Bewegen vmbo-b12

Bewegen vmbo-b12

Bewegen

Intro

Bewegen! We doen het allemaal, elke dag, de hele dag.
Als je loopt, schrijft en zelfs ademt beweeg je.

Kijk eens naar de volgende twee video's. Hoe bewegen deze sporters?



Hoe komt het dat je kunt bewegen? Dat komt door je bewegingsapparaat.
Dit bewegingsapparaat zit onder je huid.
Het is een ingewikkeld systeem van botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen.

In deze opdracht ga je leren hoe je bewegingsapparaat werkt.


Veel succes!

Wat kan ik straks?

Hieronder zie je de leerdoelen staan die horen bij de opdracht bewegen.
Na deze opdracht kun je:

  • twee manieren benoemen waarop botten met elkaar verbonden zijn.
  • twee onderdelen van een gewricht en hun functies benoemen.
  • het kogel-, rol- en scharniergewricht van elkaar onderscheiden.
  • aangeven wat de werking van spieren en gewrichten is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest de kennisbank over beenverbindingen. Daarna kun je de verschillende manieren waarop botten met elkaar verbonden zijn benoemen en hier vragen over beantwoorden in een oefening.
Stap 2 Je bestudeert de werking van spieren in de kennisbank en kunt daarna in een oefening de juiste onderdelen van een spier benoemen.
Stap 3 Na het kijken van een video kun je de werking van spieren beschrijven
Stap 4 In een practicum onderzoek je de werking van de armbuigspier en dit kun je verwerken in een onderzoeksblad.
Stap 5 Je kunt, na het lezen van de tekst, de oefening over de verschillende typen spieren maken.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippenlijst   Hier vind je de kennisbank en de begrippen die bij deze opdracht horen.
Eindopdracht A Als je kiest voor eindopdracht A maak je een toets.
Eindopdracht B Als je kiest voor eindopdracht B maak je een kruiswoordpuzzel
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Beenverbindingen

Bestudeer uit de Kennisbank Biologie het onderdeel Beenverbindingen:

Beenverbindingen en gewrichten

Bekijk de volgende filmpjes op de site van Schooltv.
Video: Gewrichten


Video: Hoe zitten botten aan elkaar vast?


Hieronder vind je een sleepoefening.
Lees de tekst goed door en sleep de ontbrekende woorden naar de juiste plek.

Stap 2: Spieren

Bestudeer nu alle pagina's uit de Kennisbank Biologie Spieren.

Spieren

Stap 3: Armspieren

In de Kennisbank Spieren ging een deel over de armspieren.
Bekijk de bodybuildster in de video. Let vooral op haar armspieren.

Beantwoord nu de vragen:

Stap 4: Practicum armbuigspier

Het opmeten van een bovenarm

Je gaat onderzoeken hoe de dikte van je armbuigspier verandert.
Hiervoor ga je de spier in je arm aanspannen en weer ontspannen.
Je vergelijkt je linker- en je rechterarm.
Daarna vergelijk je jouw resultaten met de resultaten van een aantal klasgenoten.

  • Download het Practicum armbuigspier.
  • Maak een kopie van het werkblad in je eigen omgeving (Bestand - Een kopie maken...)
    of download het werkblad (Bestand - Downloaden als).
  • Lees het werkblad helemaal door.
  • Leg de spullen klaar die je nodig hebt.
  • Ga samen met een klasgenoot aan het werk.
  • Vul de resultaten in in de tabel.
  • Geef daarna antwoord op de vragen onderaan het werkblad.

Vergelijk jullie resultaten met die van klasgenoten.

Stap 5: Typen spieren

Lees de tekst. Beantwoord daarna de vragen in de oefening.

Bewegen als je dat zelf wilt
De spieren die een groot deel van je lichaam, zoals je armen en benen, bewegen, doen dat alleen als jij dat wilt. Dat komt omdat ze ‘willekeurige´ spieren zijn.  
Willekeurige spieren werken alleen als jij ze een opdracht geeft.

Als je een beweging voor het eerst doet, moet je nog goed nadenken.
Daarna gaat het steeds meer vanzelf.

Zoals bijvoorbeeld leren fietsen. Eerst moet je goed nadenken hoe je moet trappen, sturen en je evenwicht bewaren. Pas na veel oefenen ga je je willekeurige spieren gebruiken zonder erbij na te denken.

Een ander woord voor willekeurige spieren is ‘dwarsgestreepte spieren’.
Dat komt omdat je, als je deze spieren onder een microscoop bekijkt, allemaal dwarse streepjes ziet.

