Verschillende eters vmbo-kgt12

Verschillende eters vmbo-kgt12

Verschillende eters

Intro

Niet alleen het gebit van een planteneter ziet er anders uit dan het gebit van een vleeseter. 
Ook het spijsverteringskanaal van een mens is verschillend van het spijsverteringskanaal van bijvoorbeeld een konijn. En spijsverteringskanaal van een leeuw ziet er weer anders uit.

Waarom?
Dat komt omdat een mens, een konijn en een leeuw verschillende eters zijn. De producten die je eet zeggen iets over je spijsverteringskanaal.
Hoe dat precies zit, staat centraal in deze opdracht.

Bespreek eerst nog even kort met een klasgenoot wat je al weet over verschillende eters. Hoe zit het ook alweer met het gebit van planteneters, alleseters en vleeseters? En wat zegt het gebit over het voedsel dat ze eten?

 

Wat kan ik straks?

Na deze opdracht kun je:

  • de begrippen herbivoren, carnivoren en omnivoren beschrijven.
  • twee voorbeelden noemen van herbivoren, carnivoren en omnivoren.
  • uitleggen welke verschillen er zijn in het verteringsstelsel van herbivoren, carnivoren en omnivoren.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je leest informatie over verschillende eters. Daarna maak je een oefening over omnivoren, herbivoren en carnivoren.

Stap 2

Verschillende soorten eters hebben verschillende lengtes van hun spijsverteringskanaal. Daarover leer je in deze stap.

Stap 3

Door naar uitwerpselen te kijken kun je ontdekken wat dieren hebben gegeten!

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de Kennisbank en de begrippen van deze opdracht.

Eindopdracht A

Je maakt de toets over de verschillende eters.

Eindopdracht B

Je maakt een mindmap over een dier en verwerkt daarin de leerdoelen van deze opdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Je hebt 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Eten en verteren

Bestudeer nu uit  de Kennisbank het onderdeel 'Verschillende eters'.
De informatie over het gebit heb je in de vorige opdracht bestudeerd. Lees vooral goed de informatie over de spijsverteringskanalen van de verschillende eters.

Verschillende eters

Maak de volgende oefening.

 

Stap 2: Lengte spijsverteringskanaal

Bij dieren is de lengte van het spijsverteringskanaal heel verschillend.
Vleeseters eten alleen vlees. Vlees is opgebouwd uit dierlijke cellen zonder celwand.
De eiwitverterende enzymen breken gelijk de celmembranen af.
De vertering is snel klaar; vleeseters hebben een kort darmkanaal nodig.

Planteneters hebben vaak meerdere magen en/of een lange darm.
Daarin leven bacteriën die de cellulose van de celwand afbreken.
Voor de vertering is veel meer tijd nodig.

 

Stap 3: Vertering

Voordat je lichaam de voedingsstoffen uit je eten kan opnemen, moet het voedsel eerst bewerkt worden.
Het wordt gekauwd, gekneed en gemengd met verteringssappen. Dit noem je de vertering.
Het voedsel wordt bewerkt door verteringssappen en door spieren van het verteringskanaal.
De niet verteerde resten van het voedsel komen via de dikke darm en de anus in de ontlasting terecht.

Bij een planteneter zitten er alleen plantenresten in de ontlasting.
Bij een vleeseter de resten van prooien, zoals haren en botjes.
Poep van een vleeseter kan erg stinken.
Sommige dieren maken natte vlaaien, andere droge keutels.

Door goed naar uitwerpselen te kijken, kun je heel wat te weten komen over wat de dieren hebben gegeten.

Maak de volgende oefening.

Afronding

Begrippenlijst

Verschillende eters

Verteren
Het afbreken van voedsel tot kleine door het lichaam opneembare deeltjes.

Verteringsstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering. Spijsverteringsorganen zijn o.a. de maag, alvleesklier, dunne darm en dikke darm.

Herbivoren
Planteneters; eten alleen plantaardig voedsel. Bijvoorbeeld: konijn, koe, gans, bladluis.

Carnivoren
Vleeseters; eten alleen dierlijk voedsel (o.a. vlees, vis en insecten). Bijvoorbeeld: kat, wolf, mol, egel, haai, spin.

