De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Alle boeken, films en andere media zijn te verdelen in fictie en non-fictie (non = niet). Dat lijkt een gemakkelijke verdeling, maar er zijn ook 'grensgevallen'.
Bedenk zelf maar eens een voorbeeld van een tekst of een film waarin verzonnen en niet-verzonnen onderdelen door elkaar worden gebruikt.
Media kan voorkomen in fictie of non-fictie. Maak de volgende oefening.
Stap 4: Fictie gebaseerd op feiten
Veel schrijvers van fictie gebruiken ware gebeurtenissen of feiten in hun verhaal.
Films en boeken zijn dan gebaseerd op ware gebeurtenissen.
Je ziet dit vaak terug in geschiedenisfilms en bij films over personen die echt (hebben) bestaan.
Oefening: Wel of niet gebaseerd op feiten?
0%
Je krijgt in deze oefening de namen van een aantal films te zien.
Welke films zijn gebaseerd op feiten en welke niet?
Als je een film niet kent, zoek dan informatie op internet.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat nu zelf een tekst schrijven over een onderwerp dat je interesseert.
Als je kiest voor eindopdracht A, dan kies je fictie.
Kies je fictie?
Dan moet je je fantasie gaan gebruiken!
Ga naar www.pixabay.com
Zoek een foto die je inspireert tot een mooi,
gek of spannend verhaal.
Kopieer de foto.
Plak hem in een nieuw document.
Sla het document op met de naam 'Fictie'.
Schrijf je verhaal.
Denk daarbij aan de volgende afspraken:
Geef het verhaal een titel.
Zorg voor een indeling in alinea's.
Maak goede zinnen en controleer de spelling.
Zorg dat je verhaal minimaal 1 A4 en maximaal 2 A4 lang is.
Beoordeling:
Je verhaal laat je beoordelen door je docent.
Je docent beoordeelt je verhaal op:
De inhoud: is het verhaal een goed voorbeeld van fictie?
Sluit het verhaal goed aan bij de gekozen afbeelding?
De omvang: is het verhaal niet groter dan 2 A4?
De vorm: is het verhaal netjes vormgegeven?
Taalfouten: bevat je verhaal niet teveel taalfouten?
Klaar?
Lever het document in bij je docent.
Je mag ook een combinatie maken van eindopdracht A en B.
Eindopdracht B: Non-fictie schrijven
Je gaat nu zelf een tekst schrijven over een onderwerp dat je interesseert.
Als je kiest voor eindopdracht B, kies je non-fictie.
Kies je non-fictie?
Dan ga je eerst informatie verzamelen.
Kies een onderwerp waarover je iets hebt te vertellen:
een plek, een film, een game, een sport, een hobby, een dier, een ster, een persoon
Bedenk wat je over dit onderwerp wilt vertellen.
Zoek aanvullende informatie.
Maak eerst een lijstje van dingen die je wilt vertellen.
Schrijf nu het artikel. Geef duidelijke informatie, één ding per alinea.
Maak goede zinnen en controleer de spelling
Onderstreep de feiten in in je artikel
Zorg dat je artikel minimaal 1 A4 en maximaal 2 A4 lang is.
Beoordeling
Je docent beoordeelt je verhaal op:
De inhoud: is het verhaal een goed voorbeeld van non-fictie?
Is het gebaseerd op de feiten in het genoemde artikel?
Zijn die feiten in de tekst onderstreept?
De omvang: is het verhaal niet groter dan 2 A4?
De vorm: is het verhaal netjes vormgegeven?
Taalfouten: bevat je verhaal niet teveel taalfouten?
Klaar?
Lever het document in bij je docent.
Je mag ook een combinatie maken van eindopdracht A en B.
Een artikel is een goede manier om informatie te presenteren of een gebeurtenis te beschrijven.
Terugkijken
Intro
Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
Was het door de video duidelijk wat fictie is of heb je dat tijdens de rest van de opdracht geleerd?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Kende je het verschil al tussen fictie en non-fictie?
Vond je het lastig om bij de verschillende media aan te geven wat fictie was?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht? Heb je gekozen voor fictie of non-fictie? Of misschien wel een combinatie van beide?
Kun je goed verhalen verzinnen?
Het arrangement Opdracht: Fictie - Wat is fictie? - vmbo-kgt12 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze opdracht hoort bij het thema 'Mijn dagelijkse schoolreis', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt12. In deze opdracht staat fictie centraal. In de subopdrachten wordt het verschil tussen fictie en non-fictie behandeld. Ook kan geoefend worden met het herkennen van fictie.
De opdracht wordt afgesloten met het schrijven van een fictie of non-fictie verhaal. Veel succes!
Deze opdracht hoort bij het thema 'Mijn dagelijkse schoolreis', en is onderdeel van de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Nederlands voor vmbo-kgt12. In deze opdracht staat fictie centraal. In de subopdrachten wordt het verschil tussen fictie en non-fictie behandeld. Ook kan geoefend worden met het herkennen van fictie.
De opdracht wordt afgesloten met het schrijven van een fictie of non-fictie verhaal. Veel succes!
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Wel of geen fictie?
Wel of niet gebaseerd op feiten?
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.