Hoofdstuk 1 MIG/MAG Lassen

Hoofdstuk 1 Mig/Mag Lassen

Mig/Mag lassen

MIG/MAG lassen Inleiding

Er bestaan verschillende soorten lasprocedé's. De correcte benaming is overigens MIG/MAG. Voorheen werd het vaak CO2 lassen genoemd. Apparatuur voor MIG lassen is voor de meesten onder ons wel betaalbaar en met een eenvoudige proplas-techniek kun je vrijwel al het werk aan je producten volgens de regelen der kunst uitvoeren.

MIG/MAG lassen is een vorm van booglassen. Met een (electrische) vlamboog verhitten we de plaats waar twee onderdelen met elkaar moeten worden verbonden. Op die plaats krijgen we daardoor een smeltbad (een plasje vloeibaar metaal) en als het materiaal is afgekoeld hebben we een verbinding. Bij het MIG/MAG lassen wordt extra materiaal toegevoerd in de vorm van een dunne metaaldraad dat op een rol in het lasapparaat aanwezig is.

Om te voorkomen dat het smeltbad onmiddelijk corrodeert (roest) wordt tijdens het lassen een gas over het smeltbad geblazen. Dit is een onbrandbaar (inert) gas, we noemen het dan ook een (be-)schermgas. De gasfles bij het MIG lassen dient dus een heel ander doel dan die bij het autogeen lassen waar het smelten van het metaal wordt bewerkstelligd met een hete gasvlam.

Hieronder wordt een nadere beschrijving gegeven van de apparatuur zoals die wordt gebruikt bij het MIG/MAG lassen.

MIG/Mag Lassen
MIG/Mag Lassen

Korte Instructie

De Mig/Mag installatie

De MIG/MAG installatie

De MIG/MAG installatie bestaat uit:

  • De stroombron.
  • De gasfles met drukregelaar.
  • Het draadaanvoermechanisme.
  • Het slangenpakket met laspistool.

De stroombron

De stroombron

Voor het MIG/MAG lassen hebben we gelijkstroom nodig. De stroom die uit het net komt is wisselstroom. Deze stroom moet met een transformator en gelijkrichter worden omgevormd. De transformator verlaagt de netspanning tot een veilige lasspanning.

De wisselspanning wordt daarna met halfgeleiders gelijkgericht. De stroomsterkte en spanning kunnen we instellen met regelingsknoppen. De lasstroom wordt bepaald door de snelheid van de draadaanvoer.

Op de stroombron vinden we de aansluitingen voor de las- en de werkstukkabel.

 

 

 

 

 

De gasfles met drukregelaar

In de gasfles zit het schermgas, dat de las beschermt tegen lucht uit de omgeving. Voor het lassen van staal gebruiken we meestal een mengsel van argon en koolzuur.

Dit heet dan MAG-lassen (Metal Active Gas). Het gas bestaat dan uit 80-85% argon en 15-20% koolzuur. Wanneer we alleen argon gebruiken, dan heet het MIG-lassen (Metal Inert Gas).

Het menggas zit met een druk van maximaal 200 bar als gas in de fles. De druk kun je aflezen op de gasdrukmeter. De drukregelaar zorgt ervoor, dat de gasdruk wordt verlaagd naar de werkdruk. Het gasverbruik kun je aflezen op een stromingsmeter. (bijv. 10 tot 12 l/min.)

 

Het draadaanvoermechanisme

De lasdraad zit op een haspel binnen in het apparaat. Het aanvoermechanisme zorgt voor een regelmatige draad toevoer van de haspel naar het laspistool (ook wel lastoorts genoemd).

De transportrollen trekken de draad van de haspel en duwen hem door het slangenpakket naar het laspistool. De snelheid waarmee dit gebeurt kunnen we instellen met een regelknop.

Bij eenvoudige toestelen geschiedt de aandrijving meestal met een enkele rol. Duurdere toestellen hebben meerdere aandrijfrollen waardoor de betrouwbaarheid beter is.

