Door de draadaanvoer snelheid te veranderen regel je tevens de stroomsterkte. Wanneer je de snelheid verhoogt, verhoog je tegelijkertijd ook de stroomsterkte.
Bij een hoge draadaanvoer snelheid ontstaat een diepe inbranding en hoge lasrups.
Als onderstaande fenomenen zich voordoen is de draadaanvoersnelheid te laag en dus de boogspanning te hoog:
Als onderstaande fenomenen zich voordoen is de draadaanvoersnelheid te hoog en dus de boogspanning te laag: