In dit hoofdstuk zien we, hoe wij kunnen leren van de sporen, die mensen en dieren hebben achtergelaten. Elk spoor kan een bron van informatie zijn voor archeologen en historici; denk aan hunebedden en dagboeken.
In de tijd van Jagers en Boeren gaan we kijken naar het ontstaan van de wereld en de mens: de oerknal, de evolutietheorie van Darwin en het scheppingsverhaal van bijvoorbeeld Adam en Eva, wetenschap tegen geloof.
We leren over het leven van jagers en verzamelaars en de overgang naar het leven van mensen als boer met alle gevolgen van dien.
BASISSTOF
Aan de slag
In dit arrangement staat alle stof voor dit hoofdstuk. Je kunt via Magister in de studiewijzers in ELO zien, wat je af moet hebben voor een bepaalde datum.
De stof is verdeeld in drie delen:
De basisstof
De herhalingsstof
De verrijkingsstof
De leerstof staat voornamelijk in de digitale methoden van Geschiedeniswerkplaats en VO-content op jouw I-pad. De stof is aangevuld met opdrachten van de docent.
In de basisstof staan de onderwerpen, die je moet kennen aan het einde van dit hoofdstuk.Voor dit hoofdstuk kunnen jullie drie cijfers verdienen. Het eerste cijfer krijgen jullie voor jullie eigen levensverhaal. Het tweede cijfer verdienen jullie met een toets. Het laatse cijfer krijgen jullie voor jullie portfolio. Een portfolio is een overzicht van het door jullie gemaakte werk van dit hoofdstuk. Bij de portfolio horen de opdracht over jullie eigen leven, de toets en een aantal opdrachten naar keuze. Als jullie portfolio compleet is kunnen jullie daar het cijfer 8 mee verdienen. Om de punten voor deze opdrachten te krijgen, zullen deze wel voldoende of goed gemaakt moeten worden. Als je bepaalde onderwerpen moeilijk vindt of de docent denkt dat extra oefening nodig is, kan je deze extra leerstof vinden in de herhalingsstof.
Als je voortijdig klaar bent met de opdrachten uit de basisstof, mag jezelf een onderwerp uitkiezen, dat jou interesseert. In de verrijkingsstof ga je dieper in op bepaalde onderwerpen van het hoofdstuk. Je mag ook zelf een idee aandragen en dit met je docent bespreken.
Geschiedeniswerkplaats
Bij de basisstof van Geschiedeniswerkplaats horen de volgende vragen:
Introductie 1 t/m 3, pagina 6 werkboek
1.1 5 t/m 9
1.2 2/6/7/9
1.3 2/6/7/8
1.4 1 t/m 10
Tijdvak en Begrippen 1 t/m 3, pagina 18 werkboek
Test Jezelf 1 t/m 5, pagina 20 en 21 werkboek
Herhaling 1 t/m 14, pagina 22 en 23 werkboek
VAKVAARDIGHEDEN
Informatie over bronnen kunnen jullie vinden in het hoofdboek op pagina 129 onder de kopjes:
2. Bruikbare bronnen;
3. Informatie uit bronnen;
4. Informatie beoordelen
Open de link 'soorten bronnen' om de opdracht te kunnen maken. Lees de opdracht vanaf het begin en maak dan de opdrachten, die bij de 'Stappen' staan in een worddocument. Er zijn vier stappen. Lees goed wat je bij elke stap moet doen.
Jullie maken deze opdracht in tweetallen.
Jullie kunnen de opdracht inleveren via Magister/ opdrachten//soorten bronnen.
Tips voor het maken van een praktische opdracht, zoals een werkstuk of presentatie kan je vinden op de pagina's 127 en 128 van het hoofdboek van Geschiedeniswerkplaats.
D-toets betekent diagnostische toets. Door deze toetsen te maken, voordat jij de eindtoets krijgt aan het einde van het hoofdstuk, kan je er zelf achterkomen welke stof en vaardigheden jij beheerst en voor welke jij nog meer kan leren en oefenen.
DE D-TOETSEN KAN JE VINDEN OP WWW.SOCRATIVE.NL
OM DE D-TOETSEN TE KUNNEN MAKEN, VRAAG JE AAN DE DOCENT HET NUMMER VAN ZIJN 'ROOM'.
ALS DE DOCENT ZIJN/HAAR 'ROOM' HEEFT GEOPEND, KAN JE BEGINNEN AAN DE TOETSEN.
Er zijn voor dit hoofdstuk twee D-toetsen beschikbaar: een toets met open-vragen een een toets met vragen aan de hand van bronnen.
Open-vragen zijn vragen, waarbij jij zelf het antwoord zal moeten bedenken en formuleren.
Tips voor het maken van open-vragen:
lees de vraag goed en vraag jezelf af, wat er precies gevraagd wordt;
als je niet direct het antwoord weet, schrijf op een kladpapier de woorden, begrippen, personen, gebeurtenissen, landen, jaartallen op, die met de vraag te maken hebben en probeer dan tot een antwoord te komen.
beantwoord de vraag niet met een paar woorden, maar met hele zinnen door gebruik te maken van de vraag in jouw antwoord;
door met hele zinnen te antwoorden vergroot jij de kans, dat jouw antwoord duidelijk en volledig is.
