Je lichaam doet de hele dag niks anders dan bewegen:
lopen, zitten, schrijven of typen, staan, fietsen, rennen en ga zo maar door.
Bekijk de volgende filmpjes. Hoe bewegen deze sporters? Wat valt je op?
Hoe komt het dat je kunt bewegen? Hoe werkt jouw bewegingsapparaat?
Onder je huid zit een ingewikkeld bewegingsapparaat dat bestaat uit botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen.
Daarover ga je in deze opdracht meer te weten komen....
Veel succes.
Wat kan ik straks?
De leerdoelen van de opdracht bewegen.
Na deze opdracht kun je:
twee manieren beschrijven waarop botten met elkaar verbonden zijn.
de twee onderdelen van een gewricht en de functies ervan benoemen.
het kogel-, rol- en scharniergewricht van elkaar onderscheiden.
aangeven wat de werking van spieren en gewrichten is.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest de kennisbank over beenverbindingen. Daarna kun je de verschillende manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn benoemen en dit toepassen in een oefening.
Stap 2
Je bestudeert de werking van spieren in de kennisbank en kunt daarna in een oefening de juiste onderdelen van een spier benoemen.
Stap 3
Na het kijken van een video kun je de werking van spieren beschrijven
Stap 4
In een practicum onderzoek je de werking van de armbuigspier en dit kun je verwerken in een onderzoeksblad.
Stap 5
Je kunt, na het lezen van de tekst, de oefening over de verschillende typen spieren maken.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de kennisbanken en de begrippen die bij deze opdracht horen.
Eindopdracht A
Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets over de opdracht bewegen.
Eindopdracht B
Als je kiest voor eindopdracht B vul je de antwoorden in in een kruiswoordpuzzel.
In het item van de Kennisbank over Spieren ging een deel over de armspieren.
Bekijk de volgende videoclip over bodybuilding en beantwoord daarna de vragen.
Stap 4: Practicum armbuigspier
Je onderzoekt hoe de dikte van je buigspier verandert als je je arm samentrekt.
Je vergelijkt je linker- en rechterarm.
En je vergelijkt jouw resultaten met de resultaten van een aantal klasgenoten.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Lees het practicum een keer helemaal door.
Zoek de spullen bij elkaar die je nodig hebt om het onderzoek uit te voeren.
Voer het practicum samen met klasgenoot uit.
Vul de resultaten van de metingen in de tabel in.
Geef daarna antwoord op de vragen onder het kopje conclusie en geef de verklaring.
Vergelijk jullie resultaten met de resultaten van een aantal klasgenoten.
Stap 5: Typen spieren
Lees de tekst in de bron en beantwoord daarna de vragen.
Bewegen als je dat zelf wilt
De spieren die de armen, benen, gezicht, hoofd en lichaam bewegen zijn ‘willekeurige’ spieren.
Dit betekent dat ze alleen maar werken als jij dat wilt.
Vaak moet je, als je voor het eerst iets doet, er goed bij nadenken welke spieren je nodig hebt.
Bijvoorbeeld: toen je leerde fietsen. Je moest toen leren om tegelijkertijd te trappen, te sturen en je evenwicht te bewaren. Pas na veel oefening kon je fietsen en je willekeurige spieren gebruiken zonder er steeds bij na te denken.
Als je deze spieren onder de microscoop bekijkt, zie je dwarse streepjes.
Daarom heten de willekeurige spieren ook wel dwarsgestreepte spieren.
Spieren die vanzelf werken
Je hebt ook spieren die je niet met je wil kunt besturen.
Ze zitten in je darmen, in bloedvaten en nog meer organen. Het zijn ‘onwillekeurige’ spieren ofwel gladde spieren. Als je deze spieren onder de microscoop bekijkt, zie je geen dwarsstreepjes. Dit soort spieren werkt dus automatisch: Niemand hoeft te leren het voedsel door de darmen te vervoeren.
Eén spier is nooit moe
Het hart is eigenlijk één grote speciale spier, de hartspier.
Elke keer als de hartspier samentrekt, wordt er bloed uit het hart geperst.
De hartspier werkt dag en nacht en wordt nooit moe.
Hij heeft wel dwarse streepjes maar lijkt in zijn werking meer op gladde spieren.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Probeer alle woorden in te vullen.
Je kunt je antwoorden controleren door op de 'Answer key' te klikken.
En daarna klik je op 'Continue'.
Je kunt deze kruiswoordpuzzel ook in het googledocument maken: Kruiswoordpuzzel bewegen.
Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
Je hebt een voldoende als je 9 vragen goed hebt beantwoord.
Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
Waarom wel of waarom niet?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Klopt dat?
Inhoud
Denk nog eens terug aan stap 3. Ken jij iemand in je omgeving die bodybuilder is. Zo ja, moet deze persoon naast hard trainen ook zijn eetpatroon aanpassen?
Eindopdracht
Welke eindopdracht heb je gekozen? Als je hebt gekozen voor de kruiswoordpuzzel, vond je deze dan moeilijk of makkelijk?
Het arrangement Bewegen vmbo-kgt12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 1 en 2. Dit is thema ’Blessures'. Het onderwerp van deze les is: Bewegen . Deze les bespreekt twee soorten manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn. Twee onderdelen van gewrichten en hun functies en de soorten gewrichten te onderscheiden (kogel-, rol- en scharniergewricht). Ook wordt er besproken wat de werking van de spieren en gewrichten zijn.
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor vmbo kgt leerjaar 1 en 2. Dit is thema ’Blessures'. Het onderwerp van deze les is: Bewegen . Deze les bespreekt twee soorten manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn. Twee onderdelen van gewrichten en hun functies en de soorten gewrichten te onderscheiden (kogel-, rol- en scharniergewricht). Ook wordt er besproken wat de werking van de spieren en gewrichten zijn.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Bewegen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.