Thema: Produceren - vmbo-kgt34

Thema: Produceren - vmbo-kgt34

Produceren

Inleiding

Produceren

Als je een brood wilt kopen, ga je naar de bakker. Voor een broek ga je naar een kledingwinkel en voor een televisie ga je naar een audiozaak. Er is Nederland van alles te koop. Maar heb je je eigenlijk wel eens afgevraagd wat er bij het maken van producten allemaal komt kijken? 

Producten worden gemaakt in bedrijven. Je hebt verschillende soorten bedrijven. Bedrijven waar veel mensen werken, of juist bedrijven waar het werk door machines wordt gedaan. En al die bedrijven zijn op hun eigen manier georganiseerd.

Voor alle bedrijven geldt dat zij bij het maken van goederen en diensten rekening moeten houden met het milieu.

Eindproduct

De eindopdracht van dit thema heeft als titel 'People, planet, profit'.
In deze opdracht zie je dat het belangrijk is bij het produceren te letten op de mensen (people), de planeet/milieu (planet) en op de opbrengst (profit). Als die drie elementen op een goede manier gecombineerd worden, is productie pas duurzaam.

Naast de eindopdracht vind je bij de afsluiting ook een overzicht van alle Kennisbankitems van dit thema plus een begrippenlijst, een diagnostische toets, examenvragen en enkele vragen die je helpen bij het terugkijken op het thema.

Genoeg te doen. Aan de slag!

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met produceren en kan ik de vier productiefactoren (en de bijbehorende beloning) noemen.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met de productieweg van een product en kan ik een bedrijfskolom tekenen.
  • (met behulp van voorbeeld) omschrijven wat bedoeld wordt met het begrip toegevoegde waarde.
  • (aan de hand van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen mechanisatie en automatisering.
  • begrip investeren omschrijven.
  • het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven.
  • (met een voorbeeld) uitleggen wat bedoeld wordt met een arbeidsintensief bedrijf en met een kapitaalintensief bedrijf.
  • de begrippen arbeidsverdeling en specialisatie omschrijven.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat er verschillende soorten arbeidsverdeling zijn.
  • de organisatiestructuur van een eenvoudig georganiseerd bedrijf tekenen.
  • omschrijven waarom produceren nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu.
  • de volgende vormen van milieuvervuiling onderscheiden: luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en horizonvervuiling.
  • het begrip duurzaam omschrijven en aangeven of een productieproces duurzaam of niet duurzaam is.

Wat ga ik doen?

Het thema Produceren bestaat uit de volgende onderdelen:

Voor je aan de slag gaat met de afsluiting maak je vier of vijf opdrachten.
In de tabel staat per activiteit hoeveel lessen je ongeveer nodig hebt.

Activiteit

Aantal lessen

Inleiding

0,5

Wat kan ik straks?

 

Wat ga ik doen?

 

Opdracht: Grondstof tot eindproduct

2

Opdracht: Arbeid of kapitaal?

2

Opdracht: Bedrijfsorganisatie

2

Opdracht: Produceren en milieu

2

Opdracht: Autoschadebedrijf VELBO BV*

2

Afsluiting

 

Samenvattend

0,5

Eindopdracht

2

D-toets

0,5

Examenvragen

1

Terugkijken

0,5

Totaal:

15

 

*Extra opdracht

 

Opdrachten

Grondstof tot eindproduct

Grondstof tot eindproduct

Intro

Het voortbrengen van goederen en diensten gebeurt in verschillende bedrijven.
Op het eerste gezicht lijken bijvoorbeeld landbouwbedrijven, chemische fabrieken, banken en ziekenhuizen niets met elkaar te maken te hebben.
Toch zijn er wel overeenkomsten. 

Wat denk jij?

Welke overeenkomsten zie je tussen de hierboven genoemde bedrijven?
Schrijf zoveel mogelijk overeenkomsten op.

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met produceren en kan ik de vier productiefactoren (en de bijbehorende beloning) noemen.
  • omschrijven wat bedoeld wordt met de productieweg van een product en kan ik een bedrijfskolom tekenen.
  • (met behulp van voorbeeld) omschrijven wat bedoeld wordt met het begrip toegevoegde waarde.

 

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is produceren en welke vier productiefactoren zijn er?

Stap 2

Wat is een bedrijfskolom?

Stap 3

Kun je de goederenstroom en de geldstroom in de bedrijfskolom onderscheiden?
En wat wordt bedoeld met de toegevoegde waarde?

