KB Profielmodule 3: Groen

KB Profielmodule 3: Groen

Oriëntatie

Waar gaat de profielmodule 'Vergroening stedelijke omgeving' over? In de stad kom je op verschillende plekken 'groen' tegen. Dat begint al bij jou thuis, als je huisdieren hebt, of in de achtertuin. Wie heeft jullie tuin ontworpen en aangelegd? Als je verder de buurt in gaat of in de omgeving van het dorp kijkt zijn er vaak parken en bijvoorbeeld een kinderboerderij. 

Mensen willen van al dit groen in de buurt en het dorp genieten, ze recreëren en ontspannen zich in de natuur, maar weten ze ook waarom het belangrijk is planten en dieren te houden in de stad?

 

 

Relatie met andere profielmodules:

Onderstaande powerpoint geeft de relatie weer tussen profielmodules en keuzevakken.

Open bestand introductie profiel groen KL.pptx

Wat ga ik doen?

Opdracht: Vooruitkijken

Waar moet je aan denken bij vergroening van de stedelijke omgeving? Wat voor bedrijven en beroepen horen daar bij en welke competenties heb je nodig om deze beroepen uit te kunnen voeren?

Van daktuin tot landgoed
Hoveniers weten alles over het aanleggen en verzorgen van tuinen. Of het nu gaat om een landgoed van vele hectaren of om een kleine daktuin. Hoveniers luisteren naar de wensen van hun klanten en komen met een oplossing. Ze weten wat er mogelijk is en welke materialen nodig zijn.

Van alle markten thuis
Hoveniers planten niet alleen bomen en planten, maar kunnen ook muren metselen, paden en terrassen aanleggen en vijvers en fonteinen en watervallen maken. Ze zijn dus van alle markten thuis.

Veel opdrachtgevers
Hoveniers werken voor particulieren, maar ook voor gemeenten. Ze leggen sportparken en parken aan en zorgen voor het onderhoud daarvan. Hoveniers zijn vaak zelfstandig ondernemers.

 

1 Ontwerpen van de tuin

Voordat er een een tuin aangelegd wordt, is er een ontwerptekening van de tuin gemaakt. Daarin zijn de wensen van de klant zo goed mogelijk verwerkt. Hierbij ga je als volgt te werk:

  1. Wat heb ik?
  2. Wat wil ik?
  3. Wat moet ik ervoor doen?

Een tuintekening is een plattegrond op schaal. Je gaat verderop leren werken met tekenen op schaal.

Op de ontwerptekening staat precies waar een pad of boom moet komen. De tekening is altijd van bovenaf getekend. Je leest de tekening dus alsof je vanuit een vliegtuig naar beneden kijkt. Voor het maken van een ontwerptekening worden symbolen gebruikt.

Met een ontwerptekening krijgt de klant een beeld van het eindresultaat. Het ontwerp kun je bespreken met de klant en je kunt makkelijk wijzigingen aanbrengen. Ook kun je op basis van een ontwerptekening een kostenberekening maken.

Je gaat een tuintekening leren ‘lezen’.

Het is natuurlijk niet te doen om alle plantjes, stenen en andere details te tekenen in een schets. Een schets is een ‘vluchtige’ tekening die een idee geeft van het ontwerp. Voor het intekenen van tuinelementen als bomen, bestrating, planten en het gazon, worden symbolen gebruikt en standaardpatronen. Zo begrijpt iedere vakman wat je bedoelt.

We gaan de meest algemene symbolen en patronen bekijken.

Bekijk de video:

Video: Tuin ontwerpen, van het maken van een schets tot de uitvoering

 

 

1.1 theorie tuintekenen

Er zijn verschillende tuinstijlen, klik op de lijst die hieronder staat, dan zie je een aantal verschillende tuinstijlen. Er zijn er veel meer.

Open bestand Tuinstijlen.docx

De verschillende fasen van ontwerp tot tuin:

https://www.youtube.com/watch?v=qCV4aptqF7M
video tuinontwerp

Bij het tuintekenen heb je verschillende soorten tekeningen. Kijk hier voor voorbeelden.

Open bestand Verschillende soorten tekeningen

Duurzaamheid.

We moeten bij een tuinen ontwerpen en aanleggen rekening houden met het klimaat. De tuinen die we  ontwerpen en aanleggen zijn gericht op de toekomst, wat inhoud dat er meer groen in gebruikt wordt dan stenen (harde materialen). Voordelen zijn dat er bij de grote hoosbuien( die er door de klimaatsveranderingen zijn), de tuin beter in staat is om het water weg te laten lopen.

Heb je alleen bestrating dan kan het water geen kant op en komt in het riool terecht met alle problemen van dien.

Door het gebruik van meer planten komen er weer meer bijen, vogels en andere insecten in de tuin. Op deze manier kan iedereen zijn steentje bijdragen aan het milieu en een duurzame tuin.

Er zijn in Castricum ook een aantal voorbeelden van.

 

Duurzaam materiaal.

Bakkersplein Castricum
Verticaal tuinieren, Bakkersplein Castricum

 

Duurzaam materiaal.

De duurzame tuin is een milieuvriendelijke tuin, je kiest voor verantwoorde producten en materialen. De verhouding tussen groen ( heesters, bomen en planten) en grijs (bestrating en overkappingen etc. ) is groen 60% en grijs 40%.

