fontanellen zijn dunne, vliezige plaatsen tussen de schedelbeenderen bij een pasgeboren kind.
Hierdoor kunnen de schedelbeenderen iets naar elkaar toe komen bij de bevalling. Dit maakt het hoofdje iets kleiner dit maakt de bevalling makkelijker.
Als het kind 1,5 jaar oud is zijn de fontanellen dichtgegroeid.
na het kijken van het filmpje weet je de verschillen tussen top, teen en zoolgangers.
Ga nu opdracht 8 en 9 maken in je werkboek
3. Kraakbeenweefsel en beenweefsel
In je lichaam heb je 2 typen weefsel (weten jullie nog--> groep cellen met dezelfde vorm en functie). Tussen deze cellen zit tussencelstof.
Kraakbeenweefsel--> cellen liggen in groepjes in de tussencelstof zie afbeelding 1. DIt zorgt ervoor dat kraakbeen soepel is maar toch stevigeheid geeft. Je hebt bijvoorbeeld kraakbeen in je oren, voorste deel van je neus en tussen je borstbeen en ribben.
Bij baby's bestaat het hele skelet voornamelijk uit kraakbeen. Daardoor zijn baby's zo lenig.
Beenweefsel--> cellen liggen in kringen rondom fijne kanaaltjes. Zie afbeelding 2. In de kanaaltjes zitten bloedvaten. De tussencelstof van beenweefsel is veel harder dan die van kraakbeen. Daarom zijn beenderen ook minder flexibel.
Kalkzouten--> zorgt ervoor dat je botten stevig en hard zijn.
lijmstof--> zorgt ervoor dat je botten een beetje buigzaam zijn.
Samen zorgen ze ervoor dat je botten/ beenderen niet zomaar kan buigen en breken.
Leeftijd en stevigheid
Hoe ouder je bent hoe meer kalkzouten er in je beenderen zitten. De beenderen van een ouder iemand kunnen dus makkelijker breken.
Hoe jonger je bent hoe meer lijmstof er in je beenderen zitten. De beenderen van een jonger iemand breken dus minder makkelijk en zijn dus steviger.
nu weet je...
waaruit beenderen bestaan...
wat kalkzouten doen..
wat lijmstoffen doen...
en hoe de samenstelling van de stoffen in je beenderen veranderen als je ouder wordt...
nu kun je opdracht 11+12+13 gaan maken in je werkboek
4. Beenverbindingen
De naam van deze basisstof zegt het al.... been-verbindingen. Dus... hoe beenderen met elkaar zijn verbonden.
Dat kan op 4 manieren
Vergroeid--> dan zijn de beenderen aan elkaar vastgegroeid zoals bijvoorbeeld het heiligbeen dit zijn vergroeide wervels. Het is als het ware 1 bot geworden er is dus ook geen beweging mogelijk.
Door een naad--> de beenderen zitten aan elkaar vast en op die plek loopt een naad. Dit is zo bij je schedelbeenderen.
Door kraakbeen--> er zit dan tussen de 2 beenderen een laag of stuk kraakbeen. Bijvoorbeeld tussen je ruggenwervels en tussen je ribben en je borstbeen. Er is een klein beetje beweging mogelijk.
Door een gewricht--> er zit een gewricht tussen 2 beenderen. DIt heb je vooral bij je armen en benen. Er is veel beweging mogelijk.
verbinding vergroeid. De beenderen zijn aan elkaar gegroeid
Naadverbinding tussen de schedelbeenderen.
kraakbeenverbindingen tussen de ruggenwervels
Gewrichten tussen de vingers.
de ruggenwervels en de ribben zijn verbonden door gewrichten. Hierdoor kan je ribbenkast omhoog en naar beneden bewegen. De ribben zijn met het borstbeen verbonden door kraakbeen
De bouw van een gewricht
De twee botten die een gewricht vormen zijn.
de gewrichtskogel
de gewrichtskom
de gewrichtskogel kan in de kewrichtskom bewegen.
ze zijn allebei bedekt met een kraakbeenlaagje. Dit laagje is zacht waardoor het gewericht soepel kunnen bewegen.