 

Het slangenpakket met laspistool

Door middel van een slangenpakket worden de lasstroom, de lasdraad, het schermgas (en eventueel de koelvloeistofslangen) naar de  lastoorts gevoerd.

In de toorts vindt via een contactbuisje de stroomoverdracht plaats op de lasdraad. In de handgreep zit een schakelaar waarmee de stroom wordt in- en uitgeschakeld.

Tevens wordt daamee de draaddoorvoer en de schermgastoevoer in- en uit geschakeld. Het gasmondstuk verdeelt het schermgas goed en regelmatig rond de vlamboog.

 

 

Instructie Mig/Mag Lassen

De lasdraad

De lasdraad bij MIG-MAG lassen is een belangrijk onderdeel van deze lasmethode.

 
De functies van de lasdraad zijn:
- Als lastoevoegmateriaal
- Overdracht van de stroom
 
Er zijn twee soorten draad:
- Massieve draden

-

 

 

Gevulde draden

 

Massieve draden

Meestal zullen wij massieve draad gebruiken. Ze worden in verschillende diameters geleverd. Iedere draaddiameter heeft een stroomgebied waarbinnen de draad verlasbaar is. Je moet de goede stroomsterkte bij de lasdraad kiezen (zie tabel).

 

 

Gevulde draden

Een gevulde draad bevat een holle kern met daarin een poeder. Dit poeder kan de functie van het schermgas overnemen. Sommige (goedkope) hobbyapparaten werken uitsluitend met gevulde draad en dus zonder gasfles. Er kan inderdaad mee worden gelast maar de resultaten zijn minder goed. We zullen het hier dan verder ook buiten beschouwing laten.

 

 

 

 

De snelheid van de draadaanvoer

Door de draadaanvoer snelheid te veranderen regel je tevens de stroomsterkte. Wanneer je de snelheid verhoogt, verhoog je tegelijkertijd ook de stroomsterkte.

Bij een hoge draadaanvoer snelheid ontstaat een diepe inbranding en hoge lasrups.

Als onderstaande fenomenen zich voordoen is de draadaanvoersnelheid te laag en dus de boogspanning te hoog:

  • Er vormen zich grove druppels
  • Bin onregelmatige boog
  • Bij grote spatten
  • Bij een "floppend" geluid

 

Als onderstaande fenomenen zich voordoen is de draadaanvoersnelheid te hoog en dus de boogspanning te laag:

  • Bij een stotende draad
  • Bij een onregelmatige boog
  • Bij spatten
  • Bij een knetterend geluid

De uitsteeklengte

De uitsteeklengte is de lengte van de draad die tijdens het lassen uit de contactbuis steekt.

Bij een grote uitsteeklengte vloeit er vanzelf minder stroom (er is een hogere weerstand). Er komt dus minder warmte vrij. Je hebt dan minder inbranding en wel kans op een poreuze las.

 

 

De afstand tussen de contactbuis

De contactbuisafstand is de afstand tussen de contactbuis en het werkstuk. Deze afstand is meestal 12 mm. Voor het maken van een gelijkmatige las moet de contactbuisafstand moet steeds even groot zijn.

Soms is het handig de contactbuisafstand wat te veranderen. Daardoor kunnen we tijdens het lassen meer of minder "warmte" aan de las geven

 

Toets

Toets Mig/Mag Lassen inleiding

Toets: Toets Mig/Mag Lassen Inleiding

Start

  • Het arrangement Hoofdstuk 1 MIG/MAG Lassen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteurs
    Ben Buijsrogge Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2015-05-20 12:06:03
    Licentie
    CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Mochten er vragen en/of opmerkingen zijn dan kunt u dit melden 

    door mij een mail te sturen

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    MBO, Niveau 2: Basisberoepsopleiding;
    Leerinhoud en doelen
    Techniek;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://youtu.be/S6ngfFTATfk
    https://youtu.be/S6ngfFTATfk
    Video
    https://youtu.be/3p14MxbGEK8
    https://youtu.be/3p14MxbGEK8
    Video
    https://youtu.be/mDZuC74utxo
    https://youtu.be/mDZuC74utxo
    Video