Duurzaam materiaal is materiaal dat de natuur zo min mogelijk belast als het gemaakt of bewerkt wordt en als het transport zo min mogelijk belastend is. Een voorbeeld hiervan is dat hardsteen niet uit b.v. China geïmporteerd wordt maar uit Europa. Er zijn dan veel minder vervoerskosten aan verbonden.

De levende tuin

De levende tuin.

Het ontwerpen van een tuin heeft de nodige voeten in de aarde, je gaat onderzoeken wat er allemaal nodig is om een tuin te ontwerpen en aan te leggen, waarbij het heel erg belangrijk is dat je bekijkt welke vernieuwingen er zijn op het gebied van tuinen, hierin moet duurzaamheid en milieu een grote rol spelen.

De tuintrend was er de laatste jaren op gericht om:

  • van de tuin een tweede woonruimte te maken
  • veel bestrating
  • weinig groen
  • weinig plek voor insecten en dieren in de tuin.

Het klimaat verandert, de temperatuur van de aarde stijgt nog sneller dan verwacht, meer en zwaardere hoosbuien komen veel vaker voor. Bij een hoosbui valt in heel korte tijd heel erg veel regen en het riool kan dat vaak niet aan, het water loopt de huizen binnen.

Hierdoor is het belangrijk geworden om naar andere oplossingen te zoeken. .

 

 

Beter 2 egels dan 1000 tegels!

Doordat er overal zoveel tegels in tuinen zijn kan het water niet de grond intrekken en wordt het teveel aan regenwater afgevoerd naar de rioleringen. Door de klimaatvernanderingen komen hoosbuien meer voor. Deze hoeveelheden water kan de riolering het niet meer verwerken en daardoor overstromen. Met meer natuur in de tuin en minder tegels kan het water beter de grond in. Daarom is er de slogan: Minder tegels en meer egels!

Je kunt een tuin door simpele aanpassingen meer waterl laten opvangen:

  1. Meer groen in de tuin en minder tegels,

  2. Regenwatervijver

  3. Aanleg geveltuin

  4. Regenton

  5. Infiltratiekratten

  6. Grindpalen in de tuin

  7. Dakgoot schoonhouden

  8. Daktuin

  9. Wateropvang en waterhergebruik voor toilet, wasmachine, tuin

Je gaat dit allemaal onderzoeken en meenemen in je tuinontwerp.

 

Hergebruik

Hergebruik van materialen en het gebruik van slijtvaste en duurzame materialen zijn belangrijk.

We zien hieronder een paar  voorbeelden van tuinen voor het maken van een tuinontwerp en een beplantingsplan.

Welke tuintrends en duurzame vernieuwingen er zijn en te ontdekken op het gebied van tuinaanleg en beplantingen?

  1.  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  1.  

1.2 Een tuintekening lezen

Opdracht A: Introductie tuinontwerp maken

Open bestand introductie tuinontwerp maken

Maak de opdrachten

 

Opdracht B: Leren op schaal tekenen

Open bestand reken opdrachten: lengte en schaal

Maak de opdrachten.

Als je nog moeite hebt met sommige opdrachten dan kun je in deze video nog uitleg krijgen.

1.3 Huiswerkopdrachten

A Huiswerkopdracht : Plattegrond maken

tijdsduur ongeveer 20 minuten

Een deel van de grond rondom de winkel is nog niet ingericht. Jij gaat met behulp van een plattegrond een ontwerp voor de inrichting maken. In het ontwerp neem je op: een kas, een terras met windscherm, een kippenverblijf, een border, een dierenweide en een composthoop.

Voor deze opdracht heb je het bestand plattegrond_kb.xlsm nodig.

Open bestand plattegrond_kb.xlsm

1       Maak het ontwerp voor de grond rondom de winkel.

        Voordat je aan de opdracht begint

  • Het bestand staat met een link boven deze opdracht in Wikiwijs..

  • Open het bestand plattegrond_kb.xlsm.

  • Sla het bestand op

Uitvoering van de opdracht

  • Lees de instructie in het digitale bestand.

  • Plaats de elementen op de goede plek in de plattegrond.

  • Houd rekening met de eisen aan de plek die in het digitale bestand staan

  • Houd rekening met de schaduw gedurende de dag.

  • In het kippenverblijf komen 20 kippen. Hoe groot moet de oppervlakte van het kippenverblijf zijn in m2? Rond af op een heel getal.

Klaar? Lever het bestand plattegrond_kb.xlsm in via de ELO

KIJK OP DE VOLGENDE BLADZIJDEN VOOR HUISWERKOPDRACHT B EN C

B. Huiswerkopdracht Duurzaamheid

B Huiswerkopdracht: Duurzaamheid

In de tuin die jullie gaan ontwerpen is een tuin waar het voor mens en dier een prettige omgeving is. Maar ieder heeft zijn eigen smaak. De volgende vijf punten zijn in iedere tuin belangrijk! Met deze 5 punten creëer je een toekomstgerichte tuin:

  1. Een tuin waar mensen en dieren zich thuis voelen
  2. Een tuin voor vlinders en vogels
  3. Een tuin die opgebouwd is uit gerecyclede materialen
  4. Een tuingemaakt van duurzame materialen
  5. Een tuin die gelijk milieubesparend is ( zonne-energie, wind- energie, water)

Opdracht:

Beantwoord de vragen in de opdracht en zoek een situatie in jouw omgeving waaraan je kan zien dat duurzaamheid wordt toegepast in een tuin.