Omnivoren
Alleseters; eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Bijvoorbeeld: varken, mens, kakkerlak.

Vorm poten
Poten van een vogel zijn aangepast (adaptatie) aan hun leefomgeving. Bijvoorbeeld: reiger met lange poten om door ondiep water te waden en eend met zwemvliezen om goed te kunnen zwemmen.

Vorm van lichaam
Vorm van het lichaam is aangepast (adaptatie) aan de functie. Bijvoorbeeld: een gestroomlijnd lichaam van dieren die in het water leven en/of jagen, zoals de dolfijn en pinguïn, om goed te kunnen zwemmen.

Vorm snavel
Bek van een vogel is aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de vogels eten. Bijvoorbeeld: haakvormige snavel bij roofvogels en kegelvormige snavel bij zaadetende vogels.

Vorm kiezen
Kiezen zijn aangepast (adaptatie) aan het voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben plooikiezen, carnivoren hebben knipkiezen en omnivoren hebben knobbelkiezen.

Lengte van spijsverteringsstelsel
Lengte van het spijsverteringsstelsel, ook wel darmkanaal, is aangepast (adaptatie) aan voedsel dat de dieren eten: herbivoren hebben een lang darmkanaal om planten te kunnen verteren en carnivoren hebben aan een korter darmkanaal voldoende.

Insectivoren
Insecteneters.

Eindopdracht A: Toets

Bij eindopdracht A sluit je deze opdracht af met het maken van een toets.

Eindopdracht B: Mindmap

Als eindopdracht B maak je een Mindmap van een dier.

Je schrijft in het midden van je blad een dier naar keuze. Rondom dit dier schrijf je de volgende informatie:

  • Is het dier een omnivoor/herbivoor/carnivoor. Dit licht je toe en je geeft voorbeelden.
  • De lengte van het spijsverteringskanaal en wat dit zegt over het eetgedrag van het dier.
  • Losse weetjes over het dier (vacht, kleur, leefgebied etc.).

Lees voor je begint nog even de informatie over het maken van een mindmap in de Gereedschapskist hieronder.

Je zorgt ervoor dat je mindmap er netjes en verzorgd uitziet. Je voorziet je mindmap van afbeeldingen om je teksten toe te lichten.

Beoordeling
Je docent let bij de beoordeling van je mindmap op het volgende:

  • Het is duidelijk om welk dier het gaat.
  • Het is duidelijk of dit dier een omnivoor/herbivoor/carnivoor is.
  • Het is duidelijk wat de lengte van het spijsverteringskanaal is en welke functie deze heeft.
  • Er staan losse weetjes over het dier in de mindmap.
  • De mindmap is voorzien van afbeeldingen die passen bij het onderwerp.
  • Lees voor verdere beoordelingen van de mindmap de rubric in de Gereedschapskist.

Klaar?
Lever je mindmap in bij je docent.

Mindmap maken

Woorden bij een onderwerp bedenken en met elkaar verbinden.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Als je nu terugdenkt aan het gesprekje met je klasgenoot. Wisten jullie dan al veel van het verschil van eetpatroon tussen omnivoren/herbivoren/carnivoren?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Welke stap kostte de meeste tijd?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Welk deel van de inhoud vond je het meest interessant? Welk deel vond je het mist interessant?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    A: Is het gelukt om een voldoende voor de toets te halen? Sloot de toets goed aan bij de leerdoelen?
    B: Hoe vond je het dat je zelf een dier mocht kiezen? Heb je liever dat je wordt verteld wat je precies moet doen, of vind je deze vrijheid juist wel fijn?
  • Het arrangement Verschillende eters vmbo-kgt12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2022-09-08 09:35:28
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 2. Dit is thema ’Spijsvertering'. Het onderwerp van deze les is: verschillende eters. Deze les leert je uitleggen welke verschillen er zijn in het verteringsstelsel van herbivoren, carnivoren en omnivoren
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    1 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, biologie, carnivoor, herbivoor, omnivoor, stercollectie, vertering, veteringsstelsel, vmbo kgt1/2

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen