Een kindje is prachtig, dat vinden deze nieuwe papa’s ook!
Bekijk het volgende filmpje. Hoe is het leven van Yes-R verandert na het krijgen van zijn zoon? Bespreek het met een klasgenoot.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
benoemen op welke plek in het lichaam van de vrouw een zaadcel een eicel kan bevruchten.
omschrijven wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt.
de weg beschrijven die een zaadcel aflegt in het lichaam van de vrouw.
uitleggen hoe een baby aan zuurstof en voeding komt voor de geboorte.
uitleggen hoe een baby in de buik ongewenste stoffen kan binnenkrijgen.
uitleggen hoe een eeneiige en een twee-eiige tweeling ontstaat.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Van vrijen tot bevruchting is een heel proces. Hoe dat zit leer je in deze stap.
Stap 2
Wat gebeurt er in je lichaam als je zwanger bent en hoe ontwikkeld de foetus zich?
Stap 3
Bij zestien op de duizend zwangerschappen is er sprake van een meerling. In deze stap leer je over tweelingen.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de Kennisbank en de begrippen die horen bij deze opdracht.
Eindopdracht
Je maakt de toets over deze opdracht..
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
Voor deze opdracht heb je twee lesuren nodig.
Aan de slag
Stap 1: Bevruchting
Wat gebeurt er tijdens het begin van de zwangerschap in de eierstok, eileider en baarmoeder?
Bekijk het filmpje.
In het begin van de zwangerschap lijkt het embryo helemaal nog niet op een baby.
Maar hij ontwikkelt zich snel. Dat kan je zien in de video op de site van Schooltv.
Maak tijdens of na het kijken naar de video het Vragenblad Googledoc Ontwikkeling van een ongeboren baby
Placenta en navelstreng
De foetus heeft een navelstreng aan zijn buik. Deze navelstreng zit aan de andere kant vast aan de placenta ofwel moederkoek. De navelstreng zorgt voor een verbinding tussen de placenta en de foetus. Door de navelstreng lopen bloedvaten die bloed van de foetus naar de placenta voeren.
In de placenta stroomt het bloed dat van de foetus afkomstig is, langs het bloed van de moeder.
De afvalstoffen van de foetus worden in de placenta afgegeven aan het bloed van de moeder.
In het bloed van de moeder bevinden zich voedingsstoffen en zuurstof.
In de placenta worden voedingsstoffen en zuurstof uit het bloed van de moeder afgegeven aan de bloedvaten van het embryo. Het bloed van de moeder en de foetus blijft dus gescheiden!
Ook ongewenste stoffen zoals alcohol, nicotine, medicijnen of drugs kunnen via de placenta van het bloed van de moeder in het bloed van de foetus terecht komen. Deze stoffen kunnen de foetus beschadigen.
Vruchtwater
De foetus drijft in vruchtwater. Vruchtwater beschermt de foetus tegen stoten, uitdroging en wisselende temperatuur. In het vruchtwater kan de foetus zich bewegen.
Geboorte
Na een zwangerschap van ongeveer negen maanden krijgt een vrouw weeën.
De baby zal dan uit het lichaam van zijn moeder komen. Dit is niet in een paar minuten gebeurd.
Kijk maar eens naar het filmpje, daar kan je zien hoe een bevalling in zijn werk gaat.
Vraag thuis maar eens hoe jouw bevalling ging!
Eeneiige tweelingen zijn ontstaan uit één bevruchte eicel, bij twee-eiige tweelingen zijn er twee eicellen bevrucht door twee verschillende zaadcellen.
Menopauze
Zodra de eicellen van een vrouw op zijn verkeert zij in de menopauze.
Bevruchting
Versmelten van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen. Bij plant: stuifmeelkorrel met eicel. Bij mens (en dier): zaadcel/spermacel met eicel.
Zygote
Een zygote is wat ontstaat als een zaad- en eicel versmelten.
Innesteling
Vasthechten van een jong embryo in het verdikte baarmoederslijmvlies, aan het begin van een zwangerschap.