C. Huiswerkopdracht Begrippenlijst

C Huiswerkopdracht:  Begrippenlijst.

  • In het bestand onderaan schrijf de betekenis achter de begrippen die vetgedrukt zijn.
  • Sla deze lijst op in je one-drive in de map PM3.
  • Deze lijst vul je elke keer aan.

Open bestand Huiswerk opdracht duurzaamheid

1.4 Een tuintekening ontwerpen

Opdracht A: Maak een ontwerp

Je gaat een tuinontwerp maken. Hierbij werk je op A3 papier. Dit  A3 papier teken je in zoals het  is getekend in het bestand hieronder. Let op: Zorg ervoor dat het tuinontwerp vrij ligt van de kaderlijn en kaderhoek!!

Open bestand Indeling A3 papier voor ontwerp

Maak nu het ontwerp. Kijk voor de voorwaarden waar je ontwerp aan moet voldoen op het A3 papier; "maak een ontwerp".

Open bestand Maak een ontwerp

Extra Opdracht

Opdracht kostenoverzicht, dit is extra. Deze opdracht maak je als je de andere opdrachten af hebt en er tijd over is.

 

Open bestand Bijlage voor kostprijsberekening

Opdracht D: Maak een beplantingsplan voor een border

Open bestand Opdracht B: beplantingsplan maken

Open bestand catalogus_kb.pdf

Maak de opdracht beplantingsplan maken. Volg de aanwijzingen uit de opdracht en gebruik het bestand catalogus_kb.pdf

2. Theorie aanleg van de tuin

Bij het aanleggen van een tuin is dit een logische volgorde:

  1. uitzetten van de tuin
  2. grondwerk
  3. kabels en leidingen (ook licht)
  4. erfafscheiding plaatsen (haag of schutting)
  5. verhardingen
  6. beplantingen (van groot naar klein)
  7. gazon

Het kan zo zijn dat je afwijkt van deze volgorde omdat de situatie daarom vraagt. Bij beplanting hou je niet alleen rekening met groot en klein, maar ook de bereikbaarheid. Zo kan het zijn dat je van achter naar voor werkt.

2.1 Theorie aanleg

Uitzetten

Bij het uitzetten van een tuin zet je als eerste de omtrek van de tuin uit.

Daarna maak je de verschillende onderdelen duidelijk met behulp van piketten en pootlijnen.

Een rechte lijn is heel gemakkelijk te maken door een draad tussen paaltjes te spannen. U kunt de richtingslijn van een muur dus in de hele tuin overbrengen, door deze met draad en paaltjes te verlengen.

Landmeters werken met speciale hulpmiddelen. De twee meter lange, stokken met afwisselend rood en witte strepen heten jalons.  De echte piketten zijn gepunte, ronde of vierkante paaltjes van 40 tot 60 cm.

Wanneer je vanaf een uitgezette lijn een rechte hoek (90°) wilt maken, kan dat heel eenvoudig met een haakse hoek. Als dit op de lijn gebeurt, dan noemen we dit ook wel een loodlijn

Gereedschappen voor het uitzetten, NAP, PP, Laser:

Open bestand Gereedschappen voor uitzetten, NAP, PP, Laser

Plantgroepen

Je kan planten in een aantal groepen/rubrieken verdelen.

Hier vind je die groepen:

Open bestand Plantgroepen, houtachtigen/kruidachtigen

2.2 Grond

Grondsoorten

In Nederland vind je drie grondsoorten die veel voorkomen, namelijk:

  1. zandgrond
  2. kleigrond
  3. veengrond

De verhouding van de bestanddelen is bepalend voor de naam van de grondsoort.

Zandgrond bestaat voor het merendeel uit zand. Deze grondsoort bevat (bijna) geen humus (verrotte plantenresten). De grond heeft een lichte kleur en voelt scherp aan. Zand laat gemakkelijk water door en droogt snel uit.

Kleigrond voelt zacht en vettig aan. Kleigrond bestaat voor het merendeel uit heel fijne deeltjes die aan elkaar kleven. Er zit slechts een beetje humus in. Een eigen­schap van klei is dat deze bij langdurige regen dicht slibt en bij langdurig droog weer open scheurt. Kleigrond is voedselrijk. De kleur van een kleigrond kan grijs (zeeklei), grijsgeel (kiss), geel (leem) of bruin (rivierklei) zijn.

Veengrond bevat veel humus (ten dele verrotte plantenresten). Humus geeft de grond een donkere kleur. In humus zitten voedingsstoffen. Een andere eigenschap van humus is dat het vocht vasthoudt. Het is dus belangrijk voor een plant dat er humus in de grond zit.

De meeste planten houden van een grond die bestaat uit:

  • veel humus (voedsel en vocht)
  • klei (voedsel en vocht) en
  • zand/grint (lucht).

Grond bewerking

GRONDBEWERKING

Grondbewerking gebeurt in de natuur door:

  • het klimaat (droogte, nat regenen, bevriezen, ontdooien, opdrogen etc.)
  • natuurlijke organismen (mollen, wormen en andere diertjes, schimmels).

De mens kan de grond bewerken middels spitten, ploe­gen, frezen, schoffelen, cultiveren, hakken. Een aantal van deze manieren van grondbewer­ken zal nader besproken worden. Al deze methoden van grondbewerking maken dat de grond losser wordt. De grond droogt nu minder snel uit, en er bevindt zich meer lucht in de grond. Een pas gespitte grond is lekker rul (luchtig), waardoor de planten makkelijk wortelen. Alle vormen van grondbewerking hebben altijd invloed op de lucht- en waterhuishouding.