Stap 4

Waardoor kan een bedrijfskolom korter of langer worden?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Eindopdracht

Maak de toets.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Produceren

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel Produceren.
Bekijk ook de video.

Produceren


Doe de twee oefeningen.

Stap 2: Van grondstof tot eindproduct

Doe de onderstaande opdracht.

Bestudeer nu uit de Kennisbank het onderdeel Bedrijfskolom.
Bekijk ook de video op de derde pagina.

Bedrijfskolom

 

Doe de oefening.

Stap 3: Geldstroom en goederenstroom

Hieronder zie je een bedrijfskolom voor brood.

 

Gebruik deze bedrijfskolom bij het beantwoorden van de volgende vragen.

Stap 4: Veranderingen in bedrijfskolom

Een bedrijfskolom kan korter of langer worden.
Hoe dat kan, zie in de volgende oefening.

Afronding

Eindproduct: Toets

Deze opdracht sluit je af met het maken van een toets.

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de intro nog eens.
    Past de intro goed bij de opdracht? Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Maak bij ieder leerdoel een vraag en kijk of je die vraag kunt beantwoorden.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je meer of minder dan twee uur met de opdracht bezig geweest?
    Welke stap kostte veel tijd? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Heb je in klas 2 ook al eens een opdracht over Produceren gemaakt?
    Wist je het meeste nog? Schrijf twee dingen op die nieuw voor je waren.
  • Afronding - Eindopdracht
    Heb je de toets gemaakt? Had je alle vragen goed?
    Zo niet, heb je geleerd van je fouten?

Arbeid of kapitaal?

Arbeid of kapitaal

Intro

In bijna iedere onderneming vind je machines.
Hieronder zie je twee voorbeelden. 


Bespreek met een klasgenoot.
Wat is het verschil tussen de machine op de linker figuur en de machine in de rechter figuur?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • (aan de hand van een voorbeeld) uitleggen wat het verschil is tussen mechanisatie en automatisering.
  • begrip investeren omschrijven.
  • het begrip arbeidsproductiviteit omschrijven.
  • (met een voorbeeld) uitleggen wat bedoeld wordt met een arbeidsintensief bedrijf en met een kapitaalintensief bedrijf.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is mechanisatie en wat is automatisering?

Stap 2

Wat is arbeidsproductiviteit?

Stap 3

Hoe kan bijscholing leiden tot een toename van de arbeidsproductiviteit?

Stap 4

Welke bedrijven zijn kapitaalintensief en welke arbeidsintensief?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Maak de samenvattingsopdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

 

 

 

 

Aan de slag

Stap 1: Automatisering/mechanisering

Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel:

Arbeid of kapitaal

 

Doe de twee oefeningen.

Stap 2: Arbeidsproductiviteit

Bestudeer nu uit de Kennisbank het volgende onderdeel.

Arbeidsproductiviteit

 

Doe de oefeningen.

De arbeidsproductiviteit is het aantal producten dat een werknemer in een bepaalde periode (bijvoorbeeld een uur) kan maken.

Stap 3: Toename arbeidsproductiviteit

Doe de onderstaande opdracht. 

Stap 4: Arbeids- of kapitaalintensief?

Om verschillen tussen bedrijven aan te geven, wordt soms gekeken of het werk vooral door machines of vooral door mensen wordt gedaan.

Een kapitaalintensief bedrijf schakelt bij het maken van producten veel machines in.
Is een bedrijf voor het produceren van producten vooral aangewezen op het personeel, dan is het bedrijf een arbeidsintensief bedrijf.

De begrippen 'mechanisatie', 'arbeidsproductiviteit', 'kapitaalintensief' en 'arbeidsintensief' hebben met elkaar te maken.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Bekijk de twee foto's in de intro nog eens.
    Wat hebben de foto's te maken met deze opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de genoemde begrippen omschrijven?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Werken je ouders in een arbeidsintensief bedrijf of juist in een kapitaalintensief bedrijf?
  • Afronding - Samenvattend
    Kon je de begrippen gemakkelijk naar de juiste plek slepen?
    Vond je het handig om alles nog even bijelkaar te hebben staan?

Bedrijfsorganisatie

Bedrijfsorganisatie

Intro

Een onderwijzer(es) op de basisschool is een allrounder. Hij/zij moet van alle vakken wat af weten. Hij/zij geeft taal en rekenen, maar bijvoorbeeld ook biologie, geschiedenis en aardrijkskunde. 

Bespreek met een klasgenoot.

  • Van hoeveel verschillende docenten krijgen jullie dit jaar les?
  • En hoeveel verschillende vakken heb je?
  • Waarom krijg je niet, zoals op de basisschool, van één docent alle vakken?

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • de begrippen arbeidsverdeling en specialisatie omschrijven.
  • (met behulp van voorbeelden) duidelijk maken dat er verschillende soorten arbeidsverdeling zijn.
  • de organisatiestructuur van een eenvoudig georganiseerd bedrijf tekenen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat hebben specialisatie en arbeidsverdeling met elkaar te maken?

Stap 2

Wat is externe arbeidsverdeling, interne arbeidsverdeling en geografische arbeidsverdeling?

Stap 3

Wat wordt er weergegeven in een organisatiestructuur?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Extra

Met een klasgenoot een schema maken van de organisatiestructuur op onze school.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Specialisatie en arbeidsverdeling

Bestudeer uit de Kennisbank het volgende onderdeel.

Specialisatie en arbeidsverdeling

Op een middelbare school is er sprake van specialisatie; de meeste docenten geven maar één of twee vakken.
Hoe zit dat in andere bedrijven? Doe de oefening.

Stap 2: Soorten arbeidsverdeling

In het Kennisbankitem ben je verschillende vormen van arbeidsverdeling tegengekomen.

Doe de oefening.

Stap 3: Organisatiestructuur

In een bedrijf kun je vaak meerdere functies onderscheiden.
De verschillende functies worden vaak weergegeven in een organisatiestructuur.
Uit de organisatiestructuur van een bedrijf kun je de gezagsverhoudingen binnen het bedrijf afleiden.

Doe de oefeningen.

Afronding

Eindopdracht: Organisatiestructuur op school

Hoe zit de organisatiestructuur van jouw school in elkaar?
Maak samen met een klasgenoot een overzichtelijk schema.
Zet in ieder geval de volgende personen in het schema.

docent

conrector

conciërge

administrateur

decaan

afdelingsleider

rector

mentor

.....

.....

 

Wat vinden jullie? Horen leerlingen ook in de organisatiestructuur?
Ja, geef ze dan een plekje in jullie schema.

Klaar?
Vergelijk jullie schema met het schema van een ander tweetal.
Bespreek eventuele verschillen. Pas het schema eventueel nog iets aan.

 

Terugkijken

Intro

  • Wat vind je van de intro bij de opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je de begrippen arbeidsverdeling en specialisatie omschrijven.
    Kun je de verschillende vormen van arbeidsverdeling omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Welke stap kostte veel tijd? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    Heb je een (vakantie)baantje? Hoe is de organisatiestructuur in het bedrijf waar je werkt?
  • Afronding - Eindopdracht
    Heb je de organisatiestructuur van je school in kaart gebracht?
    Ging het gemakkelijk?

Produceren en milieu

Produceren en milieu

Intro

In de gemeenteraad van Veenkamp wordt vanavond vergaderd over de plannen voor een nieuw industrieterrein. Voorstanders van het industrieterrein wijzen op de extra werkgelegenheid die op het terrein zal ontstaan. Volgens de tegenstanders levert het industrieterrein te veel overlast voor het milieu op. 

Wat vind jij?

  • Als je in de gemeenteraad zou zitten zou je dan voor of tegen het nieuwe industrieterrein stemmen?
  • Er wordt een lijst van bedrijven gemaakt die zich niet op het industrieterrein mogen vestigen. Schrijf vijf bedrijven op die, volgens jou, op die lijst zouden moeten staan.

Bespreek je antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • omschrijven waarom produceren nadelige gevolgen kan hebben voor het milieu.
  • de volgende vormen van milieuvervuiling onderscheiden: luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en horizonvervuiling.
  • het begrip duurzaam omschrijven en aangeven of een productieproces duurzaam of niet duurzaam is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Welke vier verschillende vormen van milieuvervuiling kun je onderscheiden?

Stap 2

Hoe zorgen de extra kosten die een bedrijf maakt om milieuvervuiling tegen te gaan er voor dat de afzet van het bedrijf af neemt?

