Opdracht: Uitgaven - vmbo-b34

Opdracht: Uitgaven - vmbo-b34

Uitgaven

Intro

Hieronder zie je twaalf producten.

1 brood

5 huur woning

9 schoenen

2 taxirit

6 gas en elektra

10 telefoonabonnement

3 scooter

7 vakantie

11 popconcert

4 rijst

8 naar de kapper

12 reparatie fiets


Wat denk jij?

  • Welke van bovenstaande producten kun je aanraken?
    En welke producten kun je niet aanraken?
  • Welke producten gebruik je dagelijks?
    En welke producten gebruik je maar heel soms?
  • Welke producten zou je echt niet kunnen missen?
    En welke producten kun je eigenlijk best missen?

Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • het verschil tussen goederen en diensten uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
  • duidelijk maken dat je uitgaven onder kunt verdelen in dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven door voor elk een voorbeeld te geven.
  • voorbeelden geven van noodzakelijke producten en luxe producten en zo het verschil tussen de twee duidelijk maken.
  • noodzakelijke en luxe producten signaleren en herkennen uit een gegeven context.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Leervragen

Stap 1

Wat is het verschil tussen goederen en diensten?

Stap 2

Welke drie verschillende uitgaven heeft een gezin?

Stap 3

Horen telefoonkosten tot vaste uitgaven of tot dagelijkse uitgaven?

Stap 4

Wat zijn primaire producten en wat zijn secundaire producten?

Stap 5

Kun je voorbeelden geven van primaire goederen, primaire diensten, secundaire goederen en secundaire diesnten?

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Samenvatting

Samenvattende sleepoefening maken.

Eindopdracht

Maak een begrippenlijst bij de opdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.

 

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Goederen en diensten

In de oefening leer je het verschil tussen goederen en diensten.

Stap 2: Verschillende uitgaven

De uitgaven van een gezin kun je verdelen in drie groepen:

  • Dagelijkse uitgaven: uitgaven die bijna dagelijks voorkomen.
    Deze uitgaven worden ook wel huishoudelijke uitgaven genoemd, voor deze uitgaven hoef je niet te sparen.
    Voorbeeld: boodschappen doen.
  • Vaste uitgaven: uitgaven die regelmatig voorkomen.
    Voorbeeld: een abonnement op de krant.
  • Incidentele uitgaven: meestal onverwachte uitgaven.
    Voor deze uitgaven moet vaak gespaard worden,
    Voorbeeld: een reparatie aan de auto.

Gebruik de informatie over de soorten uitgaven in de oefening.

Stap 3: Telefoonkosten

Van sommige uitgaven is het niet meteen duidelijk tot welke soort hij hoort.
Bekijk de situatie in de oefening.

Stap 4: Primaire/secundaire producten

Er zijn producten die je nodig hebt om te leven.
Denk aan: voedsel, woning en medicijnen.
Deze noodzakelijke producten noem je basisproducten.
Basisproducten worden ook primaire producten genoemd.

Luxe producten zijn niet-noodzakelijke producten.
Luxe producten worden ook secundaire producten genoemd.

Doe de twee oefeningen.

 

Stap 5: Schema indeling producten

Werk samen met een klasgenoot.

Bekijk het schema hieronder.
Het schema is nog niet af.
Neem het schema over en vul het samen verder in.

Afronding

Samenvatting

Wat heb je geleerd?

Eindopdracht: Begrippenlijst

In deze opdracht komen veel begrippen voor.

Kun je zelf een begrippenlijst maken?

goederen
....

diensten
....

dagelijkse uitgaven
....

vaste uitgaven
...

incidentele uitgaven
...

primaire producten
...

secundaire producten
...

Terugkijken

Intro

  • Lees 'Wat denk jij?' nog eens door.
    Past de intro goed bij deze opdracht? Waarom wel/niet?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Maak bij ieder leerdoel een vraag en zorg dat je die vraag kunt beantwoorden.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Ben je meer of minder dan twee uur met de opdracht bezig geweest?
    Met welke stap ben je het langst bezig geweest? Hoe kwam dat?
  • Inhoud
    De laatste stap is eigenlijk ook een soort samenvatting.
    Ging het invullen van het schema makkelijk?
  • Afronding - Samenvattend
    Heb je de samenvattingsopdracht gemaakt?
    Kon de begrippen gemakkelijk naar de juiste plek slepen?
  • Afronding - Eindopdracht
    Heb je zelf een begrippenlijst gemaakt? Was het veel werk of viel het mee?

 

  • Het arrangement Opdracht: Uitgaven - vmbo-b34 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-11-10 12:22:43
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze opdracht hoort bij het thema 'Rondkomen', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor economie vmbob34. De opdracht begint met een intro, hier moet je nadenken over verschillende producten samen met een klasgenoot. Daarna komt er een stuk tekst over wat je straks kan na deze opdracht (de leerdoelen) en vervolgens komt er een uitleg wat je gaat doen. De opdracht bestaat uit vijf verschillende stappen met bijbehorende opdrachten, een samenvatting, een eindopdracht en een reflectie. Bij stap 1 is er een opdracht over goederen en diensten. Deze begrippen worden uitgelegd, en vervolgens worden hier vragen over gesteld. Bij stap 2 is er een opdracht over verschillende uitgaven. De begrippen dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven worden uitgelegd, daarna wordt hier een vraag over gesteld. Bij stap 3 is er een opdracht over telefoonkosten. Hier wordt een vraag gesteld over telefoonkosten en de soorten kosten. Bij stap 4 is er een opdracht over primaire/secundaire producten. Hier worden vragen gesteld over de primaire en secundaire producten. Bij stap 5 is er een opdracht over schema indeling producten. Hier moet je een schema invullen samen met een klasgenoot over de verschillende begrippen die horen bij het de opdracht uitgaven. Na deze vijf stappen komt er een opdracht waar de stof nog een keer wordt herhaald en de samenvatting volledig moet worden ingevuld. Dan komt er een eindopdracht: begrippenlijst, hier moet je zelf een begrippenlijst maken met de begrippen van deze opdracht. Na de eindopdracht wordt er teruggekeken naar de opdracht, dus hoe ging het? En kan ik wat ik moet kunnen?
    Leerniveau
    VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 3;
    Leerinhoud en doelen
    Consumptie en consumenten-organisaties; Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, dagelijkse uitgaven, economie, goederen en diensten, luxe producten, noodzakelijke producten, rondkomen, stercollectie, uitgaven, vmbob34