Op aarde leven heel veel verschillende soorten: planten en dieren.
De dieren zijn in twee grote groepen verdeeld: welke groepen zijn dat?
Biodiversiteit
Dieren zijn verdeeld in dieren met botten en dieren zonder botten.
Deze les gaat over dieren zonder botten. Ze heten ongewervelde dieren.
Wat ga je leren?
- Ik kan kenmerken van ongewervelde dieren opnoemen,
- ik kan uitleggen welke groepen ongewervelde dieren er zijn,
- ik kan dieren in de juiste groep indelen.
Wat ga je doen?
- Ik kies een aantal dieren en zoek informatie over deze dieren,
- ik maak met deze informatie een boekje over ongewervelde dieren,
- ik maak met deze informatie een determinatietabel.
Vraag je leerkracht om het dierenboekje te printen en nieten. Dierenboekje
Ongewervelde dieren
De ongewervelde dieren zijn verdeeld in 5 groepen:
- holtedieren,
- wormen,
- weekdieren,
- stekelhuidigen,
- geleedpotigen.
In de komende hoofdstukken leer je meer over deze groepen dieren.
ongewervelde dieren
Holtedieren
Zeeanemonen:
Het lijkt niet echt op een dier. Het heeft geen pootjes, het kan zich niet voortbewegen. Toch is de anemoon een diertje.
Maar waarom is hij voor waterbewoners zo gevaarlijk?
Onder de weekdieren zijn de stekelhuidigen een apart soort.
Ze hebben geen botten of stevig pantser, maar wel een stevig vel met stekeltjes of ruwe plekken.
Alle dieren die insecten worden genoemd hebben een aantal duidelijke kenmerken:
Ze hebben een kop, borststuk en een achterlijf en hebben 6 pootjes.
Op hun kop hebben ze twee antennes. Hun ogen bestaan vaak uit een heleboel kleine oogjes, zo genaamde facetogen.
Insecten zijn er in heel veel soorten en maten, al dan niet giftig.
Ook zie je duidelijk een kop, een borststuk en een achterlijf.
De poten zitten aan het borststuk vast.
Hoewel er meer spinnen zijn die 'huisspin' genoemd worden, is dit de soort die je het vaakst in huis en in schuurtjes ziet. Het is een grote bruine spin met poten die drie keer zo lang zijn als zijn lijf. Daarmee kan hij erg snel lopen.
De huisspin bouwt een web van dicht opeen geweven draden, vaak in de hoek van een kamer. Het web lijkt op een trechter (met een gat in het midden). Het is zijn schuilplaats en niet bedoeld om insecten in te vangen: dat doet de huisspin lopend. Huisspinnen leven van insecten, maar er zijn ook grote vogelspinnen die graag kikkers, en kleine vogels eten.
De kreeft heeft 10 tot 14 poten. Sommige pootjes zijn niet meer echt als pootje herkenbaar.
Verder valt hun achterlijf op omdat het uit pantsertjes bestaat.
Ze hebben een uitwendig skelet. Het harde pantser beschermt ze tegen uitdroging en vijanden.
In werkelijkheid heeft het diertje geen 1000 pootjes, maar wel heel veel.
Hij heeft net als andere geleedpotigen een gepanserd lijf dat bestaat uit segmenenten.
In deze les heb je kennis gemaakt met diverse ongewervelde dieren.
Nu kun je voor deze acht dieren een eigen determinatietabel of zoekkaart maken.
Kijk hier naar een voorbeeld van een determinatietabel voor waterdieren.
Van elk dier dat je in je dierenboekje hebt, bewaar je of zoek je een extra plaatje.
Dit gebruik je om je determinatietabel te maken.
Ga als volgt te werk:
Kijk naar de dieren. Probeer een kenmerk (pootjes, schubben, schild, vleugels etc.) te vinden waarmee jullie met de dieren twee groepjes kan maken. Schrijf dit kenmerk als een vraag op. Het antwoord op je vraag moet dus ja of nee zijn. Denk goed na over je vraag: een dier dat vliegt is niet altijd een vogel, een dier dat zwemt is niet altijd een vis.
Verdeel de dieren over twee groepjes op grond van het eerste kenmerk. Leg een groepje dieren even weg.
Probeer in het groepje dieren een tweede kenmerk te vinden om de dieren verder te verdelen. Ga door tot je overal 'groepjes' van één dier overhoudt.
Maak nu met de vragen de determinatietabel of zoekkaart. Dit lijkt op een mindmap.
Als je een vraag beantwoorden kunt verwijs je naar een volgende vraag.
Zorg dat je een groot genoeg blad hebt om alle dieren er op te plakken. Schrijf ook de namen van de dieren op de determinatietabel.
Stap 2
Laat je zoekkaart of determinatietabel zien aan een ander. Kijk of de tabel/kaart werkt.
Vraag commentaar.
Natuurlijk bekijken je ook de determinatietabel van anderen. Geef op een goede manier feedback.
Gebruik bij het geven van feedback tips en tops en pas de determinatietabel eventueel nog wat aan.
Tevreden?
Laat je eindproduct beoordelen door je leerkracht.
Wanneer ben je klaar?
De determinatietabel/zoekkaart is goed als:
Alle vragen kort zijn en met ja of nee te beantwoorden zijn;
Alle vragen over kenmerken van de dieren gaan;
Bij het opzoeken van de naam van een dier telkens een vrijwel gelijk aantal vragen moet worden doorlopen;
De dieren op een mooie en nette manier zijn opgeplakt of dat de zelfgemaakte foto’s die worden gebruikt mooi en duidelijk zijn;
De totale zoekkaart of tabel er overzichtelijk en mooi uitziet;
Alle namen van de dieren waar de tabel over gaat correct zijn;
Alle acht verschillende dieren op te zoeken zijn.
Afsluiting
Nu heb je een heleboel gezien en geleerd over ongewervelde dieren.
Kies nu zelf een dier en vul het de laatste bladzijde in je dierenboekje in.
Zoek er mooie afbeeldingen bij.
Zoals bijvoorbeeld deze blobvis (hij bestaat echt!).
Handige tips voor extra informatie
Hieronder vind je enkele sites waar je meer informatie kunt vinden over ongewervelde dieren:
Het arrangement Ongewervelde dieren is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0
Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of
bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Anemonen
Wormen
Weekdieren
Zee-egel
Zeester
De bouw van een insect
Spinnen
Kreeftachtigen
Duizendpoot en miljoenpoot
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.