Inleiding
In dit geschiedenishoofdstuk gaan we kijken naar de Koude Oorlog. Deze speelde zich af tussen 1945 en 1991. In 1945 is de Tweede Wereldoorlog afgelopen, maar is de wereld ook een stuk veiliger? 1945 staat voor het einde van een oorlog, maar ook voor het begin van de Koude Oorlog. In deze Koude Oorlog staan de spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet Unie centraal. Tot 1991 houden deze spanningen de wereld in bedwang.
Leerdoelen:
-
Ik kan uitleggen wat de spanningen zijn tussen de VS en de SU op economisch gebied.
-
Ik kan omschrijven wat het verschil is tussen het kapitalisme en het communisme, waarbij ik de begrippen planeconomie en vrije markt economie gebruik.
-
Ik kan uitleggen wat de spanningen zijn tussen de VS en de SU op politiek gebied, aan de hand van de begrippen democratie en dictatuur.
-
Ik kan uitleggen wat het IJzeren Gordijn is.
-
Ik kan uitleggen wat de Berlijnse Blokkade is.
-
Ik kan uitleggen wat de Berlijnse Blokkade met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de Korea Oorlog inhoud.
-
Ik kan uitleggen wat de Korea Oorlog met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de Vietnam Oorlog inhoud.
-
Ik kan uitleggen wat de Vietnam Oorlog met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de Cubacrisis is.
-
Ik kan uitleggen wat de Cubacrisis met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de begrippen perestrojka en glasnost betekenen.
-
Ik kan uitleggen wat de begrippen perestrojka en glasnost te maken hebben met het einde van de Koude Oorlog.
- Ik kan op een wereldkaart aanwijzen waar landen liggen waar conflicten waren tijdens de Koude Oorlog.
- Ik kan meerdere personen benoemen en beschrijven die betrokken waren bij de Koude Oorlog.
Opdracht: Maak een nieuw Word-document aan en noem dat de Koude Oorlog.
Video
Dit gehele hoofdstuk richt zich op de Koude Oorlog. Deze oorlog heeft zich afgespeeld tussen 1945 en 1991. Het bijzondere aan deze oorlog is dat de twee hoofdrolspelers nooit rechtstreeks tegen elkaar hebben gevochten. Toch heeft de wereld ongeveer 45 jaar in spanning gezeten: zal er dan toch een oorlog uitbreken tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Deze hele periode is kort samengevat in de Histoclip "Berlijn en de Koude Oorlog". Klik op de link hieronder en bekijk een samenvatting van dit hoofdstuk.
Histoclip: Berlijn en de Koude Oorlog
1. De VS tegen de SU
In paragraaf 1 kijken we naar de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Deze landen staan in de Koude Oorlog recht tegenover elkaar. In deze paragraaf leer je de volgende leerdoelen:
-
Ik kan uitleggen wat de spanningen zijn tussen de VS en de SU op economisch gebied.
-
Ik kan omschrijven wat het verschil is tussen het kapitalisme en het communisme, waarbij ik de begrippen planeconomie en vrije markt economie gebruik.
-
Ik kan uitleggen wat de spanningen zijn tussen de VS en de SU op politiek gebied, aan de hand van de begrippen democratie en dictatuur.
Tekst paragraaf 1
Van bondgenoot naar vijand
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het bondgenoten. De Verenigde Staten (VS) en de Sovjet-Unie (SU) werkten samen om nazi Duitsland te verslaan. Aan het einde van de oorlog werden deze twee landen gezien als de grote overwinnaars van de Tweede Wereldoorlog. Maar na deze oorlog veranderde deze samenwerking in een oorlog: De Koude Oorlog. Ook wel de oorlog zonder vechten. Er is namelijk tussen de VS en de SU nooit echt direct gevochten. Vandaar dat deze oorlog de Koude Oorlog heet, de wapens bleven koud.
Twee verschillende ideologieën
Een ideologie is een heel systeem van ideeën en opvattingen over hoe mensen met elkaar moeten omgaan, hoe de samenleving moet worden georganiseerd en hoe macht, kennis en bezit moet worden verdeeld.
De ideologie van de VS is het kapitalisme, waarin vrijheid van het individu erg belangrijk is. Een belangrijk kenmerk daarvan is het privébezit en het bestaan van verschillende klassen. Zo zijn er, om te beginnen, mensen met geld of ander eigendom en mensen zonder. Je mag eigendom hebben en dat eigendom inzetten om er geld mee te verdienen. Zo kun je een bedrijf beginnen, mensen voor je laten werken en winst maken. De overheid bemoeit zich daar zo weinig mogelijk mee. De vrije markt economie van vraag en aanbod regelt zelf voor de juiste prijzen en salarissen. Hiermee probeert de overheid ervoor te zorgen dat iedereen zijn eigen geld verdiend en zo voor zichzelf kan zorgen.