In het bestand hieronder kun je meer lezen over spitten.

 

Open bestand spitten

2.3 Heggen planten

In de video zie je hoe een heg met 1 rij wordt geplant.
nadat een sleuf wordt gegraven, zet je de planten aan 1 kant.
De sleuf is mooi recht afgestoken en de planten druk je tegen de afgestoken kant.
De grond heb je naar de andere kant gegooid en kun je nu aanvullen.
Daarna druk je de grond aan en zet de planten rechtop.
 
Wil je een dubbele rij planten, maak dan de sleuf iets breder.
Zet de planten aan beide zijden in de sleuf.
Het is wel lastiger om de grond weer aan te vullen.....
 

Machinaal heggen planten.

Hieronder een plantmachine die speciaal is ontworpen voor het planten van hagen.

Zie video.

kant en klaar heggen planten

Hieronder een film over de aanplant van een kant en klaar haag.

kant en klaar heg

Deze kant en klaar heg, prijs 60 euro per strekkende meter, is 2 meter hoog. Ook hier wordt de kraan ingezet om een handje te helpen.

machinaal kant en klaar heggen planten

Martijn Naber Curatio heg planten

bomen planten

reden boompaal

boom krom
boom krom

boom planten

Hieronder de werkvolgorde bij het planten van een boom met 1 paal:
 
Graaf een ruim plantgat.
Plaats de paal op het zuidwesten
Zet de boom op de juiste diepte.

Houdt tussen paal en stam boven een vuist afstand, onder een voet.

Gooi het plantgat dicht
Druk de grond aan
Plaats de boomband.
 

hoge paal of lage paal?

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meestal zie je dat hoveniers en groenvoorzieners een lange paal gebruiken.

Zie afbeelding links boven. Men vindt het mooi staan. Een paal staat bij een boom, zodat de boom in de eerste jaren goed kan wortelen.

Zonder paal vangt de boom veel wind als de boom in het blad zit. Zonder paal zal de boom in de grond gaan wiebelen en zich niet goed kunnen vastzetten. Omwaaien is dan goed mogelijk. Maar om te zorgen dat de boom niet omwaait, kun je ook een kniepaal gebruiken. Ook met een kniepaal wordt de boom vastgehouden en zal bij wind niet gaan wiebelen.

Een andere reden om kniepalen te gebruiken of extra te plaatsen  is dat de stam minder snel wordt beschadigd bij maaiwerkzaamheden.

De persoon die gras maait, wordt gedwongen om ruimer om de boom heen te maaien.

 

 

paal recht of scheef of ???

2.2 Huiswerk opdrachten

Opdracht: foto's maken

Maak van 2 planten uit verschillende groepen houtachtigen en 2 planten uit verschillende groepen kruidachtigen een foto. Upload de foto in het word document. Zet de naam van de plant erbij en zet erbij in welke groep de plant hoort. Vermeld ook de kenmerken, zoals bloeitijd, wel of niet wintergroen, hoogte en andere kenmerken die ertoe bij jouw plant.

Open bestand huiswerk opdracht, foto's maken van planten

Opdracht hagen.

Bekijk de video haag planten van tuinieren.nl.

Welke voorbeelden van haagplanten worden hier gegeven.

Vul deze in op het formulier en zorg dat je een plaatje erbij krijgt als voorbeeld. Kies zelf ook nog 1 ander voorbeeld van een plant die geschikt is als haag.

Open bestand Huiswerk opdracht, voorbeeld van hagen

2.3 Uitzetten van de tuin, beginners

Je gaat nu met een tuintekening aan de slag. Als je een tuintekening hebt begint het met het uitzetten. Dit kan met behulp van een piket, meetlint en een pootlijn. Dit moet je ook zelf kunnen.

Opdracht: uitzetten en haagplanten

Open bestand Opdracht: Uitzetten en haagplanten

Ter voorbereidinng kun je de video planten van een haag bekijken.

  1. In deze opdracht leer je om de gegevens vanuit een tekening om te zetten.
  2. Maak de opdracht.

Opdracht: Boom kiezen, uitzetten, boom planten

Open bestand Boom kiezen, uitzetten en boom planten

Ter voorbereiding kun je de video planten van een boom bekijken.

  1. In deze opdracht leer je om met de gegevens uit de tekst de juiste keuze te maken in een catalogus.
  2. In deze opdracht leer je om de gegevens vanuit een tekening om te zetten. Je gaat een boom planten met 1 boompaal!
  3. Maak de opdracht.

2.4 Bestraten

In de tuin kun je levenloze en dode materialen toepassen. Wat is het verschil? Dat ga je uitzoeken door een interactieve module door te werken op de computer. Verder ga je in twee praktische opdrachten leren hoe je dit kunt toepassen. Je gaat een straatje leggen en een maairand. Op het plaatje zie je een aantal mogelijke bestratingsverbanden.

Theorie: Levenloze en dode materialen

  1. Werk de interactieve module door en maak de kennistest.
  2. Met deze opdracht werk je aan de competentie vakdeskundigheid toepassen.

 

Video: Bestrating straten of vlijen

Bekijk de video.

