Handigheidjes
Intro
Veel leerlingen gebruiken het programma Word om werkstukken te schrijven.
Maar welke handigheidjes moet je beheersen om je werkstuk er ook goed uit te laten zien?
In deze opdracht staat het tekstverwerkingsprogramma Word centraal.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- afbeeldingen invoegen en aanpassen in Word;
- de spelling controleren;
- uitleggen waarom deze toepassingen handig zijn om een goed en leesbaar werkstuk te maken.
Wat ga ik doen?
Aan de slag
Stap 1: Kennisbank
Bestudeer onderstaand item uit de Kennisbank Nederlands:
Download daarna het Werkblad Word.
Het werkblad bevat een tamelijk simpel werkstukje over vogels in de tuin.
Als je goed kijkt, zie je dat het nep is: de hoofdstukjes worden herhaald.
Maar dat geeft niet, het is oefenmateriaal.....
Stap 2: Afbeeldingen in Word
Het werkstuk over vogels in de tuin ziet er nogal saai uit, dus daarom ga je eerst afbeeldingen invoegen.
Opdracht 1 Afbeelding invoegen.
Zoek een afbeelding van een vogel die je in de tuin kunt tegenkomen.
Sla hem op en voeg hem daarna in in dit voorbeeldwerkstuk.
Kies Invoegen / Afbeelding en zoek je plaatje op.
Kies Openen en voeg het in.
Afbeelding aanpassen
Plaatjes zorgen soms voor gedoe omdat ze te groot zijn of in de tekst wegspringen. Hiervoor een paar tips.
Opdracht 2 Tekstterugloop.
Rechtsklik op het plaatje. Kies Tekstterugloop.
Kies Om Kader. Je ziet wat er gebeurt: de tekst loopt om het plaatje heen en staat rechts.
Opdracht 3 Afbeelding bijsnijden.
Rechtsklik op de afbeelding. Klik op Bijsnijden. In de hoeken verschijnen zwarte blokjes die je kan verslepen. Daarmee kun je stukken van het plaatje afsnijden.
Stap 3: Je tekst controleren
Als de automatische spellingcontrole aanstaat, zie je onder sommige woorden rode stippellijnen. Dat betekent: klopt de spelling wel? Als je rechtsklikt op de rode onderstreping, krijg je een paar suggesties te zien waaruit je kunt kiezen.
Let op!
De spellingcorrectie geeft je verschillende mogelijkheden bij een 'fout'.
- Als eerste krijg je een aantal voorstellen. Zit het woord dat je bedoelt erbij? Dan klik je hem aan. De spellingscorrector verbetert het woord ALLEEN DEZE KEER.
- Daarna kan je kiezen om deze 'fout' te negeren. Jij vindt het wel goed. De spellingscontrole slaat het voortaan over (Handig bij namen: die herkent de spellingscontrole niet).
- Toevoegen aan woordenlijst: jij vindt het woord wel goed en de spellingscorrector vindt dat tegenwoordig ook. Hij zet het in zijn woordenboek.
Opdracht 1
Controleer de spelling van het werkblad.
Maak steeds de juiste keuze.
Zorg dat er uiteindelijk geen spelfoutje meer te vinden is.
Zoeken en vervangen
Probeer ook deze handige functie van Word eens goed uit.
Stel je voor: je hebt een naam steeds fout gespeld. Nu staat er 126 keer "Busink" in je tekst, in plaats van "Bussink". Pfff, 126 keer een s gaan toevoegen? Gelukkig, dat kan handiger!
Opdracht 2
Kies in de werkbalk Start: Vervangen. (of: typ CNTRL-H).
Kies nu zelf de naam van de vogel uit de tekst, bijvoorbeeld de Merel, en vul die in bij zoeken.
In het venster Vervangen door typ je de naam van een andere vogel, bijvoorbeeld Houtduif.
Klik nu op vervangen (hij vervangt alleen de Merel die geselecteerd staat) of alles vervangen (hij vervangt alle woordjes Merel in de tekst voor Houtduif).
Zoek je een specifiek woordje Merel, klik dan op volgende zoeken. Net zo lang tot je hem gevonden hebt.
Stap 4: Nummers en kopteksten
Om in je tekst iets snel en goed op te zoeken, moet je natuurlijk je bladzijden nummeren. Ook wil je een Inhoudsopgave aan het begin, om hoofdstukken en paragrafen snel op te zoeken. Doe je dat met de hand? Nogal lastig!
Als je later de tekst aanpast, moet je de bladzijdennummers en de inhoudsopgave ook weer aanpassen.
Leer dus even om dit aan Word over te laten: automatische paginanummering en inhoudsopgave.