Het gewrichtskapsel zorgt ervoor dat de gewrichten aan elkaar blijven. Het geeft ook gewrichtssmeer af. Dit is gewrichtssmeer is een soort smeerolie voor de gewrichten net als olie voor een motor van een auto bijvoorbeeld.
Soms zitten er ook nog kapselbanden om een gewricht heen. Deze helpen mee om de botten op hun plaats te houden.
De gewrichtskogel draait in de gewrichtskom. Je kunt bijvoorbeeld je arm helemaal ronddraaien. Je schouder is dan ook een kogelgewricht.
het kogelgewricht in je schouder
schematisch het kogelgewricht
Het scharniergewricht
Denk aan het scharnier in een deur. Je kan een deur open en dicht doen. Als 2 botten met een scharniergewricht verbonden zijn kun je deze ook alleen als een scharnier bewegen. Omhoog en omlaag of recht en krom. Bijvoorbeeld je vingers of in je knie.
Het scharniergewricht knie
schematisch het scharniergewricht
Het rolgewricht
Het ene bot kan dan in de lengte draaien om het andere bot. Het ene bot rolt over het andere bot. Dit is bijvoorbeeld zo in je onderarm. Je ellepijp (zit vast aan de pink) kan in de lengte draaien om je spaakbeen (zit vast aan je duim). Hierdoor kun je je hand draaien.
Het rolgewricht in je onderarm
Schematisch het rolgewricht
Film over de werking van de gewrichten
Nu weet je alles over de 3 soorten gewrichten
Maak nu opdracht 19 en 20
5. Spieren
Doordat de spieren aan je botten vastzitten kun je bewegen.
Alle spieren samen heet het spierstelsel. (Zie afbeelding)
Je spieren zitten met pezen aan je beenderen vast. De plek waar zo'n pees op je beenderen vastzit noem je de aanhechtingsplaats. (zie afbeelding)
Het beenderen van je skelet zijn heel stevig en je spieren zijn heel sterk.
Toch kun je wel last pijn hebben aan je spieren.
Dit kan komen door blessures. Meestal weet je hoe je aan een blessure bent gekomen. Bij bijvoorbeeld rugpijn is dit lastiger. Dit komt vaak door een verkeerde lichaamshouding. Deze houding ontstaat als je jong bent en verandert als je ouder bent eigenlijk niet meer. Het is dus belangrijk dat je als je jong bent leert wat een goede houding is van je rug. Daar gaat deze basisstof over.
Je houding:
Je wervelkolom heeft een dubbele S-vorm.( zie afbeelding) De rugspieren die aan de wervels vastzitten zorgen ervoor dat deze houding in stand blijft. (Zie afbeelding)
Tussen de wervels zitten tussenwervelschijven deze zijn gemaakt van kraakbeen. Deze zijn dus een beetje beweeglijk. Hierdoor werken ze als een soort schokbrekers. Het zijn harde kussentjes tussen de wervels.
Door de dubbele S-vorm en de tussenwervelschijven is je wervelkolom veerkrachtig en kan je rug de schokken van bijvoorbeeld lopen opvangen.
De dubbele S-vorm van je wervelkkolom
Rugspieren zitten vast aan je wervels
Als je een verkeerde lichaamshouding aanneemt. Kan het zijn dat je wervelkolom scheef komt te staan. Wat er dan gebeurt is dat de tussenwervelschijven in de verdrukking komen hierdoor kunnen ze niet meer zo goed werken als schokbrekers ( zie afbeelding). Ook moeten sommige spieren extra hard werken.
de tussenwervelschijven bij een verkeerde houding
Ook nu jullie in de klas zitten is een goede houding belangrijk!
Je zit goed als de hoek tussen je onderbeen en bovenbeen 90 graden is. En als je rechtop zit en je je onderarmen op de tafel laat liggen moeten ze een hoek van 90 graden maken met je lichaam. (zie afbeelding)
goede zithouding
Ook bij het tillen is het belangrijk dat je rug altijd in de dubbele S-vorm blijft. Zie afbeelding voor de 10 regels voor verstandig tillen.
10 regels voor verstandig tillen
Wat misschien wel nog belangrijker is.....
