Wat kan ik straks?
Aan het eind van de opdracht kun je:
- benoemen op welke plek in het lichaam van de vrouw een zaadcel een eicel kan bevruchten.
- omschrijven wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt.
- de weg beschrijven die een zaadcel aflegt in het lichaam van de vrouw.
- uitleggen hoe een baby aan zuurstof en voeding komt voor de geboorte.
- uitleggen hoe een baby in de buik ongewenste stoffen kan binnenkrijgen.
- uitleggen hoe een eeneiige en een twee-eiige tweeling ontstaat.