Eindopdracht B: Kruiswoordpuzzel
Als keuze-eindopdracht kun je kiezen voor het maken van een kruiswoordpuzzel.
Bij het maken van de kruiswoordpuzzel let je op de volgende dingen:
- Zorg dat je minimaal 8 vragen verzint.
- De vragen moeten gaan over de stof die je hebt geleerd in deze opdracht.
- De vragen moeten horizontaal (van links naar rechts) en
verticaal (van boven naar beneden) staan.
- Zorg dat het raster overzichtelijk is. Kleur de vakjes die niet worden gebruikt in.
- Maak één lege kruiswoordpuzzel die een klasgenoot in kan vullen.
- Maak één ingevulde kruiswoordpuzzel die als
antwoordmodel kan dienen.
Klaar?
Ben je klaar? Laat dan een klasgenoot je kruiswoordpuzzel invullen.
Vraag ook om tips.
Pas zo nodig nog wat dingen aan.
Beoordeling
Bij het beoordelingen van je kruiswoordpuzzel let je docent op de volgende punten:
- Zijn er 10 vragen bedacht
- Passen de antwoorden op de vragen in het raster van de kruiswoordpuzzel
- Kloppen de antwoorden op het antwoordmodel
- Ziet het geheel er netjes en verzorgd uit.

|
Bij een kruiswoordpuzzel vul je de letters van woorden in vakjes in.
|

|