Lijnrecht daartegenover staat het communisme, waar gelijkheid en het behoren tot een groep belangrijk zijn. Een belangrijk kenmerk is dat privébezit zoveel mogelijk is uitgebannen. Een eigen bedrijf, een eigen boerderij of een eigen woning, dat kan niet meer. Bezit is gemeenschappelijk, het is van alle burgers. Het Centraal Comité van de communistische partij beslist daarover. Van bovenaf wordt vastgesteld wat er geproduceerd wordt, tegen welke prijzen en welk uurloon een arbeider verdient. De producten worden verkocht in staatswinkels of geëxporteerd via staatsbedrijven. Daarom noemt men de economie van de Sovjet-Unie een planeconomie. Alle inkomsten komen bij de overheid terecht. Met dit geld zorgt de overheid dat er voor alle mensen gezorgd wordt.
Democratie vs. dictatuur
Vanaf zijn ontstaan in 1776 is de VS een democratisch bestuurd land. Er zijn verschillende partijen en regelmatig kunnen de kiezers naar de stembus om hun stem uit te brengen. Het staat ook iedereen vrij om zelf een partij op te richten. De VS kent vrijheid van meningsuiting, dat wil zeggen dat je openlijk voor je mening uit mag komen zonder angst voor bestraffing.
Dat was anders in de Sovjet-Unie. In 1922 werd het land geleid door Lenin, die al snel het democratisch centralisme invoerde. Dat wil zeggen dat binnen het Centraal Comité met meerderheid genomen beslissingen door de minderheid niet meer mochten worden bestreden. Dat heeft de weg vrijgemaakt voor de dictatuur van zijn opvolger, Jozef Stalin. Wie het niet met de leiding eens was, kon uit de partij worden verwijderd of, zoals later heel gewoon werd, verdween in een strafkamp.
Video's paragraaf 1
Kapitalisme vs. Communisme
Opdrachten paragraaf 1
Opdracht 1A:
Kopieer het schema naar je Word document en vul hem in.
Je hebt de keuze uit:
Communisme - Kapitalisme - Vrije markt economie - Planeconomie - De overheid regelt zo min mogelijk - De overheid regelt alles - De overheid is belangrijk, mensen moeten hier veel geld aan betalen - De winst die je maakt mag je zelf houden - De overheid zorgt voor alle mensen - Mensen kunnen voor zichzelf zorgen - Democratie - Dictatuur - Mensen mogen stemmen op verschillende partijen - Er is één partij waarop je kunt stemmen
Verenigde Staten |
Sovjet-Unie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 1B:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Koude oorlog |
|
Kapitalisme |
|
Vrij markt economie |
|
Communisme |
|
Planeconomie |
|
Democratie |
|
Dictatuur |
|
Opdracht 1C:
Lees de volgende zinnen en kies het juiste antwoord:
Stelling I: De kans was groot dat in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie het communisme werd ingevoerd.
Stelling II: De Verenigde Staten en Groot-Brittannië konden er niet veel aan doen dat de Sovjets steeds machtiger werden in Oost-Europa.
A. Stelling I is juist.
B. Stelling II is juist.
C. Beide zijn juist.
D. Beide zijn onjuist.
Opdracht 1D:
Neem de volgende zinnen over in je word-document. Achter de zin zet je neer waar of niet waar.
a. In een planeconomie bepaalt de overheid wat er aan producten gemaakt wordt.
b. In een planeconomie kan iedereen een bedrijf beginnen.
c. In een planeconomie zijn alle fabrieken in handen van de overheid.
d. In een planeconomie kan het voorkomen dat van sommige producten teveel geproduceerd wordt en van andere producten te weinig.
e. In een vrije markt economie bepaalt de overheid wat er aan producten gemaakt wordt.
f. In een vrije markt economie kan iedereen een bedrijf beginnen.
g. In een vrije markt economie zijn alle fabrieken in handen van de overheid.
h. Als in vrije markt economie van een product teveel geproduceerd wordt, daalt de prijs van dat product.
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
2. Het IJzeren Gordijn
In deze paragraaf werk je aan één leerdoel:
1. Ik kan uitleggen wat het IJzeren Gordijn is.
Tekst paragraaf 2
Scheiding tussen Oost en West
De rol van Europa was na de Tweede Wereldoorlog uitgespeeld. Het eens zo machtige continent was volledig afhankelijk van haar bevrijders. Oost-Europa kwam onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie en West-Europa werd voor haar veiligheid sterk afhankelijk van de Verenigde Staten.
Je ziet hiernaast de lachende gezichten van de wereldleiders Stalin van de Sovjet-Unie, Roosevelt van de Verenigde Staten en Churchill van Engeland net voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. De ontspannen sfeer op de conferentie van Jalta in februari 1945 was schijn. Het wederzijdse wantrouwen was toen al groot. Er werden pogingen gedaan om afspraken te maken over de toekomst van Europa. Toen de oorlog voorbij was sprak de Engelse premier Winston Churchill voor het eerst over het IJzeren gordijn in Oost-Europa. De scheiding tussen Oost en West Europa.