Opdracht 1 Automatische paginanummering.
Kies Invoegen->Paginanummer en kies waar je je nummer precies wilt hebben (boven aan of onderaan en op welke positie).
Je ziet het paginanummer onderaan verschijnen. Vink nu bovenin de zoekbalk Eerste pagina afwijkend aan.
Daarna kan dubbelklikken op je tekst om de kop-/voettekst te sluiten.
De eerste pagina is het voorblad. Daar hoort geen paginanummer. Word slaat de voorpagina nu over, maar telt hem wel mee.
Kop- en voetteksten
Via Invoegen / kop en voetteksten kun je behalve paginanummers nog andere dingen toevoegen die steeds boven of onderaan de pagina komen te staan.
- Bijvoorbeeld:
- de titel van je werkstuk
- je naam
- de datum
Opdracht 2
Voeg een koptekst toe aan het werkstuk over vogels.
Stap 5: Koppen en inhoudsopgave
De meeste werkstukken zijn ingedeeld in hoofdstukken en die zijn weer onderverdeeld in paragrafen. Zo heb je een goed overzicht van de inhoud.
Maar om je werkstuk goed doorzoekbaar te maken, is het ook handig om een inhoudsopgave toe te voegen. Word kan dit autmatisch voor je doen.
Opdracht 1 Koppen maken
Je kunt ervoor zorgen dat de titels van hoofdstukken en paragrafen er mooi en duidelijk uitzien.
Je maakt nu dus eerst aparte koppen voor de hoofdstukken en de paragrafen.
- Open je voorbeeldwerkstuk en zet je cursor ergens in de titel van de INLEIDING.
- Kies nu bovenaan in de Start-werkbalk bij Stijlen op: Kop1
- Doe hetzelfde met de titels van Hoofdstuk 1 t/m 5, de CONCLUSIE en de BRONVERMELDING.
- Geef op dezelfde manier alle paragraaftitels Kop 2
Automatische inhoudsopgave
Nu je de koppen hebt gemaakt met Word, kun je een aparte pagina maken met een automatische inhoudsopgave.
Opdracht 2 Inhoudsopgave maken
- Zet je cursor voor het woord INLEIDING.
- Geef Ctrl-Enter.
- Doe hetzelfde voor elke hoofdstuktitel. Ook voor de CONCLUSIE en de BRONVERMELDING. Nu begint elk hoofdstuk dus op een nieuwe bladzijde.
- Maak vóór de INLEIDING nog een nieuwe bladzijde, op dezelfde manier, en typ bovenaan in hoofdletters: INHOUD en geef een enter.
- Kies nu bovenaan het tabblad Verwijzingen en kies links Inhoudsopgave / Standaard.
- Nu maakt Word op deze pagina een keurige inhoudsopgave met paginanummers.
Je kunt naar een pagina springen door op een nummer te klikken.
Afronding
Samenvattend
Hier vind je de kennisbank die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht: Eigen werkstuk
Nog meer handigheidjes leren?
Natuurlijk zijn er nog veel meer handige toepassingen die je kunt gebruiken. Je kent er vast al een aantal, zoals: tekst vet maken of onderstrepen, automatisch nummeren, een tabel maken...
Ken je deze toepssingen nog niet of wil je er nog meer leren kennen?
Probeer dan zelf nog meer uit met behulp van de Helpfunctie in Word.
Of gebruik een gratis Wordcursus op internet om wegwijs te worden in Word.
Natuurlijk kun je deze handigheden ook in andere tekstverwerkers terugvinden, of in oudere Wordversies.
Succes - maak iets moois van je eigen werkstuk!
Klaar?
Laat het dan beoordelen door je docent.
Je docent beoordeelt de tekst op de volgende onderdelen:
- Heb je afbeeldingen ingevoegd en aangepast?
- Heb je gebruik gemaakt van de spellingcontrole en tekst vervangen?
- Heb je paginanummers en kopteksten toegevoegd?
- Heb je de tekst voorzien van koppen?
- Heb je een automatische inhoudsopgave toegevoegd?
Terugkijken
- Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Kan ik wat ik moet kunnen?
- Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
- Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer _ uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
- Inhoud
...
- Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
Extra: Handigheidjes
Vaardigheden: Handigheidjes
Hier vind je nog een extra oefening over handigheidjes voor Word.
Ga zelf (nog) eens op zoek naar de volgende functies en probeer
ze uit in Word:
1. Een opmerking in de tekst invoegen
2. Een eindnoot invoegen
3. Je tekst in kolommen verdelen
4. Een tabel in je tekst invoegen
5. Tekst doorstrepen
6. Op de tekst inzoomen