Neerslag
Vooraf
Waarom denk jij dat het vaak regent in Nederland?
Overleg je antwoord met een klasgenoot.
Leerdoel
Aan het eind van de opdracht kun je:
- beschrijven hoe neerslag ontstaat.
- minimaal drie verschillende vormen van neerslag noemen.
- het verschil beschrijven tussen stijgingsregens, stuwingsregens en frontale regens.
Eindproduct
Je maakt een regenmeter en je probeert de regenmeter uit.
Voor het maken van de regenmeter heb je nodig:
een lege plastic fles, een schaar, plakband, meetlat, knikkers of steentjes.
Activiteiten
Stap |
Groepsgrootte |
Activiteit |
Stap 1 |
Alleen |
Kennisbank over neerslag bestuderen en vragen maken met behulp van filmpjes. |
Stap 2 |
Alleen |
Vragen maken met behulp van bron. |
Stap 3 |
Alleen |
Toets over neerslag maken. |
Stap 4 |
Alleen |
Filmpje over het maken van een regenmeter kijken en zelf een regenmeter maken en door de docent laten nakijken. |
Benodigdheden
Onderdelen voor een regenmeter, te vinden in stap 4.
Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.
Stap 1: Neerslag
Bestudeer uit de Kennisbank Aardrijkskunde het onderdeel neerslag.
KB: Neerslag
Bekijk de volgende vragen.
- Hoe ontstaat regen?
- Wat is de waterkringloop?
- Wanneer zie je een regenboog?
- Wat is het verschil tussen een bui in de buurt van de evenaar en een bui in de bergen?
Op de website van SchoolTV vind je een groot aantal filmpjes over dit onderwerp.
Bekijk onderstaande filmpjes maar eens.
Probeer de antwoorden te vinden op de vragen hierboven.
Heb je antwoord gevonden op de vragen?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 2: Neerslaghoeveelheid
Sommige mensen denken dat het in Nederland altijd regent.
Dat valt gelukkig best mee.
Lees de onderstaande bron maar eens.
Nederland wordt wel eens een regenland genoemd.
Toch gaan er in een normaal jaar altijd nog 131 dagen voorbij zonder ook maar één spatje regen.
Op de overige dagen valt er in ons land gemiddeld over het land ongeveer 800 millimeter neerslag gedurende 580 uur.
De meeste regen valt gewoonlijk in de zomermaanden,
maar dat betekent niet dat het dan ook vaker regent.
De regen valt dan met grotere hoeveelheden ineens en
is dan in het algemeen van kortere duur dan in de winter.
De meeste neerslag valt in juni.
In deze maand valt er in totaal vaak iets meer dan 80 mm neerslag.
De droogste plek van Nederland vinden we in het midden van Limburg.
Daar valt de minste neerslag, gemiddeld minder dan 700 mm per jaar.
De meeste kans op een droge dag heb je in april,
dan valt er in Nederland namelijk gemiddeld de minste neerslag.
In april valt gemiddeld maar net iets meer dan 40 mm neerslag.
In ons grillige klimaat kunnen de cijfers echter van jaar tot jaar en van dag tot dag behoorlijk verschillen.
Tijdens zware buien kan er 's zomers plaatselijk wel meer dan 100 millimeter op een dag vallen.
De grootste neerslaghoeveelheid ooit in één etmaal op een weerstation van het KNMI (Voorthuizen, augustus 1948) gemeten,
bedraagt ruim 200 millimeter.
Van: www.knmi.nl
Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?
- In Nederland regent het meer dagen wel dan niet.
- Gemiddeld over het land valt er per dag iets meer dan 2 mm regen.
- In de zomermaanden regent het vaker dan in de andere maanden.
- Als het in de zomermaanden regent, regent het vaak harder dan in de andere maanden.
- In april valt gemiddeld minder dan 1 mm regen per dag.
Stap 3: Toets
Voor je begint aan de afsluiting maak je de toets 'Neerslag'.
De toets bestaat uit een aantal gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.
De score wordt opgenomen in het volgsysteem.
Klik op de knop 'Toets' om te beginnen:
Stap 4: Regenmeter
Je gaat samen met een klasgenoot een regenmeter maken.
Bekijk het volgende filmpje op SchoolTV.
Download nu het werkblad Regenmeter van Nemo.
Zoek de spullen bij elkaar die je nodig hebt om zelf een regenmeter te maken.
Maak de regenmeter op de manier die in het filmpje besproken is.
Probeer de regenmeter ook uit.
Klaar?
Laat de regenmeter beoordelen door jullie docent.
Extra: LvoorL
Leerlingen voor leerlingen
Op de website www.lvoorl.nl vind je verschillende video's die door leerlingen voor leerlingen zijn gemaakt.
Hieronder staat een video die goed past bij dit thema.
Bekijk de video. Kun je de video goed volgen?
Bespreek de inhoud van de video met een klasgenoot.
KB: Neerslag in de bergen - Flash
Let op:
Als je de video wilt stoppen, druk dan eerst op de stopknop en klik dan de popup weg.
Begrippen
Neerslag
Water uit de dampkring. Dit water kan in vaste vorm (sneeuw en hagel) of vloeibare vorm (regen) op aarde terecht komen. |
Stuwingsregen
Regen ontstaan doordat lucht tegen een gebergte omhoog gestuwd wordt. |
Stijgingsregen
Neerslag ontstaan in het gebied rond de evenaar. |
Front
Een scheiding tussen twee luchtsoorten. |
Wolk
Een verzameling zwevende druppeltjes waterdamp of ijskristallen in de dampkring, zichtbaar als een witte of grijze pluim. |
Hagel
Hagel is neerslag in de vorm van klompen ijs. De klompen ijs noem je hagelstenen. Deze hagelstenen zijn meestal tussen de 5 millimeter en 15 centimeter groot. |
Sneeuw
Sneeuw is een soort neerslag die bestaat uit samengeklonterde ijskristallen. |
IJzel
Ijzel is zeer koude regen die bevriest wanneer het de grond raakt. Het ijslaagje dat dan ontstaat is altijd doorzichtig. |
Mist
Bij mist zweven kleine waterdruppeltjes in de lucht. De waterdruppeltjes zijn duizend keer kleiner dan een gewone regendruppel. |
Dauw
Dauw is een vorm van neerslag. Dauw zijn kleine druppeltjes water die je in de ochtend en avond op voorwerpen vindt. |
Antwoorden
Antwoorden Stap 2
- Waar
- Waar
- Niet waar
- Waar
- Niet waar