Spieren die vanzelf werken
Er zijn ook spieren die je niet kunt besturen. Daar hoef je niet bij na te denken. Deze spieren zitten bijvoorbeeld in je darmen en je bloedvaten. Het zijn ‘onwillekeurige’ spieren.
Ze worden ook wel gladde spieren genoemd, omdat je geen streepjes ziet als je ze onder de microscoop bekijkt.

Deze onwillekeurige spieren werken automatisch.
Je hoeft bijvoorbeeld niet te leren hoe je bloed door je bloedvaten moet laten stromen.

Eén spier is nooit moe
Het hart is ook een spier. Een hele speciale spier: de hartspier.
Elke keer als je hartspier samentrekt, duwt hij bloed uit je hart. De hartspier werkt altijd en wordt nooit moe.

Maak nu de oefening.

Afronding

Begrippenlijst

Beenverbindingen

Spieren

Beenverbindingen
Verbindingen tussen botten.

Vergroeide botten
Botten die met elkaar vergroeid zijn, zoals de botten van het heiligbeen.

Naadverbindingen
Stevige en dichte verbinding die wordt gevormd door naden, zoals bij de schedel.
Kraakbeenverbindingen
Verbindingen die voor buigmogelijkheden zorgen, zoals bij de rug.
Gewrichtsverbindingen
Verbindingen bestaande uit gewrichten die botbewegingen mogelijk maken.
Gewrichten
Een gewricht is een verbinding tussen twee botten die beweging mogelijk maakt.
Gewrichtskom
De gewrichtskom is één van de twee hoofdonderdelen van een kogelgewricht.
Gewrichtskogel
De gewrichtskogel is één van de twee hoofdonderdelen van een kogelgewricht.
Gewrichtskapsel
De gewrichtskapsel verbindt de twee losse botten waaruit het gewricht bestaat met elkaar.
Gewrichtssmeer
Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat het gewricht soepel kan bewegen.
Kapselbanden
Kapselbanden houden een gewicht op zijn plaats.
Kogelgewricht
Hiermee zijn bewegingen in verschillende richtingen mogelijk.
Rolgewricht
Hierbij draaien twee botstukken om elkaar heen.
Scharniergewricht
Hiermee zijn bewegingen in één richting mogelijk.
Spierstelsel
Orgaanstelsel bestaande uit spieren, die in samenwerking met het zenuwstelsel en het skelet ervoor zorgen dat je kunt bewegen.
Pees
Verbinding tussen een spier en een bot
Aanhechtingsplaats
Dit is de plaats waar een pees aan het bot vastzit.

Eindopdracht A: Toets

Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.

Eindopdracht B: Kruiswoordpuzzel

Als keuze-eindopdracht kun je kiezen voor het maken van een kruiswoordpuzzel.
Bij het maken van de kruiswoordpuzzel let je op de volgende dingen:

  • Zorg dat je minimaal 8 vragen verzint.
  • De vragen moeten gaan over de stof die je hebt geleerd in deze opdracht.
  • De vragen moeten horizontaal (van links naar rechts) en
    verticaal (van boven naar beneden) staan.
  • Zorg dat het raster overzichtelijk is. Kleur de vakjes die niet worden gebruikt in.
  • Maak één lege kruiswoordpuzzel die een klasgenoot in kan vullen.
  • Maak één ingevulde kruiswoordpuzzel die als
    antwoordmodel kan dienen.

Klaar?
Ben je klaar? Laat dan een klasgenoot je kruiswoordpuzzel invullen.
Vraag ook om tips.
Pas zo nodig nog wat dingen aan.

Beoordeling
Bij het beoordelingen van je kruiswoordpuzzel let je docent op de volgende punten:

  • Zijn er 10 vragen bedacht
  • Passen de antwoorden op de vragen in het raster van de kruiswoordpuzzel
  • Kloppen de antwoorden op het antwoordmodel
  • Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit.

 

Kruiswoordpuzzel maken

Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.  

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Vind je het een goede intro om de opdracht mee te beginnen?
    Waarom wel of waarom niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je wat je moet kunnen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Vond je de eindopdracht te moeilijk of te makkelijk? Vond je het lastig dat je de eindopdracht alleen moest doen?
  • Het arrangement Bewegen vmbo-b12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2023-01-19 14:19:15
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollectie voor biologie voor basisberoepsgerichte leerweg, leerjaar 1 en 2. Dit is thema 'Blessures'. Het onderwerp van deze les is: Bewegen. Hierbij leer je soorten gewrichten te onderscheiden en hoe het bewegingsstelsel functioneert aan de hand van botten, spieren en gewrichten.
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie; Instandhouding en ontwikkeling; Instandhouding;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, bewegen, bewegingsstelsel, biologie, blessures, botten, gewrichten, spieren, stercollectie, vmbo-b12

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen