Thema: Verzet - vmbo12

Thema: Verzet - vmbo12

Thema Verzet

Inleiding

Dit thema heeft als titel Verzet. De onderwerpen van dit thema zijn:

  • De Opstand
    In de tweede helft van de 16e eeuw kwamen Nederlanders in opstand tegen de Spaanse keizer. Deze opstand werd het begin van Nederland als zelfstandige staat.
  • Twee revoluties
    De 18e eeuw was een periode met veel oorlog en revoluties. Er was verzet tegen de macht van vorsten en kerk. Engelse koloniën maakten zich los van hun moederland en in Frankrijk was het volk sterker dan de macht van Lodewijk XVI.
  • De Russische Revolutie
    Stakingen en opstanden tegen de tsaar in 1917 moesten door een (tijdelijke) democratische regering worden onderdrukt. De communisten namen uit onvrede de macht over. Lees ook over de opkomst van het socialisme in Nederland.
  • Verzet in WO II
    Door de toenemende onvrijheid en vervolging van de Joden in de oorlog kwamen steeds meer mensen in actief of passief verzet tegen de Duitsers.
  • Verzet in koloniën
    In de 15e en 16e eeuw waren grote delen van de wereld koloniën van Europese landen. Het imperialisme veranderde in de 19e eeuw in modern imperialisme. De koloniën werden afzetgebieden voor Europese producten. Na de Tweede Wereldoorlog streefden steeds meer koloniën naar onafhankelijkheid.
  • Afschaffing segregatie
    Ondanks afschaffing van de slavernij leefden in veel staten de blanke en zwarte bevolking nog strikt gescheiden. Martin Luther King was een bekende voorvechter van gelijke rechten voor blanken en zwarte burgers.
  • Protest in de jaren 60
    De jaren 60 van de vorige eeuw staan bekend als protestjaren. Jongeren kwamen op allerlei manieren in opstand tegen het gezag van de oudere generatie. Het was de tijd van hippies, provo's en het ontstaan van de popmuziek.

Introductie - opdracht

Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er overal in Europa mensen en groepen die zich verzetten tegen de Duitse bezetters.

Veel Nederlandse mannen duiken tijdens de oorlog onder om niet te hoeven werken in de Duitse oorlogsindustrie. Verzetsmensen zorgen ervoor dat allerlei officiële documenten zoals persoonsbewijzen, bonkaarten, vergunningen nagemaakt worden.  Ook worden er distributiekantoren overvallen om aan echte voedselbonnen te komen. De wapens voor zulke overvallen worden vaak door Engelse vliegtuigen gedropt.

Soms gaat het heel erg fout, zijn de verzetsmensen verraden en worden ze opgepakt door Duitse soldaten.

Bekijk de volgende video over het verzet (Deel 1).

 

Wat kan ik straks?

In de tabel vind je de leerdoelen van dit thema.
Per leerdoel is aangegeven welke opdracht bij het leerdoel hoort.

  Opdrachten
Je beschrijft in hoofdlijnen hoe De Opstand tot een onafhankelijke Nederlandse staat leidde. De Opstand
Je beschrijft de oorzaken en gevolgen van de Amerikaanse en Franse revolutie. Twee revoluties
Je beschrijft wat de communisten wilden bereiken met de Russische Revolutie Russische Revolutie
Je herkent voorbeelden van verzet tegen de Duitse bezetting en Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog. Verzet in WO II
Je herkent in voorbeelden welke rol de Tweede Wereldoorlog heeft gespeeld bij het streven naar onafhankelijkheid van de koloniën. Verzet in koloniën
Je herkent in voorbeelden dat in de zuidelijke staten van Amerika nog sprake was van rassenscheiding en segregatie. Afschaffing segregatie

Je geeft voorbeelden van het veranderende gedrag van jongeren ten opzichte van de oudere generatie in de jaren 60.

Protest in de jaren 60

 

Wat ga ik doen?

Het thema 'Verzet' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 -
Opdracht: De Opstand 2,5            Tijdlijn
Opdracht: Twee revoluties 2 Schema
Opdracht: Russische revolutie 1 Naar keuze
Opdracht: Verzet in de oorlog 1 Portret
Opdracht: Verzet in de koloniën 2 Gandhi
Opdracht: Afschaffing segregatie
Extra Opdracht: Ruby Bridges
3,5 Drieluik
Opdracht: Protest in de jaren 60 2 lesuren Collage
Afsluiting 3 lesuren Verkiezing
Totaal 17,5  


De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van de eindopdracht.  

Opdrachten

De Opstand

De Opstand

Intro

In de tweede helft van de 16e eeuw kwamen de Nederlanders in actie tegen de Spaanse koning. Dit noemen we: Opstand.
Deze Opstand was het begin van Nederland als een eigen land.

 

Opdracht
Het filmpje gaat over de Nederlandse Opstand.

Welke belangrijke edelman viel de Spanjaarden aan met een leger?
Bespreek dit samen met een klasgenoot.

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • uitleggen waarom de Nederlanders in verzet kwamen tegen de regering van Filips II.
  • beschrijven wat de belangrijkste gebeurtenissen in de Opstand waren.
  • uitleggen wat het verband is tussen de Opstand en andere belangrijke ontwikkelingen in deze tijd.
  • beschrijven wat de gevolgen waren van de Opstand voor de inwoners van ons land.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Lees de Kennisbanken: Land van middeleeuwse steden en Het bestuur in de Nederlanden.

Beantwoord dan vragen over het bestuur van de provincies.

Stap 2

Lees de Kennisbank: De Nederlanden vóór de opstand.

Zet een aantal uitspraken bij de juiste persoon.

Stap 3

Lees de Kennisbank: Begin en verloop van de Opstand.

Koppel gebeurtenissen aan jaartallen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbank en de begrippenlijst die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tijdlijn.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2,5 lesuur nodig.

 

 

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Keizer Karel V

In de 16e eeuw bestond Nederland als land nog niet.
Het was een landbouwgebied met een paar steden.
In dat gebied lag een losse verzameling provincies met allemaal een eigen bestuur.
Bestuurders kwamen meestal uit adellijke families of waren rijke burgers uit de stad.

Bestudeer de volgende onderdelen uit de Kennisbank en beantwoord de vragen.

Stap 2: De oorzaken van de Opstand

Filips II

Lees nu informatie over Filips II, en op de volgende pagina's in de kennisbank over Willem van Oranje, Margaretha van Parma en Karel V.

Stap 3: De Opstand

Spanjaarden belegeren
Valencijn (1566)

In deze les gaat het om een aantal gebeurtenissen die samen de Opstand vormen.
Lees nu in de Kennisbank de informatie over de Opstand en het filmpje Onrust in de Nederlanden.

Afronding

Begrippenlijst

Hagenpreken
Hagenpreken zijn preken in het geheim in het open veld van de protestanten, de aanhangers van Calvijn.

Bede
Een verzoek, eigenlijk meer een bevel, aan de Staten-Generaal om meer belasting te mogen innen.

Karel V
Karel V was koning van Spanje (met delen van Italië en van Amerika), keizer van het Duitse Rijk en Heer van de Zeventien Nederlanden.

Hanzesteden
Steden die lid zijn van het Hanzeverbond. Dit is een handelsgilde waarbij verschillende steden een overeenkomst met elkaar gesloten hadden om samen te werken.

Staten-Generaal
Een overleg waar elk gewest/provincie een aantal mensen naar toe stuurde.

Stadhouder
Een stadhouder was de legeraanvoerder. Het was wel altijd iemand uit de familie Van Oranje.

Stand
Een groep mensen met een bepaalde sociale status en bijbehorende voorrechten en plichten.

Standenvergadering
De vertegenwoordigers van de drie standen hadden zitting in een standenvergadering (een soort parlement).

Geheime Raad
Deze raad bestond vooral uit juristen die wetten maakten.

Raad van Financiën
In deze raad zaten hoge ambtenaren. Zij hielden toezicht op de financiën in de Nederlanden en ze inden de belastingen.

Raad van State
Opgericht in 1531 door Karel V. In de Raad van State zaten de adviseurs van de landvoogd(es). Deze adviseurs waren de hoogste edelen van het land. Ze adviseerden over belangrijke onderwerpen.

Pragmatische Sanctie
Een geschrift waarin door Karel V in 1549 vastgelegd werd dat de Zeventien Provinciën der Nederlanden één overerfbaar gebied werden.

Granvelle
Een Habsburgse staatsman. Hij was een groot tegenstander van de opstandige Nederlandse edelen.

Voorrecht
Een bijzonder recht op iets dat je krijgt of mag. Anderen hebben dat recht niet.

Centralisatie
Het streven van een land of staat om vanuit één centraal punt of door één persoon bestuurd te worden.

Margaretha van Parma
Margaretha was landvoogdes van de Nederlanden. Zij regeerde de Nederlanden in opdracht van haar broer, koning Filips II. Margaretha was niet zo streng als haar broer. Zij zorgde ervoor dat de protestanten in Nederland niet zo streng in de gaten gehouden werden. Hierdoor kregen zij meer vrijheid.

Filips II
Zoon van Karel V en zijn opvolger in Spanje en de Nederlanden. Hij regeerde vanuit Madrid in Spanje.

Sluiting Schelde
Na de oorlog tegen de Spanjaarden sloten de opstandelingen de toegang tot de Schelde af. Antwerpen kon zich daardoor niet verder ontwikkelen als haven.

Opstand
Bij de komst van Alva met zijn Spaanse troepen vluchtte Willem van Oranje naar Duitsland. Van daaruit begon hij de strijd tegen de Spaanse troepen.

Watergeuzen
Watergeuzen zijn opstandelingen die naar zee uitgeweken zijn. Zij namen in 1572 Den Briel in. Andere Hollandse steden kozen toen ook voor de opstand. Willem van Oranje werd stadhouder van Holland.

Unie van Utrecht
De opstandige Noordelijke gewesten sloten samen in Utrecht een Unie (1579).

Afzetten Filips II
Het antwoord van de opstandige gewesten: Filips werd niet meer erkend als vorst. In 1581 werd Filips afgezet. Filips bleef in zijn ogen echter Heer der Nederlanden.

Moord Willem van Oranje
Willem van Oranje werd in 1584 in Delft vermoord.
Filips II had opdracht gegeven voor de moord.

Maurits
Maurits is de zoon van Willem van Oranje. Hij volgde zijn vader op als stadhouder van Holland. Hij was de legeraanvoerder in de strijd tegen de Spanjaarden.

Beeldenstorm
In 1566 begonnen calvinisten (protestanten) in Vlaanderen heiligenbeelden en meubelen in de katholieke kerken te vernielen. Deze beeldenstorm ging van plaats naar plaats, tot helemaal in Friesland en Groningen.

Alva
Spaans hertog en legeraanvoerder. Filips II stuurde hem naar de Nederlanden om na de Beeldenstorm de orde te herstellen. Hij trad streng op.

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
In 1588 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden opgericht.

Amsterdam wereldhaven
Amsterdam ontwikkelde zich tot een wereldhaven: eerst vooral met handel op de Oostzee, maar later met handel over de hele wereld.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'De Opstand'.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Tijdlijn maken

Als je kiest voor eindopdracht B maak je een tijdbalk.

Verwerk de informatie over de Opstand in een tijdbalk.
Je kunt je tijdbalk op papier maken, maar ook digitaal.

In je tijdbalk moeten de volgende jaartallen voorkomen:
1566 - 1572 - 1579 - 1584 - 1588 - 1596 - 1609 - 1648.

Gebruik de antwoorden die je hebt gevonden in stap 3.
Noteer de belangrijkste gebeurtenissen bij de tijdbalk.
Zet er ook steeds een passende afbeelding bij.

Beoordeling
Laat je tijdbalk beoordelen door je docent.
Je krijgt een goede beoordeling voor de opdracht als:

  • Alle jaartallen op je tijdbalk staan.
  • Je de feiten juist hebt weergegeven bij het goede jaartal.
  • Je passende afbeeldingen bij je tijdbalk hebt gevonden.
  • De tijdbalk op tijd klaar is.

Klaar?
Lever je tijdbalk in bij je docent.

Tijdlijn maken

Een tijdlijn of tijdbalk geeft je een helder overzicht van verschillende gebeurtenissen over een bepaalde periode heen.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • uitleggen waarom de Nederlanders in verzet kwamen tegen de regering van Filips II.
  • beschrijven wat de belangrijkste gebeurtenissen in de Opstand waren.
  • uitleggen wat het verband is tussen de Opstand en andere belangrijke ontwikkelingen in deze tijd.
  • beschrijven wat de gevolgen waren van de Opstand voor de inwoners van ons land.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Had je voldoende tijd om de opdrachten te maken?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht Toets
    Waren de vragen moeilijk? Lukte het om alles te beantwoorden?
  • Eindopdracht Tijdbalk
    Heb je de feiten bij de juiste jaartallen gezet? Kon je de tijdbalk overzichtelijk maken?

Twee revoluties

Twee revoluties

Intro

In de 18e eeuw maken de Engelse koloniën in Amerika zich los van hun moederland. De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring werd gesloten.

Op 14 juli 1789 bestormt de bevolking van Parijs de Bastille. Daarmee begon de Franse Revolutie. De opstand leidde tot het einde van het koninkrijk Frankrijk.

Deze opdracht gaat over de Franse en de Amerikaanse Revolutie.
Je vergelijkt de opstand van de Engelse koloniën met de Franse Revolutie.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van de opdracht kan ik:

  • beschrijven wanneer de Amerikaanse en Franse Revolutie plaatsvonden.
  • uitleggen wat de oorzaken waren van de Amerikaanse en de Franse Revolutie.
  • beschrijven wat de gevolgen waren van de Amerikaanse en de Franse Revolutie.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag

Stap

Activiteit

Stap 1

Je kunt na het lezen van de Kennisbanken 'Democratische revolutie' en 'Noord-Amerika' vragen beantwoorden over het ontstaan van de Amerikaanse Revolutie.

Stap 2

Je kunt na het lezen van de Kennisbank 'Franse Revolutie' vragen beantwoorden over de oorzaken en de gevolgen van de Franse Revolutie.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de kennisbank en de begrippenlijst die horen bij deze opdracht.

Eindopdracht A

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'Twee revoluties'.

Eindopdracht B

Als je kiest voor eindopdracht B geef je in een schema een vergelijking van de Franse en de Amerikaanse Revolutie.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Amerikaanse Revolutie

Amerikaanse Revolutie

In de 18e eeuw waren er veel oorlogen en revoluties.
Er was verzet tegen de macht van de absolute vorsten en de kerk.
Rijke burgers wilden politieke inspraak. Ze vonden dat ze het recht hadden om mee te praten.
Verlichtingsfilosofen leverden nieuwe ideeën over de staat en de verdeling van de macht.

In Europa kregen de machthebbers te maken met democratische revoluties.
En ook in Noord-Amerika vocht de bevolking voor zelfstandigheid en democratie.

Bestudeer uit de Kennisbank Geschiedenis de pagina's van de volgende twee onderdelen:

Lees de vragen die hieronder staan door en bekijk dan de video.
Een aantal antwoorden vind je in de video.

Stap 2: De Franse Revolutie

Franse revolutie

Ga naar de Kennisbank geschiedenis en bestudeer de pagina's over de Franse Revolutie:

Bekijk ook de volgende videoclip van Schooltv.
Hoor je in de video nog nieuwe informatie die niet in de Kennisbank stond?

Afronding

Begrippenlijst

Kolonie
Een kolonie is een overzees gebiedsdeel dat onder het bestuur van een ander land staat. Vaak wordt zo'n gebied veroverd om winst mee te maken.

Grondwet
De grondwet is de belangrijkste wet van een staat.
Er staat in wie de macht uitoefent en hoe dat gebeurt. En de rechten en plichten van elk individu worden erin beschreven.

Protectionistische politiek
Politieke regels om de handel van het eigen land te beschermen. Engeland zorgde ervoor dat in de koloniën alleen Engelse producten verhandeld mochten worden.

George Washington
George Washington (1732 - 1799) was leider van het Continentale leger in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.
Hij was de eerste president van de Verenigde Staten.

Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring
Een verklaring die geschreven werd door Thomas Jefferson. De Engelse koloniën in Noord-Amerika verklaarden zich daarmee op 4 juli 1776 onafhankelijk.

Vredesonderhandelingen Engeland
In 1782 besloot Engeland om vrede te sluiten met de dertien voormalige koloniën. De Engelse troepen trokken zich terug. Kort daarna werden de Verenigde Staten van Amerika gesticht.

Thomas Jefferson
Thomas Jefferson (1743 - 1826) schreef de tekst voor de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring.
Hij was aanhanger van de Verlichting.

Continentale leger
Leger van de dertien Engelse koloniën in Noord-Amerika. De soldaten waren vrijwilligers.

Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog
Veel inwoners van de Engelse koloniën in Noord-Amerika wilden niet langer onder Engels gezag leven.
Ze kwamen in opstand tegen de Engelse overheid.
De kolonisten voerden oorlog (1774 - 1783) tegen de Engelse overheersers. Ze wilden dat hun gebied een nieuw onafhankelijk land werd. Dat werd de Verenigde Staten van Amerika.

Trias politicas
'Trias Politicas' betekent 'de driemachtenleer'. Het werd bedacht door Verlichtingsfilosoof Montesquieu. Het is een politiek systeem dat ervoor zorgt dat de macht in drie delen is verdeeld: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Het idee achter de Trias Politica was dat niet een macht sterker zou zijn dan de andere twee.

Koning George III van Engeland
Koning George III was koning van Engeland. Hij voerde veel oorlogen. Om die te kunnen betalen verhoogde hij de belastingen.

Migrantenstroom
Grote groep mensen die van één land naar een ander land verhuizen. In de 17e en 18e eeuw kwam er zo'n stroom op gang van Europa naar Amerika.

Jacobijnen
De Jacobijnen waren gewone mensen uit de derde stand. Ze wilden dat het gewone volk het goed kreeg.
Zij wilden bezit en macht eerlijk verdelen. Ze wilden dat het christendom verboden werd.

Periode van terreur
De Jacobijnen grepen de macht in Frankrijk. Hun leider werd de advocaat Robespierre. Er volgde een periode van terreur. Tegenstanders werden gevangen gezet en onthoofd. Er vielen veel doden.

Girondijnen
Girondijnen waren rijke burgers uit de derde stand. Ze wilden dat hun groep het goed kreeg.
Ze wilden dat de macht van de koning verkleind werd. Ze wilden kiesrecht. En ze wilden de standenmaatschappij afschaffen.

Nationale Garde
De Nationale Garde was een leger van vrijwilligers.
Het werd tijdens de Franse Revolutie opgericht door het volk. De Nationale Garde moest de orde bewaken en het land verdedigen.

Eed op de Kaatsbaan
Na de ruzie tijdens de vergadering van de Staten-Generaal gingen vertegenwoordigers van de derde stand naar een kaatsbaan. Dat was een soort sporthal. Ze legden daar een eed af waarmee ze beloofden een grondwet te maken.

Democratische revolutie
Ingrijpende politieke verandering, waarbij een democratische grondwet ingevoerd wordt.

Franse Revolutie
De Franse Revolutie brak op 14 juli 1789 uit toen de bevolking van Parijs in opstand kwam tegen de koning. Het Parijse volk bestormde de Bastille (gevangenis). Het volk eiste inspraak en richtte zelf een regering op. Frankrijk werd toen een republiek.

Robespierre
De advocaat Robespierre was de leider van de Jacobijnen. De Jacobijnen grepen de macht. Er volgde een periode van terreur. Tegenstanders werden gevangengenomen en onthoofd. In 1794 werd hij zelf onthoofd.

Lodewijk XVI
Lodewijk XVI was koning van de Fransen tot 1792.
Zijn voorgangers hadden al het geld uit de schatkist opgemaakt. Hij riep sinds lange tijd de Staten-Generaal bij elkaar en vroeg om extra geld. Toen hij dat niet kreeg ontstond er veel onvrede onder het volk. Hij probeerde te vluchten, maar dat mislukte. Hij werd ter dood veroordeeld.

Napoleon Bonaparte
Na de Franse Revolutie was de regering een rommeltje. In 1799 greep generaal Napoleon Bonaparte de macht. In 1804 liet hij zichzelf tot keizer van Frankrijk kronen.

Eindopdracht A: Toets

Als je kiest voor eindopdracht A maak je de toets 'Twee revoluties'.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Eindopdracht B: Tabel maken

Als je kiest voor eindopdracht B ga je de Franse en de Amerikaanse Revolutie met elkaar vergelijken. Het vergelijken doe je door een schema te maken.

Vergelijk de revoluties op de volgende punten:

  • De periode waarin de revoluties plaatsvonden.
  • De belangrijkste oorzaak van de revoluties.
  • Het gebruik van geweld.
  • Een van de gevolgen van de revoluties (denk o.a. aan de grondwet).

Beoordeling:

  • Het schema/de tabel geeft een duidelijk beeld van beide revoluties.
  • Het schema/de tabel laat de verschillen en de overeenkomsten zien tussen beide revoluties.
  • Het schema/de tabel is op een verzorgde manier vormgegeven.
  • Aan de hand van het schema/de tabel zijn makkelijk conclusies te trekken.

Klaar?
Laat jullie schema beoordelen door de docent.

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Klopte je verwachtingen van de beide revoluties?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je alles vertellen over de Amerikaanse en Franse Revolutie?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Klopt dat?
    Waarschijnlijk had je de tijd wel nodig als je eindopdracht B koos, maar als je hebt gekozen voor eindopdracht A, had je dan veel tijd over?
  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Heb je gekozen voor de toets of voor de eindopdracht?
    Had je vrije keus tussen eindopdracht A of B? Zo ja, was je achteraf tevreden over je eigen keus?

De Russische Revolutie

De Russische Revolutie

Intro

In 1917 vond in Rusland een revolutie plaats waardoor Rusland communistisch werd.
De communisten wilden de ideeën van Karl Marx in praktijk brengen.

 

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • omschrijven hoe Karl Marx dacht over het socialisme.
  • het verschil tussen het socialisme en het communisme beschrijven.
  • uitleggen wat de communisten die in opstand kwamen wilden bereiken met de Russische Revolutie.
  • iets vertellen over de opkomst van het socialisme in Nederland.
  • twee Nederlandse socialisten herkennen uit het begin van de 20ste eeuw.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over het socialisme en later het communisme in Rusland. Je bestudeert twee Kennisbankpagina's en maakt een oefening.
Stap 2 Je leest over het ontstaan van de Russische Revolutie en bekijkt een video. Daarna beantwoord je vragen en bespreekt de antwoorden met je klasgenoot.
Stap 3 Je leert over het ontstaan van het socialisme in Nederland. Je herkent twee socialistische personen door het lezen van hun verhaal.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over de periode van de Russische Revolutie.
Eindopdracht Jullie maken een eindopdracht naar keuze over een politieke leider uit die periode.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Socialisten en communisten

Kanon uit de tsarentijd voor het Kremlin.

Rond 1900 is Rusland een land met aan het hoofd de almachtige tsaar Nicolaas II.
Onder leiding van de tsaar doet het land ook mee aan de Eerste Wereldoorlog, maar dat is geen succes. Rusland verliest de oorlog en in 1917 wordt de tsaar afgezet.

Er kwam een democratische regering in Rusland met liberalen en sociaaldemocraten.
Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis de volgende pagina.

De Russische Revolutie

De communisten in Rusland waren echter niet tevreden met deze nieuwe regering.
Bestudeer de pagina in Kennisbank geschiedenis over het communisme.

Communisme

Maak nu de oefening over de socialistische en communistische periode in Rusland.

 

Stap 2: De Russische Revolutie

In de Kennisbank in stap 1 heb je kunnen lezen dat er in februari 1917 opstanden en stakingen uitbraken in Rusland.
De grote armoede, het dramatische verloop van de oorlog en een tsaar die niets wilde veranderen maakten dat mensen in verzet kwamen.
Het leger gebruikte geen geweld tegen de opstandelingen. Veel soldaten sloten zich zelfs aan bij het verzet tegen de tsaar.

Bekijk de video van SchoolTV over de Russische revolutie. Beantwoord daarna de vragen.

Stap 3: Nederlandse socialisten

In de vorige stappen heb je kunnen lezen over het socialisme in Rusland in de periode rond 1900.
Over de opkomst van het socialisme in Nederland lees je op de volgende twee pagina's van de Kennisbank geschiedenis.

Socialisme in Nederland

 

Je ziet hier twee verhalen, verteld door twee bekende Nederlandse socialisten.
Aan jou de opdracht om uit te zoeken wie het zijn en de vragen te beantwoorden.
Heb je kunnen vinden om welke personen het gaat?​

Afronding

Begrippen

Agrarische samenleving
Rusland was rond 1900 een agrarische samenleving: het overgrote deel van de bevolking werkte in de landbouw.
Socialisme
Een politieke stroming die streeft naar gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en samenhorigheid. Deze stroming zette zich onder andere in voor betere arbeidsomstandigheden voor de arbeiders.
Karl Marx
Karl Marx (1818-1883) was een van de grondleggers van het socialisme. Hij was voor een klassenloze maatschappij: gelijkheid tussen mensen. Hij wilde dat de arbeiders mede-eigenaren van de fabrieken zouden worden. De werkomstandigheden voor de arbeiders zouden dan verbeteren en de opbrengst zou eerlijk verdeeld worden.
Sociaal-democraten
Een stroming binnen het socialisme. De sociaal-democraten zijn de gematigde socialisten, zij wilden hun ideaal via de politiek bereiken. Zij richtten politieke partijen op en probeerde de maatschappij 'van binnenuit' te veranderen. De sociaal-democraten zijn voor een verzorgingsstaat: de overheid maakt wetten die zorgt voor betere omstandigheden voor de arbeiders.
Communisme
Een stroming binnen het socialisme. De communisten zijn de radicale socalisten, zij dachten dat zij hun ideaal alleen via een revolutie konden bereiken. De arbeiders moesten in opstand komen tegen de fabriekseigenaren en er voor vechten dat de eigendommen eerlijk verdeeld zouden worden.
Arbeidsomstandigheden
Dit zijn de omstandigheden waarin een werknemer moet werken. In de 19e eeuw waren veel mensen van het platteland naar de steden getrokken om te werken in de fabrieken. De werkomstandigheden waren slecht: arbeiders maakten lange werkdagen, deden vies en gevaarlijk werk en kregen weinig betaald.
Tsarenfamilie
Rusland stond in de tijd van de agrarische samenleving onder het bewind van de tsarenfamilie. Deze tsaren stonden al eeuwen lang aan het hoofd van de regering. Zij voerden een conservatief beleid, dat wil zeggen dat zij op politiek gebied zo min mogelijk wilden veranderen.
Vladimir Lenin
Vladimir Lenin (1870-1924) was een Russisch revolutionair. Onder leiding van Lenin deden de communisten in het najaar van 1917 een staatsgreep. Onder zijn bewind kon iedere persoon verdacht worden van staatsgevaarlijke activiteiten en eindigen in een strafkamp of heropvoedingskamp.
De Russische Revolutie
In februari 1917 braken er in Rusland opstanden en stakingen uit. De grote armoede, het dramatische verloop van de oorlog en een tsaar die niets wilde veranderen maakten dat mensen in verzet kwamen. De opstand brak de macht van de tsaar en er werd een voorlopige regering gevormd. De communisten waren ontevreden over deze voorlopige regering en in het najaar van 1917 deden ze een staatsgreep. Onder leiding van Lenin vestigden ze in Rusland een communistisch bewind.
De Eerste Wereldoorlog
De Eerste Wereldoorlog brak in 1914 uit en duurde tot 1918. De oorlog ging tussen de geallieerden (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Rusland) en de Centralen (Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië). Aan het Oostfront vochten de Russen tegen de Duitsers. De strijd verliep dramatisch voor de Russen; het leger was te slecht bewapend.
Stalin
Stalin (1878-1953) was leider van Rusland tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Onder zijn bewind kon iedereen verdacht worden van staatsgevaarlijke activiteiten en eindigen in een strafkamp of heropvoedingskamp.
Vakbond
Een vakbond of vakvereniging is een organisatie die de individuele en collectieve belangen van aangesloten werknemers behartigt.
Politieke partij
Een politieke partij is een organisatie die bepaalde politieke standpunten inneemt en vertegenwoordigers heeft in het parlement (Eerste en Tweede Kamer), de provinciale staten of de gemeenteraad (gemeente). Die politici vertegenwoordigen namens hun partij de kiezers, die op hen gestemd hebben bij de verkiezingen.
Kiesrecht
Kiesrecht is het recht van een individu om te stemmen tijdens verkiezingen op een partij naar zijn of haar voorkeur, of om zich kandidaat te stellen (verkiesbaar) voor deelname aan een volksvertegenwoordiging.

 

Eindopdracht: eigen keuze

Karl Marx

In de vorige stappen heb je geleerd over verschillende politieke stromingen rond 1900, met name in Rusland.
In stap 3 heb je meer kunnen lezen op de opkomst van het socialisme in Nederland.

Als eindopdracht ga je wat meer informatie zoeken over een socialistisch of communistisch leider uit die tijd (rond 1900),
Dat kan iemand uit Rusland zijn, maar je mag ook kiezen voor een politieke bekendheid uit Nederland.

Je kunt deze opdracht samen met een klasgenoot doen. Jullie krijgen voor deze opdracht één uur de tijd.
Hoe jullie de eindopdracht vormgeven, mag je zelf bepalen. Een collage of poster kan een idee zijn.
Kijk voor meer tips in de Gereedschapskist.

Verwerk in ieder geval deze informatie:

  • Vertel iets meer over zijn privéleven (was hij getrouwd, had hij kinderen, waar woonde hij?).
  • Welke idealen hield hij er op na om de situatie in het land te verbeteren?
  • Was hij invloedrijk? Had hij veel aanhangers?
  • In welke periode was hij aan de macht?
  • Wanneer kwam er een einde aan het leiderschap en waardoor?

Klaar?
Laat jullie eindproduct beoordelen door de docent.
Afhankelijk van de keuze van jullie eindopdracht zal hij letten op de volgende punten:

  • Geeft de verzamelde informatie een goed beeld van de betreffende politieke leider/persoon?
  • Komt duidelijk naar voren welke politieke stroming hij aanhangt en wat zijn machtspositie was?
  • Is de opdracht origineel en met zorg gemaakt?
  • Bevat de tekst weinig of geen spelfouten?


Succes!

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je iets vertellen over de denkwijze van Karl Marx?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven hoe het communisme denkt over de samenleving?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je al iets over de periode van de Russische Revolutie?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Hebben jullie een eindproduct gekozen waar de socialistische of communistische hoofdpersoon duidelijk omschreven is?
    Was het prettig om deze opdracht met een klasgenoot samen te doen?

Verzet in WOII

Verzet in WOII

Intro

In mei 1940 werd Nederland bezet door Duitsland. De regering en de koningin vluchtten naar Londen.
In het begin verliep de bezetting rustig, maar de toenemende onvrijheid en vervolging van de Joden zorgden ervoor dat steeds meer mensen in verzet kwamen tegen de Duitse bezetting.

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen met welk doel de Duitsers o.a. Nederland bezetten.
  • een voorbeeld noemen van passief verzet tegen de Duitse bezetting.
  • een voorbeeld noemen van actief verzet tegen de Duitse bezetting.
  • omschrijven welke maatregelen Duitsland nam tegen de Joden.
  • een Nederlandse verzetsheld noemen.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest in de Kennisbank over de Duitse bezetting en Jodenvervolging. Je beantwoordt er vragen over.
Stap 2 Je leert over het verzet dat Nederlanders actief of passief voerden tijdens de bezetting. Je bekijkt een video over het verzetsmuseum, je luistert naar een fragment van Radio Oranje en je kijkt rond op de website van het Verzetsmuseum. In de oefening ga je op zoek naar informatie over de Februaristaking en beantwoordt je vragen erover.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over de Duitse bezetting en de Jodenvervolging.
Eindopdracht Je maakt een portret van een Nederlandse verzetsheld naar keuze.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 1 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Duitse bezetting

Op 10 mei 1940 trokken Duitse troepen de Nederlandse grens over.
Dat was het gevolg van het aanvalsplan van Hitler tegen Frankrijk.

In de Kennisbank geschiedenis lees je er meer over.

Maak de oefening over de Duitse bezetting.

Stap 2: Verzet

Er was tijdens de oorlog in allerlei vormen verzet tegen de Duitsers.
Bekijk de video over het Verzetsmuseum.


Ga opnieuw naar de Kennisbank pagina over Het verzet en lees over passief en actief verzet.
Luister in ieder geval naar het radiofragment van Radio Oranje.

Tweede Wereldoorlog in Nederland

 

Kijk ook rond op de website van het Verzetsmuseum, vooral onder het tabblad 'Kinderen en Jongeren'.
Je kunt ook een virtuele toer maken en filmpjes bekijken uit de tijd van de oorlog.

Beantwoord daarna de vragen.

Afronding

Begrippen

10 mei 1940
De Duitsers vallen Nederland binnen op 10 mei 1945. Na vijf oorlogsdagen in mei 1940 waren de oorlogshandelingen in Nederland voorbij. Een klein deel van het Duitse leger bezette Nederland. Nederland kreeg een burgerlijk bestuur.
Februari 1941 - najaar 1944
De fase van de Duitse repressie. De Duitse machthebbers lieten hun gematigde houding varen. Vanaf 1942 volgden anti-Joodse maatregelen elkaar snel op.
Najaar 1944 - mei 1945, De Hongerwinter
De fase van ontregeling en hongersnood. De zwaarste maanden uit de oorlog. Het zuiden van Nederland was al bevrijd. De rest van Nederland was nog bezet. Vooral in de grote steden leed men erge honger. De in het nauw verkerende Duitsers reageerden op vergrijpen en verzetsdaden met veel geweld. Uiteindelijk was Nederland op 5 mei 1945 in zijn geheel bevrijd.
Razzia
Actie waarbij een straat of wijk werd afgezet en alle huizen werden gecontroleerd op onderduikers of andere vijanden.
De opgepakte mensen waren vooral joden en mannen.
Joden werden naar de vernietigingskampen gebracht. Mannen werden naar Duitsland gebracht, waar ze moesten werken als dwangarbeider.
Blitzkrieg
Snelle verrassingsaanval met een sterk leger, zodat de vijand snel verslagen kan worden.
Brudervolk
Het Nederlandse volk werd door Hitler gezien als een 'Brudervolk', sterk verwant aan het Duitse volk.
Koninklijke familie
De Nederlandse koninklijke familie en de regering vluchtten kort na de inval van de Duitsers naar Engeland. Ze regeerden vanuit ballingschap.
Propaganda
Communicatie die heel sterk één enkele boodschap laat horen en vaak de waarheid heel simpel voorstelt.
In de Tweede Wereldoorlog werd propaganda vooral verspreid via posters en via de radio.
Ballingschap
Naar een ander land vluchten of weggestuurd worden.
In mei 1940 vluchtte de koninklijke familie en regering tijdens de oorlogsdagen naar Engeland. Nederland had toen een regering en koningshuis in ballingschap.
NSB
Nationaalsocialistische Beweging. Een politieke partij die het nationaalsocialisme van Hitler aanhing en in Nederland probeerde te verspreiden.
Bombardement Rotterdam
In de middag van 14 mei 1940 werd de eeuwenoude historische binnenstad van Rotterdam compleet vernietigd door zware bombardementen door de Duitsers. Het Nederlandse leger gaf zich vervolgens snel over.
Concentratiekampen
Kampen waar tegenstanders van de nazi’s en Joden werden opgesloten. Ze moesten daar zware arbeid verrichten onder afschuwelijke omstandigheden. De meesten overleefden de kampen niet.
Invasie
Een invasie is een militaire actie die bestaat uit het binnengaan van een leger van een gebied dat valt onder een ander land. Over het algemeen met het doel het land te veroveren. De Duitse inval in Nederland was een invasie.
Dwangarbeid
Arbeid die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten. Vanaf 1942 organiseerde Duitsland gedwongen klussen in de Duitse oorlogsindustrie. Miljoenen volwassen mannen uit de bezette gebieden werden gedwongen in Duitsland te werken in werkkampen en fabrieken.
Radio Oranje
Radio-uitzendingen door de Nederlandse regering en koningin, die naar Engeland gevlucht waren.
Jodenvervolging
Jodenvervolging is gecoördineerd geweld tegen en onderdrukking van de Joodse bevolkingsgroep. De bekendste Jodenvervolging is de Holocaust.
Onderduiken
Verstoppen in een ruimte van een huis (kelder, zolder, etc.) of op het platteland, om te voorkomen dat je werd opgepakt.
Anne Frank
Joods meisje dat bekend is geworden door het dagboek dat ze schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen ze ondergedoken zat in Amsterdam.
Westerbork
Doorvoerkamp in Nederland in de provincie Drenthe. Hier werden Nederlandse Joden verzameld en daarna per trein naar concentratiekampen in andere landen gestuurd.
D-Day
6 juni 1944, de dag waarop de legers van de Verenigde Staten, Engeland en Canada aan de kust van Normandië in Frankrijk binnenvielen om Europa te bevrijden.

Eindopdracht: Verzetshelden

Een verzetsheld is iemand die zich als een held gedragen heeft in een verzetsbeweging.
Hannie Schaft, Titus Brandsma, Gerrit Jan van der Veen, Jan Meulenbelt en Joke Folmer zijn voorbeelden van verzetshelden. En zij waren echt niet de enige verzetshelden.

Als eindproduct van deze opdracht maak je een portret van een Nederlandse verzetsheld.

Kies een persoon uit waar je een portret over zou willen maken.
Dat kan een van de genoemde personen zijn, maar je mag ook een andere verzetsheld kiezen. Hoe je een portret maakt, kun je bekijken in de gereedschapskist.

  • Bepaal eerst welke gegevens je in het portret wilt opnemen.
    Denk aan: geboorte- en sterftejaar, zijn/haar beroep, zijn/haar drijfveer om bij het verzet te gaan, zijn/haar betekenis voor het verzet.
  • Bepaal hoe je de informatie in beeld wilt brengen. Maak ook gebruik van afbeeldingen.


Klaar?
Lever het portret van de door jou gekozen verzetsheld in bij de docent. Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:

  • Geeft het portret een goede weergave van de verzetsheld die je hebt omschreven?
  • Wordt uit het portret duidelijk wat de verdiensten zijn geweest van de verzetsheld in de oorlog?
  • Is het portret met zorg gemaakt en origineel?
  • Bevat het niet te veel taalfouten?

 

 

Portret maken

Een portret van een persoon is een goede manier om allerlei informatie over die persoon in beeld te brengen. Dit kan in de vorm van een schilderij, een foto of een beeld van klei of ander materiaal. Portretten zijn vaak simpele afbeeldingen van iemands gezicht, zonder dat daar veel creativiteit aan te pas komt.

 

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Waarom kwamen de Nederlanders in verzet? Op welke manieren deden ze dat?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Kun je uitleggen wat de bedoeling was van de 'Blitzkrieg'?
     
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Is het je gelukt een portret van een verzetsheld te maken? Kwam voldoende tot uiting wat zijn rol was in het verzet?

Verzet in koloniën

Verzet in koloniën

Intro

Vanaf 1500 beschikten veel Europese landen over koloniën in overzeese gebieden. Uit de koloniën werden allerlei producten gehaald die in de Europese landen verhandeld werden.
De Europese landen hadden veel macht in de koloniën.

In de tweede helft van de 20e eeuw veranderde dat en verloor Europa de meeste van deze koloniën.

 

 

 

 

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • uitleggen waarom koloniën interessant waren voor Europese landen.
  • het verschil tussen imperialisme en modern imperialisme herkennen.
  • het verschil benoemen tussen een moederland en een kolonie.
  • uitleggen waarom nationalisten in de koloniën in verzet kwamen tegen de Europese bezetters.
  • omschrijven welke rol Mahatma Ghandi had bij de dekolonisatie van India.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest in de Kennisbank wat imperialisme is en wanneer het modern imperialisme ontstond. Je beantwoordt vragen over deze begrippen en over koloniën.
Stap 2 Je leert dat na WO II koloniën streden voor onafhankelijkheid en dat Gandhi een bekend voorvechter was van een geweldloze dekolonisatie. Je bekijkt een clip over dekolonisatie. Je legt de antwoorden op enkele vragen in eigen woorden aan een klasgenoot uit.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen hebben te maken met verzet in de koloniën.
Eindopdracht Je maakt een eindproduct naar keuze waarbij je een uitspraak of wijsheid van Gandhi belicht.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: (Modern) Imperialisme

De Europese landen hadden veel macht in de koloniën in de 15e en 16e eeuw.
Die invloed in de koloniën werd imperialisme genoemd.

In de 19e eeuw veranderde de verhoudingen met de koloniën.
Door de groei van Europa ontstond het modern imperialisme.

Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis de pagina over imperialisme.

Beantwoord de volgende vragen.

Stap 2: Dekolonisatie

Mahatma Gandhi

Na de Tweede Wereldoorlog streefden de koloniën naar onafhankelijkheid.
Die strijd werd in de koloniën vaak gevoerd door een nationalistische beweging.

De strijd door onafhankelijkheidsbewegingen verliep niet altijd zonder geweld. Vooral in Nederlands-Indië was veel oorlogsgeweld. De bekendste voorvechter van geweldloos verzet was Mahatma Gandhi in India.

Bestudeer in de Kennisbank geschiedenis de pagina's 'Dekolonisatie' en 'Met of zonder geweld’.

Bekijk de histoclip van SchoolTV over Dekolonisatie. Beantwoord daarna de vragen.

Afronding

Begrippen

Moederland
Een moederland is een staat die het gezag uitoefent over een of meer andere staten, zijnde koloniën.
Afzetgebied
Het gebied waar geproduceerde goederen verkocht kunnen worden.
Invloeden Europese landen op koloniën
Europese landen bestuurden de koloniën op dezelfde manier als ze hun eigen land bestuurden. De leiding van het bestuur was in handen van de blanken. De koloniën werden in de meeste gevallen verplicht de taal van het moederland over te nemen.
Onafhankelijkheidsbewegingen
Na de Tweede Wereldoorlog kregen de Europese landen te maken met onafhankelijkheidsbewegingen in hun koloniën. De behoefte aan goed bestuur in de koloniën was groot.
Imperialisme
Wanneer landen hun macht in andere delen van de wereld uitbreiden door gebieden te veroveren en te controleren. De Europese landen hadden in de 15e en 16e eeuw bijvoorbeeld veel macht in de koloniën.
Modern imperialisme
Vanaf de 19e eeuw veranderde de relatie tussen de Europese landen en de koloniën. De koloniën werden interessant voor de afzet van hun producten. De koloniën streefden naar onafhankelijkheid.
Nationalisten
Mensen die streven naar een eigen land met eigen bestuur. De nationalistische bewegingen streden ervoor hun kolonie los te maken van het moederland.
Dekolonisatie
Het zich losmaken van het moederland. Een proces dat soms met veel geweld gepaard ging.
Mahatma Gandhi
Gandhi was de bekendste voorvechter uit India van geweldloos verzet bij dekolonisatie.

 

Eindopdracht: Mahatma Gandhi

Mahatma Gandhi werd beroemd om zijn geweldloze verzet tegen de Engelse overheersing.
Over het leven van Mahatma Gandhi is een film gemaakt.
Overleg met je docent of jullie de hele film gaan bekijken.

Door het bekijken van deze video krijg je ook een indruk van wie Gandhi was.



Je gaat op internet op zoek naar beroemde uitspraken of wijsheden van Mahatma Gandhi.

  • Gebruik een of enkele van zijn uitspraken om het eindproduct van deze opdracht te maken.
  • Vertel iets meer over de persoon Gandhi; wie hij was en over zijn invloed bij de dekolonisatie van India.

Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct het wordt. Raadpleeg de gereedschapskist voor tips.

Vergelijk je eindproduct met die van een klasgenoot. Hebben jullie overeenkomsten of verschillen?|
Pas je eindproduct eventueel nog aan.

Klaar?
Laat je eindproduct beoordelen door je docent. Hij/zij zal letten op:

  • inhoud: gaat het eindproduct over uitspraken van Gandhi? Heb je wat extra informatie toegevoegd over de persoon Gandhi?
  • vorm: is het eindproduct goed vormgegeven en met zorg gemaakt?
  • taal: bevat het weinig of geen taalfouten?

 

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen welk voordeel Europese landen hadden van hun koloniën?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je omschrijven wat het doel is van een nationalistische beweging?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je tijd genoeg om een uitspraak of wijsheid van Gandhi te belichten en de informatie daarover op internet te zoeken?
  • Inhoud
    Wist je al veel over de stromingen in de koloniale tijd en de wens van de koloniën zelfstandig te worden?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.

Afschaffing segregatie

Afschaffing segregatie

Intro

In 1955 was de slavernij in de Verenigde Staten allang afgeschaft.
Maar in veel staten waren er nog wel wetten en regels die er voor zorgden dat de blanke en zwarte bevolking strikt gescheiden leefden.
Je noemt dat segregatie.

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • uitleggen wat wordt bedoeld met 'segregatie'.
  • een voorbeeld noemen waaruit blijkt dat er in de Verenigde Staten in de jaren 60 nog steeds sprake was van segregatie.
  • een gebeurtenis, groepering of persoon noemen die te maken heeft met de afschaffing van de segregatie.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over de rassenscheiding die in de VS nog steeds voorkwam. Je leest over Rosa Parks en de Montgomery Bus Boycot. Je bekijkt een video over Rosa Parks en een video over Martin Luther King. Hij was een bekende voorvechter van de afschaffing van de segregatie.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over segregatie, met name in VS.
Eindopdracht Jullie maken een drieluik van posters die samen een verhaal vertellen over de afschaffing van de segregatie.
Extra opdracht Een extra opdracht over dit onderwerp. Ruby Bridges was een van de eerste blanke meisjes die naar een 'gekleurde' school ging en dat bracht nogal wat te weeg. Je bekijkt de trailer van de film. Je leest over kinderrechten en bestudeert een klikplaat daarover. Je leest over integratie van zwarte leerlingen op scholen en over de Ruby Bridges Foundation.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: Segregatie VS

Rosa Parks

In de jaren 50 was er vooral in de zuidelijke staten van Amerika sprake van rassenscheiding of segregatie.
Veel blanke mensen vonden de zwarte mensen minderwaardig en vonden het niet nodig dat de zwarten dezelfde rechten hadden als de blanken.

Veel zuidelijke staten hadden zogenaamde segregatiewetten.
Deze wetten zorgden ervoor dat blanken en zwarten apart leefden.
Zwarten mochten niet naar dezelfde school als blanken. Zwarten hadden eigen kerken, restaurants en theaters. En ze hadden bijvoorbeeld hun eigen plek in het openbaar vervoer. Zwarte mensen moesten achter in de bus zitten en als er een blanke geen plaats voor in de bus kon vinden, moest een zwart persoon opstaan en zijn plaats afstaan.
Rosa Parks wilde dat niet. Haar weigering om haar plaats af te staan leidde tot haar arrestatie en later tot de 'Montgomery Bus boycot'. Dit was een politiek protest tegen de racistische scheiding in het openbaar vervoer in de stad.

Bekijk de trailer van de film over het leven van Rosa Parks.



De bekendste persoon die pleitte voor afschaffing van de segregatie was Martin Luther King (1929-1968).
Hij was een invloedrijke Amerikaanse dominee en burgerrechtenactivist.
Bekijk de video over 'zijn droom'.

Video: Martin Luther King — Een dominee met een droom.

Afronding

Begrippen

 

Segregatie
Afzondering van een bevolkingsgroep in de maatschappij.
Montgomery Bus boycot
Een politiek protest in de VS tegen de racistische scheiding in het openbaar vervoer in de jaren 60.
Rosa Parks
Rosa Louise Parks-McCauley was een Amerikaans burgerrechtenactiviste. Ze is vooral bekend door haar verzetsdaad in 1955 waarbij ze weigerde haar zitplaats in het voor zwarten gereserveerde deel achterin af te staan aan blanke passagiers.
Martin Luther King (1929-1968)
Hij was een invloedrijke Amerikaanse dominee en burgerrechtenactivist, die streed tegen ongelijkheid.
Klu Klux Klan
Wordt gevormd door verschillende geheime blanke organisaties in de Verenigde Staten die vooral door hun racistisch geweld bekend zijn.

Eindopdracht: Drieluik segregatie

Als het gaat over de afschaffing van de segregatie in de Verenigde Staten kom je regelmatig de volgende begrippen of namen tegen:

  • Montgomery Bus boycot
  • Ku Klux Klan
  • Martin Luther King.

Je maakt als eindopdracht samen met twee klasgenoten een drieluik over de afschaffing van de segregatie in de VS. Het drieluik bestaat uit drie posters van A4-formaat over personen of gebeurtenissen die te maken hebben met de afschaffing van de segregatie. De drie posters moeten samen een verhaal vertellen.
Voor de werkwijze kun je de gereedschapskist raadplegen.

  • Jullie werken in groepjes van 3 personen. Kies alle drie een naam of begrip over de afschaffing van de segregatie.
  • Ga op internet op zoek naar informatie over het door jou gekozen onderwerp. Bezoek minstens twee verschillende websites.
  • Verzamel tijdens het surfen alvast de belangrijkste informatie over het onderwerp in een (Google-)document.
    Voor je begint met het maken van de poster, spreek je met je groepsgenoten af welke informatie op de poster komt.


Klaar?
Laat het drieluik beoordelen door jullie docent. Hij zal bij de beoordeling letten op:

  • inhoud: de drie posters moeten samen een geheel vormen. Duidelijk zichtbaar is dat het om een persoon of groepering gaat die betrokken is bij of voorstander is van de afschaffing van de segregatie.
  • vormgeving: de drie posters moeten naast tekst ook afbeeldingen bevatten om de boodschap duidelijk over te laten komen. Er is zorg besteed aan de uitwerking en het geheel aan posters bevat weinig of geen fouten.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.