Het IJzeren Gordijn:
Containment
De Amerikaanse president Harry S. Truman wilde elk land dat werd bedreigd door het communisme, militair steunen. Hij wilde de bewegingsruimte van communistische landen zoveel mogelijk inperken. Die politiek werd containment, ofwel indamming, genoemd. Toen in 1946 de communisten in Griekenland aan de macht dreigden te komen legde Truman uit aan het Amerikaanse congres wat hij van plan was. Minister van Buitenlandse Zaken George Marshall van de VS ontwierp in 1947 een economisch steunplan voor Europa. Meer welvaart in Europa zou voorkomen dat de bevolking voor het communisme zou kiezen. Een snelle wederopbouw werd als gunstig gezien voor de democratie in Europa. Dat de Amerikaanse industrie haar producten beter zou kunnen verkopen in een snel heropgebouwd Europa was voordelig.
Sovjetleider Stalin stelde een verbod op Oost-Europese deelname aan het Marshallplan. Het was volgens hem een kapitalistische poging om invloed te krijgen in landen die Stalin juist zelf wilde controleren. Door het Marshallplan ging de wederopbouw in West-Europa sneller. De verhouding tussen Oost en West werd echter steeds grimmiger.
Wapenwedloop
Een belangrijk kenmerk van de Koude Oorlog is de wapenwedloop tussen de twee supermachten, de VS en de SU. Er was voortdurend de angst dat de tegenstander meer en betere wapens bezat. Daarom werd er veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van nucleaire wapens. Herhaaldelijk leefde de wereldbevolking bij dreigende conflicten in grote angst voor een allesvernietigende oorlog. De Verenigde Staten riep in 1949 een militaire bondgenootschap met West-Europa in het leven, de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). Enkele jaren later organiseerde Chroesjtsjov, de opvolger van Stalin, alle Oost-Europese landen in een militair bondgenootschap: het Warschaupact.
Groen = NAVO landen Oranje = Warschaupact
Video's paragraaf 2
Opdrachten paragraaf 2
Opdracht 1A:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
IJzeren Gordijn |
|
Containment |
|
Marshallplan |
|
Wapenwedloop |
|
NAVO |
|
Warschaupact |
|
Opdracht 1B:
Kopieer de vragen en de antwoorden in je Word document. Maak het juiste antwoord dik gedrukt.
1. Wie was Harry Truman?
A. Leider van de Sovjet-Unie
B. Premier van Groot-Brittannië
C. Premier van Nederland
D. President van de Verenigde Staten
2. Een doctrine is een manier waarop mensen te werk gaan. Met de Trumandoctrine wordt er gesproken over de manier waarop Truman het communisme wilde aanpakken.
Wat hield deze manier in?
A. Truman wilde alle landen die dreigden communistisch te worden militair steunen.
B. Truman wilde de Sovjet-Unie aanvallen om zo van het communisme af te komen.
C. Truman wilde alle landen die communistisch waren hulp geven in de vorm van geld.
D. Truman wilde de Sovjet-Unie militair steunen, om zo het communisme in te dammen.
3. Door andere landen te helpen het communisme buiten de deur te houden, wilde Truman het communisme indammen.
Met welk woord wordt deze politiek ook wel beschreven?
A. Container
B. Containment
C. Kapitalisme
D. Kapitalistisch
4. Het Marshallplan is vernoemd na de Amerikaan George Marshall, wat was zijn functie toen hij dit plan bedacht?
A. President van de Verenigde Staten
B. Minister van Economische Zaken in de Verenigde Staten
C. Minister van Buitenlandse Zaken in de Verenigde Staten
5. Wat voor een plan bedacht Marshall?
A. Een plan om de economie van Europa te steunen
B. Een plan om Oost-Europa terug te winnen voor de Verenigde Staten.
C. Een plan om de Sovjet-Unie aan te pakken, en het communisme terug te dringen.
6. Wat hoopten de Verenigde Staten door middel van deze hulp te bereiken?
A. Dat er meer welvaart in Europa zou komen.
B. Dat door deze welvaart Europa voor het communisme zou kiezen.
C. Dat de houding tussen Oost en West grimmiger zou worden.
7. Ook de landen uit Oost-Europa mochten meedoen met het Marshallplan. Maar van de leider van de Sovjet-Unie, Stalin, mocht dit niet.
Waarom wilde hij dit niet?
A. Hij wilde zelf de wederopbouw van deze landen controleren, en het ‘kapitalisme’ hierop geen invloed laten uitoefenen.
B. Hij wilde dat de wederopbouw in West-Europa sneller zou verlopen, om zo een grimmige sfeer te maken.
8. Waarom investeerden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie veel geld in de ontwikkeling van nucleaire (atoom) wapens?
A. Er was geld over van de Marshallhulp, dus gingen ze er wapens mee bouwen.
B. Zij waren bang dat de ander over meer en betere wapens beschikten dan zij.
C. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren zij door hun wapens heen geraakt, er moesten nieuwe gemaakt worden.
9. Wat had deze wapenwedloop met zulke gevaarlijke wapens tot gevolg voor de wereldbevolking?
A. Deze was bang dat er oorlog zou komen tussen beide landen, en dat de hele wereld dan door deze raketten vernietigd zou worden.
B. Deze was bang dat Nova Zembla zou worden vernietigd door een raketoefening.
10. In 1949 werd de NAVO opgericht. De landen die meededen beloofden elkaar te helpen wanneer één van de leden zou worden aangevallen.
Wat betekent NAVO?
A. Noord-Amerikaanse Verdragsorganisatie
B. Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.
11. Met wat reageerde de Sovjet-Unie op de oprichting van de NAVO?
A. Met de oprichting van een militaire bondgenootschap: het Warschaupact.
B. Met het binnenvallen van Tsjecho-Slowakije.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
3. Conflicten in de Koude Oorlog
De Koude Oorlog staat erom bekend dat de wapens "koud" bleven. Een aantal keer liepen de spanningen tussen de VS en de SU er hoog op. Soms zelf zo hoog dat men bang was voor een derde wereldoorlog.
Bij deze stap gaan we het hebben over vier conflicten tijdens de Koude Oorlog.
-
Ik kan uitleggen wat de Berlijnse Blokkade is.
-
Ik kan uitleggen wat de Berlijnse Blokkade met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de Korea Oorlog inhoud.
-
Ik kan uitleggen wat de Korea Oorlog met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de Vietnam Oorlog inhoud.
-
Ik kan uitleggen wat de Vietnam Oorlog met de Koude Oorlog te maken heeft.
-
Ik kan uitleggen wat de Cubacrisis is.
-
Ik kan uitleggen wat de Cubacrisis met de Koude Oorlog te maken heeft.
Conflict 1: Berlijnse blokkade
Duitsland verdeelt
Duitsland werd na de Tweede Wererloorlog verdeeld in vier bezettingszones: een Amerikaanse, een Britse, een Franse en een Sovjet-Russische zone. Berlijn, de hoofdstad van Duitsland, lag binnen de Russische zone, maar was ook verdeeld in vier zones. Dat hadden de geallieerden zo afgesproken.
De Berlijnse blokkade (1948 - 1949)
De VS onder Truman wilden na de oorlog een snelle wederopbouw van Duitsland. De Sovjet Unie onder Stalin wilde dat juist voorkomen. Om de economie te stimuleren voerden de VS, Groot Brittannië en Frankrijk in hun zones de Duitse mark in. De Sovjet Unie weigerde dit ook te doen en sloten de Sovjet-zone, ofwel Oost-Duitsland af van de rest van Duitsland. De stad Berlijn was ook verdeeld in 4 zones en raakte geïsoleerd. De VS organiseerden een luchtbrug van vliegtuigen die de stad dag en nacht konden bevoorraden.
Bekijk het filmpje over de luchtbrug:
Na een jaar werd de blokkade door de Sovjet Unie beëindigd en was de stad weer over de weg bereikbaar.
Ondertussen was Duitsland wel verdeeld in twee landen West-Duitsland (Bond Republiek Duitsland, BRD) en Oost-Duitsland (Duitse Democratische Republiek, DDR).
Opdracht 1A:
Hieronder zie je een puzzel, zet de antwoorden van de vragen in de puzzel, onder de pijl komt de naam te staan van het Berlijnse vliegveld.
Kopieer de puzzel naar paint, vul hem daar in. Kopieer het ingevulde schema weer naar je Word document.
-
Leider van de Sovjet-Unie.
-
Hoe noemen we een gebied waarover een van de Geallieerden landen de baas werd.
-
Welk geld werd er in de westelijke gedeeltes van Duitsland ingevoerd.
-
Waarvoor staat de “R” in BRD?
-
Met welk vervoersmiddel werd West-Berlijn tijdens de blokkade voorzien van goederen?
-
De reactie van Stalin op het geld in de westelijke gedeeltes.
-
Vliegtuigverbinding van enkele steden in het westen van Duitsland naar Berlijn.
-
Een andere naam voor Rusland.
-
De landen die bij het westelijke gedeelte hoorden zijn: de VS, Engeland en…
De naam van het vliegveld in Berlijn is: ………………………………………
P.S.: de ‘ij’ schrijven we als één letter.
Opdracht 1B:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Luchtbrug |
|
Berlijnse Blokkade |
|
Bezettingszone |
|
BRD |
|
DDR |
|
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
Conflict 2: Korea oorlog
De Korea oorlog (1950 - 1953)
Korea was na de Tweede Wereldoorlog verdeeld in een Noordelijk en Zuidelijk deel. Noord-Korea werd bezet door de Sovjet Unie en Zuid-Korea door de VS. Toen de bezetting afliep in 1950 kreeg het Noorden een communistische regering met steun van de Sovjet-Unie. Het Zuiden werd kapitalistisch. Vervolgens viel Noord-Korea het Zuiden aan, zij wilde van Korea een communistisch land maken. De VS en troepen uit vijftien andere landen gaven militaire steun aan Zuid-Korea om dit te verkomen. Toen ook het communistische China zich met de oorlog bemoeide en het Noorden ging steunen, opperde de Amerikaanse generaal MacArthur het gebruik van de atoombom. President Truman zag daarin geen oplossing. In 1953 kwam het tot een wapenstilstand. Deze wapenstilstand is tot op de dag van vandaag nog steeds van kracht.
Opdracht 1A:
Hieronder zeven gebeurtenissen die te maken hebben met de Korea-oorlog.
De gebeurtenissen staan niet in de juiste volgorde.
Zet deze in de juiste volgorde.
- Na WOII was Korea in twee delen verdeeld: Noord en Zuid Korea.
- In 1950 liep de bezetting door de SU en de VS af.
- Noord-Korea was bezet door de SU, Zuid-Korea was bezet door de VS.
- Noord-Korea krijgt een communistische regering.
- Communistisch China bemoeit zich met de oorlog.
- Noord-Korea viel Zuid-Korea aan.
- Er wordt een wapenstilstand gesloten.
Opdracht 1B:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
Conflict 3: Vietnam oorlog
De Vietnam oorlog (1957 - 1975)
De oorlog in Vietnam was een strijd van het leger van de VS tegen communistische strijders van Noord-Vietnam. De VS wilde voorkomen dat Zuid-Vietnam in communistische handen viel. De Amerikanen waren bang dat dan meer landen in de regio zouden volgen. In 1957 braken er openlijke gevechten uit tussen het communistische Noord-Vietnam en het Westerse Zuid-Vietnam. Geleidelijk aan raakten de Amerikanen steeds meer bij de militaire strijd betrokken. Op het hoogtepunt van de oorlog in 1969 zaten er ruim een half miljoen Amerikaanse soldaten in het oorlogsgebied. Het leger wist de guerrillaoorlog tegen de communistische Vietcong-strijders niet te winnen.
De oorlog leidde tot veel protesten in het Westen tegen Amerika. Dit kwam omdat over de oorlog veel verslag werd gedaan en iedereen via de media alles over de oorlog kon lezen en zien. De VS gebruikte wrede wapens zoals de napalmbommen. Als deze bommen ontploffen en dan komt er een giftige gas vrij die als je ermee in aanraking komt alles weg vreet. Dit veroorzaakt brandwonden. Een van de meest bekende foto's is die van het meisje Kim Phuc. Haar dorpje werd getroffen door napalmbommen.
Opdracht 1A:
Kopieer de vragen en de antwoorden in je Word document. Maak het juiste antwoord dik gedrukt.
1. Ook Vietnam was verdeeld in een noordelijk en een zuidelijk deel. Hoe zat deze verdeling in elkaar?
A. Heel Vietnam was communistisch, maar de Amerikanen veroverden een deel in het zuiden.
B. Het noordelijke deel was onder invloed van de Westerse landen, het zuidelijke deel was communistisch.
C. Het noordelijke deel was communistisch, het zuidelijk deel was onder invloed van de Westerse landen.
2. Waarom wilden de Amerikanen voorkomen dat Noord-Vietnam het zuidelijke deel veroverde?
A. Zij waren bang dat wanneer heel Vietnam communistisch zou zijn, er meer landen in de regio zouden volgen.
B. Zij wilden ervoor zorgen dat Noord-Vietnam kapitalistisch werd, en dat er dan meer landen in de regio zouden volgen.
C. Zij wilden dat Vietnam niet één land werd, zodat zij geen bedreiging meer vormen in de regio.
3. Hoeveel Amerikaanse militairen zaten er op het hoogtepunt van de oorlog in Vietnam?
A. 10.000
B. 50.000
C. 500.000
4. Waar of niet waar?
De belangrijkste tegenstanders van de Amerikanen waren de communistische Vietcong-strijders.
B. niet waar
5. Wat voor gevolg had deze oorlog in de Verenigde Staten?
A. De oorlog leidde tot veel protesten in de Verenigde Staten.
B. De oorlog leidde tot veel steun voor de militairen.
C. De oorlog leidde tot een grotere afkeer van het communisme.
|
|
|
|
|
Opdracht 1B:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
Conflict 4: Cuba crisis
De Cuba crisis (1962)
In 1959 kwam Cuba in de invloedssfeer van de Sovjet-Unie terecht. Dat kwam omdat de Cubaanse dictator, die goede relaties met de VS onderhield, werd verdreven door communisten onder leiding van Fidel Castro.
De Verenigde Staten riepen kort daarna een handelsembargo af over Cuba. Dat wil zeggen dat Amerikaanse bedrijven geen zaken meer mochten doen in of met Cuba. Zo werd in 1960 de import van suiker uit Cuba gehalveerd.
