindopdracht A: Toets

Je kunt deze opdracht afsluiten met het maken van een toets.

Eindopdracht B: Kruiswoordpuzzel

Als je kiest voor eindopdracht B bij deze opdracht, maak je een kruiswoordpuzzel:
Kruiswoordpuzzel Hoe kom ik in beweging?

Overleg met je docent of je de kruiswoordpuzzel digitaal in moet vullen of moet downloaden.

Vul alle antwoorden in.
Als je hem digitaal invult, kun je de antwoorden controleren door op de 'Answer key' te klikken.
En daarna klik je op 'Continue'.

Maak je gebruik van een iPad gebruik dan de applicatie Puffin.

Overleg met je docent of de kruiswoordpuzzel moet worden ingeleverd of dat je alleen het resultaat door hoeft te geven.

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Wist je bijvoorbeeld al de namen van de spieren die je gebruikt als je je arm strekt en buigt?
  • Eindopdracht
    Heb je gekozen voor de toets of voor de kruiswoordpuzzel?
    Waren de vragen moeilijk? Was je achteraf blij me je keuze?
  • Het arrangement Bewegen hv12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-03-29 14:10:53
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor havo/vwo leerjaar 1. Dit is thema ’Blessures'. Het onderwerp van deze les is: bewegen. Je kunt verschillende soorten gewrichten onderscheiden en hun onderdelen benoemen en aangeven hoe ons bewegingsstelsel functioneert en voorbeelden van de verschillende onderdelen geven.
    Leerniveau
    VWO 2; HAVO 1; VWO 1; HAVO 2;
    Leerinhoud en doelen
    Groei en ontwikkeling; Biologie; Instandhouding en ontwikkeling;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bewegen, bewegingsstelsel, biologie, gewrichten, havo/vwo 1, spieren, stercollectie