 

Opdracht A: Straten langs een bandje

Open bestand Straten langs een bandje

  1. Maak deze op dracht individueel.
  2. Met deze opdracht werk je aan de competentie vakdeskundigheid toepassen.

 

Opdracht B: Uitzetten en maairand aanleggen

Open bestand Uitzetten en maairand aanleggen

Je gaat tijdens deze opdracht nog een keer uitzetten om deze vaardigheid beter onder de knie te krijgen. Verder ga je een maairand aanleggen. Dit is een verharding van klinkers die een afscheiding kan vormen tussen een gazon en een plantvak.

  1. Maak deze opdracht samen. 
  2. Tijdens deze opdracht werk je aan de competentie met mensen samenwerken en overleggen en beroepshandelingen uitvoeren en vakdeskundigheid toepassen.

2.5 Uitzetten van de tuin, gevorderden

Je gaat nog een keer uitzetten. Maar nu is de opdracht iets lastiger doordat:

  • de tuin geen rechthoekige vorm heeft;
  • er een blokhaag of dubbele haag of ronde haag in voorkomt;
  • een boom met 2 boompalen geplaatst moet worden.

Open bestand Uitzetten en haag planten voor gevorderden

Open bestand Planten in de tuin

  1. Volg de instructies in de opdracht.
  2. Lever via de ELO in bij je docent: de ingevulde opdracht.

 

Video: Planten van bomen

Bekijk de video.

 

Opdracht B: Plant een boom met een boompaal

Open bestand Het planten van een boom

  1. Voer de opdracht individueel uit.
  2. Maak eventueel gebruik van de deze instructievideo.

 

Video: Planten van een haag

Bekijk de video.

 

Opdracht C: Plant een haag

Open bestand Haag planten

  1. Voer de opdracht samen met een klasgenoot uit. 
  2. Tijdens deze opdracht werk je aan de competentie met mensen samenwerken en overleggen en beroepshandelingen uitvoeren en vakdeskundigheid toepassen.

3. Theorie onderhoud in de tuin

3.1 Bemesting

Bemesten van de tuin en bodemverbetering

Planten hebben voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien en om sterk en gezond te blijven. Planten met een gebrek aan voedingsstoffen zijn gevoeliger voor ziekten en bloeien minder en dragen minder vrucht. Belangrijk bij het geven van mest is het tijdstip waarop je het doet, en de soort en hoeveelheid mest die je geeft. Zandgrond en kleigrond hebben heel andere wensen wat betreft de bemesting. Het is dus eerst zaak om te weten wat voor een grond je gaat bemesten. Bemesten kan met kunstmest gebeuren of met organische mest. Kunstmest geeft direct resultaat maar is snel verdwenen, organische mest zorgt voor verbetering van de grond, heeft tijd nodig om opgenomen te worden en werkt langer door.

 

Aan welke factoren voldoet een grond voor plantengroei?

  • Juiste bodemstructuur
  • Goede zuurgraad
  • Voldoende voedingsstoffen
  • Gezond bodemleven


Water en lucht zijn net zo belangrijk als de samenstelling van de grond.

Wat kun je zoal doen om de bodem te verbeteren?

Organische stof toevoegen

Door de toevoeging van organische stoffen wordt het bodemleven gestimuleerd. Er komen insecten en wormen in de grond, die de bodem verbeteren. Je kunt hiervoor compost gebruiken, of gecomposteerde kokosnootvezels, maar je kunt ook plantenresten onderwerken. Tot 30 cm is diep genoeg.

Kalk toevoegen

Als je kalk toevoegt wordt de grond luchtiger. Het heeft ook invloed op de zuurgraag van de grond. Kalk bindt de deeltjes in zandgrond, terwijl het de binding in klei juist vermindert.

Mulchen

Je verbetert de grondlaag door mulch toe te voegen. Het zorgt voor een daling van de zuurgraad van de grond, het houdt de groei van onkruid wat tegen en beschermt in de zomer tegen verdamping uit de grond en in de winter houdt het de wortels van planten warmer. Voor organisch mulchen kun je gebruiken tuinafval wat gecomposteerd is, verteerde stalmest, houtsnippers, gecomposteerde kokosnootvezels, gesteriliseerde champignonmest, en compost.

Bemesten van de grond

  • Als je de grond gaat bemesten zijn er een aantal zaken waar je op moet letten;
  • Geeft de juiste hoeveelheid mest
  • Bemest op het goede moment. In het voorjaar gaan planten weer groeien en zullen dan grote behoefte hebben aan voedingsstoffen. Zandgrond en een moestuin hebben vaker mest nodig dan een voedselrijke grond.
  • Organische stoffen zijn naast voedingsleveranciers ook bodemverbeteraars en zijn dus beter dan kunstmest. Het is ook minder belastend voor het milieu.
  • De zuurgraad van de grond moet goed zijn

Bemesting (N-P-K-Mg-etc.)

Kijk maar eens op elke willekeurige zak/pak mest, kunstmest of organische mest. Het zijn allemaal voedende elementen die je planten, of het nu bloemen, groenten, bomen of onkruid zijn, nodig hebben om te groeien, bloeien, etc. Een beetje zoals wij eten nodig hebben. Wij hebben de schijf van vijf. En planten, van welke aard dan ook, hebben ook een soort eigen schijf van voedingsstoffen die ze in bepaalde hoeveelheden nodig hebben. En net als bij mensen zijn er stoffen waar je ziek van wordt als je er te weinig of juist te veel van binnen krijgt.

Wat zijn dan de bouwstenen die een plant nodig heeft om te leven? Eerst maar de opsomming, en dan daarna de uitleg ervan.

Koolstof = C                                     Stikstof = N                        Magnesium = Mg
Waterstof = H                                   Fosfor = P                          Calcium = Ca
Zuurstof = O                                     Kalium = K                         Zwavel = S

Nou, dat zijn al aardig wat letters . En dan nog de onmisbare sporenelementen:

  IJzer = Fe      Mangaan = Mn      Zink = Zn      Boor = B       Molybdeen = Mo       Koper = Cu

En dan nog wat sporenelementen waarvan het nog niet helemaal duidelijk is (of in ieder geval niet wetenschappelijk bewezen) dat ze nuttig zijn voor planten:

  Silicium = Si     Kobalt = Co     Natrium = Na     Chloor = Cl     Iodium = I     Aluminium = Al

Al deze bouwstoffen worden opgenomen door de plant en hebben een bepaalde functie. Hieronder dan de beschrijving wat deze stoffen zijn en wat deze stoffen doen of laten bij een plant. 

Koolstof, waterstof en zuurstof (C, H en O)

Dat zijn de 3 gemakkelijkste elementen. Het zijn de drie essentiële bouwstoffen voor de plant waar je weinig of niets aan hoeft te doen. Een plant is voornamelijk uit deze 3 elementen opgebouwd. Het gaat dus om koolstof en zuurstof, dat wat in de lucht aanwezig is. En water, dat wat vanzelf naar beneden komt vallen.

Het enige wat je hoeft te doen om te zorgen dat planten via de wortels deze stoffen kunnen opnemen, is zorgen dat de plant in de grond is geplant, ze niet wordt verstikt door plastic of ander niet-lucht-doorlatend materiaal, en geef ze water wanneer dat niet in voldoende mate vanzelf uit de lucht komt vallen (en zorg voor een goed afwatering zodat er bij teveel regen dat water wel weer voldoende weg kan lopen, want er zijn maar weinig plantenwortels die graag in kletsnatte grond blijven staan .

Sommige mensen pakken hun vorstgevoelige planten -bij gebrek aan overwinteringsplaats- in plastic noppenfolie, maar die gaan dan vervolgens wel vaak dood. En dat komt ongetwijfeld omdat de planten geen adem meer konden halen. Mocht je voor hetzelfde dilemma komen te staan, gebruik dan iets wat luchtdoorlatend is, bijvoorbeeld jute zakken en wat stro. Maar pak ze niet in in verstikkend plastic materiaal. En laat ze vervolgens dan weer niet een winter lang in jute zitten, want een plant heeft ook licht nodig, vrij veel zelfs, maar dat is dan weer een ander verhaal, licht is geen scheikundig element. Oftewel, houd jute en stro bij de hand en pak de planten voor een paar dagen in als de vorst streng dreigt te worden.

Stikstof (N)

Wat doet het
-  Stikstof is een component van chlorofyl, de stof die bladeren en stengels de groene kleur geeft. Stikstof bevordert de groei van de plant: de stengels en de bladeren, de zogenaamde vegetatieve groei. Het maakt ook planteiwitten aan in de plant.


Fosfor (P)

Wat doet het
-  Speelt een belangrijke rol bij de ademhaling en energievoorziening van de plant
-  Bevordert de wortelontwikkeling van de jonge plant
-  Bevordert de bloei, zaadvorming en afrijping
-  Bevordert de houdbaarheid van de oogst
-  Bevordert de knolvorming bij knolgewassen


Kalium (K) (wordt ook wel Kali genoemd)

Wat doet het
-  Nodig voor het transport van water en koolhydraten
-  Bevordert de stevigheid van de plant
-  Bevordert de vorming van wortels en knollen
-  Bevordert de vorming van vruchten
-  Vermindert de gevoeligheid voor droogte en vorst
-  Verhoogt de weerstand tegen schimmelziekten
-  Bevordert de smaak en houdbaarheid van de oogst

Magnesium (Mg)

Wat doet het
-  Speelt een rol bij de fotosynthese (opname zonlicht en omzetting van licht in energie).
-  Speelt een rol bij verschillende chemische reakties in de plant

Calcium (Ca)

Wat doet het
-  Speelt een rol bij voedselopname en verschillende chemische reacties in de plant (o.a. zuurverbinding)
-  Verbetert de bodemstructuur
-  Bevordert de opname van voedingsstoffen, zeker op zure gronden

 

Het is onverstandig om tegelijk te kalken en te bemesten. De kalk zorgt ervoor dat de meststoffen te overvloedig aangeboden worden aan de plant, wat schadelijk is. Zorg dat er altijd een aantal weken tussen bemesten en kalken zitten.

Sporenelementen

Sporenelementen zijn, als ze nodig zijn, in slechts heel kleine hoeveelheden nodig voor een plant. Maar die kleine hoeveelheden zijn dan wel onmisbaar voor de plant. In een goed onderhouden biologische tuin zul je tekorten aan sporenelementen zelden zien omdat alle sporenelementen voorkomen in compost, stalmest en andere organische materialen die gebruikt worden bij biologisch tuinieren.

 

Tot slot

Als je bovenstaande hebt gelezen en alles bij elkaar optelt zie je ongetwijfeld dat er meestal niet 1 gebrek is, en ook niet 1 oplossing. Soms kun je denken dat een plant te weinig stikstof krijgt, maar is er dan te weinig stikstof in de grond, of is het er wel maar kan de plant het niet opnemen, door een gebrek aan een ander element, bijvoorbeeld? Het duurt even maar je moet vooral je eigen grond leren kennen, leren wat een bepaalde groente nodig heeft (bijvoorbeeld, prei groeit niet zonder voldoende stikstof), leren wat een bepaalde groente niet wil (bijvoorbeeld, bonen worden groot en slap en ziekelijk bij veel stikstof).

Je moet dus zorgen dat je grond in orde is, door een goed humusgehalte toe tevoegen. Door alle compost en oude stalmest is er veel humus, veel bodemleven, meer luchtigheid, veel noodzakelijke sporenelementen. En dat is de allerbeste basis voor de moestuin. Het zorgt ervoor dat wanneer we meststoffen gebruiken, die ook daadwerkelijk kunnen worden opgenomen door planten. En bedenk daar dan wel bij: te weinig voeding is niet goed, maar teveel voeding is ook niet goed, je zult zelf het juiste evenwicht in je tuin moeten vinden.

Verschillende soorten mest

Compost en dierlijke mest

Verbeteren beiden ook de bodem. Compost maakt zanderige grond beter bewerkbaar en zorgt voor het beter vasthouden van vocht. Kleigrond wordt door toevoeging van compost luchthoudender en beter bewerkbaar. Aan kleigrond kan het best in de herfst compost worden toegevoegd, aan zandgrond in het voorjaar. Een laagje van 1 à 1,5 cm is voldoende, teveel compost is niet goed voor de planten. Dierlijke mest bevat meer voedingsstoffen dan compost. Het is te koop in korrels of poeder. Het geeft niet direct zijn voedingsstoffen af. Stalmest moet minstens één jaar oud zijn, koemest bevat ammoniak, wat slecht is voor de planten. Dierlijke mest wordt bij zandgrond in het voorjaar gegeven en bij kleigrond in de herfst.

Kunstmest

Je hebt samengestelde en enkelvoudige meststoffen.

Een bekende samengestelde messtof (bevat meerdere stoffen) is NPK. Dit bevat Stikstof, fosfor en Kalium, meestal in de verhouding 12-10-18. Het is direct op te nemen door de planten, maar verbetert de grond niet. Gebruik niet teveel kunstmest of buiten het groeiseizoen, want dan spoelt het weg in de grond, zonder zin te hebben. Teveel kunstmest zorgt voor zwakke planten, die kwetsbaarder zijn voor plagen en ziekten en de wortels kunnen verbranden.

Heeft een plant alleen behoefte aan N, dan kun je volstaan met een enkelvoudige meststof.

Natuurlijke meststoffen

Worden wel gebruikt als aanvulling op bemesting met compost of dierlijke mest. Ze stimuleren het bodemleven. Enkele natuurlijke meststoffen zijn beendermeel, bloedmeel, basaltmeel, lavameel, bentoniet.

Kalkmeststof

Een belangrijk voedingselement en verbetert de grond. Het verhoogt de zuurgraad van de grond. Het maakt voedingsstoffen vrij in de grond. De meeste planten gedijen goed op een PH waarde tussen 5,5 en 7,5. Op zandgrond kan teveel kalk de humusvoorraad in de grond te sterk laten dalen. Het is het best om eerst de zuurgraad van de grond te bepalen met een test, voor kalk te strooien.

3.1 Snoeien

Het onderhouden van een tuin bestaat niet alleen uit onkruid bestrijden. Vaak moet er ook gesnoeid worden. Je kan om meerdere redenen snoeien:

  1. De begroeiing is te groot geworden of zit in de weg.
  2. De begroeiing heeft een strakke vorm, deze moet bijgehouden worden.
  3. Je wilt de groei/ bloeiwijze van een plant houden.

Na het snoeien heb je vaak nogal wat afval, dit wordt gescheiden afgevoerd.

 

Afhankelijk van het seizoen ga je één van de volgende opdrachten doen:

 

Opdracht A: Opkronen van bomen / snoeien langs paden 

Open bestand Opkronen van bomen/ snoeien langs paden

  1. Je docent wijst je de plek aan waar je gaat snoeien.
  2. Voer het benodigde onderhoud uit en maak een foto van je begin en eindsituatie.
  3. Je werkt bij deze opdracht aan de competenties materialen en middelen inzetten en (bij samenwerken aan) samenwerken en overleggen.

 

​Opdracht B: Snoeien van een haag

Open bestand Snoeien van een haag

  1. Je docent wijst je de plek aan waar je gaat snoeien.
  2. Voer het benodigde onderhoud uit en maak een foto van je begin en eindsituatie.
  3. Je werkt bij deze opdracht aan de competenties materialen en middelen inzetten en (bij samenwerken aan samenwerken en overleggen.

 

Opdracht C: Snoeien van een border

  1. Je docent wijst je een stuk border aan met veel heesters. Deze ga je snoeien.
  2. Overleg met je collega/klasgenoot welke vorm van snoeien je hier moet gebruiken en voer het werk uit. Bekijk eventueel de video Heesters snoeien.
  3. Bij deze opdracht werk je aan de competenties vakdeskundigheid toepassen en samenwerken en overleggen. 

 

Opdracht D: Wilgen knotten

Open bestand Wilgen knotten

  1. Je docent wijst je de plek aan waar je wilgen gaat knotten.
  2. Voer het benodigde onderhoud uit en maak een foto van je begin en eindsituatie.
  3. Je werkt bij deze opdracht aan de competenties materialen en middelen inzetten en (bij samenwerken aan) samenwerken en overleggen.

 

Extra bronnen

Heesters groeien van het voorjaar tot het einde van de zomer. Soms worden ze te groot of te breed voor het plantvak. 

Deze digitale ondersteuning voor WPS bestaat uit de stappen Wat, Hoe en Doen. Bij Doen beoordeelt de leerling of het vormsnoeien juist wordt uitgevoerd door foto's naar het vakje goed of het vakje fout te slepen.

Deze video gaat over snoeionderhoud aan struiken. Je haalt bij een heester jaarlijks de dikke takken weg.

Deze praktijkkaart gaat over het gescheiden inzamelen van tuinafval. Je scheidt het grove van het fijne groenafval.

3.2 Onderhouden gazon

Jij gaat deze les onderhoud uitvoeren aan het gazon. Wat je gaat doen hoor je van de docent. Een gazon heeft regelmatig onderhoud nodig. Dit onderhoud bestaat voor een groot deel uit maaien. Ook de kanten van het gazon moeten worden bijgehouden.

 

Theorie: Gazononderhoud

Open bestand Theorie Gazononderhoud

Lees de theorie en beantwoord de vragen.

 

Opdracht: Gazon onderhouden

  1. Je docent wijst een stuk gazon aan en vertelt je wat voor onderhoud je gaat uitvoeren.
  2. Raadpleeg vervolgens een bron voor meer uitleg (zie Extra bronnen onderaan de pagina). 
  3. Je overlegt met je collega/klasgenoot wat er moet gebeuren. Hierna verdeel je het werk zo dat je tegelijk klaar bent.
  4. Met deze opdracht werk je aan de competenties vakdeskundigheid toepassen en/of (bij samenwerken aan) samenwerken en overleggen.

 

Extra bronnen:

  • Leren in contexten: Een gazon onderhouden
  • Praktijkkaart: Onderhoud cirkelmaaier 
  • Praktijkkaart: Graskant steken
    Deze praktijkkaart gaat over het onderhouden van grasvelden. Je spant een pootlijn en steekt het gras langs de kant weg met een graskantensteker. 

  • Praktijkkaart: Machinaal graskanten snijden

    Deze praktijkkaart gaat over het onderhoud aan de borders van een gazon. Je steekt de graskanten van een gazon af met een graskantensnijder. 

  • Video: Machinaal graskanten snijden

    Deze video gaat over het onderhoud aan de borders van een gazon. Je steekt de graskanten van een gazon af met een graskantensnijder. 

  • Video: Steken van grasranden
    Deze video gaat over het onderhoud aan grasvelden. Je werkt de grasranden bij met een kantensteker. 

  • Praktijkkaart: Maaien gazon met een cirkelmaaier

    Deze praktijkkaart gaat over het machinaal maaien van grasvelden. Je maait een gazon met een cirkelmaaier. 

  • Praktijkkaart: Maaien gazon met een messenkooimaaier
    Deze praktijkkaart gaat over het machinaal maaien van grasvelden. Je maait een gazon met een messenkooimaaier. 

  • Video: Maaien gazon met een messenkooimaaier

    Deze video gaat over het machinaal maaien van grasvelden. Je maait een gazon met een messenkooimaaier. 

     

3.3 Onderhoud in een plantvak

Je gaat samen in een plantvak onderhoud uitvoeren, en wel onkruid verwijderen. Dit onderhoud is nodig omdat niet altijd alleen de planten in het plantvak staan die jij er in wilt hebben.

 

Opdracht: Onkruid bestrijden

Open bestand Onkruid bestrijden

Het onderhoud van een border is niet elk seizoen hetzelfde. In het groeiseizoen is onkruidbestrijding een veel voorkomend onderhoud.

  1. Maak in overleg met je docent de praktijkopdracht "Onkruid bestrijden". 
  2. Gebruik eventueel de extra bronnen.
  3. Bij deze opdracht werk je aan de competenties vakdeskundigheid toepassen en/of samenwerken en overleggen.
  4. Vul het LOB-formulier in, plaats het in Qompas.

Open bestand LOB- formulier bij Onkruid bestrijden

 

Extra bronnen:

4. Praktijk onderhoud in de tuin

Test je kennis!

Open bestand oefenvragen 1

Open bestand oefenvragen 2

Open bestand oefenvragen 3

Open bestand oefenvragen 4

Open bestand oefenvragen 5

Open bestand oefenvragen 6

Open bestand oefenvragen 7

Open bestand oefenvragen 1 antwoorden

Open bestand oefenvragen 2 antwoorden

Open bestand oefenvragen 3 antwoorden

Open bestand oefenvragen 4 antwoorden

Open bestand oefenvragen 5 antwoorden

Open bestand oefenvragen 6 antwoorden

Open bestand oefenvragen 7 antwoorden

Laten zien

Reflectie

Opdracht: Reflectie

Wat heb je gedaan in deze module over vergroening stedelijke omgeving? Heb je nieuwe dingen geleerd en hoe vond je dat? Hoe vond je het om na te denken over het ontwerp van een tuin of hoe je informatie overbrengt op mensen? Vond je het moeilijk of juist leuk om zo creatief bezig te zijn?

 

Klik hier om de opdracht te maken in Qompas bij stap 2: Reflectie Proefiel Groen

  1. Beantwoord de vragen.