De Sovjet-Unie sprong in dat gat en steunde Cuba. Voor de Russen was Cuba, zo dicht bij de Verenigde Staten, een prachtige aanvalspositie. In ruil voor de Sovjetsteun liet Cuba toe dat de Sovjet-Unie kernraketten plaatste en lanceerinrichtingen bouwde.
De Sovjet-Unie had twee redenen om kernraketten in Cuba te plaatsen:
1. De VS had kernraketten geplaatst in Engeland, Italië en Turkije, gericht op de Sovjet-Unie. De raketten op Cuba herstelden het evenwicht.
2. De Sovjet-Unie wilde voorkomen dat de VS Cuba zou aanvallen.
De VS ontdekte waar Cuba en de Sovjet-Unie mee bezig waren en wilde dit tegenhouden. De VS zette een blokkade met schepen op rondom Cuba. Niemand mocht er door en vooral de Sovjetschepen niet. De wereld stond in oktober 1962 enkele dagen op het randje van een Derde Wereldoorlog. De Sovjetschepen, met daar aan boord kernrakketen naderde Cuba.
Uiteindelijk wilde de Sovjet-Unie de confrontatie met de VS niet uit de hand laten lopen. De atoommachten moesten zien te voorkomen dat het ooit weer zo dreigend werd als tijdens de Cubacrisis. Dus werd het tijd voor verzoening.
Zo beloofde de VS de Sovjet-Unie Cuba niet aan te vallen en zijn kernraketten uit Turkije weg te halen. In ruil hiervoor beloofde de Sovjet-Unie de VS al zijn kernraketten uit Cuba te verwijderen en geen nieuwe meer te plaatsen. Kennedy ,de president van Amerika, en Chroesjtsjov, de dictator van de Sovjet-Unie, (en hun opvolgers) proberen te voorkomen dat er een atoomoorlog uitbreekt.
Opdracht 1A:
Je maakt een stripverhaal. Hierin verwerk je de volgende elementen:
- de Cubacrisis,
- de wapenwedloop tussen de VS en de SU
- de toenadering tussen de kernmachten en de afspraken om de situatie te ontspannen.
Je maakt het stripverhaal op een blaadje. Gooi hem niet weg, want je docent moet hem controleren!
Opdracht 1B:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
Opdracht conflicten
Over de conflicten maak je een opdracht die alle conflicten omvat.
Vraag aan de docent een kaart van de wereld.
Op de kaart ga je Duitsland, Korea, Vietnam en Cuba inkleuren.
Schrijf bij alle landen een klein tekstje over het conflict dat zich daar tijdens de Koude Oorlog heeft afgespeeld.
Laat de kaart en de tekstjes zien aan een klasgenoot.
Vraag om feedback. Geef zelf feedback op het product van de klasgenoot.
Let hierbij op:
- Staan alle landen op de kaart?
- Kloppen de stukjes tekst bij de landen?
- Is de kaart netjes vormgegeven.
- Bevatten de tekstjes niet teveel taalfouten?
Klaar?
Laat het product beoordelen door jullie docent.
Jullie docent gebruikt bij de beoordeling de volgende rubric, zorg er daarom voor dat dit er allemaal in staat:
|
Expert |
Gevorderd |
Beginner |
Tijd |
Je hebt de opdracht ruim om tijd af, waardoor je docent nog feedback kan geven en jij nog zaken kan verbeteren. |
Je hebt de opdracht op de deadline af. Je hebt geen tijd meer voor verbeteringen. |
De opdracht is niet op tijd af. |
Landen |
Alle vier de landen zijn in verschillende kleuren ingekleurd en in een legenda staat aangegeven om welk land het gaat. |
Alle vier de landen zijn in verschillende kleuren ingekleurd. |
Alle vier de landen zijn ingekleurd. |
Tekst |
Er staat per land een tekst van ongeveer 80 woorden. |
Er staat per land een tekst van ongeveer 60 woorden. |
Er staat per land een tekst van ongeveer 40 woorden. |
Inhoud |
De inhoud van de tekst komt van de website en daarnaast heb je verdiepende informatie van vier bronnen (noteer deze bronnen). |
De inhoud van de tekst komt van de website en daarnaast heb je verdiepende informatie van twee bronnen (noteer deze bronnen). |
De inhoud van de tekst komt alleen van de website. |
Spelling |
Er zitten geen spel- en taalfouten in je tekst. |
Er zitten niet meer dan drie spel- en taalfouten in je tekst. |
Er zitten meer dan drie spel- en taalfouten in je tekst. |
Lay-out |
Het is super netjes. Je hebt tijd en aandacht geschonken aan hoe de opdracht eruit ziet. Het is mooi versierd en de versiering voegt ook iets toe. |
Het ziet er goed uit. Alles van de opdracht staat erin. |
Het is slordig, je hebt geen en aandacht geschonken aan hoe de opdracht eruit ziet. Er ontbreken stukjes van de opdracht. |
4. Einde van de Koude Oorlog
Tijdens deze paragraaf werken we aan de volgende leerdoelen:
-
Ik kan uitleggen wat de begrippen perestrojka en glasnost betekenen.