Stap 3

Welke productieprocessen zijn duurzaam?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvattend

Maak de samenvattingsopdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je 1 à 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Milieuvervuiling

Het produceren van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu.
Je kunt verschillende vormen van milieuvervuiling onderscheiden:

  • luchtvervuiling bij het produceren wordt de lucht soms verontreinigd met stoffen die niet in de lucht thuis horen.
  • watervervuiling soms komen er bij het produceren stoffen in bijvoorbeeld een rivier terecht die niet in de rivier thuishoren.
  • bodemvervuiling stoffen die bij het produceren vrijkomen, kunnen zorgen voor bodemverontreiniging.
  • horizonvervuiling apparaten die nodig zijn om te produceren worden soms op plekken geplaatst die het landschap verstoren.

Kijk of je de verschillende vormen van milieuvervuiling herkent. Doe de oefening.

 

Om goederen en diensten te produceren heb je productiefactoren nodig.
Er worden vier productiefactoren onderscheiden.
Als je het hebt over milieuvervuiling gaat het vaak over één van deze productiefactoren.

Stap 2: Produceren en milieu

Het produceren van goederen en diensten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu.
Bedrijven kunnen tijdens het produceren rekening houden met het milieu. Dat doen ze niet altijd vrijwillig.
Soms worden ze daartoe gedwongen door de overheid. Soms worden ze daartoe uitgedaagd door hun klanten.

Doe de oefeningen.

Stap 3: Recycling

Het hergebruiken van afval door bedrijven noem je recycling.

Bekijk de video over recycling van glas.

Doe de oefening.

Duurzaamheid
De term duurzaamheid hoor je tegenwoordig vaak. Duurzaam bouwen, duurzaam eten, duurzame kleding, duurzaam ondernemen, enzovoorts.
Er zijn verschillende definities van het begrip duurzaam. Eén ervan is: 'duurzaamheid is de mate waarin een samenleving in staat is in haar eigen behoeften te voorzien zonder toekomstige generaties de kans te ontnemen in hun behoeften te voorzien'.

Doe ook de volgende oefening.

Afronding

Samenvattend

Wat heb je geleerd?

Terugkijken

Intro

  • Past de intro goed bij de opdracht? Waarom wel/neit?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen waarom produceren nadelige gevolgen voor het milieu kan hebben?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je ongeveer 1,5 uur met de opdracht bezig geweest?
    Heb je in die tijd alle stappen kunnen maken?
  • Inhoud
    Je hebt al eerder opdrachten over het milieu gemaakt?
    Heb je in deze opdracht iets nieuws geleerd?
  • Afronding - Samenvattend
    Heb je de samenvattingsopdracht gedaan? Ging het goed?

Autoschadebedrijf VELBO BV

Autoschadebedrijf VELBO BV

Introductie

VELBO BV is een autoschadebedrijf met drie afdelingen: een afdeling autoschade, een afdeling caravanschade en een afdeling apk-keuring* voor caravans. *apk betekent algemene periodieke keuring. 
Alle motorvoertuigen ouder dan drie jaar moeten om de twee jaar worden gekeurd op veiligheid door een gediplomeerd keurmeester. Rijden in een voertuig zonder apk-keuring is strafbaar. Apk-keuringen voor caravans zijn (nog) niet verplicht.

Denk, samen met een klasgenoot, eens na over de volgende vragen.

  • VELBO BV houdt de afzet van apk-gekeurde auto's en de omzet van apk-gekeurde auto's bij. Wat is het verschil?
  • VELVO BV maakt verschillende soorten kosten. Schrijf twee soorten kosten op.
  • Een belangrijk gegeven voor VELVO BV is de productie per werknemer. Hoe zou je die kunnen berekenen?
  • Veel werknemes bij VELVO BV werken fulltime. Hoeveel dagen per jaar denk je dat fulltime is?
  • Bedenk een manier waarop een bedrijf als VELVO BV er voor zou kunnen zorgen dat ze meer winst gaan maken.

Over het autoschadebedrijf VELVO BV ga je straks een aantal vragen beantwoorden.

Kennisbank Economie

Voor je aan de slag gaat met het beantwoorden van de vragen die horen bij deze opdracht, bestudeer je de theorie in het volgende items in de Kennisbank Economie.


Zorg dat je antwoord kunt geven op de volgende vragen:

  1. Wat wordt bedoeld met arbeidsproductiviteit?
  2. Geef een voorbeeld van een arbeidsintensief bedrijf en een voorbeeld van een kapitaalintensief bedrijf.
  3. Wat is het verschil tussen afzet en omzet?
  4. Hoe bereken je de nettowinst?
  5. Geef drie voorbeelden van bedrijfskosten.
  6. Wat is het verschil tussen constante kosten en variabele kosten.
    Geef van beide soorten kosten een voorbeeld.

Vragen VELBO BV

VELBO BV is een autoschadebedrijf met drie afdelingen: een afdeling autoschade, een afdeling caravanschade en een afdeling apk-keuring* voor caravans.
Alle motorvoertuigen ouder dan drie jaar moeten om de twee jaar worden gekeurd op veiligheid door een gediplomeerd keurmeester. Rijden in een voertuig zonder apk-keuring is strafbaar.


Over 2016 zijn de volgende gegevens verzameld.

Personeelsleden naar functie

 

 

Aantal directieleden (personen)

2

 

Aantal apk-keurmeesters (personen)

1

 

Aantal autoschade-monteurs (personen)

7

 

Aantal caravanschade monteurs (personen)

1

Totale werkgelegenheid (in fulltime banen)

10,5

Gegevens per afdeling

 

 

Afzet gerepareerde schade-auto's

650

 

Afzet apk-gekeurde caravans

180

 

Afzet gerepareerde schade caravans

  95

 

Omzet gerepareerde schade-auto's

€ 520.000

 

Omzet apk-gekeurde caravans

€   18.000

 

Omzet gerepareerde schade caravans

€   57.000

Overige gegevens

 

 

Totale personeelskosten (incl. directie)

€ 283.000

 

Totale inkoop (onderdelen, autolak, e.d.)

€ 124.000

 

Totale overige kosten

€ 157.000

NB btw wordt buiten beschouwing gelaten.

 

Afsluiting

Samenvattend

Hier vind je de Kennisbankitems die horen bij dit thema.

produceren
het voortbrengen van goederen en/of diensten.

productiefactoren
om te produceren heeft een bedrijf productiefactoren nodig: natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap.

productieweg
de weg die een product doorloopt van grondstof tot eindproduct.

bedrijfskolom
geeft aan welke bedrijven in een productieweg voorkomen.

bedrijfstak
alle bedrijven op gelijke hoogte in de bedrijfskolom.

mechanisatie
het in gebruik nemen van machines.

automatisering
mensen vervangen door machines.

investeren
het kopen van nieuwe machines door bedrijven.

arbeidsverdeling
de manier waarop het werk verdeeld is.

arbeidsproductiviteit
het aantal producten dat een werknemer in een bepaalde periode kan produceren.

specialisatie
het zich toeleggen op het maken van één soort producten.

organisatiestructuur
de manier waarop de functies binnen een bedrijf zijn verdeeld.

arbeidsintensief bedrijf
een bedrijf dat veel gebruik maakt van mensen.

kapitaalintensief bedrijf
een bedrijf dat veel gebruik maakt van machines.

recycling
het hergebruik van afval.

Eindopdracht

People-Planet-Profit

'People-Planet-Profit' is een term uit de duurzame ontwikkeling.
Het staat voor mensen (people), planeet/milieu (planet) en opbrengst/winst (profit).

Bekijk eerst de volgende video van YouTube.
Probeer de Engelse woorden te vertalen.

 

Het is belangrijk dat de drie P's steeds op een goede manier gecombineerd worden. Als één van de drie P's te veel aandacht krijgt, zal dat ten koste gaan van de andere twee. Als er bijvoorbeeld te veel aandacht is voor het maken van winst, dan zullen mens en milieu daar de dupe van worden.

  • Bespreek samen waarom te veel aandacht voor het maken van winst ten koste kan gaan van mensen en milieu.
  • Bespreek ook waarom te veel aandacht voor mensen ten koste kan gaan van milieu en opbrengst.
  • En bespreek nu ook waarom te veel aandacht voor het milieu ten koste kan gaan van mensen en winst/opbrengst.

Hieronder zie je een aantal woorden. Sommige woorden passen het best bij het begrip People, andere misschien het best bij Planet en de rest past dan het best bij Profit.

Verdeel samen de woorden over de drie begrippen.
Jullie mogen sommige woorden ook bij twee begrippen plaatsen.

veiligheid

natuur

bodem

kennis

grondstoffen

gezondheid

lucht

delfstoffen

kapitaalgoederen

landschap

arbeid

kunst en cultuur

ondernemerschap

woonomgeving

oppervlaktewater


Verzin er eventueel zelf nog enkele begrippen bij.

Eindproduct
Je gaat nu samen met een klasgenoot aan de slag met het eindproduct.
Jullie mogen zelf een eindproduct bedenken waarmee jullie kunnen laten zien dat de drie P's niet zonder elkaar kunnen.

