Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- het verschil tussen goederen en diensten uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
- duidelijk maken dat ik uitgaven onder kan verdelen in dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven door voor elk een voorbeeld te geven.
- voorbeelden geven van noodzakelijke producten en luxe producten en zo het verschil tussen de twee duidelijk maken.
- noodzakelijke en luxe producten signaleren en herkennen uit een gegeven context.