-
Ik kan uitleggen wat de begrippen perestrojka en glasnost te maken hebben met het einde van de Koude Oorlog.
Tekst paragraaf 4
De Koude Oorlog eindigde met de val van de Berlijnse muur in 1989. Daar ging natuurlijk wel het een en ander aan vooraf:
De Sovjet-Unie stond toen onder leiding van Gorbatsjov (1985-1989). Die kreeg bij zijn aantreden in 1985 te maken met een slechte economie. In de Sovjeteconomie lag jarenlang het accent op de zware industrie. De opbrengsten in de landbouw waren laag en er was een te kort aan consumptiegoederen. De levensstandaard in de Sovjet-Unie was laag, arm. Gorbatsjov wilde het land er weer bovenop krijgen, vandaar dat hij glasnost en perestrojka doorvoerde.
Glasnost en perestrojka
Om te voorkomen dat de economie volledig vast zou lopen, begon Michail Gorbatsjov, in 1985 met een reeks economische hervormingen. Hij gebruikte daar de term ‘perestrojka’ voor. Perestrojka zou je kunnen vertalen als herstructurering, verandering of revolutie. Gorbatsjov ’s doel was het verbeteren van het communistische systeem. Door zijn perestrojka mochten bedrijven producten maken en verkopen die beter aansloten bij wat de Russische consumenten wilden hebben. Bedrijven kregen meer vrijheid voor nieuwe ideeën en hoefden zich niet meer tot in details te houden aan de planeconomie. Bedrijven mochten ook samenwerken met buitenlandse partners. De hervormingen betroffen niet alleen de economie, maar ook de politiek. Gorbatsjov gebruikte daar vooral de term ‘glasnost’ voor: openheid. Naast glasnost sprak hij ook over ‘demokratizatsiya’, democratisering. Daarmee bedoelde hij dat de Russische kiezers uit meerdere kandidaten konden kiezen voor de gemeenteraden en het parlement (niet: kiezen uit meerdere partijen!). Deze openheid had grote gevolgen voor de contacten met het buitenland en voor de Russische burgers zelf. Door perestrojka en glasnost van Gorbatsjov verbeterden de relaties met de Verenigde Staten flink, helemaal toen Gorbatsjov en de Amerikaanse president Reagan een eerste wapenakkoord sloten. Voor zijn inspanningen kreeg Gorbatsjov in 1990 de Nobelprijs voor de Vrede.
In 1991 werd het Warschaupact opgeheven en was de Koude Oorlog uiteindelijk voorbij. Ook de Sovjet-Unie zelf hield op te bestaan en viel in delen uiteen. Het land werd weer Rusland genoemd.
Video's paragraaf 4
Val van de Berlijnse Muur
Opdrachten paragraaf 4
Opdracht 1A:
Bekijk het filmpje over de val van Berlijnse muur en geef antwoord in je Word document op de volgende vragen:
Kopieer deze vragen in je word-document en zet de antwoorden eronder.
1. Waarom gingen de mensen in Oost-Duitsland protesteren?
2. Wat was de reactie van Gorbatsjov op deze protesten?
3. Wat is het gevolg van de protesten?
4. Op welke datum ging de grens weer open?
Opdracht 1B:
Kopieer het schema naar je Word document en vul achter de begrippen de betekenis in.
Berlijnse muur |
|
Glasnost |
|
perestrojka |
|
Opdracht 1C:
Noteer de antwoorden van de volgende vragen in je Word-document.
Hoe heette de laatste leider van de Sovjet-Unie?
a. Chroesjtsjov
b. Jeltsin
c. Gorbatsjov
d. Stalin
Gorbatsjov kreeg te maken met problemen in de economie. In de Sovjet-Unie maakte men vooral spullen in de 'zware industrie'. Wat is zware industrie?
a. Grote machines en wapens.
b. Graan, vlees en vis.
c. Kleding.
Opdracht 2:
Je maakt over deze paragraaf een samenvatting.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is:
- een verkorte weergave ...
- in eigen woorden ...
- van de hoofdzaken ...
- van de oorspronkelijke leerstof.
Hoe maak je een samenvatting?
- Maak onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken. Wat de hoofdzaken zijn hangt af van je leerdoel en van wat je al weet. Om de hoofdzaken te kunnen onderscheiden moet je kritisch denken over de leerstof aan de hand van de vragen die je jezelf hebt gesteld of die gesteld zijn via de huiswerkopdrachten. Huiswerk maken is dus belangrijk: hiermee wordt duidelijk wat belangrijk is. De hoofdzaken verwerk je in de samenvatting, de bijzaken laat je weg. Durf te selecteren. Juist het niet onderscheiden van hoofd- en bijzaken is er de oorzaak van dat je de grote hoeveelheid onsamenhangende informatie snel vergeet.