Bronnen, die gebruikt worden bij vragen, zijn te onderscheiden in geschreven bronnen (tekstbronnen) en ongeschreven bronnen (beeldbronnen).
Tips voor maken van vragen aan de hand van geschreven bronnen (tekstbronnen):
Lees eerst het bijschrift, zodat jij weet uit welke tijd en welk tijdvak de bron komt;
Lees wie er in de bron aan het woord is of over wie het gaat; Let dan op naam, functie of de achtergrond (bijvoorbeeld Romein of senator of boer of revolutionair of priester) van de persoon. Hierdoor kan je vaak beter begrijpen, waarom iemand iets vindt.
Maak voor jezelf duidelijk over welk onderwerp de bron gaat of wat de mening is van de spreker in de bron.
Lees de vraag goed.
Maak voor jouw antwoord gebruik van de tekst zelf; gebruik een gedeelte van de tekst (een citaat) in jouw antwoord, als dat mogelijk is en leg uit in eigen woorden waarom dit hoort bij het antwoord.
beantwoord de vraag niet met een paar woorden, maar met hele zinnen door gebruik te maken van de vraag in jouw antwoord;
door met hele zinnen te antwoorden vergroot jij de kans, dat jouw antwoord duidelijk en volledig is.
Ongeschreven bronnen zijn te onderscheiden in spotprenten en foto's/tekeningen.
Een spotprent is een tekening, waarmee de spot wordt gedreven met een persoon, organisatie of land en waar de maker een mening laat zien.
Tips voor het maken van vragen aan de hand van spotprenten:
Lees eerst het bijschrift, zodat jij weet uit welke tijd en welk tijdvak de spotprent komt;
Lees wie de spotprent gemaakt heeft; let dan op naam of achtergrond (nationaliteit, politieke achtergrond) van de maker of krant/tijdschrift. Hierdoor kan je vaak beter begrijpen, waarom iemand iets vindt.
Maak voor jezelf duidelijk over welk onderwerp de bron gaat:
over welke gebeurtenis gaat het;
welke personen herken je;
kijken de personen blij, angstig of boos:
welke andere onderdelen (bijvoorbeeld gebouwen of voorwerpen) herken je;
welke symbolen worden gebruikt (bijvoorbeeld duif voor vrede of skelet voor de dood)
Welke tekst staat er in of bij de bron.
Nu kan je zien, wat voor mening de maker heeft over het onderwerp van de spotprent.
Lees de vraag goed.
Maak voor jouw antwoord gebruik van onderdelen van de spotprent en leg uit in eigen woorden waarom dit hoort bij het antwoord.
schrijf eventueel op een kladpapier, wat jezelf weet over het onderwerp van de spotprent.
beantwoord de vraag niet met een paar woorden, maar met hele zinnen door gebruik te maken van de vraag in jouw antwoord;
door met hele zinnen te antwoorden vergroot jij de kans, dat jouw antwoord duidelijk en volledig is.
Tips voor het maken van vragen aan de hand van foto's/tekeningen:
Lees eerst het bijschrift, zodat jij weet uit welke tijd en welk tijdvak de foto/tekening komt;
Maak voor jezelf duidelijk over welk persoon/gebeurtenisvoorwerp de foto/tekening gaat;
Lees de vraag goed.
Maak eventueel voor jouw antwoord gebruik van onderdelen van de foto/tekening en leg uit in eigen woorden waarom dit hoort bij het antwoord.
schrijf eventueel op een kladpapier, wat jezelf weet over het onderwerp van de spotprent.
beantwoord de vraag niet met een paar woorden, maar met hele zinnen door gebruik te maken van de vraag in jouw antwoord;
door met hele zinnen te antwoorden vergroot jij de kans, dat jouw antwoord duidelijk en volledig is.
Lesstof anders bekeken
YouTube
Levenswijze Jagers-Verzamelaars
Ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Ontstaan van de eerste steden
Lascaux rotstekeningen 1.1
Jagers en verzamelaars 1.2
Jagers en verzamelaars 1.2
De eerste boeren: verspreiding van de landbouw 1.3
De eerste boeren: verspreiding van de landbouw 2 1.3
Ontstaan van steden
VERRIJKINGSSTOF
Verrijkingsopdracht 1: 'Politieonderzoek Otzi'
Tips voor het maken van een Praktische opdracht, zoals een werkstuk of presentatie kan je vinden op de pagina's 127 en 128 van het hoofdboek van Geschiedeniswerkplaats.
Om de opdracht te maken open jij de link 'Politie-onderzoek naar de dood van Ötzi'. Lees de opdracht vanaf het begin en ga dan aan de slag met de drie stappen. In elke stap staat, wat jij moet doen. Maak de opdracht in een worddocument en lever deze in via Magister/berichten bij jouw docent.
Het arrangement Brugklas mavo-havo: Jagers en Boeren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Jankees den Otter
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2020-06-29 13:41:05
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.