In mei 1940 werd Nederland bezet door Duitsland. De regering en de koningin vluchtten naar Londen.
In het begin verliep de bezetting rustig, maar de toenemende onvrijheid en vervolging van de Joden zorgden ervoor dat steeds meer mensen in verzet kwamen tegen de Duitse bezetting.
Wat kan ik straks?
Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
uitleggen met welk doel de Duitsers o.a. Nederland bezetten.
een voorbeeld noemen van passief verzet tegen de Duitse bezetting.
een voorbeeld noemen van actief verzet tegen de Duitse bezetting.
omschrijven welke maatregelen Duitsland nam tegen de Joden.
een Nederlandse verzetsheld noemen.
Wat ga ik doen?
Activiteiten
Aan de slag
Stap
Activiteit
Stap 1
Je leest in de Kennisbank over de Duitse bezetting en Jodenvervolging. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2
Je leert over het verzet dat Nederlanders actief of passief voerden tijdens de bezetting. Je bekijkt een video over het verzetsmuseum, je luistert naar een fragment van Radio Oranje en je kijkt rond op de website van het Verzetsmuseum. In de oefening ga je op zoek naar informatie over de Februaristaking en beantwoordt je vragen erover.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippen
De begrippen gaan over de Duitse bezetting en de Jodenvervolging.
Eindopdracht
Je maakt een portret van een Nederlandse verzetsheld naar keuze.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Benodigdheden
Geen bijzonderheden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 uur nodig.
Aan de slag
Stap 1: Duitse bezetting
Op 10 mei 1940 trokken Duitse troepen de Nederlandse grens over.
Dat was het gevolg van het aanvalsplan van Hitler tegen Frankrijk.
In de Kennisbank geschiedenis lees je er meer over.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Er was tijdens de oorlog in allerlei vormen verzet tegen de Duitsers.
Bekijk de video over het Verzetsmuseum.
Ga opnieuw naar de Kennisbank pagina over Het verzet en lees over passief en actief verzet.
Luister in ieder geval naar het radiofragment van Radio Oranje.
Kijk ook rond op de website van het Verzetsmuseum, vooral onder het tabblad 'Kinderen en Jongeren'.
Je kunt ook een virtuele toer maken en filmpjes bekijken uit de tijd van de oorlog.
Beantwoord daarna de vragen.
Afronding
Begrippen
10 mei 1940
De Duitsers vallen Nederland binnen op 10 mei 1945. Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Nederland kreeg een burgerlijk bestuur.
Februari 1941 - najaar 1944
De fase van de Duitse repressie. De Duitse machthebbers lieten hun gematigde houding varen. Vanaf 1942 volgden anti-Joodse maatregelen elkaar snel op.
Najaar 1944 - mei 1945, De Hongerwinter
De fase van ontregeling en hongersnood. De zwaarste maanden uit de oorlog. Het zuiden van Nederland was al bevrijd. De rest van Nederland was nog bezet. Vooral in de grote steden leed men erge honger. De in het nauw verkerende Duitsers reageerden op vergrijpen en verzetsdaden met veel geweld. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd.
Razzia
Actie waarbij een straat of wijk werd afgezet en alle huizen werden gecontroleerd op onderduikers of andere vijanden.
De opgepakte mensen waren vooral joden en mannen.
Joden werden naar de vernietigingskampen gebracht. Mannen werden naar Duitsland gebracht, waar ze moesten werken als dwangarbeider.
Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.
Brudervolk
Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk.
Koninklijke familie
De Nederlandse koninklijke familie en de regering vluchtten kort na de inval van de Duitsers naar Engeland. Ze regeerden vanuit ballingschap.
Propaganda
Communicatie die heel sterk één enkele boodschap laat horen en vaak de waarheid heel simpel voorstelt.
In de Tweede Wereldoorlog werd propaganda vooral verspreid via posters en via de radio.
Ballingschap
Naar een ander land vluchten of weggestuurd worden.
In mei 1940 vluchtte de koninklijke familie en regering tijdens de oorlogsdagen naar Engeland. Nederland had toen een regering en koningshuis in ballingschap.
NSB
Nationaalsocialistische Beweging. Een politieke partij die het nationaalsocialisme van Hitler aanhing en in Nederland probeerde te verspreiden.
Bombardement Rotterdam
In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen door de Duitsers. Het Nederlandse leger gaf zich vervolgens snel over.
Concentratiekampen
Kampen waar tegenstanders van de nazi’s en Joden werden opgesloten. Ze moesten daar zware arbeid verrichten onder afschuwelijke omstandigheden. De meesten overleefden de kampen niet.
Invasie
Een invasie is een militaire actie die bestaat uit het binnengaan van een leger van een gebied dat valt onder een ander land. Over het algemeen met het doel het land te veroveren. De Duitse inval in Nederland was een invasie.
Dwangarbeid
Arbeid die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten. Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen klussen in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken.
Radio Oranje
Radio-uitzendingen door de Nederlandse regering en koningin, die naar Engeland gevlucht waren.
Jodenvervolging
Jodenvervolging is gecoördineerd geweld tegen en onderdrukking van de Joodse bevolkingsgroep. De bekendste Jodenvervolging is de Holocaust.
Onderduiken
Verstoppen in een ruimte van een huis (kelder, zolder, etc.) of op het platteland, om te voorkomen dat je werd opgepakt.
Anne Frank
Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam.
Westerbork
Doorvoerkamp in Nederland in de provincie Drenthe. Hier werden Nederlandse Joden verzameld en daarna per trein naar concentratiekampen in andere landen gestuurd.
D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada aan de kust van Normandië in Frankrijk binnenvielen om Europa te bevrijden.
Eindopdracht: Verzetshelden
Een verzetsheld is iemand die zich als een held gedragen heeft in een verzetsbeweging.
Hannie Schaft, Titus Brandsma, Gerrit Jan van der Veen, Jan Meulenbelt en Joke Folmer zijn voorbeelden van verzetshelden. En zij waren echt niet de enige verzetshelden.
Als eindproduct van deze opdracht maak je een portret van een Nederlandse verzetsheld.
Kies een persoon uit waar je een portret over zou willen maken.
Dat kan een van de genoemde personen zijn, maar je mag ook een andere verzetsheld kiezen. Hoe je een portret maakt, kun je bekijken in de gereedschapskist.
Bepaal eerst welke gegevens je in het portret wilt opnemen.
Denk aan: geboorte- en sterftejaar, zijn/haar beroep, zijn/haar drijfveer om bij het verzet te gaan, zijn/haar betekenis voor het verzet.
Bepaal hoe je de informatie in beeld wilt brengen. Maak ook gebruik van afbeeldingen.
Klaar?
Lever het portret van de door jou gekozen verzetsheld in bij de docent. Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:
Geeft het portret een goede weergave van de verzetsheld die je hebt omschreven?
Wordt uit het portret duidelijk wat de verdiensten zijn geweest van de verzetsheld in de oorlog?
Een portret van een persoon is een goede manier om allerlei informatie over die persoon in beeld te brengen. Dit kan in de vorm van een schilderij, een foto of een beeld van klei of ander materiaal. Portretten zijn vaak simpele afbeeldingen van iemands gezicht, zonder dat daar veel creativiteit aan te pas komt.
Terugkijken
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Waarom kwamen de Nederlanders in verzet? Op welke manieren deden ze dat?
Hoe ging het?
Inhoud
Kun je uitleggen wat de bedoeling was van de 'Blitzkrieg'?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Is het je gelukt een portret van een verzetsheld te maken? Kwam voldoende tot uiting wat zijn rol was in het verzet?
Het arrangement Opdracht: Verzet in de oorlog - vmbo12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Verzet', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In 1940 begon de Duitse bezetting van Nederland en hoewel deze in eerste instantie rustig verliep, kwam er na de Jodenvervolgingen al snel verzet tegen de Duitse bezetting op gang. In deze opdracht leer je met welk doel de Duitsers Nederland bezet hebben, wat het verschil is tussen passief en actief verzet, welke maatregelen Duitsland tegen de Joden nam en je gaat leren over Nederlandse verzetshelden. Om de opdracht af te sluiten maak je een portret van een Nederlandse verzetsheld.
Duitse bezetting;
Jodenvervolging;
Duitse bezetting en de Jodenvervolging;
Mens en maatschappij;
Communicatie en samenleving;
Cultuur, levensbeschouwing en identiteit;
De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950);
Geschiedenis;
Macht, gezag en bestuur;
Eindgebruiker
leerling/student
Moeilijkheidsgraad
gemiddeld
Studiebelasting
1 uur en 0 minuten
Trefwoorden
arrangeerbaar, duitse bezetting, jodenvervolging, mens en maatschappij, nsb, stercollectie, verzet, verzet in de oorlog, verzetshelden, vmbo-12
Deze opdracht hoort bij het thema 'Verzet', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In 1940 begon de Duitse bezetting van Nederland en hoewel deze in eerste instantie rustig verliep, kwam er na de Jodenvervolgingen al snel verzet tegen de Duitse bezetting op gang. In deze opdracht leer je met welk doel de Duitsers Nederland bezet hebben, wat het verschil is tussen passief en actief verzet, welke maatregelen Duitsland tegen de Joden nam en je gaat leren over Nederlandse verzetshelden. Om de opdracht af te sluiten maak je een portret van een Nederlandse verzetsheld.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Duitse bezetting
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.