Idee
Maak een stripverhaal over de 3 P's.

Idee
Organiseer een debat met stellingen over de 3 P's.

Zorg dat in jullie eindproduct duidelijk wordt wat wordt bedoeld met People-Planet-Profit.
Zorg er ook voor dat duidelijk wordt dat de drie P's alle drie belangrijk zijn.

Klaar?
Bespreek het eindproduct met je docent.

Beoordeling
De docent let op:

  • de inhoud: laat jullie eindproduct duidelijk zien wat wordt bedoeld met de People-Planet-Profit?
  • de inhoud: maakt het eindproduct duidelijk dat de drie P's alledrie belangrijk zijn?'
  • de originaliteit: is het eindproduct origineel?
  • de netheid: is het eindproduct met zorg gemaakt?

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Diagnostische toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Examenvragen

Examenvragen
Op deze pagina vind je enkele examenvragen uit examens van vorige jaren.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij dit thema.

Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.

VMBO GT34 2017-TV1

2017-TV1 Vraag 37
2017-TV1 Vraag 38

VMBO GT34 2018-TV1

2018-TV1 Vragen 22-28

VMBO GT34 2018-TV2

2018-TV2 Vraag 11-14

VMBO GT34 2021-TV3

2021-TV3 Vraag 29
2021-TV3 Vraag 31

 

Meer oefenen?
Wil je meer oefenen met examens? Ga dan naar ExamenKracht.

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    De leerdoelen staan verdeeld over vier blokken.
    Verzin bij ieder blokje een passende titel.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je 15 uur met dit thema bezig geweest?
    Welke opdracht kostte het meeste tijd? En welke het minste?
    Heb je in die tijd ook de extra opdracht (Autoschadebedrijf Velbo BV) kunnen doen?
  • Inhoud
    Het thema bestaat uit vier gewone opdrachten en één extra opdracht.
    Welke opdracht vond je het leukst om te doen?
    En welke vond je het minst leuk? Schrijf op waarom je deze opdracht niet zo leuk vond.
  • Eindopdracht
    Heb je de eindopdracht (People - Planet - Profit) gedaan?
    Past de opdracht goed bij het thema?
    Welk eindproduct heb je gemaakt? Ben je tevreden over het resultaat?
  • D-toets
    Wat was je score voor de D-toets? Ben je tevreden met die score?
    Heb je geleerd van de fouten die je hebt gemaakt?
  • Examenvragen
    Heb je de examenvragen gemaakt? Ging het goed?
    Wil je meer oefenen en met recentere examens?
    Ga dan naar ExamenKracht.
  • Het arrangement Thema: Produceren - vmbo-kgt34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    18-11-2025 08:40:47
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Produceren' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie voor vmbo-kgt34. In dit thema gaat het over produceren. Dit thema begint met een inleiding, vervolgens komen de leerdoelen, en daarna wat je gaat doen in dit thema. Dan kom je bij de opdrachten die horen bij dit thema, dit zijn: Grondstof tot eindproduct, Arbeid of kapitaal?, Bedrijfsorganisatie, Produceren & milieu en Autoschadebedrijf VELBO BV. Begrippen die hier belangrijk zijn: productiefactoren, bedrijfskolom, specialisatie, milieu en kapitaal. De eindopdracht van dit thema is een eindproduct maken over de 3 p's. Dit zijn people, planet en profit. Dit doe je samen met een klasgenoot. Na de eindopdracht komt een D-toets, hier worden 11 meerkeuzevragen gesteld over het thema: Produceren. Vervolgens worden er nog verschillende examenvragen weergegeven die horen bij dit thema. Dit thema eindigt met het terugkijken op dit thema, dus hoe ging het? en kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    15 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    arbeidsproductiviteit, arbeidsverdeling, arrangeerbaar, economie, kapitaal, produceren, productiefactoren, specialisatie, stercollectie, vmbokgt34

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: (extra): Autoschadebedrijf Velbo BV - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/91188/Opdracht___extra___Autoschadebedrijf_Velbo_BV___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Arbeid of kapitaal? - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62282/Opdracht__Arbeid_of_kapitaal____vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Bedrijfsorganisatie - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62283/Opdracht__Bedrijfsorganisatie___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Grondstof tot eindproduct - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62281/Opdracht__Grondstof_tot_eindproduct___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Produceren en milieu - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62284/Opdracht__Produceren_en_milieu___vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Produceren

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.