HCG
Dit is het hormoon dat wordt afgegeven door de cellen die voortkomen uit de zygote.
Zwangerschapstest
Met een zwangerschapstest kan het hormoon hCG worden aangetoond.
Eeneiige tweeling
Uit één bevruchte eicel ontstaan twee losse groepjes cellen, die uitgroeien tot aparte embryo's. Eeneiige tweelingen hebben hetzelfde genotype (= DNA).
Twee-eiige tweeling
Voor het moment van bevruchting zijn twee eicellen tot rijping gekomen en beide zijn bevrucht, door twee verschillende zaadcellen. Uit deze twee bevruchte eicellen ontstaan twee embryo's. Twee-eiige tweelingen hebben een verschillend genotype (= DNA).
Onvruchtbaar
Als je onvruchtbaar bent kun je je niet voortplanten door een niet goed werkend voortplantingssysteem.
Embryo
Vroegste levensfase in de ontwikkeling van een plant of dier; na bevruchting van een eicel deelt de cel zich meerdere keren en gaan cellen zich specialiseren (= differentiatie).
Foetus
Ongeboren individu na de embryonale fase; het embryo is verder gegroeid en alle organen zijn ontwikkeld.
Navelstreng
Verbinding tussen het embryo of de foetus en de placenta; bevat twee slagaders en een ader.
Placenta
Ook wel moederkoek genoemd; orgaan dat ontstaat in de baarmoeder, waarin de uitwisseling van stoffen tussen het bloed van de moeder en dat van het embryo of de foetus plaatsvindt. Voedingsstoffen en zuurstof gaan naar de foetus toe, die afvalstoffen en koolstofdioxide afgeeft aan het bloed van de moeder.
Weeën
Krachtige samentrekkingen van de baarmoederspieren die de bevalling aankondigen.
Nageboorte
Vruchtvliezen, placenta en een deel van de navelstreng komen, kort na de geboorte van de foetus, naar buiten.
Echoscopie
Met behulp van geluidsgolven onderzoek je enkele uiterlijke kenmerken en de basale werking van organen.
Vlokkentest
Vorm van prenataal onderzoek, waarbij cellen worden gehaald uit de groeiende placenta.
Vruchtwateronderzoek
Vorm van prenataal onderzoek, waarbij cellen uit opgezogen vruchtwater worden onderzocht.
Versmelting
Samensmelten van twee celkernen bij bevruchting.
Menstruatie
Maandelijkse bloeding waarbij het verdikte baarmoederslijmvlies wordt afgestoten (wanneer een vruchtbare vrouw niet zwanger is).
Vruchtvliezen
Vliezen om een embryo of foetus in de baarmoeder, die het vruchtwater vasthouden en op deze manier de foetus beschermen.
Draagtijd
Ook wel dracht genoemd; periode die een embryo of foetus in de baarmoeder doorbrengt, vanaf de bevruchting tot aan de bevalling/geboorte. Bij een mens is dit 40 weken.
Eindopdracht: Toets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Is het gelukt om je kennis van alle leerdoelen te controleren met de toets. Waar had je graag meer vragen over gehad of waar juist minder?
Het arrangement Bevruchting en zwangerschap vmbo-kgt12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 2. Dit is thema ’Seksualiteit'. Het onderwerp van deze les is: bevruchting en zwangerschap.
Je leert beschrijven welke weg een zaadcel en een eicel afleggen voor tijdens en na de bevruchting en kunt uitleggen hoe een baby aan zuurstof en (ongewenste) voedingsstoffen komt in de baarmoeder.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 2. Dit is thema ’Seksualiteit'. Het onderwerp van deze les is: bevruchting en zwangerschap.
Je leert beschrijven welke weg een zaadcel en een eicel afleggen voor tijdens en na de bevruchting en kunt uitleggen hoe een baby aan zuurstof en (ongewenste) voedingsstoffen komt in de baarmoeder.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bevruchting en zwangerschap
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.