 

Extra: Ruby Bridges

Protest vóór witte scholen

In het boek 'Kinderen die de wereld hebben veranderd' staan verhalen over kinderen van wie de rechten zijn geschonden. Ze hebben daardoor de aandacht gevestigd op een probleem in onze maatschappij.
Een van deze verhalen gaat over Ruby Bridges.

In 1960 mochten in de Verenigde Staten voor het eerst ook zwarte kinderen naar een 'witte' school.
De toen zesjarige zwarte Ruby Bridges meldde zich aan.
Het gevolg: ouders van blanke kinderen haalden hun kroost van school.
Ruby zat een jaar lang alleen in de klas, totdat volwassenen gewend waren geraakt aan de nieuwe wet die het scheiden van blank en zwart verbood.
Ruby Bridges staat symbool voor het racisme van vóór die tijd, hoewel dit verschijnsel nog steeds niet geheel is uitgeroeid.

Bekijk de trailer (in het Engels) van de film over Ruby Bridges.

 

 

Ruby Bridges


Download (bestand - downloaden als) en lees nu het verhaal uit het boek 'Kinderen die wereld hebben veranderd': Ruby Bridges

Kinderrechten
Mensenrechten zijn in diverse wetten en verdragen vastgelegd. Ze gelden in Nederland en in de rest van de wereld - voor iedereen en voor altijd.
Dankzij deze rechten kunnen mensen een volwaardig bestaan opbouwen.

Omdat kinderen speciale behoeften hebben, bestaan er ook kinderrechten.
Helaas wordt er niet overal even netjes met deze rechten omgegaan.
Ga naar de website Klikplaat mensenrechten.
Bekijk welke mensenrechten er zijn. Klik op de verschillende afbeeldingen en lees de informatie.

 

Schoolintegratie
Pas in 1960 werden de scholen van New Orleans verplicht ook zwarte leerlingen toe te laten. Hiermee wilde men de integratie van zwarte kinderen in blanke scholen bevorderen. Een test bepaalde of zwarte kinderen wel of niet werden toegelaten.
Ruby slaagde voor de test, samen met nog vijf andere kinderen, maar Ruby ging als enige naar de William Frantz Public School.

Het protest tegen de komst van Ruby beperkte zich niet tot de school. Zo werd de vader van Ruby ontslagen en wilde de kruidenier waar de familie inkopen deed, het gezin niet langer als klant.
Er waren ook ouders die tegen het protest in gingen en hun kinderen wel op de basisschool lieten. En mensen uit andere delen van het land stuurden de familie steunbetuigingen.
Aan het einde van het schooljaar was het protest grotendeels uitgedoofd en het volgende schooljaar leek de moeilijke periode van schoolintegratie van zwarte kinderen grotendeels achter de rug.

In 1999 richtte Ruby de 'The Ruby Bridges Foundation' op. De missie van de stichting is aandacht vestigen op tolerantie en respect voor al wie anders is.
Aandacht vestigen op tolerantie en opkomen voor mensen die anders zijn is nog steeds hard nodig.

Eindproduct
Gebruik de informatie uit de vorige stappen bij het maken van een eindproduct over Ruby Bridges.
Je mag zelf kiezen wat voor soort eindproduct je maakt.
Voor tips kun je kijken in de gereedschapskist.

In je eindproduct maak je duidelijk:

  • welke kinderrechten een rol spelen in het verhaal van Ruby Bridges.
  • waarom het verhaal over Ruby Bridges een plaats heeft gekregen in het boek 'Kinderen die de wereld hebben veranderd'.
  • wat jij vindt van het verhaal van Ruby Bridges.


Voor je begint met het maken van eindproduct bespreek je plan van aanpak met je docent.

Gereedschapskist

Welkom bij de gereedschapskist. Hier vind je uitleg over alle werkvormen waarmee je je eindproducten maakt. Bij iedere werkvorm staat beschreven hoe je deze uitvoert, kun je inspiratiefilmpjes bekijken en vind je de beoordelingscriteria waaraan jouw product moet voldoen. Ook zie je welke digitale middelen je kunt gebruiken en aan welke vaardigheden je werkt tijdens het maken van je eindproduct. Veel succes!

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de term segregatie inhoudt?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wie Martin Luther King was?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Had je samen met je klasgenoten voldoende tijd voor het maken van een drieluik over segregatie?
  • Eindopdrachten 
    Wat vond je van de eindopdracht? Hebben jullie op de drie posters de afschaffing van rassenongelijkheid goed in beeld gebracht?
    Heb je de extra opdracht over Ruby Bridges ook gemaakt? Wat vond je van haar verhaal?
     

Protest in de jaren 60

De jaren 60

Intro

De jaren 60 van de vorige eeuw staan in Nederland ook wel bekend als de protestjaren.
Jongeren gingen zich op allerlei manieren afzetten tegen hun ouders.

Het zijn de jaren van de babyboomgeneratie, van de hippies, van de provo’s en van de popmuziek.

 

 

 

Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Na deze opdracht kun je:

  • omschrijven wat wordt bedoeld met de babyboomgeneratie.
  • beschrijven hoe hippies eruitzagen en wat hun ideaalbeeld was.
  • beschrijven waar de provo-beweging voor stond en hoe ze hun idealen probeerden te bereiken.
  • aan de hand van een voorbeeld laten zien hoe de popmuziek in de jaren 60 veranderde.

Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over de veranderingen na WO II en de babyboomgeneratie. Je bekijkt een video over jong zijn in de jaren 60. Je beantwoordt samen met een klasgenoot vragen over de jaren 60.
Stap 2 Je leest over hippies: hoe ze eruitzagen en hoe ze zich gedroegen. Je zoekt een afbeelding en bewaart deze voor de eindopdracht.
Stap 3 Je leert over de provobeweging en op welke manier ze hun doel probeerden te bereiken. Je kiest uit drie begrippen die te maken hebben met de provotijd en gaat daar informatie over zoeken.
Stap 4 Je leest over de verandering in muziekstijlen in de jaren 60. Je bekijkt een video over The Beatles. In de opdracht bekijk je een video van Boudewijn de Groot en beantwoordt er een vraag over.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over de jaren 60.
Eindopdracht Je maakt een collage over de kleding en muziekstijl van jongeren in de jaren 60.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 uur nodig.

Aan de slag

Stap 1: De babyboomgeneratie

De eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog hadden de meeste Nederlanders het niet erg breed.
Ze moesten zuinig leven. Een studie voor hun kinderen was vaak te duur.

Jongeren gingen al vroeg werken, in de bouw, bij een tuinder of in een fabriek.
Het was normaal dat jongeren (een deel van) hun salaris aan hun ouders gaven.

In de loop van de jaren 50 kregen mensen het beter. De welvaart steeg.
Steeds meer jongeren konden gaan studeren.
Jongeren die gingen werken mochten het geld dat ze verdienden zelf besteden. Ze kochten muziek, kleding, sigaretten en een brommer.

Hoe was het jong te zijn in de jaren 60? Bekijk de volgende video.

Video: Jong in de jaren 60


Beantwoord samen de volgende vragen.

Stap 2: Hippies

Vanaf de tweede helft van de jaren 60 lieten de jongens hun haar steeds langer groeien. Meisjes gingen broeken dragen.
Je zag overal hippies op straat: jongens en meisjes in slobberkleren en met lange haren.
Aan hun kleding kon je niet zien of ze uit een rijke of arme familie kwamen, of dat ze wel of niet gestudeerd hadden.

Hippies waren idealistische jongeren, die de wereld met liefde wilden verbeteren.
Een van hun belangrijkste motto's was: 'Make love, not war'.

Hoe de jongeren er ook uitzagen, ze kregen bijna allemaal ruzie met hun ouders.
En niet alleen met hun ouders; ze gingen zich afzetten tegen de bazen, de leraren,
de politieagenten, de bestuurders. Alle mensen die stonden voor ‘vroeger’ moesten het ontgelden.
Er ontstond een botsing tussen de jongeren en het gezag van de ouderen.

Zoek een afbeelding waarop je kunt zien hoe de jongeren er in die periode uitzagen.
Bewaar deze afbeelding voor de eindopdracht.

 

 

Stap 3: Provo

In 1965 werd de jongerenbeweging Provo opgericht. Provo is afgeleid van provoceren, wat uitdagen betekent.