- Maak gebruik van de structuur in de leerstof. Vaak kun je die structuur overnemen in de samenvatting. Je kunt hier bijvoorbeeld een tijdbalk maken: schrijf alle jaartallen die in de tekst genoemd worden op en noteer daarachter wat er in dat jaar/moment gebeurd is. Hierdoor krijg je in- en overzicht over de te behandelen stof.
- Formuleer de samenvatting in je eigen woorden. Daarmee dwing je jezelf om de leerstof te lezen, verwerken en begrijpen en je legt zo verbanden met kennis die je al hebt. Het is veel minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen.
5. Afronden
Als laatste maak je een aantal afrondingsopdrachten. Voor deze opdrachten kijk je nog eens terug op wat je allemaal geleerd hebt. Om de opdrachten te kunnen maken moet je daarom af en toe nog even terug gaan en de teksten doorlezen.
Opdracht 1:
Zoek van de volgende jaartallen op wat er is gebeurd. Kopieer de jaartallen naar je Word document en schrijf er achter wat er gebeurd is.
- 1945
- 1947
- 1948 - 1949
- 1949
- 1949 (Er zijn twee gebeurtenissen in 1949)
- 1950 - 1953
- 1957 - 1975
- 1962
- 1985
- 1989
- 1991
Opdracht 2:
Maak in je Word document een college over de koude oorlog. Je collage moet tenminste zeven afbeeldingen hebben.
Opdracht 3:
Kopier de leerdoelen naar je Word document en geef antwoord op de leerdoelen:
- Je kan uitleggen wat de spanningen zijn tussen de VS en de SU op economisch gebied.
-
Je kan omschrijven wat het verschil is tussen het kapitalisme en het communisme, waarbij je de begrippen planeconomie en vrije markt economie gebruikt.
-
Je kan uitleggen wat de spanningen zijn tussen de VS en de SU op politiek gebied.
-
Je kan uitleggen wat het IJzeren Gordijn is.
-
Je kan uitleggen wat de Berlijnse Blokkade is en wat deze te maken heeft met de Koude Oorlog.
-
Je kan uitleggen wat de Korea Oorlog is en wat deze te maken heeft met de Koude Oorlog.
-
Je kan uitleggen wat de Vietnam Oorlog is en wat deze te maken heeft met de Koude Oorlog.
-
Je kan uitleggen wat de Cubacrisis is en wat deze te maken heeft met de Koude Oorlog.
-
Je kan uitleggen wat de begrippen perestrojka en glasnost betekenen en wat deze begrippen te maken hebben met het einde van de Koude Oorlog.
Opdracht 4
Je gaat een smoelenboek maken over de personen die je dit hoofdstuk bent tegen gekomen. Hierbij noteer je natuurlijk de persoonlijke gegevens van deze persoon maar ook wat zijn of haar rol was tijdens de koude oorlog.
|
Expert |
Gevorderd |
Beginner |
Tijd |
Je hebt de opdracht ruim om tijd af, waardoor je docent nog feedback kan geven en jij nog zaken kan verbeteren. |
Je hebt de opdracht op de deadline af. Je hebt geen tijd meer voor verbeteringen. |
De opdracht is niet op tijd af. |
Aantal |
Er zijn twaalf personen in je smoelenboek verwerkt. |
Er zijn acht personen in je smoelenboek verwerkt. |
Er zijn vier personen in je smoelenboek verwerkt. |
Persoonlijke gegevens |
De volledige naam, geboortedatum, sterfdatum, woonplaats, het beroep, familieleden en opleidingen zijn genoteerd. |
De volledige naam, geboortedatum, sterfdatum, woonplaats en het beroep zijn genoteerd. |
De volledige naam, geboortedatum en sterfdatum zijn genoteerd. |
Rol tijdens de Koude Oorlog |
Je hebt in ongeveer 60 woorden omschreven wat de rol was van de persoon tijdens de Koude Oorlog. |
Je hebt in ongeveer 40 woorden omschreven wat de rol was van de persoon tijdens de Koude Oorlog. |
Je hebt in ongeveer 20 woorden omschreven wat de rol was van de persoon tijdens de Koude Oorlog. |
Afbeelding |
Er staan drie verschillende afbeeldingen, zoals spotprenten of actie foto's die van toepassing zijn op de rol van de persoon tijdens de Koude Oorlog. |
Er staan twee verschillende afbeeldingen, zoals spotprenten of actie foto's die van toepassing zijn op de rol van de persoon tijdens de Koude Oorlog. |
Er staat één afbeelding van de persoon. |
Spelling |
Er zitten geen spel- en taalfouten in. |
Er zitten niet meer dan drie spel- en taalfouten in. |
Er zitten meer dan drie spel- en taalfouten in. |
Lay-out |
Het is super netjes. Je hebt tijd en aandacht geschonken aan hoe de opdracht eruit ziet. Het is mooi versierd en de versiering voegt ook iets toe. |
Het ziet er goed uit. Alles van de opdracht staat erin. |
Het is slordig, je hebt geen en aandacht geschonken aan hoe de opdracht eruit ziet. Er ontbreken stukjes van de opdracht. |