Lichaamsbeweging hiervan krijg je een goede conditie. Je maakt je spieren sterker door ze te trainen. Hierdoor heb je minder snel kans op blessures. En met sterke spieren heb je minder snel last van rugpijn. En het geeft natuurljik ontspanning.
ga nu zitten in de goede houding en ga de opdrachten 25 en 27 maken in je werkboek.
7. Blessures
Een opsomming van de verschillende blessures die je kunt oplopen.
Spierpijn
Kun je krijgen door--> bewegingen maken die je niet gewent bent, sterke afkoeling (slapen op de tocht), te zware inspanning.
Het kan ook een gevolg zijn van een spierbeschadiging. bijvoorbeeld een spierscheuring. Als dit in je kuitspier gebeurd dan noemen we dat een zweepslag.
Botbreuken
Het breken van een bot. Bijwielrenners is dit vooral het sleutelbeen wat breekt tijdens een val. Bij voetballers vooral het kuitbeen en scheenbeen. .
Soms moeten de botten in de goede positite worden gezet. Met gipsverband worden de botten op de goede plek gehouden.
Voetbalknie
Deze blessure noemen we zo omdat hij vaak bij voetballers voorkomt. Wat er eigenlijk gebeurt is dat de voet blijft staan (door de noppen onder de schoen) en het lichaam draait. Hierdoor verdraait de knie.
In je knie heb je 2 kraakbeenschijven de meniscus. Bij het verdraaien van de knie scheuren deze schijven. Zie afbeelding van de gescheurde meniscus
Meestal zijn ook het gewerichtskapsel en de kapselbanden van de knie beschadigd. Dit gewrichtskapsel en de kapselbanden noem je in de knie de kniebanden of kruisbanden. Zie afbeelding van de knie met kniebanden
Soms helpt rust om de knie te laten herstellen. Meestal moet de meniscus door een operatie worden verwijderd.
gescheurde meniscus
kniegewricht met kniebanden
Kneuzing
Weefsel is beschadigd maar er is niks gebroken of gescheurd.
ontstaat meestal door: stoot, stomp of trap.
Het weefsel zwelt op doordat er een inwendige bloeding plaatsvindt. Vocht en bloed hoopt zich op in het weefsel.
Wat moet je doen: rust, koelen met ijswater en soms een drukverband.
Als je bijvoorbeeld door je enkel gaat. Je gewrichtsbanden en de kapselbanden worden dan teveel uitgerekt of kunnen zelfs scheuren. Dan heb je gescheurde enkelbanden.
verzwikking van de enkel
Ontwrichting
Hierbij schiet de gewrichtskogel uit de gewrichtskom. Een arts moet het gewricht weer op zijn plek zetten.
een schouder uit de kom geschoten
Ontstekingen
Is ook een blessure die vaak voorkomt. De aanhechtingsplaatsen van de pezen is dan ontstoken.
Bij een tennisarm is de aanhechtingsplaats van de elleboogspier ontstoken.
Bij een achillespeesontsteking is de aanhechtingsplaats van de kuitspier ontstoken.
Om dit te voorkomen of te genezen moet je rust houden.
- meer bloed naar de spieren--> spieren worden warmer en krijgen meer zuurstof
spieren worden voorbereid op de inspanning.
Cooling- down
door het sporten gebruik je je spieren intensief. Afvalstoffen hopen zich op.
Door een cooling- down stroomt het bloed wat sneller door je spieren en kunnen de afvalstoffen worden afgevoerd. Hierdoor neemt de kans op spierpijn af.
Bijvoorbeeld een muisarm. Je maakt met je hand steeds dezelfde beweging. Een pees of spier wordt hierdoor overbelast. Dit gaat ook vaak gepaart met andere klachten zoals, rugpijn en hoofdpijn. Het kan maanden en soms meer dan een jaar duren voordat de klachten helemaal weg zijn.
RSI kan ook voorkomen bij een andere beroepen waarbij steeds een zelfde beweging wordt gemaakt bv. schilder, balletdanser, cassiere.
Het arrangement Stevigheid en beweging is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Hanneke Borgman
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2015-04-23 11:12:38
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
toets/oefening
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.