Provo was een beweging die de gevestigde macht provoceerde.
Met simpele provocaties werden de autoriteiten uitgelokt tot gedrag dat veel weerstand opriep of waarmee ze hun eigen regels overtraden.
Provo's wilden zorgen voor meer inspraak en medezeggenschap in bestuur.
Maar provo’s hielden zich ook bezig met ‘vrije liefde’ en met het milieu.

Na twee jaar hief de beweging zichzelf op.
Hun doel, het wakker schudden van de macht, was voor een belangrijk deel bereikt.

Stap 4: Popmuziek

In de jaren 60 van de twintigste eeuw werden nieuwe muziekstijlen populair, bijvoorbeeld de rock ’n roll van Elvis Presley.
De grootste sensatie was wel de muziek van de Engelse popgroep 'The Beatles'. Ze maakten totaal andere muziek dan tot dan toe gebruikelijk was.

The Beatles werden enorm populair. Toen ze in 1964 in Nederland op bezoek kwamen om op te treden, was iedereen dolenthousiast. Bij een rondvaart door de Amsterdamse grachten stonden duizenden fans The Beatles toe te juichen.

Bekijk een stukje van de volgende videoclip.

 

Afronding

Begrippen

Babyboomgeneratie
Babyboom is de geboortegolf die in veel West-Europese landen en de Verenigde Staten optrad vlak na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog. De blijdschap over de bevrijding leidde ertoe dat velen een gezin stichtten.
Hippies
Hippies waren idealistische jongeren, die de wereld met liefde wilden verbeteren. Ze onderscheiden zich door hun slobberkleding en lange haren.
Provo
Provo was een beweging die midden jaren zestig in Nederland ontstond en na twee jaar werd opgeheven. Provo wilde de gevestigde macht provoceren, maar provo’s hielden zich ook bezig met ‘vrije liefde’ en met het milieu.
Popmuziek
Een verzamelnaam voor verschillende muziekstijlen. In de jaren 60 waren dat bijvoorbeeld rock 'n roll en The Beatles.

 

Eindopdracht: Collage maken

Jullie hebben gezien dat jongeren in de jaren 60 van de twintigste eeuw op verschillende manieren in verzet kwamen tegen de oudere generatie.
Jullie gaan een collage maken over de hippies en provo's uit de jaren 60.
Verzamel zoveel mogelijk informatie en afbeeldingen op internet over die periode.

Op de collage komt tot uitdrukking:

  • hoe jongeren eruitzagen in die tijd (qua kleding en kapsel).
  • hoe jongeren zich in die periode afzetten tegen het gezag van de oudere generatie.
  • hoe muziekstijlen veranderden in die periode.

In de gereedschapskist kun je zien hoe je een collage maakt. Je kunt deze opdracht samen met een klasgenoot doen.

Klaar?
Laat de collage beoordelen door jullie docent.
Hij zal letten op:

  • inhoud: is op de collage te zien hoe jongeren er in de jaren 60 uitzagen en op welke wijze ze zich afzetten tegen de oudere generatie?
  • vormgeving: is de collage origineel en creatief gemaakt, bevat deze geen taalfouten?

Collage maken

Een collage bestaat uit knipsels die op een ander papier geplakt zijn en samen een nieuwe afbeelding vormen.

 

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een paar verschillen noemen tussen de jongeren van nu en de jongeren uit de jaren 60?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je een omschrijving geven van de idealen van de provo-beweging?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    Wist je al het een en ander over het protest van de jongeren uit de jaren 60?
    Schrijf op wat nieuw voor je was.
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Is het jullie gelukt een collage te maken waarin het protest uit de jaren 60 goed zichtbaar is?

Afsluiting

Kennisbanken

Eindopdracht: Grootste verzetsheld aller tijden

Je hebt alle opdrachten van het thema Verzet gemaakt.
Je sluit het thema af met de verkiezing van de 'Grootste verzetsheld aller tijden'.

Bekijk eerst nog het tweede deel van de video 'Gewapend verzet'.

  • Maak samen met je klasgenoten een lijst met alle 'verzetshelden' die je in de opdrachten bent tegengekomen.
    Je kunt ook googelen voor meer of andere namen van verzetshelden.
  • Kies per groepje van twee leerlingen één verzetsheld.
  • Elk groepje bereidt een korte presentatie (vijf minuten) over deze persoon voor.
    • Wie is de persoon (naam, etc.)?
    • Wat was zijn of haar 'heldendaad' of 'bijdrage' aan het verzet?
    • In welke periode (van oorlog) heeft hij of zij meegewerkt in het verzet?
    • Waarom wil je dat juist hij of zij verkozen wordt (eigen mening)?
  • Organiseer dat alle presentaties in de klas gegeven kunnen worden.
  • Bedenk een goede manier waarop de verkiezing van de 'Grootste verzetsheld aller tijden' georganiseerd kan worden.
  • Bedenk vervolgens een manier om de uitslag bekend te maken (in de schoolkrant, op een affiche, via een groepsapp van de klas?).


Beoordeling
De docent zal jullie voorbereiding en verkiezing beoordelen. Hij zal daarbij letten op:

  • Inhoud: Is tijdens de presentatie voldoende informatie per verzetsheld verzameld en verwerkt?
  • Vorm: Was de presentatie en organisatie van de verkiezing origineel, goed voorbereid en creatief?
  • Samenwerking: verliep de voorbereiding en de verkiezing tussen de groepjes leerlingen goed, werd er onderling goed samengewerkt?

Presentatie maken

Jezelf op een goede manier presenteren is een belangrijke vaardigheid in deze maatschappij. Je laat zien waar je mee bezig bent geweest, waar je je in hebt verdiept en welke kennis je hebt opgedaan. Powerpoint of Prezi zijn programma's die jou kunnen helpen om informatie te presenteren.

 

Pecha Kucha maken

Een Pecha Kucha is een presentatie die bestaat uit 20 slides. Voor iedere slide heb je 20 seconden de tijd om te presenteren, dus je verhaal duurt in totaal 6 minuten en 40 seconden.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnostische toets.

Terugkijken

Inleiding

  • Lees de Inleiding nog eens door.
    Kreeg je een goede indruk over de onderwerpen die in dit thema behandeld worden? Wat was nog onduidelijk voor je?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je omschrijven waarom de (voormalige) koloniën graag onafhankelijk wilden zijn?

Hoe ging het?

  • Inhoud
    In dit thema kwam 'verzet' in allerlei periodes en vormen aan de orde.
    Zou je zelf in verzet komen in periode van veranderingen of oorlog in je land? Leg uit waarom wel/niet.
  • Eindopdracht
    Was de verkiezing van een verzetsheld geslaagd? Verliep de samenwerking met je klasgenoten goed?
  • Het arrangement Thema: Verzet - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-18 09:23:12
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Verzet' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use. Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Mens en Maatschappij voor vmbo-12. In dit thema worden verschillende opstanden en revoluties behandeld. Zo komen onder andere de Russische revolutie, het verzet in WO II en de protesten in de jaren 60 aan bod. Om het thema af te sluiten maak je samen met je klasgenoten een lijst van de verzetshelden die je in de opdrachten bent tegengekomen. Vervolgens maak je in groepjes van twee een korte presentatie over een van die verzetshelden en ga je daarna klassikaal de grootste verzetsheld aller tijden verkiezen. Ook is er een diagnostische toets beschikbaar.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Mens en maatschappij; Communicatie en samenleving; Cultuur, levensbeschouwing en identiteit; Macht, gezag en bestuur;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    17 uur 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, democratische revolutie, mens en maatschappij, revolutie, russische revolutie, stercollectie, verzet, verzet wo ii, verzetshelden, vmbo-12

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Verzet

    https://maken.wikiwijs.nl/148695/Thema_Verzet

    VO-content Geschiedenis. (2025).

    De Opstand - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98929/De_Opstand___vmbo12

    VO-content Geschiedenis. (2019).

    Twee revoluties - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/98947/Twee_revoluties___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Afschaffing segregatie - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62192/Opdracht__Afschaffing_segregatie___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: De Russische Revolutie - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62189/Opdracht__De_Russische_Revolutie___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Protest in de jaren 60 - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62193/Opdracht__Protest_in_de_jaren_60___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Verzet in de koloniën - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62191/Opdracht__Verzet_in_de_koloni_n___vmbo12

    VO-content M&M. (2019).

    Opdracht: Verzet in de oorlog - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/62190/Opdracht__Verzet_in_de_oorlog___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Verzet D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.